Auteursarchief: leeskees

De stille kamer – Nadine Matheson

Flaptekst
Inspecteur Anjelica Henley onderzoekt samen met haar team de moord op een populaire pastor in zijn kerk. Bij toeval ontdekt ze een tweede slachtoffer, vastgebonden aan een bed in een donkere kamer. Het slachtoffer is nog nauwelijks in leven en zijn lichaam vertoont tekenen van een zware marteling. Terwijl de media Anjelica vanwege haar reputatie in een eerdere zaak nauwlettend in de gaten houden, moet ze deze ingewikkelde zaak zien op te lossen. Als er weer een vastgebonden lichaam opduikt, is het Anjelica duidelijk dat er een seriemoordenaar actief is. Wanneer het aantal doden snel oploopt, moeten Anjelica en haar team alles op alles zetten om meer slachto$ers te voorkomen.

Recensie
Als onderdeel van de masteropleiding creatief schrijven schreef Nadine Matheson De puzzelman (2021), inmiddels uitgegroeid tot een bestseller en vertaald in vijftien talen. Om deze opleiding te kunnen volgen, stuurde ze een verhaal in over een vermoorde dominee en na het afronden van haar thrillerdebuut wist ze dat ze inspecteur Henley en haar team de moord op deze voorganger wilde laten onderzoeken. Dit gebeurt in het in 2023 verschenen De stille kamer, het tweede deel van de serie rond Anjelica Henley van de Serial Crime Unit.


In het kantoor van de Kerk van Annan de Profeet vindt de schoonmaakster het lichaam van pastor Caleb Annan. Tijdens het onderzoek naar deze moord ontdekt inspecteur Henley in een afgeschermde kamer een tweede slachtoffer. Deze zwaar toegetakelde man ligt vastgebonden aan een bed en is amper in leven. Henley en haar collega’s doen er alles aan deze zaak op te lossen en om nog meer moorden te voorkomen. Ze maken echter niet zo heel veel vorderingen, terwijl hun werkzaamheden ook nog eens in de gaten worden gehouden door een lokale politicus.

Inspecteur Anjelica Henley en haar collega, rechercheur Salim Ramouter, hebben hun vorige zaak nog niet mentaal verwerkt – beiden bezoeken niet voor niets een therapeut – of een nieuwe, die wederom het uiterste van hen vergt, dient zich alweer aan. De complexiteit daarvan zorgt ervoor dat de lezer de gebeurtenissen van begin tot eind met veel belangstelling en een gezonde dosis nieuwsgierigheid blijft volgen. Dit begin al in de korte proloog, die niets aan de verbeelding overlaat, maar waarvan je wel kunt raden wat er op dat moment aan de hand is. Ook zijn er meer dan voldoende ontwikkelingen waardoor de lezer zo goed als nooit weet waar hij aan toe is. Als hij denkt te weten hoe de vork precies in de steel zit, zorgt de auteur voor een wending en kun je, net als de recherche, weer aan een nieuwe theorie beginnen. Om er vervolgens in de ontknoping achter te komen dat alles toch anders is dan tijdens het lezen een paar keer leek.

Net als in De puzzelman, het voorgaande deel van de tot nu toe tweedelige serie, is de belangrijkste rol weggelegd voor inspecteur Henley, maar deze keer heeft haar rechterhand, rechercheur Ramauter, ook een wat groter aandeel in het verhaal gekregen. De ondersteunende personages – de rechercheurs Eastwood en Stanford, en in mindere mate ook hoofdinspecteur Pellacia – zijn overigens net zo belangrijk voor de SCU en met z’n vijven vormen ze een overwegend hecht en solide team. Omdat vooral Henley en Ramauter nog niet lang geleden het een en ander hebben meegemaakt, is het goed om de boeken op chronologische volgorde te lezen. Het is dan niet alleen beter te begrijpen waarom beide rechercheurs therapeutische hulp nodig hebben, maar tevens geeft dit meer inzicht in hun persoonlijke omstandigheden.

De auteur heeft een aantal aansprekende en actuele thema’s als rassendiscriminatie, extreme geloofsbeleving en psychische problematiek in de plot verwerkt en dat pakt bijzonder goed uit. Het verhaal gaat hierdoor leven, waardoor het bijzonder geloofwaardig overkomt. Dit alles gaat absoluut niet ten koste van de spanning, die voornamelijk onderliggend, maar sowieso continu aanwezig is. Korte hoofdstukken en een toegankelijke en eigentijdse schrijfstijl zorgen voor een behoorlijk tempo, waarbij de beeldende beschrijvingen de lezer naar een niet te voorziene en een voor hem bevredigende ontknoping leiden. Het team van de Serial Crime Unit heeft zijn waarde en bestaansrecht in het door Iris Bol en Marcel Rouwé vertaalde De stille kamer opnieuw bewezen en in het aan het eind van 2023 te verschijnen vervolg mag het zich andermaal van hun beste kant laten zien.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Nadine Matheson
Titel: De stille kamer

ISBN: 9789402711455
Pagina’s: 398

Eerste uitgave: 2023

De schaduwman – Helen Fields

Flaptekst
Elspeth en Meggy zitten opgesloten in een flat. Ze weten niet waar ze zijn en ze weten niet waarom ze daar worden vastgehouden. Het enige wat ze weten is dat een man ze heeft ontvoerd, en hij laat ze niet gaan. Ze zinnen op ontsnapping uit deze nachtmerrie, voordat de schaduwman meer slachtoffers maakt. Maar ze moeten voorzichtig zijn, want de seriemoordenaar houdt alles in de gaten…

Recensie
Helen Fields, in het dagelijks leven werkzaam als scenarioschrijver en producer, werd wereldwijd bekend met de inmiddels in zestien talen vertaalde Perfecte-serie, waarin de rechercheurs Ava Turner en Luc Callanach de hoofdrol hebben. Ze wilde echter ook een aantal nieuwe personages creëren, maar haar interesse in profilering en forensische psychologie speelde eveneens een belangrijke rol, begon ze aan een boek met Connie Woolwine, een Amerikaanse forensische psychologe, en Brodie Baarda, een gereserveerde politieman. De titel van deze eind mei verschenen thriller is De schaduwman en wordt min of meer beschouwd als een spin-off van de reeks met Turner en Callanach.

De politie van Edinburgh heeft de hulp ingeroepen van de Amerikaanse forensisch psychologe Connie Woolwine en de Londense inspecteur Brodie Baarda. Beiden mogen hun specialisme inzetten om de ontvoering van een jonge vrouw, een twaalfjarig meisje en een gehandicapte man tot een goed eind te brengen. Ze weten niet meer dan dat een extreem magere man hen meegenomen heeft. De drie ontvoerden zitten opgesloten in één ruimte en na een poosje maken een plan om te ontsnappen. Eenvoudig is dit evenwel niet, vooral omdat lijkt of de dader hen continu in de gaten houdt.

Het verhaal heeft een relatief lange tijd nodig om goed op gang te komen. De beginfase, de korte proloog inbegrepen, heeft een paar spannende momenten, maar het draait dan voornamelijk om de introductie personages, de ontvoering van Elspeth en Meggy en het daaruit voortvloeiende politieonderzoek. Hierbij springen met name Woolwine en Fergus (de ontvoerder) in het oog. Beiden zijn om uiteenlopende redenen opvallend anders dat het gemiddelde karakter in een thriller, en daardoor zonder enige vorm van twijfel intrigerend en bijzonder. In aanzienlijk mindere mate geldt dit voor Baarda, die als een enigszins grijze muis wordt neergezet, maar niettemin wel degelijk zijn mannetje staat en onmisbaar is in het geheel. Aardig is dat twee personen uit de Perfecte-serie ook in dit boek hun opwachting mogen maken.

Als de plot zich in een vergevorderd stadium bevindt, gaat Fields écht los. Allerlei ontwikkelingen volgen zich in hoog tempo op, de omstandigheden worden dreigender – zowel voor de drie die ontvoerd zijn als voor de ontvoerder zelf – en de lezer weet niet meer wat hij van het verloop van het verhaal moet of kan verwachten. De gebeurtenissen stapelen zich op en het gedrag van Fergus wordt gaandeweg steeds grilliger en onvoorspelbaarder. De auteur – ze staat hier toch enigszins om bekend – schuwt er ook in dit boek niet voor om de lezer te trakteren op de meest gruwelijke en bizarre details. Uiteindelijk leidt dit alles naar een heftige en intense ontknoping die zijn weerga niet kent. Onverwachte situaties, gedragingen en handelingen zorgen ervoor dat wat zich dan allemaal voordoet in je huid kruipt.

De schrijfstijl van Fields is zoals je van haar kunt verwachten: toegankelijk, beeldend en inlevend. In de hele plot, maar zeker aan het eind van de meeste hoofdstukken, weet ze de nieuwsgierigheid van de lezer op te wekken. Desondanks bevat het verhaal ook een paar minimale clichés, want een politieleiding die het liefst wil dat een zaak gisteren al is opgelost, komt namelijk in de meeste politiethrillers voor. Daarentegen is het buitengewoon origineel om Fergus te laten kampen met het zeldzame en overwegend onbekende syndroom van Cotard. Zijn gedrag en daden worden hier toch voor een groot deel door bepaald.

Het uitstapje van Fields om een standalone te schrijven heeft erg goed uitgepakt, want ondanks de vrij lange en stroeve start, is De schaduwman boeiend van begin tot eind. In de laatste paar regels van dit boek lijkt de auteur zelfs nog te speculeren op een terugkeer van Woolwine en Baarda en dat kan alleen maar worden toegejuicht, want het is een koppel dat veel potentie heeft.

Met dank aan uitgeverij Ambo Anthos voor het beschikbaar stellen van een vooruitleesexemplaar.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Helen Fields
Titel: De schaduwman

ISBN: 9789026362699
Pagina’s: 416

Eerste uitgave: 2023

Win Win – Jan Van der Cruysse

Flaptekst
Laura staat op het punt af te studeren als ingenieur wanneer ze een envelop ontvangt, afzender onbekend. Inhoud: een ansichtkaart en een ticket voor een vlucht in businessclass naar San Francisco. Van Nigeria tot China wacht haar een verhaal van verdronken bootvluchtelingen, grootschalige zwendel met COVID-vaccins, moord en inbraak op bestelling en dealers in een traagwerkend gif. Haar gastheer is specialist in cryptofoons en cryptomunten. 

Recensie
Door een tijdelijke werkloosheid is Jan Van der Cruysse pas op vijfenvijftigjarige leeftijd gaan schrijven en is daardoor in feite een laatbloeier. In 2016 debuteerde hij met Diamantroof in Delhi, het eerste deel van de Bling Bling-trilogie. Mede dankzij een aantal prijzen en nominaties is het drieluik een van de succesvolste van de laatste paar jaar. Vijf jaar later, in november 2021, verscheen zijn alweer zesde thriller Win Win. Naast auteur is hij in het dagelijkse leven ook werkzaam als  communicatiespecialist.

Laura van Opstal is zo goed als afgestudeerd als ze een envelop van een onbekende afzender ontvangt waarin zich een ansichtkaart met een cryptische boodschap en een vliegticket naar San Francisco bevinden. Door nieuwsgierigheid gedreven besluit ze op het aanbod om naar de VS te vertrekken in te gaan. Pas in het vliegtuig krijgt ze het adres waar ze moet zijn: een dure villa aan de kust. Als ze daar arriveert, wordt ze geconfronteerd met omstandigheden waar ze part noch deel aan heeft, maar die haar leven wel in gevaar brengen.

Het verhaal zit, door een dertiental delen en een epiloog én een bijzonder groot aantal personages (achter in het boek is niet voor niets een personenlijst opgenomen), nogal complex in elkaar. De diverse flashbacks en -forwards maken het er niet altijd eenvoudiger op, want de lezer zal het grootste deel van de plot bij de les moeten blijven om de meeste hoofdstukken en situaties in het juiste perspectief te kunnen plaatsen – het is immers zo goed als ondoenlijk om alle data te onthouden. De complexiteit komt eveneens doordat er een behoorlijk wat verhaallijnen zijn die zich ook nog eens op verschillende locaties afspelen. De lezer vraagt zich aanvankelijk af wat ze allemaal met het grote geheel te maken hebben, totdat duidelijk wordt dat er één gemeenschappelijke deler is, hoewel deze relatief weinig in het verhaal betrokken wordt, maar desondanks wel belangrijk is.

De eerste hoofdstukken zijn nog vrij rustig, maar wel enigszins geheimzinnig. Dat komt door de envelop met de mysterieuze boodschap die Laura van Opstal op een dag ontvangt. Het verhaal verandert al gauw van strekking, want het wordt zonder meer interessanter als Van Opstal vlak voor haar aankomst in de Verenigde Staten een nieuwe envelop overhandigd krijgt. Vanaf dat moment gaat de plot boeien en wordt het tempo enigszins opgevoerd. De gebeurtenissen volgen elkaar vanaf dan snel op en de lezer hoeft zich geen moment te vervelen. Rustigere momenten, die hoe dan ook noodzakelijk zijn, worden afgewisseld met scènes waarin veel actie voorkomt en waarbij zo nu en dan een dosis geweld te pas komt. In ieder geval ben je verzekerd van een flinke hoeveelheid spanning.

De schrijfstijl van Van der Cruysse is beeldend, toegankelijk en vlot. De lezer kan zich niet alleen een voorstelling maken van de omstandigheden waarin de vele personages zich bevinden, maar ook van de omgeving die de setting van de scènes vormen. Toch is het moeilijk om je in de karakters te kunnen verplaatsen en inleven. Er zijn er gewoon te veel en daardoor kun je onmogelijk een band met hen opbouwen. Daarnaast spreekt het merendeel van hen niet aan vanwege hun dubieuze praktijken of hun gewelddadige inborst. Verder heeft die veelheid aan personen tot gevolg dat ze vrij oppervlakkig zijn en blijven, maar evenmin een ontwikkeling doormaken.

Ondanks de paar mindere punten van het boek is Win Win een intrigerende, maar overwegend ongeloofwaardige thriller die de lezer van begin tot eind bezighoudt. Bij het schrijven van dit boek heeft de auteur enkele destijds actuelere onderwerpen (ze zijn dat eigenlijk nog steeds) in het verhaal verwerkt. Hierdoor spreekt het meer aan dan normaliter het geval zou zijn, sommige onvoorstelbare situaties die in het dagelijkse leven gelukkig niet voorkomen, zijn in dit geval de spreekwoordelijke kers op de taart.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Jan Van der Cruysse
Titel: Win Win

ISBN: 9789022338230
Pagina’s: 422
Eerste uitgave: 2021

Mungo – Douglas Stuart

Flaptekst
De protestantse Mungo en de katholieke James leven in de hypermannelijke en gevaarlijke buitenwijken van Glasgow. Van gezworen vijanden worden ze beste vrienden wanneer ze beiden een toevluchtsoord vinden in de duiventil die James voor zijn prijswinnende duiven heeft gebouwd.

De vriendschap verandert langzaam in liefde, maar Mungo moet er alles aan doen zijn ware zelf en zijn ware liefde geheim te houden – met name voor zijn oudere broer Hamish, een meedogenloze bendeleider. Dan stuurt Mungo’s moeder hem met twee onbekenden op een kampeertrip die zijn leven voorgoed verandert. Vindt hij de moed en de kracht terug te keren en is er een toekomst voor Mungo met James?

Recensie
De in 2020 verschenen debuutroman Shuggie Bain was voor Douglas Stuart meteen een wereldwijd succes. Hij won er onder andere de prestigieuze Booker Prize mee en van het boek zijn inmiddels meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Twee jaar later verscheen de opvolger Mungo, dat zich afspeelt in het armoedige Glasgow aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, voor een aantal prijzen is genomineerd en opnieuw elementen bevat die de auteur zelf heeft meegemaakt.

De vijftienjarige jongens Mungo en James wonen dicht bij elkaar in een van de armoedigste en gevaarlijkste buitenwijken van Glasgow. Ondanks hun achtergrond – Mungo is protestants en James katholiek – worden ze vrienden, maar na verloop van tijd gaat dit verder dan vriendschap alleen. Beiden moeten de liefde voor elkaar geheim houden. Op een dag wordt Mungo door zijn moeder met twee onbekende mannen meegestuurd voor een vis- en kampeerweekend, maar tijdens hun verblijf in het noorden van Schotland gebeurt er iets dat van grote invloed op zijn leven is.

Hoewel Mungo een heel ander verhaal is en daardoor ook een andere strekking heeft, zijn er desondanks veel overeenkomsten met Stuarts voorganger Shuggie Bain. De meest in het oog springende zijn de zo treffend beschreven armoede in een van de grootste achterstandswijken van Glasgow, de troosteloosheid die hier een gevolg van is, de ontwrichte gezinnen, overvloedig alcoholgebruik of misschien wel -misbruik, de onderlinge verstandhouding tussen een jongen en zijn moeder en ten slotte de liefde voor iemand van hetzelfde geslacht. Hieruit valt overduidelijk op te maken dat de auteur tijdens het schrijven van beide boeken zijn eigen ervaringen voor een belangrijk en aanzienlijk deel heeft laten meewegen. Een pré daarvan is dat de roman hierdoor authentiek is en eveneens realistisch overkomt.

De rauwheid van een groot deel van het verhaal is aan het begin van het eerste hoofdstuk al merkbaar, met name wanneer Mungo samen met de twee onbekende mannen op pad gaat voor hun weekend weg. Tegelijkertijd weet de lezer ook dat zich tijdens die paar dagen iets gaat voordoen en heeft hij een erg sterk vermoeden wat dit zal zijn. Wordt het hierdoor dan voorspelbaar? Absoluut niet. Er zijn immers ruim voldoende wendingen en gebeurtenissen die onverwacht zijn en/of een andere draai aan de plot geven, ook tijdens die paar dagen in het noorden van Schotland. Dit zorgt niet alleen voor afwisseling, maar tevens voor een aantal situaties waarbij het enigszins spannend wordt. Ondanks de barre omstandigheden zijn er echter ook diverse tedere en liefdevolle momenten, voornamelijk wanneer Mungo en James hun tijd in elkaars gezelschap doorbrengen.

Omdat de plot praktisch volledig wordt verteld vanuit het perspectief van Mungo leert de lezer hem behoorlijk goed kennen. Door wat hem allemaal overkomt, zie je hem veranderen en merk je waar hij mee worstelt. Het kan bijna niet anders dan dat je een zwak voor hem krijgt. De overige personages worden overigens ook sterk neergezet, ongeacht of ze wel of niet sympathiek zijn. In een beeldende en soms met mooie metaforen voorziene schrijfstijl loodst de auteur de lezer door een vrij korte periode in het leven van de vijftienjarige jongen. Maanden waarin hem erg veel overkomt, maar waarin hij tevens veel ontdekt. Dit alles wordt door Stuart zowel indringend als liefdevol verwoord en dat maakt dat Mungo een waardig opvolger van zijn debuut is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Douglas Stuart
Titel: Mungo

ISBN: 9789046829417
Pagina’s: 400

Eerste uitgave: 2022

De Ripper connectie – Gerrit Barendrecht

Flaptekst
December 1889. Een prostituee wordt gevonden, hevig toegetakeld op een manier die
onmiskenbaar het gruwelijke werk is van Jack the Ripper. Alleen ligt het slachtoffer niet in de straten van Londen, maar in een steeg in Amsterdam. Heeft de schrik van Whitechapel zijn werkterrein verlegd naar onze hoofdstad? Alles wijst die kant op wanneer het bloed blijft vloeien. Dan wordt duidelijk dat de moordenaar zich op één persoon in het bijzonder richt…
Nog nooit was de inzet zo hoog en zo persoonlijk voor journalist Ida de Morsain en inspecteur Julius Katz. En hun tegenstander was nog nooit zo ongrijpbaar, zo wreed en zo berucht.

Recensie
Gerrit Barendrecht was rond de twintig toen hij een grote interesse kreeg in het schrijven van thrillers. Over de verhalen die hij destijds schreef, was hij ontevreden, tot hij dacht om gewoon maar aan een spannend boek te beginnen. Dat werd zijn in 2018 verschenen debuutthriller De Parijse connectie. Vier jaar later werd De Ripper connectie, het derde deel uit de serie met Julius Katz en Ida de Morsain, uitgebracht. Voor dit boek heeft hij uitgebreid onderzoek gedaan naar de geestelijke gezondheidszorg aan het eind van de negentiende eeuw.

Het is december 1889 wanneer het zwaar verminkte en levenloze lichaam van een prostituee wordt gevonden. Alles wijst erop dat de befaamde Londense seriemoordenaar Jack de Ripper weer heeft toegeslagen. De moord is echter in Amsterdam gepleegd, dus de vraag is of hij naar de Nederlandse hoofdstad is uitgeweken. Hoewel de voltallige politiemacht, onder leiding van inspecteur Julius Katz, jacht op hem maakt, lijkt hij ongrijpbaar. Op een gegeven moment wordt echter wel duidelijk dat de moordenaar zijn vizier op één specifiek iemand heeft gericht. Dit betekent dat het voor Katz allemaal wel heel erg dichtbij komt.

In dit derde deel van de Katz/De Morsain-serie ontwikkelen beide personages zich opnieuw een klein beetje meer. Om hun doen en laten van meet af aan te kunnen volgen, is het raadzaam bij het eerste boek uit de reeks (De Parijse connectie) te beginnen. Het voordeel daarvan is dat je hun groei meemaakt zonder daar iets van te missen. Dit is dan ook de enige reden om de reeks op volgorde te lezen, want de verhalen kunnen uitstekend afzonderlijk van de andere gevolgd worden. Deze keer krijgt het tweetal te maken met een moordenaar die nogal wat afschuw opwekt. Niet alleen door zijn daden, maar eveneens wegens zijn uiterlijk. Barendrecht beschrijft ook hem minutieus, waardoor de lezer hem behoorlijk goed leert kennen.

De auteur is er opnieuw in geslaagd de sfeer van Amsterdam aan het eind van de negentiende eeuw weer te geven. De armoede, de vuiligheid, de slechte bewoningen, et cetera, et cetera. Hierdoor, maar ook omdat in het verhaal verschillende waargebeurde historische feiten zijn verwerkt, is wat er allemaal gebeurt bijzonder realistisch. Dat de nog immer tot de verbeelding sprekende seriemoordenaar Jack de Ripper hier deel van uitmaakt, draagt daar uiteraard eveneens aan bij.  Barendrecht heeft zijn research zonder meer op orde, want aan de vooruitgang waar de stad mee te maken heeft, wordt bij tijd en wijle tevens aandacht besteed. De details van de toenmalige geestelijke gezondheidszorg worden nauwkeurig beschreven en zijn waarheidsgetrouw.

Aanvankelijk bevindt de plot zich nog in een overwegend rustig vaarwater, maar als het er nogal heet aan toegaat en de ontwikkelingen zienderogen toenemen, neemt de snelheid navenant toe. Tot dit in de eindfase van het verhaal zijn hoogtepunt bereikt. De gebeurtenissen volgen zich rap tempo op en voor een aantal personages wordt hun situatie nogal hachelijk. Hierdoor komt de spanning, die in de plot sowieso al latent aanwezig is, nog beter tot zijn recht. In een vlotte en uitermate toegankelijke schrijfstijl weet de auteur de lezer van begin tot eind te boeien. De afwisselende vertelperspectieven zorgen voor voldoende variatie en, in samenhang met alle voorvallen, een interessant en bij vlagen intrigerend verhaal.

Katz en De Morsain zijn personages die nog niet zijn uitgegroeid. Ze vormen met z’n tweeën een sterk koppel en het moet wel heel raar lopen wil de lezer niet nog meer van hen horen. Al met al heeft Barendrecht met De Ripper connectie andermaal bewezen dat hij indertijd een goede keuze heeft gemaakt om spannende boeken te gaan schrijven.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Gerrit Barendrecht
Titel: De Ripper connectie

ISBN: 978902103081
Pagina’s: 352

Eerste uitgave: 2022

Niet de race maar de reis – Jolanda Linschooten

Flaptekst
Hoe is het om in je eentje dwars door Engeland, Wales en Schotland te rennen? Ultraloopster Jolanda Linschooten deed het. Ze liep in zes weken een trailrun van 2000 km, in de eenzaamheid van de ruige natuur, door weer en wind.

Het was heerlijk – ze voelde de snelheid in haar benen, in haar hele wezen, en ze was één met de elementen. Maar het was ook afzien door kou en intense vermoeidheid. De reis keerde haar emotioneel binnenstebuiten, maar uiteindelijk overwon ze zichzelf.

Recensie
Nadat haar moeder vele jaren geleden overleed, nam Jolanda Linschooten een drastische, maar vanuit haar hart komende beslissing. Ze zegde haar baan als leerkracht in het speciaal onderwijs op en gaf zichzelf daarna twee jaar de tijd om te bekijken of ze met schrijven, fotograferen en fotoreizen van het avonturier zijn kon leven. Dat dit haar gelukt is, valt onder andere op te maken uit het tiental boeken dat ze inmiddels geschreven heeft. Eén daarvan is het in 2015 verschenen Niet de race maar de reis, waarin ze uit de doeken doet hoe het was om in zeven weken tijd dwars door Groot-Brittannië te rennen, een afstand van bijna 2.000 kilometer.


Na een niet al te lange proloog begint het avontuur waar Linschooten aan begint pas echt. Haar trail vangt aan in Land’s End, in het zuidwesten van Engeland om vervolgens zo’n 2.000 kilometer later te eindigen in John O’ Groats, in het noordoosten van Schotland. Achtenveertig dagen heeft ze erover gedaan, rennend welteverstaan. In alle eenzaamheid, over verschillende soorten terrein en door weer en wind. Dat zoiets niet voor iedereen is weggelegd, heeft auteur en renster zelf ook ervaren, want ze geeft in haar verhaal ruiterlijk toe dat ze een paar keer twijfels heeft gehad om haar reis te vervolgen. Steun of afstand en eigen doorzettingsvermogen hebben haar geholpen om toch door te gaan.

In het boek laat de auteur de lezer als het ware met haar meelopen. Dit komt voor een groot deel door de beeldende beschrijvingen van de omgeving, wat ze zoal doormaakt en hoe de weersomstandigheden waren. Omdat ze praktisch iedere dag aan het rennen is, valt ze zo nu en dan wel in herhaling. Eigenlijk kan dat ook niet anders, want in feite lijken de dagen op elkaar. Af en toe heeft ze een ontmoeting met iemand en na haar aanvankelijke terughoudendheid – ze wordt het liefst met rust gelaten – blijken deze gesprekjes juist louterend te werken. Van sommige krijgt ze extra energie.

Tijdens haar trail kijkt Linschooten regelmatig terug naar haar eigen leven. De ellende die haar overkomen is en moeilijkheden waar ze tegenaan gelopen is. Op deze momenten stelt ze zich kwetsbaar op, maar is ze ook zo sterk om onder ogen te zien dat ze door haar onderneming dingen af kan sluiten en om verder te kunnen met haar eigen leven. Wat dat betreft kan dit alles ook enigszins gezien worden als een vorm van zelftherapie. Niet de race maar de race is echter geen zwaar of zwaarmoedig verhaal, want in een toegankelijke en vlotte schrijfstijl heeft de auteur precies overgebracht wat ze wilde vertellen. Haar reis was er in feite niet alleen een die door Groot-Brittannië liep, maar ook door (of in) zichzelf. En dat alles op een overwegend leuke en mooie manier beschreven.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Jolanda Linschooten
Titel: Niet de race maar de reis

ISBN: 9789024566822
Pagina’s: 272

Eerste uitgave: 2015

China – Edward Rutherfurd

Flaptekst
China, 1839. Het Westen hongert naar Chinese thee, maar heeft niet genoeg zilver om die te kopen. In plaats daarvan betalen handelaren met gesmokkelde opium, iets wat de Chinese keizer een doorn in het oog is. Het begin van de Opiumoorlogen van de negentiende eeuw, die alle mensen in China, van rijk tot arm, Chinees en westers, mannen en vrouwen treffen.

Recensie
In 1987 debuteerde de Britse auteur Edward Rutherfurd, een pseudoniem voor Francis Edward Wintle, met het eerste deel van de historische roman Sarum, dat meteen een internationale bestseller werd en een periode bestrijkt van tienduizend jaar. Ruim dertig jaar later, in 2021, verscheen zijn zevende boek: China, waarin hij een beeld schets van het negentiende-eeuwse keizerrijk. Zijn werk is in twintig talen vertaald en er zijn inmiddels meer dan vijftien miljoen exemplaren van verkocht.

Het is 1839 en de vraag naar Chinese thee is neemt steeds meer toe, maar de middelen om dit product te betalen ontbreken. Britse en Amerikaanse kooplieden vonden hier een oplossing voor: ze betaalden met gesmokkelde opium. Omdat veel mensen verslaafd raakten aan dit middel, baarde dit de Chinese autoriteiten grote zorgen en stelden ze een verbod in. Dit betekende het begin van de Opiumoorlogen waardoor China op de rand van de afgrond kwam te staan en zowel rijk als arm hier de gevolgen van moest ondergaan.

Voordat het verhaal begint, vertelt de auteur dat China in de eerste plaats een roman is, maar zich wel afspeelt tegen de achtergrond van historische gebeurtenissen. De meeste – en belangrijkste – personages zijn daarom verzonnen. Toch laat Rutherfurd diverse personen de revue passeren die daadwerkelijk hebben geleefd, zoals bijvoorbeeld een aantal keizers, keizerin-weduwe Cixi en inspecteur generaal Lin. Het aandeel van de twee Opiumoorlogen en de Bokseropstand is eveneens aanzienlijk en belangrijk voor het boek en de omstandigheden en in feite kunnen ze gezien worden als de aanzet tot het verval van het destijds zo vermaarde en immense keizerrijk. Op de laatste bladzijden wordt hier bijzonder kort en heel erg zijdelings nog een beetje aandacht aan besteed.

De roman heeft verschillende verhaallijnen, maar ze zijn alle op een bepaalde manier met elkaar verbonden, hoewel de een wel wat meer dan de ander. Ieder afzonderlijk verhaal geeft een goed beeld van het China van de negentiende eeuw, van de buitenlandse kolonisatie, de armoede, de rijkdom aan het keizerlijke hof en de gewelddadigheden door de Britten en Fransen tijdens de Tweede Opiumoorlog, waarbij de totale vernietiging van het Zomerpaleis het meest in het oog springt. De afschuwwekkende zinloosheid daarvan gaat de lezer aan het hart. De auteur geeft de sfeer sowieso erg goed weer. Je waant je als het ware in het China van toen en beleeft mee wat de personages beleven.

Hoewel de plot al meteen vanaf het begin boeiend en onderhoudend is, wint het ongeveer halverwege, na de introductie van eunuch Laknagel, onmiddellijk aan kracht. Het levensverhaal van deze gecastreerde keizerlijke bediende is dusdanig intrigerend dat de lezer welhaast een zwak voor hem moet hebben en krijgen. Dat de roman met zijn persoon afsluit, lijkt daarom niet meer dan een vanzelfsprekendheid. Jammer daarbij is wel dat dit op een ietwat gezochte manier gebeurt. Hij had een beter lot verdiend.

Ondanks de laatste paar pagina’s heeft Rutherfurd een roman geschreven die een klein deel van de Chinese geschiedenis op een toegankelijke en vlotte manier beschrijft. De lezer komt iets meer te weten over het keizerrijk van de negentiende eeuw en het jasje waarin dat gegoten is, is erg aangenaam. Over het epische van de roman kan gediscussieerd worden, maar meeslepend en prachtig is China zonder meer.

 Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Edward Rutherfurd
Titel: China

ISBN: 9789026155680
Pagina’s: 862

Eerste uitgave: 2021

De Parijse connectie – Gerrit Barendrecht

Flaptekst
In het mortuarium van Amsterdam ligt een lijk te veel. Meisjes verdwijnen, en dan is er nog de vondst van een onthoofde hoerenmadam. Mysteries die Julius Katz, veteraan uit de Atjeh-oorlog en inspecteur bij het weinig populaire politiekorps anno 1889, dieper en dieper de nauwe stegen en sloppen van de hoofdstad in leiden.

Op zijn zoektocht kruist hij het pad van journaliste Ida de Morsain, die geïnfiltreerd is in een netwerk van vrouwenhandel. Onthulling van haar identiteit betekent het einde, ontsnappen is niet mogelijk. Haar eerste klant wacht…

Recensie
In het dagelijkse leven is Gerrit Barendrecht werkzaam bij de televisie als reality- en beeldbandregisseur, maar vanaf 2014 mag hij zich eveneens auteur noemen. In dat jaar debuteerde hij als schrijver met de avonturenroman De reis van de Gazelle. Vier jaar later verscheen De Parijse connectie, het eerste deel van een serie met journaliste Ida de Morsain en inspecteur Julius Katz. De setting van de reeks speelt zich onder andere af in het Amsterdam aan het eind van de negentiende eeuw.

In het mortuarium van Amsterdam wordt een lijk aangetroffen dat er niet hoor te liggen. Aan inspecteur Julius Katz de taak om uit te zoeken wie het jonge meisje is en hoe ze er terechtgekomen is. Bijna tegelijkertijd krijgt hij te maken met de moord op de uitbaatster van een bordeel. Journaliste Ida de Morsain heeft over deze zaak gehoord, wil hier een artikel over schrijven en dringt, zij het incognito, door in een circuit van illegale handel in prostituees. Hierdoor komt ze in hachelijke omstandigheden te verkeren, maar haar ware identiteit kan ze, met gevaar voor eigen leven, niet bekendmaken.

Voordat het eigenlijke verhaal begint, wordt het voorafgegaan door een korte proloog die niets aan de verbeelding overlaat, een lichte spanningsboog heeft en enigszins beklemmend is, vooral omdat uit dit begin overduidelijk blijkt dat iemand tegen haar wil vastgehouden en misbruikt wordt. In het vervolg van de plot worden de twee belangrijkste personages, Julius Katz en Ida de Morsain geïntroduceerd. Eerstgenoemde heeft een oorlogsverleden in Atjeh, waarover hij ’s nachts nog regelmatig nachtmerries heeft. De Morsain is haar tijd ver vooruit, want ze is geëmancipeerd en komt voor zichzelf op, iets dat aan het eind van de negentiende eeuw nogal ongebruikelijk was. Beiden zijn zonder meer sterke karakters en eveneens goed uitgewerkt.

De plot bevat een groot aantal ontwikkelingen, hoewel dit niet automatisch inhoudt dat het tempo voortdurend hoog is. Daar is geenszins sprake van, want het grootste deel van het verhaal heeft een rustige, maar we degelijk aangename snelheid. Zo nu en dan is er echter wat meer actie, met name in de eindfase, en op die momenten zit de vaart er goed in. Dergelijke situaties brengen tevens meer spanning met zich mee, wat overigens niet wil zeggen dat het daar in andere situaties aan ontbreekt. De belevenissen (als daarover al gesproken kan worden) van Katz en De Morsain houden de lezer in ieder geval bezig. Je bent voortdurend bij hen betrokken, leeft met hen mee. In zekere zin kun je zelfs zeggen dat je je met hen verbonden voelt en deel uitmaakt van het verhaal.

Barendrecht geeft de sfeer en omstandigheden van Amsterdam en Parijs, zoals die in de periode waarin het verhaal zich afspeelt moeten zijn geweest, erg goed weer. De troosteloosheid, de armoede en vuiligheid zie je zo voor je. Dit geldt tevens voor de diverse personages die hun opwachting mogen maken, ze komen levensecht over. Het feit dat het verhaal enigszins gebaseerd is rond de vrouwenhandel en kinderprostitutie die rond die tijd speelde, zorgt ervoor dat het realistisch overkomt. En als de historische aspecten buiten beschouwing worden gelaten, is het eigenlijk ook nog eens actueel. De handel in vrouwen en kinderen die vervolgens in de prostitutie terechtkomen, komt helaas nog steeds voor.

In de ontknoping gaat het er wat spannender aan toe, ondanks dat een langdurige scène in een van de verhaallijnen wel heel erg gestroomlijnd verloopt en dat hindernissen die de plot een andere wending kunnen geven niet meer mogen voorkomen. Over het geheel genomen, is dit trouwens maar een kleinigheid, want verder valt er niet veel op De Parijse connectie aan te merken. Dit thrillerdebuut is namelijk een sterk begin van wat hopelijk een lange serie gaat worden.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Gerrit Barendrecht
Titel: De Parijse connectie

ISBN: 9789024575619
Pagina’s: 398

Eerste uitgave: 2018

Wat ik niet deed – Johnny Bollé

Flaptekst
Na de dood van haar man en dochtertje stort het perfecte leven van schrijfster Emily volledig in. Ze onderneemt verwoede pogingen om haar schuldgevoelens te overwinnen, echter het enige waarin ze slaagt is moeizaam overleven. Een uitgever doet haar een aanbod om naar Schotland af te reizen om er een boek te schrijven over de laatste heks van Durness. Ze twijfelt maar uiteindelijk aanvaardt ze de schrijfopdracht. Zodra ze in de Schotse Hooglanden arriveert, stapelen de bizarre gebeurtenissen zich op. Emily beseft dat er iemand is die de wrede waarheid over haar verleden en de dood van haar man en dochter kent.

Recensie
De Antwerpse auteur Johnny Bollé besloot op zijn dertigste zijn toenmalige beroep als klinisch laborant vaarwel te zeggen om van zijn hobby zijn beroep te maken. Hij werd personal trainer en eveneens fitnessinstructeur, een beroep dat hij inmiddels voltijds uitoefent. Hij was ook altijd al geïnteresseerd in schrijven. Aanvankelijk alleen korte verhalen, maar nadat hij aan een schrijfwedstrijd deelnam en die won, begon hij een dertig jaar oud idee uit te werken, dat uiteindelijk uitmondde in zijn in 2018 verschenen debuut Egyptisch blauw. In het najaar van 2022 werd zijn alweer zevende boek, Wat ik niet deed, uitgebracht.

Nadat haar man en dochter korte tijd na elkaar zijn overleden, krijgt schrijfster Emily Van Gogh een zware depressie en lijdt ze aan een enorm schuldgevoel. Op een dag biedt een uitgever haar aan om in de Schotse Hooglanden aan een boek te werken over Megan Kerr, de laatste heks van Durness. Ondanks haar writer’s block en grote twijfels stemt ze er uiteindelijk mee in en reist ze af naar Schotland. Niet lang nadat ze daar gearriveerd is, vinden er enkele vreemde gebeurtenissen plaats en komt ze erachter dat er iemand is die meer over de dood van haar man en dochter weet.

Een korte proloog waarin een jonge vrouw – het is dan nog niet bekend wie ze is – een paar angstige momenten doormaakt, zorgen ervoor dat de lezer nieuwsgierig wordt en een aantal vragen heeft. Haar omstandigheden roepen niet alleen een gevoel van lichte spanning op, maar ook iets van geheimzinnigheid. Uitgezonderd het eerste hoofdstuk wordt het verhaal vervolgens volledig verteld vanuit de perspectieven van Emily van Gogh en een jong en ziek meisje dat Twinkel wordt genoemd. Het zijn twee afzonderlijke verhaallijnen, waarvan pas in de slotfase duidelijk wordt wat ze met elkaar te maken hebben. Tot dan blijf je in het ongewisse, wil je meer over beide personages te weten komen en als gevolg daarvan leef je met hen mee. Dat geldt in grote mate voor Twinkel, want wat zij vertelt is bij vlagen aangrijpend.

Hoewel de spanning in het grootste deel van het boek niet om te snijden is, bevat het wel degelijk een continue spanningsboog. Die bestaat vooral uit het willen weten. Want wat was de oorzaak van de dood van Emily’s man en dochter, zal het haar lukken haar schrijfdip te overwinnen en hoe staan Twinkel en zijn in relatie tot elkaar. Over dat laatste heb je al snel een vermoeden, je denkt het zelfs zeker te weten, maar uiteindelijk kom je bedrogen uit, want in de ontknoping blijkt alles anders in elkaar te zitten dan je tijdens het lezen aldoor voor waar aannam. Bollé weet de lezer dus een daverende verrassing voor te schotelen. Omdat deze eindfase allerlei ontwikkelingen heeft, ligt het tempo daarin hoger dan daarvoor en zijn de spannende scènes talrijker.

De toegankelijke en eigentijdse schrijfstijl van de auteur zorgen ervoor dat het verhaal bijzonder vlot leest. Daarnaast geeft hij de sfeer van de Schotse Hooglanden, met zijn troosteloosheid door de ogenschijnlijk voortdurende regenval, uitstekend weer. Ook andere omstandigheden en situaties worden beeldend beschreven, waardoor het er vaak op lijkt dat de lezer als alziend toeschouwer deel uitmaakt van het verhaal. De personages waar het hoofdzakelijk om draait (Emily en Twinkel) zijn ruim voldoende uitgewerkt, met hen krijg de lezer de grootste band, ofschoon je voor de sympathieke loodgieter Rodrick ook wel een zwak krijgt.

Het grootste deel van de plot heeft niet zo heel veel weg van een thriller, maar de al gememoreerde slotfase logenstraft dit. De auteur heeft overduidelijk naar een climax toegewerkt. Al met al is Wat ik niet deed van begin tot eind boeiend en is het behalve een redelijk spannend verhaal ook een verhaal over rouw, verwerking van het verlies van een dierbare en het hierna verdergaan met je eigen leven. 

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Johnny Bollé
Titel: Wat ik niet deed

ISBN:9789493192546
Pagina’s: 235

Eerste uitgave: 2022

Openbaring – Jeroen Windmeijer & Tjarko Evenboer

Flaptekst
Simon Ryevaar is religieus antropoloog aan de Universiteit Leiden en gespecialiseerd in ‘eindtijdbewegingen’ – geloofsgroepen die menen dat het einde van de wereld aanbreekt. Als een bevriende archeoloog in een grot in Turkije een mysterieuze inscriptie uit het Bijbelboek Openbaring ontdekt, zet dit alles wat Simon denkt te weten op zijn kop. Is het mogelijk dat gelovigen het Bijbelboek al tweeduizend jaar lang verkeerd interpreteren? Voordat hij een antwoord heeft kunnen vinden, wordt zijn vriend op grimmige wijze vermoord.

Ondertussen doet de Leidse journalist Nova le Temps onderzoek naar The Bride, een sekte die dankzij zijn charismatische leider steeds meer leden trekt. Terwijl Nova dieper graaft komt er schokkende informatie over de sekte naar boven, maar stuit ze ook op steeds meer verzet en raadselachtige intimidaties.

Wanneer de paden van Simon en Nova kruisen, beginnen ze een zoektocht naar het verborgen verleden van de sekteleider. Het is het begin van een levensgevaarlijke reis dwars door Europa en daarbuiten – op zoek naar de waarheid, en op de vlucht voor de mensen die hen ten koste van alles tegen willen houden.

Recensie
Gedeelde interesses hebben Jeroen Windmeijer, bekend van onder andere de ‘Zuid-Amerika’-trilogie, en Tjarko Evenboer, mede-cartoonist van Evert Kwok en schrijver van een aantal thrillers, samengebracht. Hoewel geen van beiden meer een religie aanhangt, hebben ze nog wel een fascinatie voor Jezus en het Nieuwe Testament. Het idee om een thriller over het einde der tijden te schrijven kwam van Evenboer en hun gezamenlijke kennis over de Bijbel en Windmeijers achtergrond als cultureel antropoloog kwamen hierbij goed van pas. Ze besloten al snel dat hun project een trilogie zou worden, waarvan het in 2023 verschenen Openbaring het eerste deel is.

In een grot in Turkije ontdekt archeoloog Thomas Weissenberg een inscriptie waarover hij contact opneemt met zijn vriend en religieus antropoloog Simon Ryevaar. Samen gaan ze op onderzoek uit en ontdekken dat deze tekst niet alleen met het Bijbelboek Openbaring te maken heeft, maar ook dat de Bijbel hierdoor anders geïnterpreteerd moet worden. Vlak na hun ontdekking wordt Weissenberg vermoord. In Leiden onderzoekt journalist Nova le Temps de gangen van de sekteleider van The Bride. Niet veel later kruist haar pad dat van Ryevaar en gezamenlijk proberen ze, met gevaar voor eigen leven, het verleden van deze eindtijdprediker te achterhalen.

De eindtijd en de wederkomst van Jezus zijn onderwerpen die deel uitmaken van met name het christelijke en islamitische geloof en velen hebben hier wel een voorstelling bij. Het lezen van Openbaring zou hun opvattingen daarover weleens drastisch kunnen laten kantelen, want door de ontdekking in de grot en de hierop volgende theorieën van Weissenberg en vooral Ryevaar kun je heel anders tegen diverse Bijbelteksten en -boeken aankijken. Zo kan althans worden geredeneerd, want het verhaal van Windmeijer en Evenboer is voornamelijk fictie. Grote delen van hun boek zijn echter dermate realistisch dat ze de lezer niet alleen tot denken aanzetten, maar eveneens laten twijfelen aan wat wel of niet waar is.

Aanvankelijk, de proloog uitgezonderd, gebeurt er feitelijk niet eens zo heel erg veel. De inscriptie wordt ontdekt, de twee vrienden laten hun theorie daarop los en Le Temps is net begonnen aan haar onderzoek naar de sekte en haar leider. Niet per se spannend, maar op alle fronten interessant en vaak ook prikkelend en nieuwsgierig makend. In de loop van de plot zorgen allerlei ontwikkelingen ervoor dat het tempo aanzienlijk wordt opgevoerd, het aantal wendingen – waaronder enkele ronduit onverwachte – toeneemt en de spanning navenant hoger wordt. Als het verhaal zich in de eindfase bevindt, krijgt de lezer zelfs nog een paar spectaculaire en vlammende verrassingen voorgeschoteld.

De interactie tussen Ryevaar en Le Temps pakt erg goed uit, enkele kleine onderlinge irritaties, die ze overigens snel weer vergeten zijn, daargelaten. Beiden zijn boeiende personages die elkaar feilloos aanvoelen en -vulllen, terwijl ze niet lang geleden nog niet eens van elkaars bestaan afwisten. In de resterende twee delen van de trilogie zal hun samenwerking, die vermoedelijk wel voortgezet wordt, vast en zeker veel meer gestalte krijgen. Na veel fascinerende theorieën en talloze verwikkelingen eindigt de plot met een epiloog, een jaar later. Hierin worden niet alleen de laatste vragen beantwoord, maar kan er met een beetje goede wil ook uit worden afgeleid dat de auteurs de sekte nog niet helemaal uit het oog verliezen, hierdoor is het mogelijk dat het kerkgenootschap in een van de vervolgdelen terugkeert.

Windmeijer en Evenboer hebben met het toegankelijke en realistische Openbaring een sterk, evenwichtig en veelbelovend begin van het drieluik geschreven. De lezer wordt aangezet tot nadenken, maar krijgt tevens te maken met een keur aan interessante en spannende gebeurtenissen. Het is echter wel jammer dat het aantal redactionele slordigheden in deze verder op-en-top-thriller te groot is.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Jeroen Windmeijer & Tjarko Evenboer
Titel: Openbaring

ISBN: 9789401619172
Pagina’s: 528

Eerste uitgave: 2023