Vlucht – Tineke Ceelen

Flaptekst
Een openhartige inkijk in het leven van een onverschrokken hulpverlener, een ode aan de veerkracht van al die mensen op de vlucht en een pleidooi voor medemenselijkheid

In Vlucht vertelt Tineke Ceelen haar bijzondere levensverhaal. Het verhaal van iemand die al vanaf haar vijfentwintigste de hele wereld over reist in de meest barre en turbulente omstandigheden. Ceelen blikt terug op haar jeugd in het Brabantse Maren-Kessel, de jaren die ze in Tibet en Kameroen woonde en de geboorte van haar dochter Agnes, die ze in haar eentje heeft opgevoed. Sinds 2003 is Ceelen directeur van Stichting Vluchteling. Ze heeft duizenden vluchtelingen ontmoet, gewone mensen die de dupe zijn geworden van oorlog en onderdrukking. Een van hen is de Afghaanse Ali die ze in 2021 tegen het lijf liep in de jungle, een vluchtelingenkamp op Samos. Zijn verhaal loopt als een rode draad door dit boek.

Wereldwijd zijn er meer dan 120 miljoen mensen op de vlucht. Dat aantal zal de komende jaren toenemen. Al die mensen hebben geen andere keuze dan huis en haard te verlaten. Ze vluchten voor oorlogen die over hun hoofden worden gevoerd en waar honger en seksueel geweld als wapen worden ingezet. Ze vertrekken uit plaatsen waar hun huizen verwoest zijn door natuurrampen. Vluchtelingen verdienen het geholpen te worden.

Recensie
Na haar studie culturele antropologie heeft Tineke Ceelen zo goed als volledig bij hulpverlenende organisaties gewerkt. Sinds 2003 was ze directeur bij de Stichting Vluchteling, waar ze in 2025 mee gestopt is en sindsdien alleen een adviserende rol heeft. In 2009 verscheen haar boek Hier en daar een crisis, waarin ze verhalen over haar werk in de internationale hulpverlening vertelt. Ruim vijftien jaar later bracht ze haar tweede boek Vlucht (2025) uit, dat enigszins gezien kan worden gezien als een afsluiting van haar lange carrière, maar vooral haar levensverhaal is en dat tevens laat zien wat haar werk als hulpverlener inhield.

Voordat Ceelen haar uitgebreide verhaal vertelt, begint ze in de inleiding met een kort fragment waarin de wanhoop van een man erg goed naar voren komt. Deze man, een vluchteling, bezit niets, behalve de kleding die hij draagt. Zijn gevoel, verdriet en onmacht komt tot uiting uit één enkel zinnetje dat maar zeven woorden bevat: ‘Welk doekje mevrouw? Ik heb alleen dit,’ waarbij hij naar zijn pak wijst. Het lot van de man staat niet alleen, want het merendeel van de vluchtelingen heeft zo goed als niets mee kunnen nemen tijdens hun noodzakelijke vlucht uit het land waar ze zijn geboren, zijn opgegroeid en de rest van hun leven hadden willen blijven wonen. Dit blijkt uit de diverse voorbeelden die in de biografie naar voren worden gebracht.

Een groot deel van het boek bestaat echter uit het persoonlijke verhaal van de auteur. Niet alleen een beknopte opsomming van haar jeugd, haar studietijd, maar – en daar gaat het immers om – haar werk voor verschillende hulporganisaties, en dan met name de Stichting Vluchteling. Als directeur van deze organisatie heeft ze een groot aantal landen bezocht om zelf de barre omstandigheden van de vele vluchtelingen te zien en tevens om ter plekke hulp te bieden. Terwijl je over haar ervaring leest, rijzen de haren je eigenlijk te berge, want in veel opvangkampen is de situatie schrijnend en mensonwaardig. In zekere zin lopen de rillingen over je rug en word je zonder meer stil van de ellende die miljoenen mensen moeten ondergaan.

Wat eveneens treurig is – relatief gezien besteedt Ceelen hier niet al te veel aandacht aan – is de verharding van de maatschappij ten opzichte van de vluchtelingen. Overheden liggen dwars en mensen stellen zich met de dag harder op. Het is triest om over deze verharding en snel afnemende bereidheid te willen helpen te lezen. Je rechtvaardigheidsgevoel loopt hierdoor een flinke deuk op, want waarom zou je er niet voor openstaan dat anderen, die het vele malen slechter hebben dan jijzelf, niet worden geholpen om in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. De tendens was zelfs zodanig dat Ceelen regelmatig bedreigingen ontving. Het is begrijpelijk dat ze hierdoor soms van haar stuk was en zich zorgen maakte over de veiligheid van haar dochter.

De auteur heeft in haar boek eveneens ruimte gemaakt voor het verhaal van Ali, een Afghaanse jongen die ze heeft ontmoet op een vluchtelingenkamp op Samos. In korte intermezzo’s vertelt ze hoe hij met zijn omstandigheden omgaat, maar laat ze eveneens zien dat wat hij heeft meegemaakt (en nog steeds meemaakt) een grote impact op zijn leven was en is. Zijn vertrouwen in de mensheid is geschonden en hier kun je je wel het een en ander bij voorstellen. Hoewel het zijn ondervindingen zijn, weet je zo goed als zeker dat zoiets voor het merendeel van de vluchtelingen geldt. Eén ding wordt absoluut duidelijk: het verblijf in een vluchtelingenkamp is vaak erbarmelijk en er vinden misschien wel meer misstanden plaats dan daarbuiten.

In heldere en klare taal verwoordt Ceelen niet alleen heel beeldend wat haar werk in de internationale hulpverlening inhoudt, maar ook wat de lotgevallen van de miljoenen vluchtelingen zijn. Soms zijn fragmenten aandoenlijk, regelmatig heftig, maar alleszins hartverscheurend. Dit maakt van Vlucht een buitengewoon indringend boek, dat veel meer is dan alleen maar het verhaal van een hulpverlener

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Tineke Ceelen
Titel: Vlucht
ISBN: 9789026367625
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2025

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.