
Flaptekst
Een hogesnelheidstrein op weg naar Moskou.
Een CIA-vliegtuig dat neerstort in de jungle van de Gouden Driehoek.
Een door de nazi’s geroofde buit, begraven in de afgelegen bergen van Polen.
Een verdwenen schat – het achtste wereldwonder – die al zeventig jaar wordt vermist.
De droom van een Russische oligarch om zijn land in volle glorie te herstellen, brengt de wereld tot op de rand van de afgrond. Meesterspion Frances Coffey, een levende legende binnen de CIA, is de enige die het tij nog kan keren. Maar om haar plan te doen slagen, heeft ze iemand met heel specifieke kwaliteiten nodig.
Argylle is een man met een duister verleden en Coffey weet hoezeer hij daarmee worstelt. Maar ze weet ook dat hij juist dáárdoor de vaardigheden bezit die haar team nodig heeft. En dus zit er maar één ding op: alles op alles zetten om van deze outsider een spion te maken.
Zijn training voert Argylle van de jungle in Thailand naar de boulevards van Monaco, en van de kloosters op Oros Athos tot een vergeten grot diep in de bergen. Een levensgevaarlijke reis die hem eindelijk de juiste richting kan geven in zijn leven, maar die hem ook zijn leven kan kosten…
Recensie
Nadat de verschijningsdatum diverse keren werd uitgesteld verscheen wereldwijd op 4 januari 2024 dan eindelijk de spionagethriller Argylle, het langverwachte en veelbesproken debuut van Elly Conway. Het is vrijwel zeker dat dit een pseudoniem is van een auteur wiens identiteit in nevelen is gehuld. Ondanks de vele naspeuringen is nog niemand erin geslaagd diens werkelijke naam te achterhalen. Het boek is het eerste deel van een serie rond CIA-spion Aubrey Argylle en de verfilming van het nog niet gepubliceerde vierde deel zal op 1 februari in de bioscoop te zien zijn.
De puissant rijke en ongeliefde Vasili Federov wil de nieuwe president van Rusland worden om zijn land in oude glorie te herstellen. Zijn populistische denkbeelden roepen veel weerstand op en kunnen grote gevolgen hebben voor de wereldvrede. De enige die deze missie kan voorkomen is voormalig meesterspion en tegenwoordig COO van de CIA, Frances Coffey. In haar team mist ze nog iemand met bijzondere vaardigheden en die vindt ze in de persoon van de in de Thaise jungle levende en een nogal obscuur verleden hebbende Aubrey Argylle. Zijn werving als spion is echter wel een risico.
Spionagethrillers waarin de Verenigde Staten en Rusland (of in het verleden de Sovjet-Unie) elkaars vijanden zijn, zijn van alle tijden. Conway heeft in haar debuut voor hetzelfde uitgangspunt gekozen, maar daar is eigenlijk alles mee gezegd. Politieke intriges blijven uit, hoewel de reden dat de CIA in actie komt in beginsel wel een dergelijke achtergrond heeft. Want de doelstelling van Federov is immers om de oude Sovjet-Unie weer nieuw leven in te blazen. Hiervoor heeft hij de steun van de Russische bevolking nodig en daarom heeft hij hen beloofd de Barnsteenkamer – tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers uit het Catharinepaleis in St. Petersburg geroofd – te vinden en terug aan Rusland te geven. Zijn streven om het Sovjettijdperk in ere te herstellen, is niet ondenkbeeldig, want wil Poetin niet hetzelfde? De auteur speelt hiermee enigszins in op de actualiteit en gebruikt hierbij diverse waargebeurde feiten.
Hoewel de vlot, toegankelijk en bij vlagen gedetailleerd geschreven thriller voldoende realistische kenmerken heeft, bevat hij eveneens genoeg scènes die ieders voorstellingsvermogen te boven gaat. De rekrutering van Argylle bij de CIA is hier een goed voorbeeld van, maar bij een aantal opdrachten die het operationele team uitvoert, kun je eveneens vraagtekens zetten. De onprofessionaliteit straalt er op die momenten vanaf. Aan de andere kant levert dit wel leesplezier en spanning op, want de missies zorgen voor veel benarde situaties, allerlei elkaar in rap tempo opvolgende ontwikkelingen, talloze verrassingen en evenzoveel spektakel, met de ontknoping als absolute apotheose. Bij een aantal scènes wordt de geloofwaardigheid het nodige geweld aangedaan en soms komen ze zelfs buitengewoon amateuristisch over, maar omdat dit allemaal prima in het verhaal past, kan en mag dit door de vingers worden gezien.
Het aantal personages in het verhaal, dat vanuit verschillende perspectieven verteld wordt, is aanzienlijk, maar omdat bij lange na niet aan ieder van hen uitgebreid aandacht wordt besteed, blijft het altijd overzichtelijk en weet de lezer voortdurend met wie hij te maken heeft. Het is echter Argylle die het meest in de schijnwerpers staat. Hierdoor kom je bijvoorbeeld niet alleen te weten wat zijn ouders beroepsmatig hebben gedaan, dat hij een sympathieke jonge vent is die het hart op de juiste plek heeft zitten, maar ook dat er rondom hem nog wel een mysterieus tintje hangt. Hij heeft het in ieder geval in zich om uit te groeien tot een succesvolle en geliefde cultheld.
Argylle, vertaald door Joost van der Meer en William Oostendorp, is geen spionagethriller in de klassieke betekenis. De nadruk ligt vooral op het voorkomen dat een populist aan de macht komt en hierna een bedreiging voor de wereldvrede gaat vormen. Conway toont hiermee aan dat de CIA in de loop der jaren met zijn tijd is meegegaan, en met haar eigentijdse en actievolle debuut is ze daarin zonder meer geslaagd.
(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)
Waardering: 4/5
Boekinformatie
Auteur: Elly Conway
Titel: Argylle
ISBN: 9789044934113
Pagina’s: 448
Eerste uitgave: 2024
