Alle zondaars zullen bloeden – S.A. Cosby

Flaptekst
Titus Crown is de eerste zwarte sheriff van Charon County. In de afgelopen decennia heeft Charon slechts twee moorden gekend. Maar met jaren ervaring als FBI-agent op zak weet Titus als geen ander dat hoewel Charon een land van maneschijn, maisbrood en kamperfoelie lijkt, geheimen altijd onder de oppervlakte blijven etteren.

Een jaar na de verkiezing van Titus wordt een onderwijzeres vermoord. De dader, een zwarte oud-leerling, wordt ter plekke doodgeschoten door de hulpsheriffs voor Titus kan ingrijpen. Die etterende geheimen liggen nu open en bloot, klaar om het dorp uit elkaar te scheuren.

Recensie
Als er één iemand is die verbaasd is over zijn eigen succes is het S.A. Cosby zelf wel. In 2022 werd hij wereldwijd bekend met zijn prijswinnende thriller Een laatste uitweg en inmiddels is hij niet meer weg te denken in het schrijverslandschap. Eind maar 2024 verscheen zijn derde in het Nederlands vertaalde boek: Alle zondaars zullen bloeden. Hiervoor liet hij zich inspireren door de moord op George Floyd in 2020 en de rellen die vervolgens in de Verenigde Staten uitbraken.

Nadat Titus Crown de FBI verliet, werd hij als de eerste donkere sheriff van Charon County gekozen, een functie waar niet iedere bewoner het mee eens was. Een tiental jaren was het relatief rustig in het district, maar een jaar na Crowns aanstelling wordt in leraar in zijn klaslokaal om het leven gebracht. De dader, een gekleurde oud-leerling, wordt nadat hij agressief gedrag vertoonde, door twee hulpsheriffs doodgeschoten. Titus start een onderzoek en dan blijkt dat enkele duistere geheimen jarenlang verborgen zijn gebleven.

In zijn jongste thriller pakt Cosby alles net even iets anders aan dan in zijn voorgaande boeken. Niet qua schrijfstijl of de in het verhaal verwerkte maatschappelijke en – soms helaas nog steeds – actuele thema’s, maar met name vanwege het geringere aantal scènes waarin actie voorkomt én, ook niet geheel onbelangrijk, de achtergrond van de protagonist. Tot dusver waren dit personages met een criminele inslag, deze keer is het een sheriff van een district op het platteland van Virginia, in het zuiden van de Verenigde Staten. Door zijn gevoel van rechtvaardigheid en insteek om voor iedereen het goede te doen, weet hij, Titus Crown, de lezer al vrij snel voor zich te winnen. Hij draagt echter wel een verleden met zich mee, waar aan het eind van de plot duidelijkheid over komt. Dit maakt hem echter niet minder sympathiek en menselijk, hoewel hij in zijn privéleven wel een paar steekjes laat vallen.

Ogenschijnlijk heeft het er veel van weg dat het verhaal zich in een bedaard tempo voortbeweegt en dat er niet zo heel erg veel gebeurt. Dit is echter uiterlijke schijn, want er vindt juist ontzettend veel plaats. Niet alleen omdat er een aantal moorden wordt gepleegd, maar bijvoorbeeld ook door een racistische beweging die behoorlijk actief is. Racisme, het daaraan verwante slavernijverleden en de inferieure behandeling van donkere mensen loopt als een rode draad door de plot heen. Dit is echter niet alles, want Cosby gaat helemaal los op het onderwerp religie. Heel kritisch en gefundeerd legt hij enkele pijnpunten bloot die het geloof én God met zich meebrengen.

Natuurlijk is het boek vóór alles een thriller en dat is uiteraard te merken. Misschien niet door een continue en zinderende spanning, maar wel degelijk omdat de auteur deze keer gruwelijke en mensonterende taferelen niet schuwt. Vanzelfsprekend zorgt dit voor diverse enerverende momenten, waarbij je je afvraagt wat sommige mensen beweegt om dergelijk walgelijke wandaden te verrichten. Dan zijn er ook nog de talloze ontwikkelingen, die onder andere betrekking hebben op de jacht op de dader en de persoonlijke omstandigheden van met name Crown. Al deze lijnen zijn knap en vakkundig met elkaar verweven opdat alle gebeurtenissen als één geheel beschouwd kunnen worden en de spanningsboog daarbij geleidelijk oploopt tot een climax in de ontknoping.

Met Alle zondaars zullen bloeden bewijst Cosby andermaal zijn vakmanschap, daarom is het eigenlijk des te spijtiger dat er tijdens of na de vertaling helaas diverse slordigheden in het boek zijn geslopen en vervolgens blijven hangen. Desalniettemin weet de soms rauwe, soms intense en soms aandoenlijke thriller de lezer van begin tot eind bezighouden, en vast en zeker ook nog wel iets langer tijd dan tijdens het lezen alleen.

Waardering: 5/5

Boekinformatie
Auteur: S.A. Cosby
Titel: Alle zondaars zullen bloeden

ISBN: 9789044367348
Pagina’s: 368

Eerste uitgave: 2024

Missie: Mongolië – Frederique Schut

Flaptekst
In 2011 voltooide schrijfster Frederique Schut als eerste Nederlander de Mongol Derby; ’s werelds langste en zwaarste paardenrace. ‘Door deelname aan deze race,’ schrijft de organisatie op haar website, ‘vergroot je in hoge mate de kans op fysieke ongelukken, die uiteindelijk zelfs kunnen leiden tot de dood.’

Drieëntwintig ruiters, uit de hele wereld geselecteerd, verschenen aan de start. Negen dagen later en duizend kilometer verder kwam Schut over de finishlijn, als een van de dertien overgebleven ruiters. Missie: Mongolië beschrijft haar reis door een land dat haar volkomen vreemd is, onder zulke extremen omstandigheden dat alles onder druk komt te staan: haar gezondheid, haar relatie, haar moraal.

Recensie
De Mongol Derby, die sinds 2009 jaarlijks in Mongolië wordt gehouden, staat bekend als de langste en zwaarste paardrijwedstrijd ter wereld. In negen dagen moeten de uitverkoren deelnemers een afstand van duizend kilometer afleggen. De derby is afgeleid van de oude postroutes in het rijk van Dzjengis Khan toen koeriers door middel van paardwisselstations in korte tijd grote afstanden konden afleggen. Twee jaar na de eerste wedstrijd was Frederique Schut de eerste Nederlander die aan deze loodzware etappederby deelnam en hem wist te voltooien. Haar tocht heeft ze beschreven in Missie: Mongolië, dat in 2014 is uitgebracht.

Het is niet niets, om te beslissen of je wel of niet aan de lange en zware Mongol Derby wilt deelnemen. De informatie die de organisatie verstrekt liegt er niet om, want deze barre tocht kan gevaarlijk zijn en het risico om flink ziek te worden, zwaargewond te raken of zelfs komt te overlijden is niet ondenkbeeldig. Toch hebben de auteur en haar vriend Ronald niet veel tijd nodig om een beslissing te nemen: ze doen het, ze nemen deel aan de race. Vanaf dat moment begint de expeditie in feite al: de voorbereidingen, het achterlaten van belangrijke gegevens en de reis naar Mongolië, waar ze een paar dagen hebben voordat de werkelijke onderneming begint.

Dan begint het echte werk en hiervan, de weergave van de voorbereidingsfase buiten beschouwing latend, geeft Schut een beknopte, maar beeldende weergave van haar belevenissen. Ze komt er eerlijk voor uit dat ze voordat, terwijl ze haar ontbijt naar binnen probeert te krijgen, behoorlijk zenuwachtig is en daardoor zo goed als geen hap door haar keel krijgt, terwijl ze diep van binnen wel weet dat het goed is om voldoende te eten. Behalve de uitdaging om de derby te voltooien – die het liefst te winnen – neemt de auteur ook deel om, zo geeft ze aan, te weten te komen wie ze eigenlijk is, om zichzelf als het ware beter te leren kennen. Dat dit haar lukt, zal waarschijnlijk niemand verbazen. Schut kent moeilijke perioden, maar, zo geeft ze ruiterlijk toe, heeft eveneens ronduit egoïstische gedachten als ze ziet dat andere deelnemers uitvallen of een tijdstraf krijgen. Ze denkt op die momenten alleen maar aan zichzelf, van sociaal gedrag is dan geen enkele sprake.

Schut vertelt haar verhaal alsof het een dagboek is – aan iedere wedstrijddag besteedt ze een hoofdstuk – en beschrijft op een luchtige en toegankelijke manier hoe ze de expeditie ervaart, wat ze doet om zo hoog mogelijk te eindigen, maar vergeet daarnaast niet te vertellen dat ze wel degelijk oog voor de omgeving en de lokale bewoners heeft. Zoals zo goed als niet te vermijden is, krijgt de auteur uiteraard met tegenslagen te maken, en die zijn heel variabel van aard. Vanzelfsprekend hebben die betrekking op de race zelf, maar ook op haar gezondheid en geestelijke welzijn. Hierdoor leert ze zich, zoals ze vooraf al had gewild, inderdaad een stuk beter kennen.

Toch gaat Schut niet heel uitvoerig in op de psychologische effecten van de onderneming, ze houdt het in feite bij een aantal algemeenheden, waaruit echter wel opgemaakt kan worden dat ze het zwaar heeft gehad. Ze laat echter na om heel expliciet te bekennen dat het misschien wel goed voor haar is geweest om deze ervaring doorgemaakt te hebben. Voordat ze aan de Mongol Derby deelnam, vertelt ze, had ze eigenlijk alleen maar succes in haar leven en leek alles haar als vanzelf te komen aanwaaien. Nu ze de andere kant van de medaille een keer heeft ervaren, is ze wat meer met beide benen op de grond komen te staan.

Missie: Mongolië geeft al met al een goed beeld van de langste en zwaarste derby ter wereld, heeft voornamelijk de kenmerken van een onderhoudend reisverslag, maar in mindere mate is het tevens een globale uiteenzetting van een innerlijke reis.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Frederique Schut
Titel: Missie: Mongolië

ISBN: 9789045026213
Pagina’s: 176

Eerste uitgave: 2014

Leeuw – Deon Meyer

Flaptekst
Een jonge vrouw verdwijnt spoorloos na een fietstocht op Stellenbosch Mountain. De man die later haar lichaam vindt vertelt de politie dat hij denkt dat ze door een luipaard gedood is. Inspecteurs Bennie Griessel en Vaughn Cupido vragen zich af of dit echt zo is, of dat haar doodsoorzaak wellicht wat verontrustender is…

Intussen onderzoeken ze de gruwelijke moord op de lokale advocaat Basie Small – maar Bennie is afgeleid door het feit dat zijn verloofde Alexa hun trouwdatum al op korte termijn wil prikken, terwijl Vaughn op zijn beurt ook strubbelt met relatieproblemen.

In de Okavangodelta van Botswana, ver weg van de prachtige wijnlanden van Stellenbosch, wordt natuurgids Chrissie Jaeger gerekruteerd door een bende voormalige leden van de special forces, die haar als lokaas willen gebruiken bij een overval. Maar de operatie loopt vreselijk mis en nadat de man van wie ze houdt voor haar ogen wordt neergeschoten, vlucht Chrissie het land uit.

In een wereld vol verraad, valse identiteiten en staatscorruptie worden de inzetten steeds hoger. Algauw bevinden de rechercheurs zich in een race tegen de klok om een catastrofe te voorkomen op de trouwdag van Griessel.

Recensie
Het kenmerkende recherchekoppel Bennie Griessel en Vaughn Cupido is terug. Dit duo speelt een belangrijke rol in de meeste boeken van Zuid-Afrika’s bekendste en succesvolste thrillerauteur Deon Meyer. Ook in het 2024 verscheen Leeuw, alweer het achtste deel van de serie, laten beide politiemannen zich van hun beste kant zien. Het boek, dat volledige fictief is, is geïnspireerd door niet bevestigde geruchten over grote hoeveelheden goud en dollars die door de voormalige Libische leider Moammar Gaddafi vlak voor zijn overlijden in 2011 naar Zuid-Afrika zouden zijn gevlogen.

Verscholen in het fynbos op de Stellenboschberg wordt het bekraste lichaam van een jonge vrouw gevonden. Het lijkt of ze door een luipaard overvallen is, maar Griessel en Cupido hebben hun twijfels. Niet veel later worden ze belast met het onderzoek naar de gewelddadige dood van advocaat Basie Small. Een eind verderop, in Botswana, wordt natuurgids Chrissie Jaeger gevraagd om deel te nemen aan een overval. Omdat dit uitloopt op een faliekant mislukking, zoekt ze haar toevlucht in Europa, waar haar later een ander aanbod wordt gedaan. Ondertussen hebben beide Zuid-Afrikaanse rechercheurs hun handen vol aan een nieuwe zaak.

Net als in de voorgaande delen uit de serie heeft Meyer ook in zijn nieuwste thriller een thema verwerkt dat in Zuid-Afrika behoorlijk actueel is. Deze keer draait het om staatskaping, waarbij politieke machthebbers zichzelf ten koste van alles en iedereen verrijken. De kritiek die de auteur hierop heeft, valt zo nu en dan tussen de regels door te lezen. Door dit onderwerp als leidraad te nemen, krijgt zijn boek in bepaald opzicht een realistisch tintje. Een goed voorbeeld in het verhaal is de president Joseph (Joe) Zaca en een goed verstaander kan in hem overduidelijk Jacob Zuma, voormalig president en ANC-leider, herkennen. Laatstgenoemde stond internationaal symbool voor staatscorruptie en systematische beroving van de Zuid-Afrikanen.

Hoewel de plot even op gang moet komen, doen zich toch al vrij snel diverse ontwikkelingen voor en ontstaat er een klein beetje actie. In de plot neemt dit geleidelijk aan steeds meer toe, waarna ze in de ontknoping in een stroomversnelling raken. De verschillende subtiel met elkaar verbonden verhaallijnen zorgen ervoor dat de gebeurtenissen van diverse kanten worden belicht. De lezer krijgt daardoor zowel vanuit het oogpunt van de rechercheurs als de overvallers kijk op de vele voorvallen. Maar niet alleen dat, want ook de reden van de overval wordt uit de doeken gedaan, waardoor je heel stiekem enige sympathie voor de overvallers krijgt. De spanning in het verhaal is wisselend, de ene keer enigszins onderhuids, de andere keer juist weer heel erg zichtbaar, zoals onder andere aan het eind, waarin alle partijen hun absolute deadline moeten halen.

De rol die Griessel en Cupido hebben, is – net als in alle voorgaande delen – weer een prominente. Ze voeren hun taak met verve uit, hun onderlinge interactie is als vanouds schitterend en aan hun privéleven wordt eveneens wat aandacht besteed. Wat dat laatste betreft is het raadzaam de serie op volgorde van verschijnen te lezen, met name om te voorkomen dat je het een en ander over hun achtergrond mist. Over de andere ertoe doende personages wordt meer dan voldoende verteld om hen te kunnen plaatsen. In ieder geval zijn alle karakters boeiend en intrigerend, net als de omgeving waarin het geheel zich afspeelt. Op een levendige wijze beschrijft de auteur de Zuid-Afrikaanse plaatsen en het landschap.

Leeuw, dat zich in een aanzienlijk tempo afspeelt en in de kenmerkende Meyer-stijl geschreven is, leest eveneens erg vlot. De auteur laat met dit achtste Griessel-deel zien dat de rechercheurs nog niet aan slijtage onderhevig zijn, evenmin als hij dat zelf is. Hoe dan ook is deze thriller wederom een schot in de roos.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Deon Meyer
Titel: Leeuw

ISBN: 9789400513037
Pagina’s: 512

Eerste uitgave: 2024

Dit is jouw tijd – Bertram Koeleman

Flaptekst
Wanneer zijn vader overlijdt en herinneringen hem terugdrijven naar zijn jeugd raakt Mart Rebius ervan overtuigd dat hij iets essentieels over zijn verleden is vergeten. Geobsedeerd door visioenen en halve herinneringen besluit hij tot een reconstructie. Hij koopt zijn ouderlijk huis op, huurt acteurs in als zijn familie en laat ze de middag van zijn zesde verjaardag naspelen. Op dat feestje is er iets belangrijks gebeurd, gelooft hij. Iets wat hem toegang zal geven tot een deel van zijn leven dat tot nu toe onbereikbaar is geweest. Al snel volgen raadselachtige gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op, Mart gaat twijfelen aan zijn herinneringen. Heeft hij alles verzonnen?

Recensie
Bij het tijdschrift De Gids zette Bertram Koeleman zijn eerste schreden op het literaire pad, want hierin verscheen zijn debuutverhaal Haverkort de vlinder. Als romanschrijver debuteerde hij in 2013 met De huisvriend, dat meteen werd genomineerd voor de Anton Wachterprijs. Zijn in 2024 verschenen roman Dit is jouw tijd, waarin herinneringen en verleden als een rode draad door het hele boek heenlopen.

Kort na zijn tweeënveertigste verjaardag hoort Mart Rebius van zijn moeder dat zijn vader is overleden. Op diens begrafenis herinnert hij zich een voorval op de dag dat hij zes jaar oud werd. De exacte toedracht daarvan weet hij niet meer, wel is hij ervan overtuigd dat het iets belangrijks moet zijn. Om dit alles te achterhalen, besluit hij om zijn zesde verjaardag te reconstrueren. Hiervoor koopt hij zijn ouderlijk huis terug, huurt enkele acteurs in en gaat aan de slag. Langzaam komen enkele herinneringen terug, maar zijn twijfel of ze allemaal kloppen wordt steeds groter.

De eerste zin van de roman, waarin verteld wordt dat het verleden van Mart Rebius na zijn tweeënveertigste verjaardag begint, maakt de lezer al meteen nieuwsgierig. Vragen als waarom dat zo is, komen bovendrijven. Desondanks kun je je niet aan de indruk onttrekken dat hij de huidige tijd – het is niet bekend in welk jaar of welke periode de plot zich exact afspeelt – ondanks zijn leeftijd nog steeds niet omarmd heeft. Een van de argumenten daarvoor is het feit dat hij iedere maand een feest organiseert met de jaren negentig van de vorige eeuw als thema, alle moderniteiten zijn daarbij uit den boze. De reconstructie van zijn zesde verjaardag is een extra verklaring om dit te denken, want door zijn obsessie om te achterhalen wat die dag gebeurd is, loopt als een dikke rode draad door het verhaal heen.

Omdat de roman volledig vanuit het perspectief van de veertiger wordt verteld en zijn herinneringen een belangrijke rol spelen, krijgt de lezer een bijzonder goed beeld van hem. Zo komt hij over als een behoorlijk eenzelvige man die het liefst alleen door het leven gaat. Desondanks hangt er nog iets mysterieus om hem heen, want wat nergens naar voren wordt gebracht, is wat hij in het dagelijks leven doet en hoe hij al zijn bezigheden bekostigt. Hij moet eigenlijk wel bemiddeld zijn, maar dat kom je niet te weten. Zijn hang naar wat geweest is, is echter geen belemmering voor zijn ontwikkeling als persoon. Gaandeweg de plot verandert hij in een enigszins minder introvert individu, voor een groot deel is dit zonder meer te danken aan zijn missie. Ook de meeste andere personages hebben hun eigen eigenaardigheden, hetgeen hen bijzonder en enigszins markant maakt.

Het naspelen van Marts zesde verjaardag zorgt voor verschillende bizarre situaties die zo nu en dan verwarrend kunnen zijn. De lezer heeft op die momenten niet meteen in de gaten of deze scènes bij de reconstructie horen of dat ze zich in de fictieve werkelijkheid hebben afgespeeld. Het heden en verleden lijken zich dan met elkaar verweven te hebben. De overgang van de ene naar het andere voorval is eveneens niet altijd duidelijk, het gaat op die momenten te drastisch. Een witregel had dit kunnen voorkomen. Uiteindelijk geeft de hele toneelspelerij geen adequate antwoorden op diverse vragen, hoewel er wel degelijk het een en ander naar voren komt. Over het algemeen verrassend, maar in een enkel geval in de lijn der verwachting.

Dit is jouw tijd is een roman die de lezer terugvoert naar de jaren negentig en daardoor een aantal herkenbare en nostalgische kenmerken herbergt. Koeleman weet, mede dankzij zijn scherpe schrijfstijl, de lezer continu te boeien en laat hem nadenken over de verwevenheid van het heden en verleden.

(Met dank aan Atlas Contact/De Club van Echte Lezers voor het beschikbaar stellen van een recensie-exemplaar.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Bertram Koeleman
Titel: Dit is jouw tijd

ISBN: 9789025474201
Pagina’s: 252

Eerste uitgave: 2024

Ook dat nog – Anja Niewierra en Merel Godelieve

Flaptekst
Na haar scheiding moet de vijftiger Roos het doen met een saaie baan en een flatje. Roos is boos en schrijft haar frustraties van zich af. Wanneer dochter Maddy na een verbroken relatie bij Roos intrekt, lopen de spanningen hoog op en grijpt ook Maddy naar de pen.

Ondertussen belandt Oma Loes, een voormalige dolle mina, na een gebroken heup in een zorgcomplex tussen de ‘wandelende graftakken’. Haar activistische hart bloeit op en ze trekt weer ten strijde. Nu tegen de stereotypering van ouderen.

Recensie
Tijdens een gezamenlijke vakantie in Frankrijk ontstond bij Anya Niewierra, onder andere bekend van haar thriller Het dossier (2016) en haar dochter Merel Godelieve het idee om, bij wijze van experiment, samen een boek te schrijven. Ze waren het er al snel over eens dat dit een roman moest zijn dat mensen vrolijkt maakt en dat door hen met plezier gelezen wordt. Ze werkten hun idee uit, gingen aan de slag en in juni 2022 verscheen hun feelgoodroman Ook dat nog.

Omdat de relatie van de vijfentwintigjarige Maddy Nugter na drie jaar beëindigd is en ze als gevolg daarvan geen onderdak heeft, trekt ze bij haar gescheiden moeder Roos in. Het appartement heeft een beperkte ruimte waardoor de onderlinge spanningen nogal oplopen. Tot overmaat van ramp kondigt de overheid ook nog een lockdown aan om de gevolgen van het coronavirus te beperken. Om een uitlaatklep te hebben beginnen beide vrouwen aan een dagboek waarin ze hun frustraties kwijt kunnen. Oma Loes zit heel anders in elkaar, want ondanks haar verblijf in een woonzorgcomplex is ze niet van plan zich iets te ontzeggen.

Dit verhaal wijkt qua opzet af van de meeste boeken, want het is in de vorm van twee dagboeken – de ene van dochter Maddy, de andere van moeder Roos – geschreven. Een dergelijke opbouw is echter niet uniek, want meer auteurs hebben van deze techniek gebruikgemaakt. De ene keer werkt het wel en de andere keer niet. Bij het duo Niewierra/Godelieve pakt het goed uit, voornamelijk omdat altijd duidelijk is wat er op de dag waarover de personages schrijven gebeurd is, waarmee beiden te dealen hebben en wat hen bezighoudt. Dit gebeurt vanuit afwisselende perspectieven en de vijf delen van het boek bestrijken een niet opeenvolgende periode. Omdat zowel de naam van de dagboekschrijfster als de datum boven ieder hoofdstuk vermeld wordt, weet de lezer altijd wie aan het woord is en wanneer de teksten zijn geschreven.

Naast moeder en dochter maak je eveneens kennis met oma Loes, de andere protagonist, maar haar rol in het geheel is aanmerkelijk kleiner. Desondanks kom je voldoende over haar te weten, zonder dat ze – net als haar dochter en kleindochter – heel uitvoerig uitgewerkt is. De drie dames, die elkaar goed aanvullen, hebben elk een eigen karakter en verschillen danig van elkaar, waardoor het bepalen van een favoriet niet erg lastig is. Hoewel hun onderlinge relatie nog weleens botst, kunnen ze in feite ook niet zonder elkaar, eigenlijk een beetje zoals het echte leven. Veel wat hen overkomt en wat ze ondernemen, is daarom overwegend realistisch, ondanks dat de leefwijze van oma Loes vrij extreem is en je hier een vraagteken bij kunt zetten.

De schrijfstijl Niewierra en Godelieve is vlot en het tempo ligt behoorlijk hoog. Het is overigens goed te merken dat dit boek door twee auteurs geschreven is, want qua stijl lopen de dagboekteksten van Maddy en Roos nogal uiteen, onder andere doordat de eerste regelmatig straattaal gebruikt. Een grote dissonant in de plot is dat aan het coronavirus en de vele gevolgen die dit met zich mee heeft gebracht enorm veel aandacht wordt besteed. Omdat het verhaal zich in 2020 afspeelt en de pandemie de wereld beheerste, is het op zich niet zo verwonderlijk en erg dat een dergelijk belangrijke gebeurtenis in het boek verwerkt is, maar om er tot in den treure over door te gaan, gaat op den duur wel storen.

Dit gezamenlijke debuut wordt aangemerkt als een vrolijke dagboekroman, maar over de hele linie valt het opgewekte en blije nogal tegen, met name in het eerste deel van het boek. Dan is het, om begrijpelijke redenen, een en al treurnis en zijn ruzies geen uitzondering. In de plot verandert dit iets, maar niet dusdanig om het etiket feelgood op de roman te plakken. Het omgekeerde is eerder van toepassing. Als je vervolgens alles bij elkaar neemt, is Ook dat nog niet meer dan een debuut waarop wel het een en ander aan te merken valt.

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Anya Niewierra en Merel Godelieve
Titel: Ook dat nog

ISBN: 9789024599639
Pagina’s: 256

Eerste uitgave: 2022

Gone girl (Verloren vrouw/Donker hart) – Gillian Flynn

Flaptekst
Op de dag dat hij vijf jaar getrouwd is, maakt Nick Dunne bekend dat zijn beeldschone vrouw Amy vermist wordt. De politie verdenkt hem en Amy’s vrienden onthullen dat ze bang voor hem was en dingen voor hem verzweeg. Nick zweert dat dit niet waar is, maar onder druk van de politie en de media ontstaan er langzaam maar zeker haarscheurtjes in het door Nick geschetste beeld van zijn perfecte huwelijk. Zijn leugens, bedrog en vreemde gedrag roepen vragen op. Heeft Nick zijn vrouw vermoord?

Recensie
De Amerikaanse auteur Gillian Flynn had van haar derde thriller Gone girl (2012) niet al te grote verwachtingen, maar die bleken volkomen misplaatst, want het boek kwam in de week van publicatie binnen in de bestsellerlijst van de New York Times, stond een week later zelfs op de eerste plaats en binnen een jaar waren er ongeveer twee miljoen exemplaren van verkocht. Voor de verfilming in 2014 schreef ze zelf het scenario. In het Nederlands is het ook uitgebracht onder de titels Donker hart (2012) en Verloren vrouw (2013).

Op zijn vijfjarige trouwdag is Nick Dunne in de bar waar hij samen met zijn zus Margo eigenaar van is. Als hij een telefoontje krijgt dat de voordeur van zijn woning openstaat, gaat hij onmiddellijk naar huis waar hij een overhoop gehaalde woonkamer aantreft en merkt dat zijn vrouw Amy spoorloos verdwenen is. De politie wordt ingeschakeld, maar die verdenken hem van deze vermissing. Hoewel Nick blijft volhouden dat hij onschuldig is, keert de publieke opinie zich steeds meer tegen hem. Wat daarbij niet helpt, zijn diens leugens en merkwaardige gedrag, maar ook de door de politie gevonden aanwijzingen wijzen in zijn richting. De vraag is nu of hij Amy heeft vermoord.

Het verhaal bestaat uit drie delen – het laatste relatief kort – en elk daarvan heeft een geheel andere strekking. Deel twee is verreweg het interessants en boeiends, terwijl de spanning, die over het geheel genomen niet al te groot is, daarin wel het meest merk- en voelbaar is. Voor het zover is, krijgt de lezer inzage in de levens van de belangrijkste personages Nick Dunne en zijn vrouw Amy Elliott. Bij laatstgenoemde is dit door middel van uitgebreide aantekeningen in haar dagboek – ze is immers vermist – en bij Dunne vooral tijdens zijn hedendaagse activiteiten, waaronder gesprekken met de politie en eigen naspeuringen. In ieder geval blijkt dat de twee een nogal complexe relatie hebben en is het dus niet verwonderlijk dat de verdenkingen op Dunne gericht zijn.

De snelheid van de plot is over het algemeen behoorlijk traag, soms zelfs op het stroperige af. Het voordeel hiervan is dat de geheimen die het echtpaar heeft slechts mondjesmaat naar de oppervlakte komen. Desondanks blijft de lezer wel degelijk nieuwsgierig naar wat zich allemaal exact heeft afgespeeld en naar wat de werkelijke reden van de verdwijning van Elliott is. Het is daarom jammer dat het verhaal door het trage tempo niet lijkt op te schieten, alsof er geen enkele vordering wordt gemaakt. Geheel ten onrechte, want er is zonder meer sprake van progressie, zoals bijvoorbeeld  het doorgronden van de karakters en de psychologische effecten van hun gedragingen.

Door het gedrag van beide hoofdpersonages is het zo goed als onmogelijk te voorspellen hoe het verhaal zich zal ontwikkelen, maar toch krijg je al snel een aan zekerheid grenzend vermoeden wat de werkelijkheid achter de vermissing van Elliott is en ver in de plot wordt dit ook bevestigd. Op het verloop van de gebeurtenissen heeft dit geen enkele invloed, alleen krijg je een ander beeld van de personages en de dingen die zij doen of gedaan hebben. Het manipulatieve en vernuftige karakter van een van hen wordt dan nog beter tot uitdrukking gebracht. Ook de eindfase bevat een situatie die enigszins conform verwachting is, de uitvoering daarvan is dat echter niet. Het slotdeel van het boek is niet geheel bevredigend, voornamelijk omdat het recht niet zegeviert. Afgezien daarvan past dit eind wel in de lijn van de plot.

Ondanks dat Gone girl (Donker hart/Verloren vrouw) een goed geschreven en doordacht verhaal is, kan het niet op alle fronten overtuigen. Daarvoor is het net iets te tam, bevat het veel te weinig spanning en is het slot net wat te ver gezocht.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Gillian Flynn
Titel: Gone girl/Verloren vrouw/Donker hart

ISBN: 9789022572047
Pagina’s: 456

Eerste uitgave: 2012

Het meisje in de witte kimono – Ana Johns

Flaptekst
Japan, 1957. De 17-jarige Naoko Nakamura wijst de man die haar vader voor haar heeft uitgezocht af en volgt haar hart: ze wil enkel trouwen met de Amerikaanse soldaat van wie ze houdt. Als gevolg van die beslissing wordt ze verstoten door haar familie, omdat de schande van een huwelijk met een buitenlander te groot is. Maar als haar geliefde niet terugkeert van een missie en zij zwanger blijkt, kan ze nergens terecht. Haar vader is onverbiddelijk: ze mag enkel terugkomen naar huis als ze het halfbloed kind dat ze draagt opgeeft…

Amerika, nu. Tori Kovac zorgt voor haar vader in zijn laatste dagen als ze een brief vindt die haar leven op zijn kop zet, en die duizenden vragen oproept over haar vader, over hun familie en over wat ze dacht te weten. Ze gaat op zoek naar antwoorden, een zoektocht die naar Japan leidt…

Recensie
Voormalig wedstrijdvechter Ana Johns studeerde journalistiek en heeft meer dat twintig jaar in de kunstwereld gewerkt. Ze hield altijd al van schrijven en nadat ze de diagnose MS kreeg, ging ze hier echt mee aan de slag. Dit leidde ertoe dat ze in 2019 debuteerde met de autobiografisch getinte roman The woman in the white kimono (Het meisje in de witte kimono, 2020). Voor dit boek, dat eveneens gebaseerd is op historische gebeurtenissen, ontving ze meteen lovende kritieken en een aantal prijzen. Tevens werd het een wereldwijde nummer één bestseller.

In het Japan van 1957 is de nog maar zeventien jaar oude Naoko Nakamura vastberaden om – tegen  de wil van haar vader – met een soldaat van de Amerikaanse marine te trouwen. Ze zet haar zin door, waarna een breuk met haar familie ontstaat. In het Amerika van nu zorgt Tori Kovač voor haar ernstig zieke vader. Ze krijgt een brief van hem, opent deze pas na zijn overlijden, maar wat ze hierin leest, verandert haar hele leven. Er komen veel vragen bij haar op, want ze had gedacht alles van haar vader te weten. Om antwoorden te krijgen, ziet ze zich genoodzaakt om naar Japan af te reizen.

Het meisje in de witte kimono bestaat uit twee verhaallijnen die verteld worden vanuit de elkaar afwisselende perspectieven van Tori Kovač en Naoko Nakamura en tevens in een verschillende en qua opvattingen volstrekt andere periode. Beide subplots hebben een gemeenschappelijke factor, dat is al snel duidelijk, maar wijken daarnaast ook van elkaar af. In het heden – een exact jaartal is niet bekend – gaat Tori op zoek naar het Japanse verleden van haar vader en tientallen jaren eerder doet Naoko er alles aan haar familie te overtuigen van haar liefde voor een Amerikaanse militair. Omdat dit relatief gezien kort na de Tweede Wereldoorlog is, zijn dergelijke relaties erg gevoelig en in feite ongewenst. Dit brengt Johns niet alleen goed tot uiting in de reactie van Naoko’s vader, maar eveneens in de vele fragmenten waaruit op te maken valt hoe men destijds aankeek tegen kinderen die uit een Japans/Amerikaanse relatie geboren zijn.

De auteur geeft de Japanse sfeer sowieso goed weer en hierdoor krijgt de lezer een aardig beeld van een aantal gebruiken en gewoonten van het land, zoals bijvoorbeeld een huwelijksceremonie en het bijgeloof. Ook het gevoel dat meisjes en vrouwen gehad moeten hebben als ze een relatie aangingen met een buitenlander wordt prima overgebracht. Hieraan is te merken dat de auteur haar research grondig en juist heeft uitgevoerd. Omdat de roman gebaseerd is op historische gebeurtenissen en verhalen, geeft ze achter in de roman een uitleg over onder andere enkele personages en gebouwen. Dit is een nuttige en informatieve aanvulling en dus van toegevoegde waarde.

Vanaf het begin van het verhaal leeft de lezer met de twee hoofdpersonen mee. Hij kan zich helemaal voorstellen hoe beide vrouwen zich gevoeld moeten hebben. Mede hierdoor is de plot direct al pakkend. Dit is echter niet het enige waardoor de roman een nogal grote impact heeft, want Johns zorgt er namelijk ook voor dat je voortdurend nieuwsgierig bent naar wat er nog komen gaat en wat zich in 1957 allemaal precies heeft voorgedaan. Trieste en aangrijpende momenten worden afgewisseld met mooie, de plot heeft bij vlagen de nodige spanning en de emoties liefde en verdriet zijn als een rode draad met elkaar en de vele situaties verweven.

Hoewel beide verhaallijnen sterk zijn, ontroert die van Naoko de lezer het meest. Haar jonge leeftijd en de omstandigheden waarin ze terecht is gekomen hebben daar zeker invloed op. Over het geheel genomen is Het meisje in de witte kimono zonder meer een verrassend en onverwacht goed debuut. Het is daarom niet onterecht dat Johns hiervoor erg veel complimenten in ontvangst heeft mogen nemen.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Ana Johns
Titel: Het meisje in de witte kimono

ISBN: 9789026150104
Pagina’s: 368

Eerste uitgave: 2020

Ik kan er nét niet bij – Sander Verheijen

Flaptekst
Sander is de vader van Willem en Maurits. De een werd geboren met een zware hersenbeschadiging, de ander heeft autisme. In Ik kan er nét niet bijvertelt hij het aangrijpende verhaal van zijn eerste jaren als vader van deze bijzondere tweeling.

Hij schrijft openhartig over zijn persoonlijke ontdekkingstocht naar het vaderschap, over de tegenslagen die het gezin treffen, maar ook over de blijdschap als een van de jongens een mijlpaal bereikt, over hoe ze knokken en relativeren en bovenal hoop houden.

Recensie
Het is 16 november 2017, de verjaardag van Maurits en Willem, de vijf jaar eerder geboren tweeling van Sander Verheijen en zijn vrouw Jip. Leuk, zul en kun je misschien denken, en over het algemeen is dat ook zo. Maar in deze keer is het allemaal nét even iets anders, want bij Willem wordt cerebrale parese (een niet-aangeboren hersenbeschadiging die voor of tijdens de geboorte is ontstaan) geconstateerd en later blijkt ook nog eens dat zijn broertje Maurits autisme heeft. Deze novemberdag is tevens de dag dat Ik kan er nét niet bij, het schrijversdebuut van Verheijen, is verschenen. In dit boek vertelt hij over de eerste levensjaren van zijn zoons. Vooral om hen, wanneer ze het zelf kunnen lezen, te laten weten dat hun ouders met dit verhaal de intentie hadden veel andere mensen te kunnen helpen.

In de autobiografie begint de auteur zijn verhaal in de zomer van 2007, het jaar én het moment dat hij Jip ontmoet. De vraag die zij hem tijdens hun eerste date stelt ‘Wil jij eigenlijk kinderen?’ is belangrijk voor het vervolg van een relatie die nog niet eens begonnen is. Lang hoefde Verheijen, toen drieëndertig jaar, daar niet over na te denken. Ze trouwden, namen een hond (Gant) en bereidden zich voor op de volgende stap: het krijgen van kinderen. Dit ging niet zonder slag of stoot, en bijzonder eerlijk en openhartig vertelt Sander waarom het op natuurlijke wijze zwanger worden van Jip niet wilde lukken en ze noodgedwongen overgingen op een andere methode, met als uiteindelijk resultaat dat eind 2017 de tweeling werd geboren.

De kersverse ouders kunnen hun geluk niet op, maar al vrij snel beginnen de zorgen. De angst, de onzekerheid en de vertwijfeling die dit met zich meebrengt worden door de wijze van vertellen erg goed tot uiting gebracht. Het gevoel dat Sander en Jip moeten hebben, voel je bij wijze van spreken zelf ook. Toch is het relaas niet alleen kommer en kwel, want de auteur belicht ook de mooie kanten van hebben van kinderen. Dat doet hij met zoveel liefde dat je – dit begint al in de proloog – niets anders kan dan concluderen dat hij ontzettend veel van zijn tweelingjongens houdt. Dit bevestigt hij aan het eind van het boek, wanneer hij zich expliciet tot Maurits en Willem richt, vanuit de grond van zijn hart.

Hoewel de problemen en zorgen groot zijn – het LUMC wordt bijvoorbeeld regelmatig bezocht – is Ik kan er nét niet bij absoluut geen zwaar of zwaarmoedig boek geworden. In een overwegend luchtige en vlotte schrijfstijl vertelt de auteur de vele stappen die hij en zijn vrouw ondernomen hebben om de jongens op een goede en passende manier te laten functioneren, zodat het voor hen alle vier zo gemakkelijk mogelijk is. Dat Sander hierbij weleens twijfels heeft en zich dingen af gaat vragen, is niet meer dan begrijpelijk en menselijk. Hij stelt zich regelmatig kwetsbaar op en komt er volmondig voor uit dat Jip de sterkste van hen beiden is, zij is de motor die het gezin draaiende houdt. Je kunt uit alles wat verteld wordt opmaken dat beide ouders elkaar perfect aanvullen en wel degelijk steun aan elkaar hebben.

Natuurlijk kan het niet anders dan dat het boek ook verschillende emotionele en ontroerende momenten heeft. Ook hier maakt Verheijen geen geheim van en komt hij er onomwonden voor uit dat hij regelmatig een traantje heeft moeten wegpinken. Aan de andere kant is er vanzelfsprekend ook vrolijkheid en plezier, zoals een gezellige en leuke dag aan het strand. De korte en soms erg korte hoofdstukken zorgen voor veel vaart en een humoristische ondertoon wordt afgewisseld met een meer serieuze. Dit alles zorgt ervoor dat Ik kan er nét niet bij een indringend beeld geeft over de eerste paar jaar uit het leven van twee zorgenkinderen en hun ouders, maar waar daarnaast vooral veel kracht, hoop en liefde van uitstraalt.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Sander Verheijen
Titel: Ik kan er nét niet bij

ISBN: 9789402753868
Pagina’s: 288

Eerste uitgave: 2017

Augustus – John Williams

Flaptekst
In zijn derde grote roman, winnaar van de National Book Award, vertelt John Williams het verhaal van de stichter van het Romeinse rijk, wiens grootsheid even legendarisch was als zijn grenzeloze ambitie: Augustus. Vanaf de moord op zijn oom Julius Caesar tot aan de laatste dagen van het keizerrijk volgen we Augustus op zijn tocht over het glibberige pad van de macht: niemand is te vertrouwen, de senaat wordt beheerst door eigenbelang en allianties zijn even snel gevormd als gebroken.

Augustus is een meerstemmige roman: via de gefingeerde brieven, dagboekaantekeningen, memoires en reisverslagen van historische figuren als Marcus Antonius, de dichter Cicero en Augustus’ dochter Julia, maar ook van een eenvoudige soldaat in de legers van de keizer, verrijst het levensechte beeld van een man die ervan droomt het corrupte Rome te bevrijden van het wispelturige juk van megalomane warhoofden en roofzuchtige rijken. Net als in Stoner en Butcher’s Crossing onderzoekt Williams in Augustus waarden als de verantwoordelijkheid van het individu, vriendschap en de zucht naar macht, en weet hij de dilemma’s in een mensenleven als geen ander invoelbaar te maken.

Recensie
Boerenzoon John Williams schreef tijdens zijn leven (hij overleed in 1994 aan de gevolgen van longproblemen) diverse studieboeken, twee gedichtenbundels en vier romans. De eerste daarvan was Nothing but the night, dat in 1948 werd uitgebracht. Nadat in 2006 de roman Stoner in de Verenigde Staten werd heruitgebracht, raakte hij bekend bij het grote publiek. Het al in 1972 gepubliceerde Augustus verscheen vervolgens pas in 2014 in een Nederlandse vertaling, ondanks dat dit boek in 1973 werd bekroond met de National Book Award.

Na de moord op Julius Caesar wordt zijn neef Octavius, beter bekend als Augustus, de nieuwe heerser van het Romeinse Rijk. Op nog maar negentienjarige leeftijd erft hij van zijn oom, die hij als zijn vader beschouwt, de macht over Rome en met steun van zijn drie vrienden wordt hij de heerser van het Romeinse imperium. Tijdens zijn bewind krijgt hij te maken met tegenslagen, oorlogen, vriendschap en verraad. Uiteindelijk, als hij een oude man is, overdenkt hij zijn leven en vraagt zich daarbij af of alles wat hij gedaan heeft wel de moeite waard is geweest.

Een moeilijke roman. Dat is de belangrijkste conclusie die na het lezen ervan getrokken kan worden. In de eerste plaats komt dit door de gekozen opzet, die is namelijk tamelijk afwijkend, want het boek bestaat uit brieven, dagboekfragmenten, memoires, etc. etc. Daarnaast zorgen de vele namen – ze hebben allen werkelijk geleefd – en de overvloedig wisselende jaren waarin de documenten zijn opgetekend er in grote mate voor dat de structuur er niet duidelijker op wordt. Vooral in het eerste van de drie delen is het voor de lezer niet gemakkelijk de bedoeling van het verhaal te doorgronden. Geleidelijk aan treedt wel een lichte verbetering op en lijkt er iets meer lijn in het geheel te komen, maar desondanks blijft het van begin tot eind hoe dan ook een ingewikkelde leeservaring.

De manier van vertellen is niet inlevend en is, op enkele dagboekfragmenten en memoires na, nogal klinisch. Hierdoor heeft de lezer het gevoel een verslag te lezen waarin allerlei geschiedkundige feiten worden opgesomd. Het gevolg is een hoofdzakelijk droog en bij vlagen ronduit saai relaas van feiten, alleen zijn die in dit geval grotendeels verzonnen en sowieso verpakt in een fictief jasje, want de inhoud van alle correspondentie is zo goed als volledig ontstaan uit de fantasie van de auteur. Opvallend is dat de briefwisselingen eenzijdig zijn, dus een reactie daarop mag de lezer zelf invullen. Dit is over het algemeen niet zo’n probleem, want er wordt vaak voldoende verteld, zodat hij wel wat inzicht krijgt in de gebeurtenissen, die voornamelijk met Octavius/Augustus te maken hebben. Pas in het laatste en kortste deel van de roman kom je een en ander te weten vanuit zijn perspectief. Aan de ene kant is dit verhelderend, aan de andere kant ook weer niet. In ieder geval wordt helder hoe de keizer er op zijn oude dag over denkt.

Voordat Williams met het schrijven van dit boek begon, heeft hij uitgebreid research verricht. Dit is goed te merken, want ondanks de door de auteur genomen artistieke vrijheid, hebben diverse gebeurtenissen wel degelijk plaatsgevonden. In een verzorgde, maar niet al te vlotte schrijfstijl, loodst hij je beurtelings door een korte periode van de historie van het Romeinse Rijk. De manier waarop dit gebeurt, is echter niet bijster aansprekend en hoe interessant het doen en laten van de persoon Augustus geweest kan zijn, de roman Augustus is dat pertinent niet. Dit veel geprezen en gelauwerd boek zal daarom niet lang blijven hangen. 

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: John Williams
Titel: Augustus

ISBN: 9789048820603
Pagina’s: 430

Eerste uitgave: 2014

Dijk – H.M. van den Brink

Flaptekst
Op een koude ochtend in 1961 beginnen twee jongens hun werkzame leven in een kantoor aan een slordige gracht in Amsterdam. Meer dan veertig jaar later moet een van beiden afscheid nemen. Terwijl alles om hem heen veranderd is, lijkt Karl Dijk al die tijd dezelfde te zijn gebleven. Maar juist dat maakt hem voor zijn collega zo raadselachtig. Wat verklaart bijvoorbeeld dat Dijk op zijn eigen afscheidsreceptie niet verschijnt? Is meegaandheid tegenover je superieuren en je collega’s beter dan het vasthouden aan principes? En wat blijft er van een leven lang toegewijde arbeid uiteindelijk over?

Recensie
Voordat in 1993 De vooruitgang, het romandebuut van journalist H.M. (Hans Maarten) van den Brink, werd uitgebracht, was hij al auteur van een aantal non-fictieboeken. Hij brak echter door met Over het water (1998), waarvoor hij diverse literaire prijzen won. Hierna heeft hij, wegens gebrek aan tijd, lange tijd niet veel kunnen schrijven, maar uiteindelijk verscheen in 2016 de roman Dijk, dat letterlijk en figuurlijk over de (on)betrouwbaarheid van het geheugen gaat. Zowel dit boek als een aantal andere is in verschillende talen vertaald.

Op de eerste werkdag van januari 1961 beginnen twee jongemannen aan hun allereerste kantoorbaan bij de Rijksdienst voor het IJkwezen in Amsterdam. Ze blijven hier hun hele leven werken en na ruim veertig jaar moet Karl Dijk, een van de twee, het inmiddels geprivatiseerde bedrijf verlaten. Hij is ook degene die zich, ondanks de vele veranderingen, niet aan de vernieuwde omstandigheden heeft aangepast. Hierdoor is hij een enigszins markante en zich aan principes vasthoudende figuur geworden. Dit uit zich bijvoorbeeld doordat hij niet op zijn eigen afscheidsreceptie aanwezig is.

Het verhaal begint met de beschrijving van een repeterende droom van de onbekend blijvende verteller. De lezer wordt hierdoor enigszins nieuwsgierig gemaakt, want wie is deze Dijk, waarover gedroomd wordt. In het vervolg van de plot kom je een stuk meer over deze mysterieus blijvende man te weten, maar je kunt je – achteraf – afvragen of dit voldoende is om hem een gezicht te geven. Hij speelt op de achtergrond en naar blijkt in het leven van de verteller een belangrijke rol, maar die is en blijft nogal onderbelicht, terwijl juist die rol een erg interessante en waardevolle toevoeging op de roman had kunnen zijn. De geheimzinnigheid zorgt er echter wel weer voor dat er in een groot deel van het boek een licht spanningsveld wordt gecreëerd. Je blijft benieuwd wie de persoon Dijk is en of er niet toch nog een tipje van de sluier over hem wordt opgelicht.

Ondanks je verwacht dat Dijk de rode draad van het verhaal is, draait het voornamelijk om het ijkwezen. De auteur geeft de lezer een globale indruk van de werkzaamheden die door hen worden verricht, maar de belevenissen en ervaringen van de verteller krijgen tevens ruim aandacht. Dit levert deels interessante anekdotes op, maar eveneens veel theoretische informatie over de metrologie. Hierdoor is dit een roman met twee gezichten. Aan de ene kant is het een boeiende weergave van wat een medewerker van de dienst meemaakt, maar aan de andere kant ook een wat saai en technisch relaas over verschillende meetinstrumenten. Toch brengt Van den Brink dit alles zodanig dat je aandachtig door blijft lezen en het boek eigenlijk niet verveelt.

De schrijfwijze van de auteur is bijzonder beeldend, het is daarom absoluut niet moeilijk om je de diverse scènes levendig voor je te zien. Veel beschrijvingen van situaties zijn daarnaast realistisch, alle perikelen rond het afscheid van Dijk zijn niet ondenkbeeldig en kunnen en zullen in werkelijk vast en zeker voorkomen. Daarnaast wordt de sfeer van het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw prima weergegeven, waarbij de auteur handig gebruikmaakt van enkele waargebeurde feiten. De troosteloosheid van sommige gebieden, de armoede van sommige mensen en de vijandigheid ten opzichte van de controleurs komen goed over. Aan het eind van de plot mag de lezer zijn verbeelding de vrije loop laten, want de receptie ter gelegenheid van het gedwongen afscheid van daarbij niet aanwezige Dijk heeft een afsluiting die niet wordt beschreven, maar waaruit wel blijkt wat er staat te gebeuren.

Als tenslotte alle plussen en minnen tegen elkaar afgewogen worden, is Dijk een aardige roman die niet voortdurend weet te boeien, maar evenmin vervelend is om te lezen.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: H.M. van den Brink
Titel: Dijk

ISBN: 9789025446413
Pagina’s: 160

Eerste uitgave: 2016