Categorie archief: Gelezen in 2023

Een vrouwelijke Odysseus, N’zid – Malika Mokeddem

Flaptekst
Een vrouw komt bij bewustzijn op het dek van een zeilboot midden op de Middellandse Zee. Ze weet niet hoe ze daar gekomen is, wat ze daar doet, noch wie zij is. Volgens haar paspoort is haar naam Myriam Dors. Ze besluit naar een haven te zeilen en ontmoet daar Loïc Lemoine, die haar vanwege de enorme bult op haar voorhoofd aanraadt een arts te raadplegen. Ze probreert voor hem te verbergen dat ze zich totaal niets meer herinnert, behalve dat ze in haar element is op zee. Loïc blijkt Myriam op zee te volgen en waarschuwt haar: twee ongure types hebben naar haar gevraagd. Op de radio hoort ze een bericht over de in Algerije verdwenen Fransman Jean Rolland. Myriam weet zeker dat ze er iets mee te maken heeft. Maar wat? En wie is Jamil?

Recensie
Als meisje luisterde de Algerijnse schrijfster Malika Mokeddem naar de verhalen die haar grootmoeder haar vertelde. Na haar studie medicijnen werkte ze eerst als nierspecialist en later als huisarts. In 1985 besloot ze hiermee te stoppen om zich volledig op het schrijven van boeken te richten. Vijf jaar later debuteerde ze met de roman Les hommes qui marchent (Blauwe mensen, 1998), waarvoor ze een Algerijnse literatuurprijs won. In 2003 verscheen Een vrouwelijke Odysseus, N’zid, dat twee jaar eerder in het Frans is uitgebracht.

Op een zeilboot op de Middellandse Zee komt een vrouw bij bewustzijn. Ze heeft een hoofdwond, weet niet waardoor dit komt en tot overmaat van ramp is ze haar geheugen ook nog eens kwijt. Als ze haar boot in de haven van Siracusa aanlegt, ontmoet ze een man die haar adviseert een bezoek aan een arts te brengen. Ze volgt deze raad op, maar verzwijgt dat ze zich niets meer kan herinneren. Tegen het advies van de arts in gaat ze toch weer met haar zeilboot de zee op, waarna blijkt dat twee duistere figuren naar haar op zoek zijn. Als ze een bericht op de radio hoort, krijgt ze het vermoeden dat ze daarmee te maken heeft.

Het verhaal begint met het beschrijven van de omstandigheden waarin een vooralsnog onbekende vrouw zich verkeert en hoe ze er op dat moment aan toe is. De lezer heeft eigenlijk meteen in de gaten dat ze zich dingen niet herinnert, dat ze aan geheugenverlies lijdt. Dit zorgt ervoor dat je nieuwsgierig wordt naar wat haar is overkomen, waarom ze zich – want dat is ook wel duidelijk – in haar eentje op een zeilboot bevindt en vooral wie ze is, waar ze vandaan komt. Hierdoor ontstaat er een klein beetje spanning, die overigens niet  lang duurt, wat uiteraard helemaal niet erg, want het boek immers geen thriller is. Omdat er veel vraagtekens zijn vanwege de onduidelijke gebeurtenissen en de vrouw zelf is het spanningsveld in de hele plot wel degelijk latent aanwezig.

Stukje bij beetje krijgt de vrouw, wier naam op een bepaald moment vanzelfsprekend wel wordt achterhaald, haar herinneringen terug. Dit gaat heel geleidelijk en in een overwegend traag tempo – het verhaal blinkt sowieso niet uit in snelheid – maar uiteindelijk komen zij en de lezer toch te weten wie ze is, wie ze kent en wat er exact gebeurd is. Je moet echter wel veel geduld hebben om op alle ontstane vragen een antwoord te krijgen. Het grootste deel van het verhaal bestaat uit gedachten van de vrouw en die zijn soms filosofisch van aard. Dergelijke mijmeringen zorgen ervoor dat een aanzienlijk aantal fragmenten nogal stroef leest en soms behoorlijk saai zijn. Daar tegenover staan trouwens voldoende passages die wél levendig zijn, waaronder die met Loïc Lemoine, de man die ze heeft ontmoet en haar min of meer beschermt.

Omdat de vrouw moederziel alleen over de Middellandse Zee zeilt, is een vergelijking met Odysseus, de mythische figuur die eveneens in zijn eentje allerlei omzwervingen ondernam, snel gemaakt. Een één-op-één-overeenkomst is er echter niet, want de belevenissen van de Griekse held waren aanmerkelijk omvangrijker dan die van de vrouw. Dit neemt echter niet weg dat ze niet voldoende heeft meegemaakt. In de boeken van Mokeddem speelt Algerije altijd een rol, dat is in deze roman niet anders. Zo verwijst ze bijvoorbeeld naar de opstand van 1961 toen tienduizenden Franse Algerijnen voor een protest naar de Parijse binnenstad trokken en waarbij ongeveer tweehonderd demonstranten om het leven kwamen.

Een vrouwelijke Odysseus, N’zid is geen eenvoudig boek om te lezen, maar over het algemeen wel onderhoudend. Soms is de schrijfstijl ervan alledaags, soms poëtisch, in ieder geval beeldend en bij vlagen ingewikkeld. Kortom, een zeiltocht en leeservaring met hindernissen.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Malika Mokeddem
Titel: Een vrouwelijke Odysseus, N’zid

ISBN: 9789044501353
Pagina’s: 222

Eerste uitgave: 2003

De jongen in de gestreepte pyjama – John Boyne

Flaptekst
Als de negenjarige Bruno op een dag uit school komt, zijn al zijn spullen in kratten gepakt. Hun nieuwe huis staat naast een hek dat zich uitstrekt zover het oog reikt, een hek dat Bruno afschermt van de vreemde mensen die hij daarachter ziet bewegen. Op een van zijn ontdekkingstochten ontmoet Bruno een jongen wiens leven en ­omstandigheden zeer verschillen van die van hem. Toch sluiten de jongens vriendschap, maar het is een vriendschap die niet zonder gevolgen blijft…

Recensie
De Ierse auteur John Boyne debuteerde in 2000 met de roman Dief van de tijd en heeft sindsdien nog twaalf romans voor volwassenen, zeven young adults en een verhalenbundel geschreven. Met zijn meest bekende boek De jongen in de gestreepte pyjama, dat in 2006 is verschenen, brak hij wereldwijd door en inmiddels zijn er meer dan zeven miljoen exemplaren van verkocht. Het concept voor deze roman, die in 2008 verfilmd is, heeft hij in tweeënhalve dag geschreven. Ondanks het grote succes kreeg het boek veel kritiek, met name omdat het volgens critici de sympathie voor nazi’s aanmoedigt.

Het is 1943 en de negenjarige Bruno woont met zijn ouders en zus in een groot huis in Berlijn. Als hij op een middag uit school komt, ziet hij dat al zijn spullen uit de kasten zijn gehaald en in kratten zijn gestopt. Ze verhuizen namelijk naar een andere woning, ver weg. Hun nieuwe onderkomen staat naast een lang hek waarachter Bruno mensen in identieke gestreepte pyjama’s ziet bewegen. Tijdens een ontdekkingstocht ziet hij een jongen op de grond achter dit hek zitten, ze raken aan de praat en worden vrienden. Het is echter een vriendschap die verstrekkende gevolgen heeft.

Boeken over de Tweede Wereldoorlog of die zich in die periode afspelen zijn er legio en over het algemeen is ieder verhaal bijzonder en uniek. De jongen in de gestreepte pyjama is ook een roman waarin deze oorlog als leidraad is gebruikt, maar het boek is anders dan vele andere en daarom is het zonder meer origineel in zijn soort. Het verhaal wordt namelijk volledig vanuit het perspectief van de negenjarige Bruno verteld, maar in tegenstelling tot veel andere romans gaat het niet specifiek over de verschrikkingen die zich in die jaren voordeden, hoewel er natuurlijk wel uit op te maken valt dat veel mensen in ellendige omstandigheden moesten leven, met name degenen die gedwongen werden om in concentratiekampen te verblijven.

Het belangrijkste thema uit het verhaal is vriendschap, in dit geval dus die tussen Bruno en de jongen achter het hek, Shmuel. Beiden hebben een geheel verschillende afkomst, de een (Shmuel) weet precies wat er aan de hand is, de ander (Bruno) lijkt volkomen onwetend van de omstandigheden van de mensen achter het hek en de oorlog in het algemeen. Desondanks vinden ze elkaar, praten samen en worden uiteindelijk vrienden. Het heeft er dan ook alle schijn van dat de auteur naar voren wil laten komen dat – hoe ellendig een situatie ook kan zijn – kinderen bij het sluiten van vriendschappen niet letten op afkomst, kleur, of iets dergelijks. Ze zijn nog niet beïnvloed door allerlei meningen en/of vooroordelen. Hierin is hij zonder meer geslaagd.

Boyne kreeg veel kritiek omdat het boek sympathie voor de nazi’s aanmoedigt, maar dat is nogal overtrokken. De rol van de nationaalsocialisten is namelijk zo goed als nihil en hun slechte kant komt wel degelijk naar voren. Geschiedkundig bevat het verhaal wel een aantal onjuistheden en onwaarschijnlijkheden, maar daar moet doorheen gekeken kunnen worden. De auteur heeft namelijk nergens de intentie gehad om een historisch en op feiten gebaseerd boek te schrijven. Wat hij wilde is dat kinderen geroerd zouden zijn door de karakters van de twee jongens. Dit moet hem wel zijn gelukt, want zowel Bruno als Shmuel zijn ondanks alles ontwapenend, dus de lezer sluit hen sowieso in zijn hart.

De jongen in de gestreepte pyjama heeft een zeer eenvoudige schrijfstijl, bijna op het kinderlijke af. Niet vreemd, omdat Boyne het tijdens het schrijfproces steeds meer als kinderboek is gaan beschouwen. Maar hoe dan ook, de roman is voor iedere leeftijdscategorie zonder meer de moeite van het lezen waard. 

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: John Boyne
Titel: De jongen in de gestreepte pyjama

ISBN: 9789079088171
Pagina’s: 208

Eerste uitgave: 2006

De moord op Windsor Castle – S.J. Bennett

Flaptekst
Windsor Castle, 2016. De aanloop naar de negentigste verjaardag van de Britse koningin Elisabeth kan als een rustige, veilige en gelukkige tijd in haar regeringsperiode worden beschouwd. Totdat een gast van prins Philips Dine & Sleep-feestje dood wordt aangetroffen in een kasteelkamer. Een slecht gebonden knoop doet MI5 vermoeden dat er sprake is van moord. De koningin laat het onderzoek over aan de professionals – totdat deze haar trouwe dienaren als verdachten aanwijzen. Met behulp van haar assistent-secretaris Rozie begint ze een schaduwonderzoek. Terwijl ze haar koninklijke taken vervult, vermoedt niemand in het koninklijk huis, de regering of het publiek dat de vastberaden Elisabeth haar scherpe blik en jarenlange ervaring ondertussen inzet om de echte moordenaar voor het gerecht te brengen.

Recensie
Al op jonge leeftijd was S.J. (Sophia) Bennett verslaafd aan boeken en daarom wilde ze romanschrijfster worden. Omdat ze  dit té graag wilde en er bang voor was, lukte haar dit niet. Toen ze begin dertig was schreef ze haar eerste detectiveverhaal, maar dit leidde niet tot publicatie. Ze wanhoopte niet, schreef verschillende prijswinnende Young Adult-boeken en ging vervolgens over op het schrijven van verhalen voor volwassenen. De in 2021 verschenen detective De moord op Winsdor Castle is haar eerste boek dat in het Nederlands vertaald is en tevens het begin van een serie met Queen Elizabeth.

Op de ochtend na een Dine & Sleep-feest op Windsor Castle wordt een van de artiesten die tijdens het evenement optrad dood aangetroffen in zijn kamer. Hoewel het erop lijkt dat hij tijdens een seksueel experiment om het leven is gekomen, concludeert MI5 op basis van een slecht geknoopte strop dat de jonge man vermoord is. De veiligheidsdienst heeft al snel enkele verdachten op het oog: een paar bedienden van de koningin. Omdat Elizabeth zich dit niet kan voorstellen begint ze, geholpen door Rozie, haar assistent-secretaris, met een eigen onderzoek in de hoop de werkelijke moordenaar te kunnen ontmaskeren.

Het verhaal wordt voornamelijk verteld vanuit het perspectief van koningin Elizabeth II, wat natuurlijk niet zo heel erg vreemd is, want zij is immers degene die in de voetsporen van een detective treedt. Maar doet ze al dit speurwerk zelf? Eigenlijk niet, want uiteraard heeft ze – zoals een echte vorstin betaamt – daar haar mensen voor. Wat ze wel doet is het denkwerk achter de schermen, ze reduceert en deduceert en voert de gesprekken met MI5 en politiefunctionarissen. Hierbij gaat ze buitengewoon subtiel te werk, zodat de laatsten het gevoel hebben dat zij voor een oplossing zorgen. Hare Majesteit cijfert zichzelf als het ware weg en gunt de eer aan anderen, toch enigszins kenmerkend voor haar karakter in dit boek. Ze komt namelijk over als uitermate sympathiek, vriendelijk en sociaal over. Kortom als een vrouw die niemand tegen het hoofd wil stoten en daarom neemt ze de lezer voor zich in.

Naast Elizabeth zijn er nog talloze andere personages, waarvan assistent-secretaris Rozie ook regelmatig ten tonele verschijnt. Zij is een doortastende jonge vrouw van Nigeriaanse afkomst en weet continu haar mannetje te staan. Een goede tegenhanger van de anderen. Hoewel het aantal personen dat in het verhaal voorkomt groot is, is het altijd duidelijk met wie je te maken hebt. Dit geldt tevens voor de plot, die is evenmin ingewikkeld. Er is in feite één verhaallijn, maar die heeft wel diverse kleine afslagen waardoor zich een paar onverwachte situaties voordoen. Het hoofddoel is echter het ontmaskeren van de moordenaar, waarbij vanzelfsprekend verschillende theorieën de revue passeren en je tot aan het eind in het ongewisse blijft. Wat dat betreft is dit een echte whodunit.

Omdat Bennett de namen van sommige werkelijk bestaande personen noemt en ook een beperkt aantal werkelijk gebeurde voorvallen in het verhaal verwerkt heeft, komt het – hoe onrealistisch het eigenlijk is – toch redelijk geloofwaardig over. De lezer heeft daarom niet continu het gevoel iets volledig absurds of onmogelijks te lezen. Ondanks de diverse ontwikkelingen bevat de plot niet zo heel erg veel spannende scènes, het is vooral de continue nieuwsgierigheid naar de identiteit van de moordenaar en diens beweegreden(en) die ervoor zorgen dat je alles van begin tot eind met veel interesse leest.

De schrijfstijl van de auteur is vlot en over het algemeen beeldend, waarbij ze de sfeer van een koninklijk huis enigszins laat doorschemeren. Toch is het niet alleen grandeur en statigheid, want op zich is het allemaal vrij gemoedelijk, kneuterig en een tikkeltje humoristisch. Al met al is De moord op Windsor Castle een bijzonder plezierige kennismaking met Queen Elizabeth als verwoed speurder.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: S.J. Bennett
Titel: De moord op Windsor Castle

ISBN: 9789046827635
Pagina’s: 288

Eerste uitgave: 2021

Dit zijn de namen – Tommy Wieringa

Flaptekst
Een grensstad in de steppe. Uit de vlakte duikt een groep verwilderde vluchtelingen op. Ze veroorzaken angst en onrust in de stad. Als Pontus Beg, commissaris van politie, ze laat oppakken, wordt in hun bagage het bewijs van een misdaad gevonden. Beg ontrafelt de geschiedenis van hun helletocht, die gaandeweg verweven raakt met de ontdekking van het verhaal over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van de stad, leert hem de waarheid kennen over zichzelf. Met humor en wijsheid verbindt Tommy Wieringa de duistere binnenwereld van de mens met de vraag naar wie wij zijn en of verlossing mogelijk is.

Recensie
In 1995 debuteerde Tommy Wieringa met de roman Dormantique’s manco, maar zijn grote doorbraak kwam tien jaar later met Joe Speedboot, dat genomineerd werd voor een groot aantal prijzen en er enkele won. Dit zijn de namen, dat in 2012 werd uitgebracht, won een jaar later de Libris Literatuurprijs en is in 2016 bewerkt tot een toneelvoorstelling. Hij liet zich voor dit boek inspireren door een artikel over een groep vluchtelingen die na maanden over de Oekraïense steppe te hebben rondgezworven in een stad aankwam. Ook zijn eigen familiegeschiedenis heeft een rol van betekenis gespeeld bij het schrijven van dit boek.

Nadat ze een tijd lang hebben rondgezworven over de steppe arriveert een vijftal uitgemergelde en sterk verhongerde mensen in de grensstad Michailopol. Dit zorgt voor onrust en angst bij de bewoners. Commissaris van politie Pontus Beg kan niet anders dan hen aanhouden en vastzetten. Een van zijn collega’s doet in de spaarzame bagage van een van een lugubere vondst die wijst op een gepleegde misdaad. Aan Beg de taak om uit te zoeken wat er precies aan de hand is en wat de vluchtelingen hebben moeten doorstaan. Hierbij merkt hij dat hun geschiedenis niet eens zo heel veel afwijkt van de zijne.

De roman heeft twee verhaallijnen en in één daarvan maakt de lezer kennis met politiecommissaris Pontus Beg. Uit wat over hem verteld wordt, maak je direct op dat het een wat treurige, eenzame en misschien ook wel enigszins ongelukkige man is. Wellicht is dit inherent aan de omgeving, want de stad waar hij woont en werkt, blinkt niet uit in levendigheid. Aan de troosteloosheid en desolaatheid ervan wordt in de plot in ieder geval regelmatig aandacht geschonken. Dit laatste geldt eveneens voor de kleiner wordende groep mensen uit de tweede verhaallijn. Zij zijn om onbekende reden uit hun eigen vertrouwde omgeving vertrokken en zwerven sindsdien over de steppe rond, op zoek naar een plek waar ze een beter bestaan kunnen leiden. Een vergelijking met de vluchtelingenstroom waar vooral Europa de laatste jaren mee te kampen heeft, is onvermijdelijk.

In het verhaal komt een beperkt aantal personages voor en hierdoor weet je precies met wie je te maken hebt en wie welke rol heeft. Aan sommigen van hen worden meer aandacht besteed dan aan anderen, maar dat is geen enkel probleem. Zo kom je over Beg aanmerkelijk meer te weten dan over elk van de vluchtelingen. Desondanks is het toch vrij gemakkelijk om van de laatsten een prima beeld te krijgen, onder andere omdat ze in de slotfase door Beg ondervraagd worden, waardoor ze – soms met tegenzin – min of meer gedwongen zijn iets van zichzelf prijs te geven. Hoewel ieder karakter wel iets heeft en ze zonder meer intrigerend zijn, is het onmogelijk om je met een van hen te identificeren. Daarvoor zijn ze niet aansprekend genoeg. De enige die hierop een uitzondering had kunnen zijn, is de Ethiopiër, maar over hem wordt helaas niet zo heel veel verteld.

Beg is overigens de enige die een ontwikkeling doormaakt, dit komt voornamelijk omdat hij ontdekt heeft van Joodse afkomst te zijn en daarom meer over zijn achtergrond en het Joodse geloof wil weten. De gesprekken die hij hierover met een rabbijn heeft zijn niet alleen interessant, maar er blijkt ook uit dat wat de groep vluchters moet doormaken vergelijkbaar is met wat anderen vele duizenden jaren eerder ook al ondervonden hebben (de veertigjarige woestijntocht onder leiding van Mozes). Behalve dergelijke geschiedkundige feiten heeft Wieringa ook enkele actuele thema’s, waarvan racisme het meest in het oog springt, in de roman verwerkt.

Over het algemeen is de schrijfstijl rechttoe rechtaan, maar zo nu en dan gebruikt de auteur mooie vergelijkingen waardoor het iets poëtischer wordt. Al met al is Dit zijn de namen, ondanks de niet al te florissante omstandigheden, een vlotte en goed geschreven roman die zonder meer de moeite waard is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Tommy Wieringa
Titel: Dit zijn de namen

ISBN: 9789403110202
Pagina’s: 302

Eerste uitgave: 2012

De reis om de wereld in 80 treinen – Monisha Rajesh

Flaptekst
Toen Monisha Rajesh haar plan aankondigde voor De reis om de wereld in 80 treinenwerd ze met grote ogen aangekeken, maar niet lang daarna stippelde ze zorgvuldig een route uit over de mooiste spoorwegen ter wereld. Zo begon Monisha Rajesh samen met haar vriend aan een onvergetelijke reis die hen van Londen naar de uitgestrekte vlaktes van Mongolië bracht. Van Noord-Korea naar Canada, Kazachstan en nog verder: in zeven maanden bijna twee keer rond de aarde. En terwijl ze vriendschappen sloten en verhalen uitwisselden met hilarische, irritante en innemende reizigers, genoten ze van de adembenemendste uitzichten.

Rajesh neemt je mee en doet geanimeerd verslag van het leven, de geschiedenis en de cultuur van de landen die ze bezoeken. Haar verhaal is constant in beweging, zal je aan het lachen maken én je laten nadenken over wat het betekent om een wereldburger te zijn. Van de hoogten van de Tibetaanse Qinghai-spoorweg tot de pracht van de Oriënt Express – Monisha Rajesh heeft een ontwapenende en geestige kijk op de wereld en viert het treinreizen, in al haar glorie.

Recensie
In 2010 begon journalist Monisha Rajesh aan een vier maanden durende treinreis door India en haar ervaringen over deze onderneming zijn terug te vinden in het twee jaar later verschenen boek Around India in 80 trains. Deze reis, maar ook haar grote voorliefde voor het reizen per trein, leidden ertoe dat ze opnieuw aan een reisavontuur wilde beginnen. Deze keer had ze een wereldreis in gedachten, en opnieuw in 80 treinen. Met haar toenmalige verloofde (inmiddels huidige echtgenoot) begon ze in Londen aan een nieuwe reis die ongeveer 70.000 kilometer omvatte en waarin ze een groot aantal landen aandeed, waaronder het zo goed als ontoegankelijke Noord-Korea. In De wereld rond in 80 treinen, dat in 2022 in een Nederlandse is verschenen, doet ze verslag van de treinreizen.

In het boek vertelt Rajesh over de vele ontmoetingen en gesprekken die ze tijdens de zeven maanden durende reis met de meest uiteenlopende mensen heeft gehad, soms gehinderd door een taalbarrière, maar met behulp van de mobiele telefoon en handgebaren lukt het vaak wel om elkaar te begrijpen. Vanaf het allereerste moment dat ze in de trein stapte, is ze op zoek gegaan naar mensen die met haar in gesprek wilden gaan en daaruit valt op te maken dat ze erg in hen geïnteresseerd is. Dit blijkt onder andere uit hoe ze iedereen benadert, maar eveneens hoe ze de gesprekken weergeeft: respectvol en inlevend.

Behalve een summiere weergave van dergelijke gesprekjes vertelt de auteur ook over de verschillende treinen waarvan ze gebruik hebben gemaakt. Dit varieerde van luxe tot minder comfortabele exemplaren, en de ene keer mét en de andere keer zonder slaapcoupé. In sommige landen konden de reizigers (later reisde Mark, een vriend van hen, geruime tijd mee) niet zo heel lang verblijven, maar van daar waar het wel kon, doet ze een iets uitgebreider verslag. Dit is zonder meer interessant, ondanks dat natuurlijk lang niet alles over een locatie verteld kan worden. In ieder geval krijgt de lezer sowieso een aardige indruk van de bezochte plek, de mensen die er wonen en de ontmoetingen die er waren.

Ondanks de beperkte tijd en gelegenheid die er was – reizen is vaak toch een vluchtige bezigheid – gaat Rajesh op de situaties van enkele landen iets dieper in. Een goed voorbeeld hiervan is Tibet, waar ze overigens flink last van hoogteziekte hadden. Over dit land geeft ze iets meer achtergrondinformatie en vertelt ze hoe de verhoudingen met China liggen. Dergelijke passages zorgen ervoor dat het boek wat diepgaander is dan enkel en alleen maar een reisverslag. Dit toont eigenlijk ook aan wat de rol van een reisjournalist/-auteur moet zijn: niet alleen verslag doen van de reis zelf, maar ook meer vertellen over bijvoorbeeld de politieke omstandigheden van een land.

De schrijfstijl van de auteur is vlot, levendig, inlevend, beeldend en zo nu en dan licht cynisch of humoristisch. Over het algemeen krijgt de lezer het gevoel met Rajesh mee te reizen. Hij is als het ware bij de vele ontmoetingen aanwezig en ziet wat zij zelf ook ziet. Al met al is De reis om de wereld in 80 treinen, dat in 2019 door National Geographic uitgeroepen is tot het beste reisboek van het jaar, een boeiende weergave van een lange en toch wel vermoeiende reis. En door over deze expeditie te lezen, wordt je eigen reislust ook nog eens dusdanig aangewakkerd dat je het liefst meteen je koffers pakt en vertrekt.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Monisha Rajesh
Titel: De reis om de wereld in 80 treinen

ISBN: 9789026358777
Pagina’s: 336

Eerste uitgave: 2022

De offers – Jeroen Windmeijer

Flaptekst
In een gesloten gemeenschap in de buurt van het Boliviaanse Titicacameer worden in korte tijd drie kinderen vermoord. Alles wijst erop dat ze op rituele wijze zijn omgebracht. De Nederlandse student Luc en zijn vriendin Nayra raken bij de zaak betrokken. Is de uitgestorven gewaande traditie van het kinderoffer nieuw leven ingeblazen? Wat waart er rond in de mistige toppen van de Andes? In Latijns-Amerika is het christendom, dat de roomskatholieke conquistadores met zich meebrachten, diep verweven met de oorspronkelijke natuurgodsdienst. De indianen zien Moeder Aarde als een zorgzame moeder, die de mens overvloed schenkt. Offers zijn nodig om het evenwicht in stand te houden. Maar soms is wel een heel groot offer nodig… 

Recensie
Na het afronden van de Peter de Haan-trilogie, waarvan de delen zich alle in Leiden afspelen, koos voormalig antropoloog en docent Jeroen Windmeijer voor zijn volgende drie boeken een andere setting: Zuid-Amerika. De offers, het in 2019 uitgebrachte eerste deel van een nieuw drieluik, speelt zich af in Bolivia, waar hij als vierentwintigjarige student culturele antropologie een halfjaar in een indiaanse gemeenschap heeft gewoond. Het boek is ten dele gebaseerd op zijn eigen ervaringen en herinneringen en enkele fragmenten komen uit een dagboek dat hij destijds bijhield.

In een kleine inheemse gemeenschap in de buurt van het Titicacameer wordt het lichaam van een ongeveer zes- of zevenjarig jongetje gevonden, alweer het derde vermoorde kind binnen een jaar. Het heeft er alle schijn van dat dit rituele moorden zijn geweest, waarbij de vraag oprijst of de oeroude traditie van het kinderoffer weer nieuw leven ingeblazen is. De Nederlandse student Luc van Os en zijn Boliviaanse collega Nayra interesseren zich voor dit mysterie en raken daardoor zijdelings bij de zaak betrokken. Komt er nog duidelijkheid of geeft Pachamama (Moeder Aarde) haar geheim niet prijs?

In een korte proloog, die zich – naar later blijkt – tientallen jaren eerder afspeelt, vertelt een vader aan zijn toen achtjarige zoon het Bijbelverhaal waarin Abraham gesommeerd wordt zijn zoon Isaäk te offeren. De scène uit deze inleiding heeft zo goed als niets met de plot te maken, maar het is wel snel duidelijk dat in de rest van de verhaallijn het brengen van een offer centraal staat en als het ware de rode draad vormt van een aantal gebeurtenissen. Dit zorgt natuurlijk voor een paar vragen en ben je  nieuwsgierig naar de exacte reden van de moord op de drie kinderen en wie hiervoor verantwoordelijk is.

Toch zorgt dit feit op zich er niet voor dat de spanning om te snijden is, integendeel zelfs, want erg lange tijd krijgt de lezer niet alleen vrij veel informatie over inheemse gebruiken, rituelen en het daaraan verwante bijgeloof, over religie in het algemeen en over antropologische wetenswaardigheden. Over het algemeen is dit bijzonder interessant en leerzaam, maar tevens vertragend voor de voortgang van de plot. Pas in de slotfase nemen het tempo en de spannende momenten aanzienlijk toe en heb je écht de indruk een thriller te lezen. Uiteindelijk wordt de niet helemaal onverwachte identiteit van de dader bekend en sluit de auteur af met een epiloog – drie jaar later – waarin alle eventueel nog openstaande vragen worden beantwoord.

Het is overduidelijk dat Windmeijers research grondig en uitvoerig is geweest. Tot in kleinste details beschrijft hij het leven in een inheemse gemeenschap en hierdoor krijg je de indruk dat hij ervaringsdeskundige is, wat in het dankwoord wordt bevestigd. Een aantal waargebeurde feiten die in het verhaal verwerkt zijn, zorgen ervoor dat het realistisch en geloofwaardig overkomt. Daarnaast zet dit boek op sommige punten aan tot nadenken, want niet alles in het rijke westerse leven hoeft zo vanzelfsprekend te zijn als wordt verondersteld. Dit houdt echter niet in dat het verhaal belerend of zwaar is, dat is het absoluut niet. Want in een toegankelijke en vlotte schrijfstijl brengt de auteur precies en erg duidelijk over wat hij te vertellen heeft.

Vanaf de allereerste tot en met de laatste pagina weet De offers de lezer te boeien en te intrigeren. Zonder de anderen tekort te doen, komt dit voor een groot deel op het conto van de personages Luc en Nayra, van wie de lezer toch wel een klein beetje is gaan houden. En dat dit eerste deel van de Zuid-Amerikatrilogie niet helemaal aan de thrillerverwachtingen voldoet, wordt Windmeijer vergeven. Daarvoor is het boek gewoonweg te goed.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Jeroen Windmeijer
Titel: De offers

ISBN: 9789402710830
Pagina’s: 382

Eerste uitgave: 2019

Het bedrog van Göring – John Kuipers

Flaptekst
In de Hofvijver, pal naast het Binnenhof, drijft op een kille ochtend in augustus 1941 een lijk. Het is de Brusselse kunstexpert Joseph Foulon, die voor het naastgelegen Mauritshuis bezig was een opgedoken werk van de meesterschilder Frans Hals te onderzoeken. Een dag na de vondst van het lichaam blijkt dat het bewuste paneel, Lachend meisje, is verdwenen en vervangen door een vervalsing.

Charlie Swieninck, chef van het Bureau Bijzondere Delicten van de Haagse politie, gaat op zoek naar de moordenaar en de dief. Hij krijgt hulp van kunsthistorica Rosalie Callenbach. Die maakt hem vertrouwd met de complexe kunstwereld, die wemelt van de hebberige kopers, charlatans, vervalsers en kenners. Niet alleen het Mauritshuis wilde de Hals kopen, ook de machtige Duitse rijksmaarschalk Hermann Göring heeft listige handlangers naar voren geschoven om het portret in handen te krijgen.

Recensie
In april 2022 debuteerde oud-journalist John Kuipers als thrillerauteur met Musserts schaduw, dat een jaar later de winnaar werd van de NBD Biblion Gouden Strop. Dit boek is tevens het eerste deel van een serie met hoofdinspecteur van het Bureau Bijzondere Delicten Charlie Swieninck en dat zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Medio 2023 verscheen diens opvolger, Het bedrog van Göring, waarin een rol is weggelegd voor de soms ondoorzichtige en schimmige wereld van de kunst.

Op een koude zomerdag in augustus 1941 wordt in de Haagse Hofvijver het lijk van een Belgische kunsthandelaar gevonden. Het is al snel duidelijk dat de man is vermoord. Uit het nabij gelegen Mauritshuis is de nacht ervoor het schilderij Lachend meisje, dat door Frans Hals geschilderd moet zijn, ontvreemd. In plaats daarvan hangt er nu een sterk gelijkende tekening. Charlie Swieninck en zijn collega’s moeten nu een moordenaar en dief zien te vinden. Al snel raken ze verstrikt in een kunstwereld die bol staat van geld, vervalsing en bedrog.

Hoewel dit het tweede deel van de serie met hoofdinspecteur Charlie Swieninck is, kan het boek uitstekend los van het voorgaande gelezen worden. De auteur komt hoegenaamd niet terug op de gebeurtenissen uit Musserts schaduw, de personages worden dusdanig beschreven dat je ruim voldoende over hen te weten komt en het verhaal zelf heeft helemaal niets te maken met dat uit het seriedebuut. De enige overlapping is de setting, want de reeks – vooralsnog heeft Kuipers stof voor tien delen – speelt zich volledig tijdens de Tweede Wereldoorlog af. Dit uit zich onder andere in de sfeer die zo kenmerkend is voor die periode, maar blijkt ook uit het tempo waarin de plot zich voortbeweegt. Het is allemaal een stuk bedaarder, veel minder jachtig dan tegenwoordig. Dit is eigenlijk best een verademing.

Al snel krijgt de sympathieke politieman met een mysterieuze moord te maken en begint hij met zijn onderzoek. Hij komt daardoor terecht in het duistere web van de kunstwereld en de schimmigheid die hier omheen hangt, wordt prima overgebracht. IJver- en hebzucht lijken schering en inslag en de scheidslijn tussen legaliteit en illegaliteit is niet al te groot. Op een toegankelijke wijze krijgt de lezer een kijkje in dit circuit. Natuurlijk omvat het verhaal veel meer dan dit alleen, want om de zaak rond de moord en diefstal op te lossen, moet Swieninck zich regelmatig in allerlei bochten wringen om gedaan te krijgen wat hij wil. Dit gaat gepaard met allerlei verwikkelingen, overigens zonder dat de spanning om te snijden is. Aan het eind van de plot wordt het echter wel wat enerverender en gaat het er ineens een stukje heftiger aan toe. Toch verveelt de thriller geen moment, want de manier waarop de hoofdinspecteur en zijn collega’s te werk gaan, is van begin tot eind intrigerend.

Omdat de auteur zich grondig heeft verdiept in het thema dat hij in zijn verhaal gebruikt, werkelijk bestaande personen opvoert en ervoor heeft gezorgd dat de kleinste details kloppen (bijvoorbeeld de weersomstandigheden in augustus 1941), komt alles bijzonder realistisch over. Je hebt hierdoor eigenlijk nooit het gevoel dat het merendeel van wat hij vertelt fictief is. Kuipers’ schrijfstijl is daarbij ook nog eens erg beeldend, waardoor de lezer de beelden van alle scènes meteen voor zich ziet. De opbouw van de plot is gedegen en rammelt nergens. Hij heeft tevens ruimte ingebouwd voor een gedoseerde hoeveelheid romanantiek, wat sowieso een toevoeging is met betrekking tot het privéleven van de inspecteur, waar nu ook de nodige aandacht aan wordt besteed.

Met Het bedrog van Göring, het tweede deel van de Swieninck-serie, heeft Kuipers een prima vervolg geschreven dat absoluut naar meer smaakt. De terugkerende personages spreken allemaal aan, de setting en omstandigheden zijn interessant en het verhaal is geloofwaardig. Het wachten is nu op het vervolg, dat zonder meer gaat komen.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: John Kuipers
Titel: Het bedrog van Göring

ISBN: 9789403128696
Pagina’s: 396

Eerste uitgave: 2023

Klara en de zon – Kazuo Ishiguro

Flaptekst
Klara is een zogenaamde Kunstmatige Vriendin met een uitstekend waarnemingsvermogen, die vanaf haar plek in de winkel nauwkeurig het gedrag beschouwt van de kinderen die binnenkomen om rond te neuzen met hun ouders. Klara blijft hopen dat een kind haar zal kiezen. Wanneer dat eindelijk gebeurt, en haar bestaan voorgoed lijkt te veranderen, krijgt ze bij haar vertrek naar haar nieuwe gezin de waarschuwing dat ze niet al te veel waarde moet hechten aan de beloften van mensen. Maar Klara houdt haar eigen ideeën erop na.

Recensie
In 2017, terwijl de in Japan geboren Britse auteur Kazuo Ishiguro aan zijn roman Klara en de zon werkte, hoorde hij dat hij dat jaar de winnaar van de Nobelprijs voor literatuur was geworden. Hierna heeft kon hij een halfjaar lang niet verder met schrijven, maar daarna kreeg hij weer de gelegenheid om er verder aan te werken. In december 2019 was het boek in principe klaar, hoewel er nog wel wat kleinigheden in aangepast moesten worden. Uiteindelijk werd het boek in het voorjaar van 2021 uitgebracht en belandde het in datzelfde jaar op de longlist voor de Booker Prize.

Hoewel Klara, een intelligente Kunstmatige Vriendin wier waarnemingsvermogen bovengemiddeld is, er niet meer op rekent dat ze door een kind uitgekozen wordt om meegenomen te worden, gebeurt het alsnog. Josie, een ongeveer veertienjarig meisje dat al vaker voor de etalage van de winkel heeft gestaan, neemt haar mee naar huis. Hierna verandert Klara’s bestaan aanzienlijk. Ze moet wennen aan haar nieuwe omstandigheden, doet andere observaties en hoeft zich alleen maar op Josie te richten. Dit laatste doet ze vol overgave, maar desondanks laat ze haar eigen ideeën niet zomaar los.

Aan het begin van het verhaal, dat uit zes delen bestaat die elk een andere strekking hebben, vraag je je af welke richting het precies opgaat, wie of wat de veelvuldig genoemde KV’s zijn en wat hun exacte functie is. Na niet al te lange tijd verandert dit en wordt de strekking ervan duidelijk. Tevens krijg je, dankzij enkele aanwijzingen, snel door dat Klara en haar soortgenoten niets anders dan een robot kunnen zijn, maar dan wel een met buitengewoon menselijke eigenschappen en gedragingen. Dit maak je op uit het feit dat ze kunnen praten, denken en eveneens emoties tonen. Omdat het in de plot voor een heel groot deel om KV Klara draait, krijgt de lezer een speciale band met haar en heeft hij steeds minder het gevoel dat ze geen mens van vlees en bloed is.

De andere personages zijn dit wel en omdat Klara door Josie is uitgekozen, besteedt de auteur ook vrij veel aandacht aan haar. De lezer krijgt zijn vermoeden bevestigd dat het meisje vrij eenzaam is – KV’s komen niet voor niets bij kinderen terecht die zich min of meer alleen op de wereld voelen – maar behalve dit heeft ze ook een enigszins broze gezondheid. De rol van Klara is niet alleen om op haar te letten, maar eveneens om voor gezelschap te zorgen. Desondanks heeft Josies moeder een geheel andere reden waarom ze Klara bij hen in huis genomen hebben; een reden die nogal als onethisch beschouwd kan worden, maar eveneens zorgwekkend kan zijn als je daarbij de verregaande technologische ontwikkelingen in aanmerking neemt.

Ishiguro heeft daarnaast – heel zijdelings, volstrekt niet overheersend en zonder hier een waardeoordeel over te geven – diverse maatschappelijke en nog immer actuele onderwerpen in het verhaal verwerkt. Denk hierbij onder andere aan de almaar toenemende luchtverontreiniging, genetische manipulatie en robotisering. Andere thema’s waar hij meer de nadruk op legt, zijn eenzaamheid, vriendschap en liefde en de essentie hiervan komt heel goed naar voren. De auteur brengt dit alles op een overwegend speelse wijze waardoor de roman bijzonder toegankelijk is. Verder is het hem uitstekend gelukt om de emotionele aspecten van de literatuur te combineren met sciencefictionachtige en speculatieve elementen. Deze ongebruikelijke, maar geslaagde samensmelting zorgt ervoor dat Klara en de zon een verhaal is om niet snel te vergeten.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Kazuo Ishiguro
Titel: Klara en de zon

ISBN: 9789025470074
Pagina’s: 352

Eerste uitgave: 2021

Stad 40 – Natasha Pulley

Flaptekst
Valery Kolkhanov wordt van de Siberische goelag overgeplaatst naar ‘Stad 40’. Deze mysterieuze stad huisvest een reeks kernreactoren en wordt omringd door een bos dat zo beschadigd is dat het lijkt alsof de bomen zijn verroest. Valery moet het effect van straling op de lokale dieren bestuderen, maar hij vraagt zich vooral af hoe het komt dat er zoveel straling in het gebied ís. Wat wordt er precies verborgen voor de duizenden die in de stad wonen? En als hij naar antwoorden blijft zoeken, zal hij dan overleven?

Recensie
In 2015 debuteerde Natasha Pulley met de speculatieve en historische roman De horlogemaker van Londen (2016), waarvoor ze de Betty Trask Award (een prijs voor auteurs jonger dan 35 jaar) won. Zeven jaar later, in juni 2022, verscheen The half life of Valery K (Stad 40, 2023), waarin ze het over een heel andere boeg gooit en zich afspeelt tijdens de Koude Oorlog. De thriller is gebaseerd op waargebeurde feiten en legt de gevolgen en risico’s van kernexplosies bloot.

Het is 1963 en biochemicus Valery Kolkhanov wordt onverwacht overgebracht van het Siberische gevangeniscomplex Kolyma naar Stad 40, een afgezonderde, troosteloze en van de buitenwereld afgesloten plaats waar een aantal kernreactoren is geplaatst en onderzoek wordt verricht naar het effect van straling op lokale dieren. Valery komt erachter dat de radioactiviteit niet overal gelijk is en dat baart hem zorgen. Als hij dit ter sprake brengt, blijkt dat er iets verborgen wordt gehouden voor hem, maar ook voor alle bewoners van de stad. En hoe meer hij zich erin verdiept, hoe onzekerder het is of hij nog in leven blijft.

Dat de plot zich zo goed als volledig aan het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw afspeelt, is bijzonder goed te merken. Het is de periode van de Koude Oorlog en het Sovjetregime doet er alles aan om zo veel mogelijk voor de Amerikanen te verbergen. Zich blijkbaar niet realiserend – zo blijkt aan het eind van het verhaal – dat het westen in feite overal al van op de hoogte is. De sfeer die dit met zich meebrengt, komt uitstekend tot uiting. De bevolking is angstig en achterdochtig (want wie is te vertrouwen), zit vol wantrouwen en iedereen kan elkaar verlinken of, in het slechtste geval, KGB-agent zijn. Voor het minste of geringste kun je naar een werkkamp in Siberië worden gestuurd. Pulley brengt de gevoelens die de mensen, en met name de gedupeerden, hierbij hadden prima op de lezer over.

Wat de auteur eveneens naar voren laat komen, is de ellende die een kernramp veroorzaakt. Niemand in de omgeving waar zo’n ramp heeft plaatsgevonden voelt zich nog veilig, maar omdat ze nergens anders naartoe kunnen, blijven ze toch maar op hun plek. Alle treurigheid op de koop toe nemend. Natuurlijk bevat het verhaal ook een grote hoeveelheid fictie, maar dit is zodanig met de waargebeurde feiten verweven dat zo goed als alles wat erin voorkomt realistisch overkomt. De plot is goed en gedegen opgebouwd en de lezer is vanaf het allereerste moment bij de vele gebeurtenissen betrokken. Een enkele keer is er een flashback naar verschillende periodes die de ene keer recenter en de andere keer verder in het verleden liggen. Door deze terugblikken kom je niet alleen te weten wat er destijds exact bij Stad 40 gebeurd is, maar ook waarom Kolkhanov in Kolyma terechtgekomen is en wat hij er gedaan heeft.

Ondanks dat de schrijfstijl van de auteur erg toegankelijk en beeldend is, zijn er een paar taaiere fragmenten, voornamelijk in de eerste fase van het boek. Deze overwegend korte gedeelten zijn nogal theoretisch omdat daarin diverse chemische processen worden beschreven. Voor iemand die hier interesse in heeft, is dit begrijpelijke taal, voor de doorsnee thrillerlezer geldt dit een stuk minder, zeker als je geen wetenschappelijke achtergrond hebt. Het pleit echter wel voor Pulley dat ze het meeste uitlegt, maar abracadabra blijft abracadabra. Gelukkig overheersen de intrigerende, boeiende en – helaas – schokkende aspecten van de plot, waarbij het ook nog eens regelmatig spannend is. Stad 40, dat moeilijk aan de kant te leggen is en fascinerende personages heeft, is al met al een bijzonder sterke thriller, waarin het zich werkelijk voorgedane prima laat mixen met de door Pulley verzonnen fantasie.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Natasha Pulley
Titel: Stad 40

ISBN: 9789026165320
Pagina’s: 352

Eerste uitgave: 2023

Dodelijke afloop – Stig Abell

Flaptekst
Jake Jackson staat bekend als een van de meest ambitieuze rechercheurs in Londen. Als hij op een dag een brief ontvangt waaruit blijkt dat zijn oom hem al zijn eigendommen heeft nagelaten, waaronder een woonboerderij op het platteland inclusief bibliotheek met eerste drukken van populaire thrillers, is zijn keuze snel gemaakt: hij vertrekt naar Little Sky.
Zijn nieuwe leven biedt Jake alles wat hij wenst, tot tijdens de jaarlijkse speurtocht in het dorp de botten van een jonge vrouw worden ontdekt en hij opnieuw in de rol van rechercheur wordt geduwd. In eerste instantie tast hij volledig in het duister, dus hij zal het over een andere boeg moeten gooien. Staan de antwoorden misschien in ’s werelds bekendste thrillers?

Recensie
Het op het Engelse platteland gelegen plaatsje Caelum Parvum vormt, samen met de uitgestrekte en desolate omgeving, het decor van Dodelijke afloop, de in 2023 verschenen debuutthriller van journalist, krantenredacteur en radiopresentator Stig (Stephen Paul) Abell. Voormalig rechercheur Jake Jackson komt in dit gebied terecht nadat hij alle eigendommen van zijn oom Arthur heeft geërfd. Hij verlaat zijn woonplaats Londen om zich in de woonboerderij Little Sky, die deel uitmaakt van de nalatenschap, te vestigen. Het rustige leven bevalt hem uitstekend, onder andere dankzij de erg uitgebreide en exclusieve bibliotheek van zijn oom. Tijdens de jaarlijks terugkerende speurtocht vindt hij een zak met botten die van jonge vrouw blijken te zijn. Meteen wordt de rechercheur in hem wakker en wil hij te weten komen wat de oorzaak van haar dood is.

De sfeer die dit debuut voor een groot deel uitstraalt, doet in de verte enigszins denken aan die in de Britse televisieserie Midsomer Murders. De weidsheid van het landschap, de gemoedelijkheid, maar ook de vijandigheid van sommige personages en de soms ongedwongen omgang met elkaar zijn daar hoofdzakelijk debet aan. Er zijn eveneens tegenstellingen, want – in de proloog openbaart zich dat al min of meer – er is meer mysterie, er zijn verschillende onverwachte ontwikkelingen en het wordt in de loop van de plot, met name in het tweede gedeelte, spannend, om uiteindelijk in de ontknoping een hoogtepunt te bereiken. Door deze opzet werkt Abell niet alleen stapsgewijs naar deze climax toe, maar zorgt hij er tevens voor dat de lezer heel geleidelijk aan nieuwsgieriger wordt.

Het aantal personages is niet zo heel erg groot, dus weet de lezer voortdurend met wie hij te maken heeft. De belangrijkste van hen, Jake Jackson, is niet de stereotypische politieman die regelmatig in thrillers voorkomt. Wat hem vooral onderscheidt, is zijn passie voor het lezen van klassieke detectiveverhalen, zijn hang naar zelfgekozen rust en zijn sociale inborst. Dit maakt hem een aimabel mens, hetgeen eveneens geldt voor de lokale veearts Livia, die een belangrijke rol in het leven van Jackson gaat spelen. De andere personages hebben stuk voor stuk hun eigen eigenaardigheden en sommigen zijn ronduit markant, waardoor ze bijzonder en authentiek overkomen. Los daarvan heeft ieder van hen een functie die ook goed wordt vervuld.

Aanvankelijk heeft het boek de kenmerken van gezellige en ontspannende cosy crime, zelfs na de vondst van de zak met menselijke botten. Zonder dat er afbreuk gedaan wordt aan de teneur van het verhaal worden de omstandigheden gaandeweg de plot dreigender, geheimzinniger, verrassender en bovenal iets spannender. Door deze aanpak, maar ook door het tempo dat hij erin houdt, weet de auteur de lezer van begin af aan te boeien en bereikt hij dat je bij wijze van spreken zelf in de schoenen van Jackson stapt om te achterhalen wat er destijds is gebeurd en wie of wat verantwoordelijk is voor de dood van de vrouw.

Hoewel de kenmerken van een thriller absoluut aanwezig zijn, is Dodelijke afloop, waarvan de vertaling in handen van Ingrid Zweedijk lag, voornamelijk een sfeervolle, pakkende en vlotte detective. Maar wel een waarin een al sinds mensenheugenis maatschappelijk thema ten grondslag ligt aan de diverse gebeurtenissen.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Dodelijke afloop
Titel: Stig Abell

ISBN: 9789402769418
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2023