Categorie archief: Gelezen in 2023

Transit – Hella S. Haasse

Flaptekst
Xenia, achttien jaar, heeft een tijd door Europa gezworven en komt aan op het Centraal Station van Amsterdam. Iks (zoals ze zichzelf noemt) hoopt onderdak te vinden bij haar vrienden Alma en Daan, die ze voor haar rondzwervingen achterliet in de stad. Die hoop wordt al snel de bodem in geslagen. Ze treft Daan aan in de meest deplorabele en desolate toestand waarin een zwerver zich kan bevinden, en haar speurtocht naar Alma loopt op niets uit. Alleen een toevallige samenloop van omstandigheden, waarbij ze de oude Cluysman ontmoet, een teruggetrokken intellectueel, voorkomt dat zij zelf op straat moet leven.

Recensie
Hella S. Haasse is een van de meest bekende auteurs van Nederland en heeft een groot aantal prijzen gewonnen. Haar eerste roman Kleren maken de vrouw verscheen in 1947 en een jaar later schreef ze met Oeroeg haar eerste Boekenweekgeschenk, wat tevens een van haar bekendste boeken is. Een ander geschenkboek van haar hand is Transit, dat op de eerste dag van de Boekenweek 1994 werd uitgebracht. In 2023 werd ze op Hebban in een niet officiële verkiezing verkozen als een van de schrijfsters die tot de vrouwelijke Grote Drie zouden moeten behoren.

Nadat ze een paar jaar door Europa heeft gezworven, keert de achttienjarige Iks Westervliet terug naar Amsterdam, waar ze altijd gewoond heeft. Zodra ze het Centraal Station verlaten heeft, ziet ze een van haar vroegere vrienden, Daan, in erbarmelijke staat op straat staan en haar hoop om onderdak te krijgen bij haar vriendin Alma wordt snel de grond ingeboord, omdat niemand weet waar ze is. Iks is nu bang om zelf op straat terecht te komen, maar de vondst van een sleutelbos en haar ontmoeting met de op hoge leeftijd zijnde intellectueel Arnold Cruysman verandert alles.

Dit korte verhaal wordt zo goed als volledig verteld vanuit het perspectief van Iks (Xenia) Westervliet, maar er is tevens een belangrijke rol weggelegd voor voormalig professor Arnold Cruysman. De relatie tussen beide personages loopt aanvankelijk nog wat stroef, maar aan de andere kant is de barricade die tussen hen bestaat snel opgeruimd. Natuurlijk is het niet zo heel erg vreemd dat ze enigszins sceptisch tegenover elkaar staan, want vóór hun plotselinge en onverwachte ontmoeting kenden ze elkaar niet. Ze raken echter al gauw aan elkaar gewend, hun verstandhouding gaat er zienderogen op vooruit en ze steken vervolgens ook nog wat van elkaar op waardoor ze anders tegen bepaalde opvattingen gaan aankijken.

Hoewel er geen jaartal wordt genoemd, is het duidelijk dat Transit zich aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw afspeelt. Dit uit zich onder andere door de beschrijving van kleding, maar ook door enkele geschetste omstandigheden. Denk hierbij onder andere aan rondzwervende verslaafden of de rolluiken die winkels tegen inbraken en vandalisme moesten beschermen. Toch is dit geen gedateerd verhaal, want veel van dergelijke situaties komen nog steeds voor, het boekje toont hiermee aan dat wat destijds gebeurde nog steeds actueel is. Met enkele ooit door Cruysman gemaakte aantekeningen laat de auteur zelfs zien dat haar personage, op het moment dat hij zijn notities maakte, over toekomstvisie beschikte. Hierin heeft hij het over geweld en oorlog en iedereen die de huidige media volgt, kan zien en lezen dat de wereld daar op dit moment onder gebukt gaat.

De schrijfstijl van Haasse is overwegend toegankelijk en zonder meer beeldend. Vanaf het begin wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt naar het pad dat Iks gaat volgen, of het haar lukt om Daan weer mens te laten worden en of ze Alma nog weet te vinden. Uiteindelijk slaagt ze ten dele in haar missie en ondanks dat je aan het eind weet wat er met iedereen gebeurd is of wat ze momenteel doen, blijven er nog wel een paar vragen openstaan. Van sommige personages wil je namelijk wel meer te weten komen, het verhaal lijkt hierdoor enigszins onaf. Waarschijnlijk is dit ook de precies de bedoeling van de auteur, want in transit suggereert – zoals aan het eind van het boek door een automobilist wordt opgemerkt – dat je op doorreis bent. En dat is exact wat Iks in feite doet en daardoor heeft ze er geen behoefte aan om achterom te kijken of om meer over anderen te weten te komen.

Voor een boekje van deze omvang – het is immers niet eenvoudig om in een beperkt aantal woorden een volledig en goed verhaal te vertellen – heeft Haasse prima werk geleverd. Transit is van begin tot eind interessant en boeiend en geeft ook nog eens een boodschap af.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Hella S. Haasse
Titel: Transit

ISBN: 9074336086
Pagina’s: 92

Eerste uitgave: 1994

De wachtkamer – Benedicte C. Claus

Flaptekst
Esther Degroot aanvaardt een job als receptioniste van een fertiliteitskliniek in een Spaans gehucht waar nooit iets gebeurt. Behalve dan de moord op Aaron Hofman, twee jaar geleden, waarvoor Kingston Diallo veroordeeld werd. Kingstons moeder – collega van Esther – blijft proberen iedereen van zijn onschuld te overtuigen. Tot Esthers onbehagen begint ook bij haar het gevoel te groeien dat hier wellicht meer aan de hand was en dat als ze het bij het rechte eind heeft, haar leven in gevaar is.

Ga met Esther mee op haar zoektocht naar de waarheid en dompel jezelf onder in deze detective met gebruikmaking van de bijbehorende internetomgeving, die nog een extra dimensie toevoegt!

Recensie
Kathleen Vandewalle werkte als advocaat en in het bankwezen en is tegenwoordig projectleider bij de Vlaamse overheid. Ze heeft altijd al van schrijven gehouden, maar het duurde lange tijd voordat haar eerste thriller Hondenlevens (2021), die ze schreef onder het pseudoniem Benedicte C. Claus verscheen. Het bijzondere aan dit debuut is dat dit een interactief boek is, want door het scannen van QR-codes komt de lezer in een chatroom terecht met extra tips en puzzels die hem op weg helpen een moordenaar te ontmaskeren. Haar tweede detective, het in 2023 uitgebrachte De wachtkamer, heeft hetzelfde principe.

Omdat de vaste receptioniste van een fertiliteitskliniek in een klein Spaans kustplaatsje een ongeluk heeft gehad, vervangt Esther Degroot haar voor de duur van twee maanden. Op haar eerste werkdag raakt ze in gesprek met schoonmaakster Mariame Seye, die haar vertelt dat haar zoon Kingston Diall twee jaar eerder voor een moord is veroordeeld, maar beweert die niet gepleegd te hebben. Esther raakt daar ook van overtuigd en gaat op onderzoek uit. Ze merkt al snel dat het stadje toch niet zo slaperig is als aanvankelijk leek en ook dat een enkeling iets te verbergen heeft.

Het verhaal begint met een proloog in de vorm van een mailtje aan een zekere nummer dertien, waarvan je al meteen de indruk hebt dat dit de lezer van het boek moet zijn. In dot bericht staat een summiere uitleg over De Metro, een clubje dat zich bezighoud met het oplossen van misdaden en als nummer dertien instemt om met hen mee te doen krijgt hij, na even in de wachtkamer te hebben plaatsgenomen, via een QR-code toegang tot het interactieve gedeelte dat bij dit boek hoort. Voordat een nieuwe vrijdag begint – de hoofdstukken bestaan uit acht achtereenvolgende vrijdagen – geeft aan andere code toegang tot een interactieve omgeving. Dit alles is een leuke en originele toevoeging waardoor de lezer deze detective op een iets andere manier beleeft.

Behalve de gememoreerde hoofdstukken/vrijdagen bestaat het verhaal uit dagboekaantekeningen van Esther Degroot. Hierin neemt ze de voorgaande week heel beknopt door en krijg je soms wat extra informatie die nog niet eerder in de plot naar voren gekomen is. In de hoofdstukken zelf wordt telkens een ander personage uitgelicht en daardoor kom je iets meer over hem of haar, maar eveneens over sommige omstandigheden, te weten. Wel is het snel duidelijk dat er in het kustplaatsje en in de kliniek meer aan de hand is dan men je wil doen geloven. Veel is namelijk nogal voor de hand liggend en soms wat voorspelbaar. Heel erg enerverend is het allemaal niet en pas aan het eind van het verhaal ontstaat er een klein beetje spanning.

Het is jammer dat aan de moord, de mogelijk onterechte gevangenisstraf van Diallo en de naspeuringen door Degroot minimale aandacht wordt besteed. In de plot gaat voornamelijk over allerlei randzaken, zoals de perikelen van een paar personages, de activiteiten van de kliniek en het doen en laten van Degroot. Vervelend is dit geenszins, want er gebeurt voldoende en het verhaal heeft een vlotte en bijzonder toegankelijke schrijfstijl. Daarnaast ben je toch ook wel nieuwsgierig naar hoe alles gaat aflopen. Aan het eind komt er uiteindelijk uitsluitsel, wordt de werkelijke toedracht van de moord bekend en weet je wie de dader is. Deze afronding is vrij eenvoudig en lijkt te zijn geschreven om de detective (te) snel af te ronden.

Over het geheel genomen is De wachtkamer een aangename en niet al te ingewikkelde detective, waarin de spanning minimaal is, maar de lezer hoe dan ook weet te vermaken, en dat is mede te danken aan het interactieve aspect.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Benedicte C. Claus
Titel: De wachtkamer

ISBN: 9789043926591
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2023

En ik herinner me Titus Broederland – Auke Hulst

Flaptekst
De tweelingbroers Broederland wonen in een afgelegen bos, waar ze zich bezighouden met verboden boeken en hun gitaar. Tot een catastrofe hen van huis verjaagt. Ze trekken een vijandige wereld in waar alles draait om religie en de winning van grondstoffen. Maar waarin schuilt het grootste gevaar? In de opengebarsten aarde, in andere mensen of in henzelf?

Recensie
Journalist, muzikant en auteur Auke Hulst begon zijn schrijverscarrière met de in 2006 verschenen roman Jij en ik en alles daartussen. Tien jaar later, in het najaar van 2016, bracht hij zijn vijfde boek uit: En ik herinner me Titus Broederland, waarvoor hij niet alleen de Harland Awards Romanprijs won, maar ook een aantal nominaties vergaarde. In deze roman, die zich in een andere wereld en tijd dan de onze afspeelt, heeft hij een aantal belangrijke zaken uit zijn eigen leven verwerkt, waaronder zijn broer, muziek en antipathie tegen religie.

Nadat hun moeder in het kraambed is gestorven, worden de tweelingbroers Broederland door hun vader opgevoed. Ze wonen in een afgezonderde en enigszins vervallen woning in het bos en brengen hun tijd hoofdzakelijk door met het spelen op hun gitaar en het lezen van verboden boeken. Door het noodlot getroffen moeten ze hun huis verlaten, waarna ze gedwongen zijn zich in een wereld te begeven die niet de hunne is, want alles draait er om het door hen verafschuwde geloof en de permanente winning van de grondstof aardbloed. De vraag is echter wat het gevaarlijkst voor hen is: deze wereld of zijzelf.

Zoals de titel van de roman al doet vermoeden, bestaat zo goed als het volledige verhaal uit herinneringen. Verteld door de naamloos blijvende helft van de Broederland-tweeling. Diens gedachten gaan voornamelijk over zijn broer Titus, waarvan de lezer meteen weet dat hij niet meer leeft. Voor de plot is het geen enkel probleem om daar in een vroegtijdig stadium al van op de hoogte te zijn, want je wilt immers weten wat de reden van zijn overlijden is. Het duurt echter tot het eind voor hier uitsluitsel over gegeven wordt. Voor het zover is leer je de broers geleidelijk aan steeds beter kennen. Dit varieert van de omstandigheden waaronder ze geboren zijn, hoe ze vervolgens leefden, het lot dat hen getroffen heeft en de uiteindelijke gevolgen daarvan. De auteur gaat daarbij niet heel erg uitvoerig op hun karakters in, hoewel wel overduidelijk is dat de twee behoorlijk van elkaar verschillen.

De sfeer van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt – uit alles is op te maken dat dit een behoorlijke tijd geleden is – wordt door Hulst prima weergegeven. Een aantal elementen van het begin van de vorige eeuw is duidelijk herkenbaar. Voorbeelden daarvan zijn de Spaanse griep (De Koorts), de fonograaf  en de overvloedige oliewinning (aardbloed). Ook de armoedige omstandigheden waaronder een groot deel van de mensen destijds leefde, komt erg goed tot uiting. Zo nu en dan laat de auteur zijn afkeer van religie eveneens in het verhaal doorschemeren, uiteraard verwoord door de twee broers en volledig in lijn met de gebeurtenissen in de plot. Dit betekent niet dat de roman een verkapte geschiedenisles is, of dat de auteur zijn opvatting over bepaalde zaken aan de lezer wil opdringen. Verre van zelfs, want hij heeft het allemaal keurig en zeer gedoseerd in het geheel verwerkt.

Het tempo van de diverse wederwaardigheden is niet zo heel erg hoog en daarom lijkt de plot zich amper voort te bewegen. Ook gebeurt er op het oog vrij weinig, maar – en dat is de andere kant van de medaille – eigenlijk gebeurt er wel degelijk het een en ander, alleen niet op het gebied van bedrijvigheid. Het is vooral de tweeling waarbij zich een voortdurende ontwikkeling voordoet. Niet alleen omdat ze ouder worden, maar ook omdat ze zich als persoon evolueren. Een logisch gevolg is dat hun onderlinge relatie eveneens verandert. Toch kan de roman niet voortdurend boeien, er zijn namelijk genoeg fragmenten die behoorlijk langdradig zijn. Mooi daarentegen zijn veel vergelijkingen en uitdrukkingen, waaronder het beeldende ‘de avondlucht bloosde’. Dergelijke poëtisch getinte zinnen zijn evenwel niet voldoende om overdonderd te raken van En ik herinner me Titus Broederland. Daarvoor is de roman per slot van rekening niet pakkend genoeg.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Auke Hulst
Titel: En ik herinner me Titus Broederland

ISBN: 9789026333484
Pagina’s: 272

Eerste uitgave: 2016

Cultus – Camilla Läckberg & Henrik Fexeus

Flaptekst
Wanneer een klein jongetje van een kinderdagverblijf in de buurt Södermalm van Stockholm verdwijnt, worden rechercheur Mina Dabiri en haar team weer ingeschakeld. Ze ontdekken gelijk overeenkomsten met een andere verdwijning die niet goed eindigde. Alles wijst erop dat er meer kinderen zullen verdwijnen. Mina neemt daarom voor het eerst sinds de dramatische gebeurtenissen van twee jaar eerder contact op met mentalist Vincent Walder. Hun band is bijzonder gebleken, maar lukt het ze ook om degenen die het meest kwetsbaar zijn te beschermen?

Recensie
Ondanks dat Camilla Läckberg en Henrik Fexeus elkaar niet veel vaak zagen, waren ze toch al meer dan tien jaar bevriend. Dit veranderde nadat Fexeus een idee opperde om een boek te schrijven over een mentalist die bij een moord betrokken raakt. Van het een kwam het ander en uiteindelijk verscheen in 2021 hun gezamenlijke thriller Box, het eerste deel van een beoogde trilogie met rechercheur Mina Dabiri en mentalist Vincent Walder. Het tweede deel, Cultus, werd een jaar later uitgebracht.

Tijdens zijn verblijf op een kinderdagverblijf blijkt een vijfjarig jongetje plotseling te zijn verdwenen. Het rechercheteam waar Mina Dabiri deel van uitmaakt, wordt ingeschakeld en al snel komen de rechercheurs erachter dat deze vermissing veel overeenkomsten vertoont met een slecht afgelopen zaak van een jaar eerder. Ze hebben eveneens het vermoeden dat meer kinderen kunnen verdwijnen. Omdat mentalist Vincent Walder hen eerder geholpen heeft, schakelt Dabiri hem opnieuw in, in de verwachting dat hij hen opnieuw van dienst kan zijn. De vraag is nu of ze daarin ook deze keer gelijk zal krijgen?

Omdat dit het tweede deel van een trilogie is, worden de meeste personages in de beginfase kort geïntroduceerd en zijn er een paar kleine verwijzingen naar het voorgaande boek. Desalniettemin kan Cultus uitstekend afzonderlijk gelezen worden. Het verhaal staat uiteraard op zich en waar nodig geven de auteurs nog een klein beetje aanvullende informatie zodat de lezer weer enigszins weet wat zich eerder heeft afgespeeld. Läckberg en Fexeus hanteren ook deze keer een beproefd en succesvol concept, want de twee verhaallijnen, die logischerwijs wel met elkaar in verband staan, zorgen ervoor dat de lezer continu nieuwsgierig blijft en de gebeurtenissen met volle aandacht blijft volgen.

Het rechercheteam dat de zaak mag oplossen is ongewijzigd, maar deze keer krijgen ze hulp van politieonderhandelaar Adam Blom, waarvan je al snel het vermoeden hebt dat zijn aanwezigheid niet bij een eenmalig optreden blijft. Hoewel de meeste aandacht uitgaat naar Dabiri en Walder – het grootste deel van de plot wordt immers vanuit hun perspectief verteld – worden de overige personages ruim voldoende uitgelicht om een nog beter beeld van hen te krijgen. Dan merk je eveneens dat iedereen een ontwikkeling heeft doorgemaakt, hetgeen bij de een wel iets meer te merken is dan bij de ander. Van een enkeling wordt zelfs iets onbekends of minder bekends uit het verleden onthuld, wat hun gedrag in het heden positief beïnvloedt.

De spanning is mondjesmaat aanwezig en een grote hoeveelheid spektakel moet de lezer evenmin verwachten. Toch blijft het verhaal hem van begin tot eind bezighouden, want zowel op het persoonlijke als politionele vlak zijn de diverse verwikkelingen zodanig dat lastig is het boek aan de kant te leggen. Hoewel het op een bepaald moment wel vrij duidelijk is in welke hoek de dader gezocht moet worden, proberen de auteurs je desondanks op het verkeerde been te zetten, waardoor je enigszins gaat twijfelen of je vermoeden toch niet verkeerd moet zijn. Uiteindelijk eindigt de plot in een spannende ontknoping waarvan de afloop de lezer aan de ene kant wel, maar aan de andere kant niet in het ongewisse laat.

Waar een kleine kanttekening bij geplaatst kan worden, is de bijna obsessieve adoratie van Walder voor Dabiri. Vooral in de eerste helft van het boek wordt de lezer hier regelmatig mee geconfronteerd, de frequentie daarvan is net iets te veel van het goede en gaat op den duur enigszins storen. Afgezien daarvan is Cultus zonder meer een thriller die de moeite waard is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Camilla Läckberg & Henrik Fexeus
Titel: Cultus

ISBN: 9789044361988
Pagina’s: 656

Eerste uitgave: 2022

Laat het feest beginnen – Niccolò Ammaniti

Flaptekst
Fabrizio Ciba, een auteur die ooit een enorme bestseller schreef, maar nu al jaren droogstaat qua ideeën, kan maar niet beslissen of hij zal vluchten naar een Spaans eiland om daar zijn nieuwe roman te schrijven, of dat hij toch naar de megaparty zal gaan die de grootste vastgoedmagnaat van Rome, Sasà Chiatti, heeft georganiseerd in de hoop nog meer publiciteit voor zichzelf te genereren.

Saverio Moneta, bijgenaamd Mantos, is de leider van de Beesten van Abaddon. Terwijl hij overdag op zijn lazer krijgt van zijn baas (tevens zijn schoonvader) en in de avond geterroriseerd wordt door zijn zonnebankbruine, hysterische echtgenote, spreekt hij één keer in de week in het diepste geheim af met zijn satanische volgelingen om de basiselementen van de Liturgie van de Duisternis door te nemen en te discussiëren over de beste manier om een offerlam te slachten. Moneta staat onder aan de voedselketen, en de enige weg is die naar boven. Zijn volgelingen en hij slagen erin om – onder het mom van ober – te infiltreren in de party van Chiatti. Niemand is voorbereid op hun snode plannen…

Recensie
Bestsellerauteur Niccolò Ammaniti, die in 1996 definitief doorbrak met de verhalenbundel Fango (Het laatste oudejaar van de mensheid, 2003), is al jarenlang zowel de lieveling als het enfent terrible van de hedendaagse Italiaanse literatuur. Sinds zijn in 1994 verschenen debuut Kieuwen heeft hij inmiddels een groot aantal boeken en verhalen geschreven. Zijn werk varieert van absurdistisch tot serieus. Het in 2009 uitgebrachte Laat het feest beginnen! valt onder de eerste categorie en belandde na verschijning in Italië in de bestsellerlijsten om niet veel later op de eerste plaats terecht te komen.

Saverio Moneta, de leider de Beesten van Abaddon, wil zijn satanische sekte de grootste van Italië maken en zichzelf en zijn handjevol volgelingen onsterfelijk maken. Hij krijgt de kans om op een groot feest in een Romeins park aanwezig te zijn en wil daar zijn plan ten uitvoer brengen. Schrijver Fabrizio Ciba is, evenals vele andere beroemdheden, ook op dat evenement aanwezig. Hij hoopt hierdoor op meer publiciteit. Wat echter niemand kan voorzien, zijn de plannen die Moneta heeft bedacht en waardoor alles een andere wending krijgt dan oorspronkelijk bedoeld.

De roman, die uit vier delen bestaat, heeft twee verhaallijnen en wordt voornamelijk verteld vanuit de perspectieven van Saverio Moneta en Fabrizio Ciba. Lange tijd ziet het er naar uit dat beide subplots niets met elkaar te maken hebben, maar uiteraard komen ze, hoewel dit wel geruime tijd duurt, uiteindelijk samen, overigens wel zonder dat de twee personages echt met elkaar te maken krijgen. Het zijn vooral de omstandigheden en de setting die hun afzonderlijke belevenissen samenvoegen. Wat hen zowel voor en tijdens het feestelijke evenement overkomt, is over het algemeen bijzonder, met grote regelmaat absurdistisch en van iedere vorm van realisme gespeend. De auteur heeft evenwel nooit de bedoeling gehad een verhaal te schrijven dat de werkelijkheid ook maar een klein beetje benadert.

Ammaniti laat met zijn boek echter wel zien dat het verschil tussen de zogenaamde elite en de gewone mens nogal uiteenlopend is. De eerste groep – dit geldt uiteraard niet voor iedereen die hierbinnen valt – doet er alles aan om in de schijnwerpers te staan en om te laten zien dat ze succes hebben, terwijl de tweede het liefst in de schaduw blijft staan, anoniem wil zijn. De personages die hij daarvoor laat opdraven zijn over het algemeen tamelijk bijzonder en absoluut uniek. Sommigen, waaronder de schrijver en de satanist komen over als volslagen mislukkelingen, terwijl anderen daarentegen extreem en decadent gedrag vertonen. Een goed voorbeeld daarvan is Paolo Bocchi, beroemd chirurg en bekende van Ciba.

De schrijfstijl van de auteur is vlot, toegankelijk en buitengewoon beeldend. Van de eerste tot en met de laatste bladzijde ziet de lezer iedere scène op zijn netvlies verschijnen, hoe kolderiek of ongeloofwaardig ze ook zijn. Daarnaast bevat het verhaal een flinke hoeveelheid humor, ofschoon niet iedere lezer hiervan zal houden. Veel taferelen zijn dusdanig dat ze in een klucht niet zouden misstaan. In de eerste plaats is dit boek natuurlijk een roman, maar het bevat tevens de eigenschappen van een thriller (er zijn diverse spannende momenten), een horrorverhaal (zombie-achtige situaties doen hieraan denken) en met wat inbeeldingsvermogen eveneens een geringe dosis sciencefiction. Ammaniti laat hiermee zien dat het schrijven van verschillende stijlen hem niet vreemd is.

Laat het feest beginnen! lijkt een kritische noot te zijn tegen de Italiaanse upperclass, maar kan in feite net zo goed van toepassing zijn op iedereen ter wereld die zich daaronder vindt vallen. In ieder geval is de auteur erin geslaagd hen en hun gedragingen enigszins belachelijk te laten zijn. Dat heeft hij met verve gedaan, waardoor de roman, die er overigens een hoog tempo op nahoudt, van begin tot eind blijft boeien.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Niccolò Ammaniti
Titel: Laat het feest beginnen!

ISBN: 9789048802630
Pagina’s: 304

Eerste uitgave: 2010

De zwarte wolvin – Juan Gómez-Jurado

Flaptekst
Zeven maanden nadat Antonia Scott en Jon Gutiérrez hun vorige zaak hebben afgerond, treffen ze elkaar aan de oever van de rivier de Manzanares. In de rivier, die dwars door Madrid loopt, is een drijvend lijk aangetroffen. Antonia concludeert dat het slachtoffer van grote hoogte in de rivier is terechtgekomen. Is ze van een brug gesprongen, of geduwd?

Terwijl Jon en Antonia zich opmaken om de zaak tot op de bodem uit te zoeken, belt Mentor hen met de boodschap dat ze onmiddellijk naar Marbella moeten afreizen. Ze moeten koste wat het kost Lola Moreno opsporen, de vrouw van een beruchte Russische maffioso die diezelfde ochtend dood is aangetroffen. Mentor vermoedt dat Lola waardevolle informatie kan verschaffen over de maffia in Spanje, en misschien zelfs meer weet over het lijk in de rivier. Het enige probleem? Sinds de moord op haar man is Lola verdwenen. En Antonia en Jon blijken niet de enigen die naar haar op zoek zijn.

Recensie
In Spanje, het thuisland van Juan Gómez-Jurado was De rode koningin, het in 2021 verschenen eerste deel van de trilogie met Antonia Scott en Jon Gutiérrez, goed voor een verkoop van meer dan twee miljoen exemplaren en tevens twee jaar op rij het meest gelezen boek van het land. Dit succes was tevens zijn wereldwijde doorbraak, want zijn werk wordt in meer dan veertig landen verkocht. De zwarte wolvin is het tweede deel van de reeks en is in 2022 uitgebracht.

Aan de oever van de Manzanares, een rivier die dwars door Madrid loopt, wordt het levenloze lichaam van een vrouw gevonden en al snel blijkt dat ze vanaf een brug in het water is terechtgekomen. De vraag is of dit door moord of zelfmoord is gebeurd. Jon Gutiérrez en Antonia Scott krijgen echter niet de kans dit te onderzoeken, want ze worden naar de kustplaats Marbella gestuurd. Hier moeten ze de en spoorloos verdwenen Lola Moreno, echtgenote van een die ochtend om het leven gebracht Russisch maffialid, zien te vinden. Een probleem is echter dat ook anderen naar haar op zoek zijn.

Hoewel het er aanvankelijk op lijkt dat dit boek los van het voorgaande deel van de trilogie gelezen kan worden, is dit eigenlijk alleen maar uiterlijke schijn. Deze tweede thriller met Scott en Gutiérrez gaat namelijk verder waar De rode koningin geëindigd is. Als je ervoor kiest hier niet mee te beginnen, mis je zonder meer belangrijke informatie en dus een stuk voorgeschiedenis. Toch begint de auteur wel met een summiere beschrijving van de twee protagonisten, maar die is bij lange na niet toereikend om voldoende over hen te weten te komen. In de plot verandert dit wel enigszins, maar in feite blijft dit beperkt tot een aantal algemeenheden waarvan wordt veronderstelt dat de lezer hiervan al op de hoogte is. Toch komt sowieso naar voren dat ze allebei bijzondere en unieke personages zijn, die daarnaast erg op elkaar gesteld zijn.

Aanvankelijk lijkt het erop dat de plot uit twee verhaallijnen bestaat, maar de auteur laat deze opzet al snel varen zodat er uiteindelijk één overblijft. De talloze gebeurtenissen worden verteld vanuit verschillende perspectieven en hierdoor krijgt de lezer een goed beeld van de diverse personages, waar ze voor staan en wat zich allemaal voordoet. Dit is meer dan voldoende, ondanks het relatief rustige begin van de plot. Naarmate de tijd verstrijkt, intrigeert het verhaal steeds meer, wisselen spannende momenten zich af met rustige passages en word je – onder andere doordat de auteur hoofdstukken met cliffhangers afsluit – continu nieuwsgierig gemaakt. De ontknoping is spectaculair en wordt het gevonden lijk in de rivier in Madrid op uitermate subtiele wijze gelinkt aan wat er in Marbella is voorgevallen.

De schrijfstijl van de auteur is beeldend, welhaast filmisch en in grote mate verhalend. Zo nu en dan relativeert hij de spannende en actierijke scènes met humor en cynisme. Deze kenmerken zijn erg gedoseerd en vervelen eigenlijk nooit, en ook herhaalt hij een zinnetje van maar vijf woorden regelmatig, ze blijven eigenlijk best wel leuk. Doordat Gómez-Jurado enkele waargebeurde feiten, waaronder het witwassen van zwart geld door de Russische maffia in Marbella, in het verhaal verwerkt heeft, heb je eigenlijk niet het gevoel dat alles wat verteld wordt volledig verzonnen is. Een aantal scènes is echter wel wat dik aangezet en hierdoor onrealistisch, maar omdat het volledig in het geheel past, is dit absoluut niet storend.

In de epiloog warmt de auteur de lezer alvast op voor het laatste deel van de trilogie, want een paar enorme cliffhangers zorgen ervoor dat je eigenlijk niet kunt of wilt wachten om meer over Scott en Gutiérrez te weten te komen en in welke hachelijke omstandigheden ze dan terecht zullen komen. De zwarte wolvin is in ieder geval een prima vervolg van de trilogie en boeit van begin tot eind.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Juan Gómez-Jurado
Titel: De zwarte wolvin

ISBN: 9789022595497
Pagina’s: 396

Eerste uitgave: 2022

Alle zondaars zullen bloeden – S.A. Cosby

Flaptekst
Titus Crown is de eerste zwarte sheriff van Charon County. In de afgelopen decennia heeft Charon slechts twee moorden gekend. Maar met jaren ervaring als FBI-agent op zak weet Titus als geen ander dat hoewel Charon een land van maneschijn, maisbrood en kamperfoelie lijkt, geheimen altijd onder de oppervlakte blijven etteren.

Een jaar na de verkiezing van Titus wordt een onderwijzeres vermoord. De dader, een zwarte oud-leerling, wordt ter plekke doodgeschoten door de hulpsheriffs voor Titus kan ingrijpen. Die etterende geheimen liggen nu open en bloot, klaar om het dorp uit elkaar te scheuren.

Recensie
Als er één iemand is die verbaasd is over zijn eigen succes is het S.A. Cosby zelf wel. In 2022 werd hij wereldwijd bekend met zijn prijswinnende thriller Een laatste uitweg en inmiddels is hij niet meer weg te denken in het schrijverslandschap. Eind maar 2024 verscheen zijn derde in het Nederlands vertaalde boek: Alle zondaars zullen bloeden. Hiervoor liet hij zich inspireren door de moord op George Floyd in 2020 en de rellen die vervolgens in de Verenigde Staten uitbraken.

Nadat Titus Crown de FBI verliet, werd hij als de eerste donkere sheriff van Charon County gekozen, een functie waar niet iedere bewoner het mee eens was. Een tiental jaren was het relatief rustig in het district, maar een jaar na Crowns aanstelling wordt in leraar in zijn klaslokaal om het leven gebracht. De dader, een gekleurde oud-leerling, wordt nadat hij agressief gedrag vertoonde, door twee hulpsheriffs doodgeschoten. Titus start een onderzoek en dan blijkt dat enkele duistere geheimen jarenlang verborgen zijn gebleven.

In zijn jongste thriller pakt Cosby alles net even iets anders aan dan in zijn voorgaande boeken. Niet qua schrijfstijl of de in het verhaal verwerkte maatschappelijke en – soms helaas nog steeds – actuele thema’s, maar met name vanwege het geringere aantal scènes waarin actie voorkomt én, ook niet geheel onbelangrijk, de achtergrond van de protagonist. Tot dusver waren dit personages met een criminele inslag, deze keer is het een sheriff van een district op het platteland van Virginia, in het zuiden van de Verenigde Staten. Door zijn gevoel van rechtvaardigheid en insteek om voor iedereen het goede te doen, weet hij, Titus Crown, de lezer al vrij snel voor zich te winnen. Hij draagt echter wel een verleden met zich mee, waar aan het eind van de plot duidelijkheid over komt. Dit maakt hem echter niet minder sympathiek en menselijk, hoewel hij in zijn privéleven wel een paar steekjes laat vallen.

Ogenschijnlijk heeft het er veel van weg dat het verhaal zich in een bedaard tempo voortbeweegt en dat er niet zo heel erg veel gebeurt. Dit is echter uiterlijke schijn, want er vindt juist ontzettend veel plaats. Niet alleen omdat er een aantal moorden wordt gepleegd, maar bijvoorbeeld ook door een racistische beweging die behoorlijk actief is. Racisme, het daaraan verwante slavernijverleden en de inferieure behandeling van donkere mensen loopt als een rode draad door de plot heen. Dit is echter niet alles, want Cosby gaat helemaal los op het onderwerp religie. Heel kritisch en gefundeerd legt hij enkele pijnpunten bloot die het geloof én God met zich meebrengen.

Natuurlijk is het boek vóór alles een thriller en dat is uiteraard te merken. Misschien niet door een continue en zinderende spanning, maar wel degelijk omdat de auteur deze keer gruwelijke en mensonterende taferelen niet schuwt. Vanzelfsprekend zorgt dit voor diverse enerverende momenten, waarbij je je afvraagt wat sommige mensen beweegt om dergelijk walgelijke wandaden te verrichten. Dan zijn er ook nog de talloze ontwikkelingen, die onder andere betrekking hebben op de jacht op de dader en de persoonlijke omstandigheden van met name Crown. Al deze lijnen zijn knap en vakkundig met elkaar verweven opdat alle gebeurtenissen als één geheel beschouwd kunnen worden en de spanningsboog daarbij geleidelijk oploopt tot een climax in de ontknoping.

Met Alle zondaars zullen bloeden bewijst Cosby andermaal zijn vakmanschap, daarom is het eigenlijk des te spijtiger dat er tijdens of na de vertaling helaas diverse slordigheden in het boek zijn geslopen en vervolgens blijven hangen. Desalniettemin weet de soms rauwe, soms intense en soms aandoenlijke thriller de lezer van begin tot eind bezighouden, en vast en zeker ook nog wel iets langer tijd dan tijdens het lezen alleen.

Waardering: 5/5

Boekinformatie
Auteur: S.A. Cosby
Titel: Alle zondaars zullen bloeden

ISBN: 9789044367348
Pagina’s: 368

Eerste uitgave: 2024

Missie: Mongolië – Frederique Schut

Flaptekst
In 2011 voltooide schrijfster Frederique Schut als eerste Nederlander de Mongol Derby; ’s werelds langste en zwaarste paardenrace. ‘Door deelname aan deze race,’ schrijft de organisatie op haar website, ‘vergroot je in hoge mate de kans op fysieke ongelukken, die uiteindelijk zelfs kunnen leiden tot de dood.’

Drieëntwintig ruiters, uit de hele wereld geselecteerd, verschenen aan de start. Negen dagen later en duizend kilometer verder kwam Schut over de finishlijn, als een van de dertien overgebleven ruiters. Missie: Mongolië beschrijft haar reis door een land dat haar volkomen vreemd is, onder zulke extremen omstandigheden dat alles onder druk komt te staan: haar gezondheid, haar relatie, haar moraal.

Recensie
De Mongol Derby, die sinds 2009 jaarlijks in Mongolië wordt gehouden, staat bekend als de langste en zwaarste paardrijwedstrijd ter wereld. In negen dagen moeten de uitverkoren deelnemers een afstand van duizend kilometer afleggen. De derby is afgeleid van de oude postroutes in het rijk van Dzjengis Khan toen koeriers door middel van paardwisselstations in korte tijd grote afstanden konden afleggen. Twee jaar na de eerste wedstrijd was Frederique Schut de eerste Nederlander die aan deze loodzware etappederby deelnam en hem wist te voltooien. Haar tocht heeft ze beschreven in Missie: Mongolië, dat in 2014 is uitgebracht.

Het is niet niets, om te beslissen of je wel of niet aan de lange en zware Mongol Derby wilt deelnemen. De informatie die de organisatie verstrekt liegt er niet om, want deze barre tocht kan gevaarlijk zijn en het risico om flink ziek te worden, zwaargewond te raken of zelfs komt te overlijden is niet ondenkbeeldig. Toch hebben de auteur en haar vriend Ronald niet veel tijd nodig om een beslissing te nemen: ze doen het, ze nemen deel aan de race. Vanaf dat moment begint de expeditie in feite al: de voorbereidingen, het achterlaten van belangrijke gegevens en de reis naar Mongolië, waar ze een paar dagen hebben voordat de werkelijke onderneming begint.

Dan begint het echte werk en hiervan, de weergave van de voorbereidingsfase buiten beschouwing latend, geeft Schut een beknopte, maar beeldende weergave van haar belevenissen. Ze komt er eerlijk voor uit dat ze voordat, terwijl ze haar ontbijt naar binnen probeert te krijgen, behoorlijk zenuwachtig is en daardoor zo goed als geen hap door haar keel krijgt, terwijl ze diep van binnen wel weet dat het goed is om voldoende te eten. Behalve de uitdaging om de derby te voltooien – die het liefst te winnen – neemt de auteur ook deel om, zo geeft ze aan, te weten te komen wie ze eigenlijk is, om zichzelf als het ware beter te leren kennen. Dat dit haar lukt, zal waarschijnlijk niemand verbazen. Schut kent moeilijke perioden, maar, zo geeft ze ruiterlijk toe, heeft eveneens ronduit egoïstische gedachten als ze ziet dat andere deelnemers uitvallen of een tijdstraf krijgen. Ze denkt op die momenten alleen maar aan zichzelf, van sociaal gedrag is dan geen enkele sprake.

Schut vertelt haar verhaal alsof het een dagboek is – aan iedere wedstrijddag besteedt ze een hoofdstuk – en beschrijft op een luchtige en toegankelijke manier hoe ze de expeditie ervaart, wat ze doet om zo hoog mogelijk te eindigen, maar vergeet daarnaast niet te vertellen dat ze wel degelijk oog voor de omgeving en de lokale bewoners heeft. Zoals zo goed als niet te vermijden is, krijgt de auteur uiteraard met tegenslagen te maken, en die zijn heel variabel van aard. Vanzelfsprekend hebben die betrekking op de race zelf, maar ook op haar gezondheid en geestelijke welzijn. Hierdoor leert ze zich, zoals ze vooraf al had gewild, inderdaad een stuk beter kennen.

Toch gaat Schut niet heel uitvoerig in op de psychologische effecten van de onderneming, ze houdt het in feite bij een aantal algemeenheden, waaruit echter wel opgemaakt kan worden dat ze het zwaar heeft gehad. Ze laat echter na om heel expliciet te bekennen dat het misschien wel goed voor haar is geweest om deze ervaring doorgemaakt te hebben. Voordat ze aan de Mongol Derby deelnam, vertelt ze, had ze eigenlijk alleen maar succes in haar leven en leek alles haar als vanzelf te komen aanwaaien. Nu ze de andere kant van de medaille een keer heeft ervaren, is ze wat meer met beide benen op de grond komen te staan.

Missie: Mongolië geeft al met al een goed beeld van de langste en zwaarste derby ter wereld, heeft voornamelijk de kenmerken van een onderhoudend reisverslag, maar in mindere mate is het tevens een globale uiteenzetting van een innerlijke reis.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Frederique Schut
Titel: Missie: Mongolië

ISBN: 9789045026213
Pagina’s: 176

Eerste uitgave: 2014

Ook dat nog – Anja Niewierra en Merel Godelieve

Flaptekst
Na haar scheiding moet de vijftiger Roos het doen met een saaie baan en een flatje. Roos is boos en schrijft haar frustraties van zich af. Wanneer dochter Maddy na een verbroken relatie bij Roos intrekt, lopen de spanningen hoog op en grijpt ook Maddy naar de pen.

Ondertussen belandt Oma Loes, een voormalige dolle mina, na een gebroken heup in een zorgcomplex tussen de ‘wandelende graftakken’. Haar activistische hart bloeit op en ze trekt weer ten strijde. Nu tegen de stereotypering van ouderen.

Recensie
Tijdens een gezamenlijke vakantie in Frankrijk ontstond bij Anya Niewierra, onder andere bekend van haar thriller Het dossier (2016) en haar dochter Merel Godelieve het idee om, bij wijze van experiment, samen een boek te schrijven. Ze waren het er al snel over eens dat dit een roman moest zijn dat mensen vrolijkt maakt en dat door hen met plezier gelezen wordt. Ze werkten hun idee uit, gingen aan de slag en in juni 2022 verscheen hun feelgoodroman Ook dat nog.

Omdat de relatie van de vijfentwintigjarige Maddy Nugter na drie jaar beëindigd is en ze als gevolg daarvan geen onderdak heeft, trekt ze bij haar gescheiden moeder Roos in. Het appartement heeft een beperkte ruimte waardoor de onderlinge spanningen nogal oplopen. Tot overmaat van ramp kondigt de overheid ook nog een lockdown aan om de gevolgen van het coronavirus te beperken. Om een uitlaatklep te hebben beginnen beide vrouwen aan een dagboek waarin ze hun frustraties kwijt kunnen. Oma Loes zit heel anders in elkaar, want ondanks haar verblijf in een woonzorgcomplex is ze niet van plan zich iets te ontzeggen.

Dit verhaal wijkt qua opzet af van de meeste boeken, want het is in de vorm van twee dagboeken – de ene van dochter Maddy, de andere van moeder Roos – geschreven. Een dergelijke opbouw is echter niet uniek, want meer auteurs hebben van deze techniek gebruikgemaakt. De ene keer werkt het wel en de andere keer niet. Bij het duo Niewierra/Godelieve pakt het goed uit, voornamelijk omdat altijd duidelijk is wat er op de dag waarover de personages schrijven gebeurd is, waarmee beiden te dealen hebben en wat hen bezighoudt. Dit gebeurt vanuit afwisselende perspectieven en de vijf delen van het boek bestrijken een niet opeenvolgende periode. Omdat zowel de naam van de dagboekschrijfster als de datum boven ieder hoofdstuk vermeld wordt, weet de lezer altijd wie aan het woord is en wanneer de teksten zijn geschreven.

Naast moeder en dochter maak je eveneens kennis met oma Loes, de andere protagonist, maar haar rol in het geheel is aanmerkelijk kleiner. Desondanks kom je voldoende over haar te weten, zonder dat ze – net als haar dochter en kleindochter – heel uitvoerig uitgewerkt is. De drie dames, die elkaar goed aanvullen, hebben elk een eigen karakter en verschillen danig van elkaar, waardoor het bepalen van een favoriet niet erg lastig is. Hoewel hun onderlinge relatie nog weleens botst, kunnen ze in feite ook niet zonder elkaar, eigenlijk een beetje zoals het echte leven. Veel wat hen overkomt en wat ze ondernemen, is daarom overwegend realistisch, ondanks dat de leefwijze van oma Loes vrij extreem is en je hier een vraagteken bij kunt zetten.

De schrijfstijl Niewierra en Godelieve is vlot en het tempo ligt behoorlijk hoog. Het is overigens goed te merken dat dit boek door twee auteurs geschreven is, want qua stijl lopen de dagboekteksten van Maddy en Roos nogal uiteen, onder andere doordat de eerste regelmatig straattaal gebruikt. Een grote dissonant in de plot is dat aan het coronavirus en de vele gevolgen die dit met zich mee heeft gebracht enorm veel aandacht wordt besteed. Omdat het verhaal zich in 2020 afspeelt en de pandemie de wereld beheerste, is het op zich niet zo verwonderlijk en erg dat een dergelijk belangrijke gebeurtenis in het boek verwerkt is, maar om er tot in den treure over door te gaan, gaat op den duur wel storen.

Dit gezamenlijke debuut wordt aangemerkt als een vrolijke dagboekroman, maar over de hele linie valt het opgewekte en blije nogal tegen, met name in het eerste deel van het boek. Dan is het, om begrijpelijke redenen, een en al treurnis en zijn ruzies geen uitzondering. In de plot verandert dit iets, maar niet dusdanig om het etiket feelgood op de roman te plakken. Het omgekeerde is eerder van toepassing. Als je vervolgens alles bij elkaar neemt, is Ook dat nog niet meer dan een debuut waarop wel het een en ander aan te merken valt.

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Anya Niewierra en Merel Godelieve
Titel: Ook dat nog

ISBN: 9789024599639
Pagina’s: 256

Eerste uitgave: 2022

Gone girl (Verloren vrouw/Donker hart) – Gillian Flynn

Flaptekst
Op de dag dat hij vijf jaar getrouwd is, maakt Nick Dunne bekend dat zijn beeldschone vrouw Amy vermist wordt. De politie verdenkt hem en Amy’s vrienden onthullen dat ze bang voor hem was en dingen voor hem verzweeg. Nick zweert dat dit niet waar is, maar onder druk van de politie en de media ontstaan er langzaam maar zeker haarscheurtjes in het door Nick geschetste beeld van zijn perfecte huwelijk. Zijn leugens, bedrog en vreemde gedrag roepen vragen op. Heeft Nick zijn vrouw vermoord?

Recensie
De Amerikaanse auteur Gillian Flynn had van haar derde thriller Gone girl (2012) niet al te grote verwachtingen, maar die bleken volkomen misplaatst, want het boek kwam in de week van publicatie binnen in de bestsellerlijst van de New York Times, stond een week later zelfs op de eerste plaats en binnen een jaar waren er ongeveer twee miljoen exemplaren van verkocht. Voor de verfilming in 2014 schreef ze zelf het scenario. In het Nederlands is het ook uitgebracht onder de titels Donker hart (2012) en Verloren vrouw (2013).

Op zijn vijfjarige trouwdag is Nick Dunne in de bar waar hij samen met zijn zus Margo eigenaar van is. Als hij een telefoontje krijgt dat de voordeur van zijn woning openstaat, gaat hij onmiddellijk naar huis waar hij een overhoop gehaalde woonkamer aantreft en merkt dat zijn vrouw Amy spoorloos verdwenen is. De politie wordt ingeschakeld, maar die verdenken hem van deze vermissing. Hoewel Nick blijft volhouden dat hij onschuldig is, keert de publieke opinie zich steeds meer tegen hem. Wat daarbij niet helpt, zijn diens leugens en merkwaardige gedrag, maar ook de door de politie gevonden aanwijzingen wijzen in zijn richting. De vraag is nu of hij Amy heeft vermoord.

Het verhaal bestaat uit drie delen – het laatste relatief kort – en elk daarvan heeft een geheel andere strekking. Deel twee is verreweg het interessants en boeiends, terwijl de spanning, die over het geheel genomen niet al te groot is, daarin wel het meest merk- en voelbaar is. Voor het zover is, krijgt de lezer inzage in de levens van de belangrijkste personages Nick Dunne en zijn vrouw Amy Elliott. Bij laatstgenoemde is dit door middel van uitgebreide aantekeningen in haar dagboek – ze is immers vermist – en bij Dunne vooral tijdens zijn hedendaagse activiteiten, waaronder gesprekken met de politie en eigen naspeuringen. In ieder geval blijkt dat de twee een nogal complexe relatie hebben en is het dus niet verwonderlijk dat de verdenkingen op Dunne gericht zijn.

De snelheid van de plot is over het algemeen behoorlijk traag, soms zelfs op het stroperige af. Het voordeel hiervan is dat de geheimen die het echtpaar heeft slechts mondjesmaat naar de oppervlakte komen. Desondanks blijft de lezer wel degelijk nieuwsgierig naar wat zich allemaal exact heeft afgespeeld en naar wat de werkelijke reden van de verdwijning van Elliott is. Het is daarom jammer dat het verhaal door het trage tempo niet lijkt op te schieten, alsof er geen enkele vordering wordt gemaakt. Geheel ten onrechte, want er is zonder meer sprake van progressie, zoals bijvoorbeeld  het doorgronden van de karakters en de psychologische effecten van hun gedragingen.

Door het gedrag van beide hoofdpersonages is het zo goed als onmogelijk te voorspellen hoe het verhaal zich zal ontwikkelen, maar toch krijg je al snel een aan zekerheid grenzend vermoeden wat de werkelijkheid achter de vermissing van Elliott is en ver in de plot wordt dit ook bevestigd. Op het verloop van de gebeurtenissen heeft dit geen enkele invloed, alleen krijg je een ander beeld van de personages en de dingen die zij doen of gedaan hebben. Het manipulatieve en vernuftige karakter van een van hen wordt dan nog beter tot uitdrukking gebracht. Ook de eindfase bevat een situatie die enigszins conform verwachting is, de uitvoering daarvan is dat echter niet. Het slotdeel van het boek is niet geheel bevredigend, voornamelijk omdat het recht niet zegeviert. Afgezien daarvan past dit eind wel in de lijn van de plot.

Ondanks dat Gone girl (Donker hart/Verloren vrouw) een goed geschreven en doordacht verhaal is, kan het niet op alle fronten overtuigen. Daarvoor is het net iets te tam, bevat het veel te weinig spanning en is het slot net wat te ver gezocht.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Gillian Flynn
Titel: Gone girl/Verloren vrouw/Donker hart

ISBN: 9789022572047
Pagina’s: 456

Eerste uitgave: 2012