Categorie archief: Gelezen in 2023

De 20 – Sam Holland

Flaptekst
In het holst van de nacht arriveert rechercheur Adam Bishop op de plek waar een flink toegetakeld lichaam is ontdekt. Het is een gruwelijk tafereel, maar het met spuitbus aangebrachte cijfer boven het lijk bezorgt Adam pas écht koude rillingen. Er zijn namelijk al meer slachtoffers, en bij elk lichaam is een nummer gevonden: 20, 19, 18… De moordenaar telt af, maar waarom?

Adam heeft geen idee wat het motief is, totdat dr. Romilly Cole bij hem aanklopt en hem erop wijst dat de zaak overeenkomsten vertoont met een reeks moorden die vijfentwintig jaar geleden plaatsvond. Het is een zaak uit Romilly’s verleden die haar blijft achtervolgen. Nu maakt de moordenaar het echter persoonlijk. 4, 3, 2…

Recensie
In 2022 debuteerde Sam Holland met De Echoman, het eerste deel van de Major Crime-serie. Deze thriller schokte en boeide zowel lezers als recensenten, voornamelijk vanwege sinistere weergave van een seriemoordenaar die beruchte moorden uit het verleden kopieert. Ook in haar tweede boek, De 20, dat in 2023 werd uitgebracht, gaat het er niet zachtzinnig aan toe en laat ze de lezer opnieuw getuige worden van een aantal seriemoorden. De fascinatie de ze voor moordenaars en misdadigers heeft, wordt hieruit onmiskenbaar duidelijk en opnieuw laat ze zien wat zich in het duistere brein van de seriemoordenaar afspeelt.

Inspecteur Adam Bishop wordt in het midden van de nacht opgeroepen om naar een verlaten en braakliggend terrein te komen waar een in deplorabele staat verkerend lichaam is gevonden. Niet ver bij het vandaan is het Romeinse cijfer XII aangebracht en dan is er maar één conclusie mogelijk: er zijn meer slachtoffers. Terwijl het onderzoek in volle gang is en er nog geen enkel aanknopingspunt naar het motief en de dader is, merkt Bishops ex-vrouw dr. Romilly Cole op dat deze zaak veel overeenkomsten heeft met een reeks moorden die vijfentwintig jaar eerder hebben plaatsgevonden. De dader hiervan zich echter een levenslange gevangenisstraf uit.

De korte proloog laat de lezer al meteen huiveren, want de scène die de auteur beschrijft, geeft het machteloze gevoel van iemand die geen kant op kan en in feite niets meer te winnen heeft uitstekend weer. Hiermee lijkt de toon voor de rest van het verhaal te zijn gezet. En inderdaad, je komt absoluut niet bedrogen uit. De gruwelijke en erg bloederige omstandigheden van de slachtoffers van de moordenaar worden gedetailleerd beschreven. Ook het psychologische spelletje dat de nog steeds vastzittende dader van de moorden die een kwart eeuw eerder zijn gepleegd speelt mag er zijn, hoewel dit in de verte wel doet denken aan het gedrag van de door Thomas Harris gecreëerde psychopaat Hannibal Lecter.

Al vrij snel wordt inspecteur Adam Bishop geïntroduceerd, en de plek waar dit gebeurt, is enigszins kenmerkend voor de gemoedstoestand waarin hij zich momenteel bevindt. Toch kun je van hem niet zeggen dat hij niet gedreven is, dat is hij zonder meer, want hij doet er werkelijk alles aan om deze gecompliceerde zaak tot een goed einde te brengen. Hierbij wordt hij geassisteerd door zijn team, van wie zijn rechterhand en vriend brigadier Jamie Hoxton en de jonge en onervaren rechercheur Ellie Quinn het meest in het oog springen. Gedrieën vormen ze een solide en goed op elkaar afgestemd trio, daarbij min of meer ook nog eens geassisteerd door Bishops ex-vrouw en oncoloog Romilly Cole. Alle vier zijn het sowieso interessante en intrigerende personages.

Het verhaal speelt zich in een moordend tempo af en bevat een groot aantal plotwendingen, waaronder enkele erg verrassende. De vele gebeurtenissen volgen elkaar snel op en verschillende intermezzo’s, zoals enkele cursieve passages waarin de lezer in het hoofd van de dader kruipt, zijn een goede aanvulling op de gebeurtenissen. Hierdoor krijg je een goed beeld van wat zich nu afspeelt, maar ook wat er vijfentwintig jaar eerder precies aan de hand was. Natuurlijk is het over het algemeen de bedoeling van een auteur de identiteit van de antagonist zo lang mogelijk in het ongewisse te laten en Holland doet dit feitelijk ook, maar de oplettende lezer kan ruim voor het einde wel doorhebben wie de seriemoordenaar is. Dit is overigens niet van invloed op de rest van de plot, want er gebeurt daarna nog meer dan voldoende, waaronder opnieuw enkele verrassingen.

Ondanks enkele elementen die vaker in thrillers voorkomen, laat De 20, dat uitermate beeldend is geschreven, de lezer overdonderd achter. De spanning is in ruime mate aanwezig, de plot is enerverend en een flink aantal situaties is macaber. En als je het boek dichtgeslagen hebt, zul je echt even een tijdje moeten bijkomen.

Waardering: 5/5

Boekinformatie
Auteur: Sam Holland
Titel: De 20

ISBN: 9789402712896
Pagina’s: 386

Eerste uitgave: 2023

Wachten op mijn arrestatie in de nacht – Tahir Hamut Izgil

Flaptekst
Eén voor één verdwenen de vrienden van de Oeigoerse dichter Tahir Hamut Izgil. De vervolging van de Oeigoeren door de Chinese regering was al jaren bezig, maar in 2017 nam de onderdrukking, versterkt door de opkomst van een hightech controlestaat, een angstaanjagende nieuwe vorm aan. Meer dan een miljoen mensen verdwenen in ‘heropvoedingskampen’.

Een oude vriend van Izgil werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, omdat hij opriep tot handhaving van de wettelijke rechten van de Oeigoeren. De politie nam radio’s in beslag en installeerde storingsapparatuur om Oeigoeren van de buitenwereld af te snijden. Toen Izgil merkte dat het park bij zijn huis bijna leeg was omdat zoveel buren waren gearresteerd, wist hij dat vluchten de enige hoop voor zijn gezin was.

Wachten op mijn arrestatie in de nacht is het verhaal van de politieke, sociale en culturele vernietiging van het thuisland van Tahir Hamut Izgil. Zijn boek is een oproep aan de wereld om de catastrofe onder ogen te zien, en een eerbetoon aan zijn vrienden wier stem tot zwijgen is gebracht.

Recensie
Zo nu en dan besteden de Nederlandse en Vlaamse media aandacht aan de Chinese onderdrukking van de Oeigoeren, een Turks volk uit de Chinese autonome regio Xinjiang, maar voor de meeste mensen is hun problematiek een ver-van-mijn-bedshow en zijn derhalve onbekend met wat deze bevolkingsgroep allemaal moet doorstaan. De Oeigoerse dichter Tahir Hamut Izgil – in 2017 met zijn gezin naar de Verenigde Staten gevlucht – wil door middel van zijn in augustus 2023 verschenen autobiografie Wachten op mijn arrestatie in de nacht de wereld laten weten aan welk leed deze moslimminderheid wordt blootgesteld. Daarnaast is het een eerbetoon aan zijn vrienden, die hij noodgedwongen heeft moeten achterlaten en aan wie het zwijgen is opgelegd.

In de inleiding zet Joshua L. Freeman, de Engelse vertaler van het boek (de Nederlandse vertaling werd op basis van diens vertaling verzorgd door Pon Ruiter), kort uiteen wat poëzie voor de Oeigoeren betekent, hoe hij de auteur heeft leren kennen en in welke omstandigheden Izgil en vele anderen terecht zijn gekomen. Het échte verhaal, dus dat van de gevluchte dichter, begint meteen daarna en bestrijkt heel beknopt een periode van nog geen tien jaar, hoewel de Chinese annexatie van Oost-Turkestan, het gebied waar de Oeigoeren leven, al in 1949 aanving.

De auteur haalt als eerste een voorval aan uit 2009, wanneer hij door drie politiemensen in burger wordt opgehaald om mee te gaan naar het politiebureau, waar ze met hem over zijn woonvergunning willen praten. Een situatie als deze – Izgil beschrijft meer voorbeelden, waaronder veel serieuzere – is kenmerkend voor de werkwijze van de Chinese autoriteiten ten opzichte van de Oeigoeren. Intimidatie, bangmakerij, vernedering en controle zijn middelen die stelselmatig worden gehanteerd en na verloop van jaren alleen maar verergeren. De lezer te laten weten hoe dit in zijn werk gaat en welke impact dit op de mensen heeft, loopt als een rode draad door het boek heen.

Veel voorbeelden waar Izgil aandacht aan besteedt, vloeien uiteraard voort uit eigen ervaringen, maar ook uit die van vrienden en bekenden. Het valt hierbij op dat de Oeigoerse gemeenschap met de jaren onzekerder en angstiger wordt. Niemand weer meer wie wel of niet te vertrouwen is en wat wel of niet verboden is. Aan welke regels men zich precies moet houden is evenmin duidelijk. De medewerkers van de bijzonder bureaucratische Chinese ambtenarij verschuilen zich voortdurend achter de door hogerhand opgelegde reglementen en richtlijnen, alsof zij het spoor eveneens bijster zijn. Het lot dat de Oeigoeren moeten ondergaan, ook degenen die allang niet meer in hun eigen land wonen, doet in grote lijnen denken aan de omstandigheden in de voormalige DDR.

Vanaf 2017 nam de ‘heropvoeding’ van de Oeigoeren drastische vormen aan en de onzekerheid en angst die dit met zich meebracht, komt goed tot uiting in een wanhopige en veelzeggende uitspraak van een van de vrienden van de auteur. Een gedachte die zo goed als zeker niet bij één man leeft, maar bij het merendeel van de onderdrukten.

‘Ik wou dat de Chinezen de wereld veroverden. Het kan de wereld namelijk niks schelen wat er met ons gebeurt. De wereld begrijpt China niet. Als wij niet in vrijheid mogen leven, laat dan de hele wereld maar een geknecht bestaan leiden. Dan zijn we allemaal hetzelfde. Dan kennen niet alleen wij ellende.’

Wachten op mijn arrestatie in de nacht is grotendeels een voorstelling van zaken vanuit het perspectief van Izgil, maar omdat hij hier ook de verhalen van anderen in betrekt, krijgt de lezer een behoorlijk goede indruk van wat de Oeigoeren door- en meemaken. Omdat de auteur, die absoluut niet de activist uithangt (en dit ook niet wil zijn), hierbij de persoonlijke noot laat prevaleren, is dit boek bij vlagen aangrijpend, onthutsend en verbazingwekkend.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Wachten op mijn arrestatie in de nacht
Titel: Tahir Hamut Izgil

ISBN: 9789403129662
Pagina’s: 240

Eerste uitgave: 2023

Stad der engelen – Jordan Harper

Flaptekst
Welkom in Mae Pruetts Los Angeles, waar ‘niemand praat, maar iedereen fluistert.’ Mae werkt voor een van L.A.’s machtigste en meest gewilde pr-crisisfirma’s, in het hart van een uitgebreid web van advocaten, persvoorlichters en privébeveiligingsbedrijven dat zij Het Beest noemt. Het beschermt de rich and famous met alle mogelijke middelen.
Nadat haar baas is neergeschoten voor het Beverly Hills Hotel in een ogenschijnlijk willekeurige aanval, neemt Mae het op zich om een onderzoek in te stellen en komt ze voor het eerst in aanraking met de wetteloze praktijken van Het Beest en de corrupte systemen die het in stand houden. Het neemt haar mee op een trip door een Los Angeles vol influencers die zijn volgespoten met drugs en fillers; uitgestrekte herenhuizen op een steenworp afstand van uitgestrekte daklozenkampen; corrupte agenten en mysterieuze sloopteams midden in de nacht.

Recensie
Voor de in 2017 uitgebrachte debuutthriller She rides shotgun (Kind van de rekening, 2019) won de Amerikaanse auteur Jordan Harper zowel de Edgar Award als de Alex Award. De opvolger van dit goed ontvangen boek heeft geruime tijd op zich laten wachten en uiteindelijk verscheen in 2023 Harpers tweede en door Dennis Keesmaat vertaalde thriller Stad der Engelen. De plot vindt zijn oorsprong in een eerder geschreven kort verhaal, maar kwam pas echt tot leven door Harpers ervaringen met het bewerken en produceren van James Ellroys L.A. Confidential voor de televisiezender CBS.

Terwijl Los Angeles in de ban is van een genadeloze brandstichter draait het gewone leven onveranderd door. Ook voor Mae Pruett, die voor Mitnick & Associates, L.A.’s grootste pr-crisisbureau dat alibi’s voor Hollywoods sterren verschaft, werkt. Op een dag wordt haar directe leidinggevende bij een ogenschijnlijke roofoverval om het leven gebracht, wat voor Pruett een drijfveer is om erachter te komen wie voor deze moord verantwoordelijk is. Al snel raakt ze verzeild in een wereld waarin de wet niet zo nauw genomen wordt en corrupte politieagenten en decadente feestjes met veel drank en drugs eerder regel dan uitzondering zijn.

Veel auteurs geven hun lezers de gelegenheid rustig en geleidelijk aan in het verhaal te groeien en de personages enigszins te leren kennen. Harper kiest echter voor een geheel andere aanpak, want zonder aanloop of introductie valt hij meteen met de deur in huis en word je geconfronteerd met het rauwe leven van Los Angeles, de aanvankelijk nogal onduidelijk werkzaamheden van Pruett en niet veel later ook die van Chris Tamburro, een ontslagen politieman die vervolgens voor L.A.’s grootste privébeveiligingsbedrijf BlackGuard Security is gaan werken. Door deze directe benadering, die zich vaker in de plot voordoet, lijkt het erop dat de structuur ontbreekt en scènes vanuit het niets uit de lucht komen vallen. De auteur hopt van de ene situatie naar de andere en een vloeiend lopende verhaallijn ontbreekt, voornamelijk veroorzaakt doordat het boek de opzet heeft van een filmscenario en eveneens als zodanig leest.

Naast de twee protagonisten Pruett en Tamburro, over wie vrij weinig wordt bekendgemaakt, zijn er nog talloze andere personages. Eigenlijk te veel om hen van een gezicht te voorzien, hen te kunnen plaatsen én om hen in één keer met bepaalde omstandigheden in verband te kunnen brengen. Een in het boek opgenomen overzicht waarin hun namen én hun rol vermeld staan, had dit beslist voorkomen. De vele zijwegen die de auteur bewandelt en alleen geschreven lijken te zijn om aan te tonen hoe verdorven de filmscene van Los Angeles kan zijn, zorgen regelmatig voor verwarring en leiden af van de eigenlijke bedoeling. Omdat lang niet alles relevant is, is het lastig een lijn in het verhaal te ontdekken en wellicht is dit Harpers opzet ook helemaal niet.

Ondanks de vele en vaak onnodige details is het tempo onveranderd hoog. Er gebeurt veel, de ontwikkelingen zijn talrijk en incidenteel is het tamelijk explosief. Desondanks zijn en blijven de spannende momenten beperkt tot net geen twee handenvol. Te weinig voor een thriller die het gevaarlijke en verdorven L.A. als uitgangspunt heeft en waarin wel degelijk ruimte is gemaakt voor enkele gruwelijkere scènes. Wat Harper daarentegen wel heel duidelijk naar voren laat komen, is dat geld en macht zo goed als altijd de winnaars zijn in een wereld die door deze factoren wordt beheerst en dat velen die hierover beschikken zichzelf als onoverwinnelijk beschouwen.

Hoewel de nadruk van Stad der engelen – een letterlijke vertaling van Los Angeles – wel erg veel op L.A.’s filmscene en diens sterren wordt gelegd en de spanning daardoor behoorlijk achterblijft, is het geen onaangenaam boek om te lezen.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Stad der engelen
Titel: Jordan Harper

ISBN: 9789021040486
Pagina’s: 288

Eerste uitgave: 2023

It – Stephen King

Flaptekst
Een zesjarig jongetje speelt in Derry tijdens een stortbui met een papieren bootje in de goot. Plotseling verdwijnt het bootje. Als het jongetje op zijn knieën in het donkere gat tuurt, staren twee felgele ogen hem aan vanuit het riool…

De zeven leden van de Stumpersclub waren tieners toen ze werden geconfronteerd met het kwaad dat geen naam heeft: Het. Ze zwoeren om weer samen te komen als de demon die aast op kinderen opnieuw zou verschijnen. Nu, 28 jaar later, zijn ze volwassen en op zoek naar succes en geluk. Maar als er weer kinderen ontvoerd en vermoord worden in Derry is het tijd voor de zeven om terug te keren, om het kwaadaardige wezen dat loert vanuit het riool eens en voor altijd uit te schakelen…

Recensie
Een van de meest productieve en wereldwijd bestverkopende auteurs van de Verenigde Staten is Stephen King. Zijn boeken zijn dan ook in vele talen vertaald. Hij begon al op jonge leeftijd met schrijven, veelal in het horror- en sciencefictiongenre, waar hij al vroeg aan verslingerd raakte. Zijn debuut Carrie werd in 1974 uitgebracht en dit boek is diverse keren verfilmd. In 1986 verscheen It (Het), dat tot zijn meest omvangrijke publicaties behoort en waarin hij de monsters die hij zich uit zijn kindertijd herinnert op laat draven.

Het is 1957 en in het plaatsje Derry (Maine) worden enkele kinderen om het leven gebracht, waaronder George, het jongere broertje van Bill. Met zes andere tieners vormt Bill de Stumpersclub en op een dag spreken de zeven af om samen te komen als het wezen, dat zij voor de moorden verantwoordelijk houden, opnieuw toeslaat. Achtentwintig jaar later is het zover, dus komt het groepje in hun geboorteplaats bijeen om het van gedaanten wisselende monster, dat ze It (Het) hebben genoemd, definitief uit te schakelen.

It (Het) speelt zich in twee perioden af: 1957/58 en 1984/85, en in beide jaren worden de vele gebeurtenissen verteld vanuit het perspectief van een zevenhoofdige vriendengroep – eerst als ongeveer elfjarigen en later als ze zevenentwintig jaar ouder zijn. De vorm waarin King dit gegoten heeft, is niet uit een vertelling door henzelf, maar omdat een van hen de voorvallen uit beide jaren als een soort alwetend of alziend oog aan de lezer vertelt. Deze techniek, die wel vaker in boeken wordt gebruikt, is absoluut niet van invloed op de beleving van de lezer en hoe alles op hem overkomt. Van begin af aan ben je bij zowel het verhaal als de personages betrokken, voel je met hen mee en zie je de omstandigheden voor je.

Nog voor het verhaal goed op gang gekomen is, is de mysterieuze sfeer, die in de hele plot merk- en voelbaar is, al aanwezig. Er gebeuren in de beginfase dingen die eigenlijk niet te bevatten, en in feite ook nog eens erg onwerkelijk, zijn. Uiteraard gaat dit eveneens op voor de grote hoeveelheid voorvallen waar de vrienden vervolgens mee te maken krijgen. Toch is het niet een en al mysterie, want de auteur heeft namelijk een thema in het boek verwerkt waar vooral Amerika destijds veel mee te maken had: rassenongelijkheid en de daaraan voortvloeiende discriminatie. Wat daarnaast goed naar voren komt, is de hechte band die echte vriendschap op kan leveren, ook al zit er een lange periode tussen dat je elkaar gezien noch gesproken hebt.

Hoewel het verhaal nog vrij rustig begint, ontwikkelt het zich gaandeweg de plot steeds meer en nemen de onverwachte gebeurtenissen zienderogen toe. Het gevolg is dat de spanning toeneemt en de ontknoping een enigszins apocalyptisch karakter heeft. Desondanks kan de lezer zich niet aan de indruk onttrekken dat dit eind nogal (ver)gezocht is, alsof King probeert zichzelf te overtreffen. In ieder geval doet de eindfase wel wat afbreuk aan alles wat eraan voorafgaat. In de beschrijvingen van omgeving, situaties en personages is de auteur bijzonder gedetailleerd, maar omdat er over het algemeen vrij veel gebeurt, heeft dit geen nadelig effect op de plot en perceptie die je daarvan hebt.

Van het feit dat It (Het) een nogal omvangrijk boek is, is op zich niet zo heel veel te merken. Het verhaal boeit van begin tot eind en verveelt geen moment. King laat, mede door zijn toegankelijke en inlevende schrijfstijl, wederom zien dat hij een begenadigd verhalenverteller is die de lezer aan zich weet te binden.    

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Stephen King
Titel: It

ISBN: 9789024586790
Pagina’s: 1162

Eerste uitgave: 1986

Mannen die vrouwen haten – Stieg Larsson

Flaptekst
Twee tegenpolen, Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander. Hij is een charmante man en een kritische journalist, en uitgever van het tijdschrift Millennium. Zij is een jonge, gecompliceerde, uiterst intelligente vrouw met zwartgeverfd haar, piercings en tatoeages én ze is een hacker van wereldklasse. Mikael wordt benaderd door oud-zakenman Henrik Vanger. Veertig jaar geleden is de zestienjarige Harriët Vanger op mysterieuze wijze verdwenen en vermoedelijk vermoord. De zaak is echter nooit opgelost en inmiddels verjaard. Toch wil Henrik Vanger graag dat Mikael zich hier nog eens op stort. Met hulp van Lisbeth Salander stuit Mikael op een spoor dat rechtstreeks naar een zeer duister en bloedig familiegeheim voert …

Recensie
Nadat Stieg Larsson zijn werk als militair adviseur om gezondheidsredenen moest beëindigen, ging hij aan de slag bij Tidningarnas Telegrambyrå, het grootste persbureau van Zweden. In 2001 begon hij voor de aardigheid aan een detectiveroman en ontdekte hij zijn schrijverstalent en twee jaar later was hij al bezig met zijn derde boek. Niet lang na zijn plotselinge overlijden werd zijn debuut, Mannen die vrouwen haten (2005, in het Nederlands in 2006) postuum uitgebracht. Dit was het eerste deel van de Millenniumtrilogie, meteen na publicatie een groot succes en beloond met diverse prijzen.

Op verzoek van voormalig zakenman Henrik Vanger doet journalist Mikael Blomkvist onderzoek naar de plotselinge en bijna veertig jaar oude verdwijning en mogelijke moord van de toen zestienjarige Harriët Vanger. De zaak is destijds grondig uitgeplozen, maar nooit opgelost. Blomkvists naspeuringen leiden nergens toe, tot hij de hulp inschakelt van Lisbeth Salander, een jonge gecompliceerde vrouw en uitstekend hacker. Samen komen ze erachter dat enkele leden van de Vanger-familie, waarvan de onderlinge verhoudingen toch al troebel zijn, een bizar geheim te verbergen hebben.

Het verhaal bestrijkt een periode van ruim één jaar en het aantal gebeurtenissen dat zich in dit tijdsbestek afspeelt is talrijk. Desondanks neemt de auteur er ruim de tijd voor om zijn debuut op gang te laten komen. Hij begint met uitgebreide en zeer gedetailleerde beschrijvingen van de personages, waar ze zich tot dusver mee bezig hebben gehouden en wat ze momenteel doen. Larsson gaat zelfs zover dat hij ook over minder belangrijke personen het een en ander vertelt. Veel daarvan is in feite overbodig en voor de plot dus van geen enkele meerwaarde, maar – en dat moet wel gezegd worden – ook niet vervelend om te lezen. Ondanks de vele details zijn er voldoende ontwikkelingen waardoor de lezer geen moment weet wat hij nog meer kan verwachten.

Aanvankelijk lijkt het erop dat de meeste aandacht uitgaat naar Mikael Blomkvist, maar ver in de plot wordt de rol van Lisbeth Salander, die tot dan sporadisch in het verhaal voorkwam, een stuk groter. Haar aandeel moet niet onderschat worden, want ze is van grote waarde voor de onderzoeksjournalist. Zij zijn degenen die het verhaal dragen en omdat Larsson hun personage buitengewoon uitvoerig uiteenzet leert de lezer hen vrij goed kennen, hoewel Salander, die zich zichtbaar positief ontwikkelt, wel iets minder dan Blomkvist. Beiden zijn in ieder geval interessante en markante karakters en de lezer kan niet anders dan sympathie voor hen opbrengen. Dit laatste gaat niet op voor een groot aantal leden van de Vanger-clan. Zij zijn onaangenaam en lijken er alles aan te doen om niet vriendelijk en oprecht gevonden te worden.

Het gebrek aan spanning in het eerste gedeelte van het verhaal, dat in die fase veel wegheeft van een familiekroniek, wordt ruimschoots vergoed in het ruime restant ervan. Hoofdstukken eindigen met cliffhangers, je wordt een stuk nieuwsgieriger en de plot, die sowieso al boeide, intrigeert meer en meer. Bij vlagen ligt het tempo een stuk hoger dan daarvoor en de diverse verwikkelingen waar de protagonisten in terechtkomen zijn hachelijker. In de ontknoping en de epiloog worden alle lossen eindjes aan elkaar geknoopt en krijgt de lezer een antwoord op nog openstaande vragen. Mannen die vrouwen haten – een erg toepasselijke titel – is al met al een bijzonder verdienstelijk debuut en eerste deel van de Millennium-trilogie en smaakt hoe dan ook naar meer.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Stieg Larsson
Titel: Mannen die vrouwen haten

ISBN: 9789056723088
Pagina’s: 560

Eerste uitgave: 2006

Zeg maar Agaath – Margôt Ros en Jeroen Kleijne

Flaptekst
Na het overlijden van haar man besluit Agaath (78) haar villa in Amsterdam-Zuid te ontruimen, onder toeziend oog van kaketoe De Generaal. Tijd om bij de pakken neer te zitten heeft ze niet. Of, zoals ze zelf zegt: Memory Lane is een mooie straat, maar je moet er niet gaan wonen. Dankzij een advertentie in de supermarkt krijgt ze hulp van vakkenvuller Karim (18), die nog geen idee heeft wat hij wil met zijn leven. Samen slaan ze nieuwe wegen in. Hij leert haar hiphop, zij leert hem Arabisch. Dan stuit Karim op een stapel oude liefdesbrieven. Wie is die mysterieuze man die Agaath zo aanbad? En kan Karim haar helpen op zoek te gaan naar haar grote liefde?

Recensie
Actrice Margôt Ros en auteur Jeroen Kleijne, met wie ze een relatie heeft, ontmoetten in een park een oudere vrouw waarmee ze in gesprek raakten. Het verhaal dat ze hen vertelde en ook de levenslustige uitstraling die ze had, inspireerde het duo dusdanig dat ze de vrouw als voorbeeld namen voor een romanpersonage. Zo ontstond hun gezamenlijke feelgoodroman Zeg maar Agaath, dat in 2022 is verschenen. Twee jaar daarvoor brachten ze samen al Hersenschorsing uit, dat vertelt over de hersenschudding die Ros in 2018 opliep.

Niet lang na het overlijden van haar man besluit de achtenzeventigjarige Agaath haar villa te verlaten en te verhuizen naar een appartement. Omdat er nogal wat spullen op zolder opgeslagen liggen, hangt ze een advertentie op het prikbord in de supermarkt waarin ze om hulp bij het opruimen  vraagt. De achttienjarige vakkenvuller Karim gaat hierop in en biedt aan haar te helpen. Ze gaat akkoord, waarna het leven van haar een andere wending aanneemt. Vooral nadat Karim een stapeltje brieven heeft gevonden die haar jeugdliefde aan haar geschreven heeft.

Het verhaal wordt verteld vanuit de perspectieven van de oudere en levenswijze Agaath en de nog jonge Karim, die uiteraard een stuk minder levenservaring heeft. Toch heeft hij een bijzonder positieve invloed op het doen en laten van de hoogbejaarde vrouw, want hij zorgt ervoor dat ze activiteiten onderneemt waar ze tijdens haar huwelijk, waarin ze door de werkzaamheden van haar man veel in het buitenland verbleef en eveneens aan een soort leiband was gelegd, niet over had kunnen en durven dromen. Gaandeweg de plot maakt ze een overduidelijk zichtbare ontwikkeling door en zie je haar veranderen van een ietwat stijve en principevaste vrouw in iemand die echt van het leven wil en gaat genieten. Karim daarentegen is vanaf het begin zichzelf: een ongecompliceerde, goedwillende, vriendelijke en bovenal behulpzame jongen. De auteurs hebben beide personages in ieder geval dusdanig geprofileerd dat het onmogelijk is om geen zwak voor hen te krijgen.

De roman, die een bijzonder hoog feelgoodgehalte heeft, kenmerkt zich door een opeenvolging van verschillende gebeurtenissen die voor een groot deel luchtig, humoristisch en af en toe zelfs ronduit cynisch zijn. Er doen zich echter ook voldoende momenten voor die een serieuze ondertoon hebben en thema’s als racisme, vooroordelen, alcoholisme, verlies en eenzaamheid naar voren brengen. Daarnaast tonen de auteurs tevens aan dat het in stand houden van bijvoorbeeld een buurthuis van groot belang is, zodat zowel jongeren als ouderen ergens terecht kunnen om hun vrije tijd door te brengen of een activiteit te volgen. Ze waken er echt wel voor belerend over te komen, ze willen de lezer in de eerste plaats vermaken, maar hem daarnaast wel op enkele prangende kwesties wijzen.

Korte hoofdstukken en een bijzonder vlotte schrijfstijl zorgen ervoor dat het verhaal voorbij vliegt en daardoor hoeft de lezer zich geen enkel moment te vervelen. Onverwachte situaties doen zich regelmatig voor, hoewel de plot wel een paar kleine voorspelbaarheden bevat. Deze zijn over de hele linie echter te verwaarlozen en absoluut niet storend. Vanaf het begin weet de roman te boeien en dat komt mede door de mooie en soms ontroerende interactie tussen Agaath en Karim, maar eveneens door wat er allemaal gebeurt en hoe het beperkte aantal personages acteert. De hoofdpersonages zijn echter degenen die de show stelen en dat doen ze beiden met verve. Met Zeg maar Agaath hebben Ros en Kleijne een romandebuut geschreven over een ongebruikelijke vriendschap en dat bij de lezer een goed gevoel achterlaat.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Margôt Ros & Jeroen Kleijne
Titel: Zeg maar Agaath

ISBN: 9789038810836
Pagina’s: 256

Eerste uitgave: 2022

Wij zijn vrij – Emily Reekers

Flaptekst
Ze zijn anders dan andere gezinnen. Dit voelen ze wanneer ze tegen de wind in door de rivierduinen rennen. Wanneer ze als een magische eenheid in de woonkamer dansen tot ze zweten. Of wanneer ze in de badkamer elkaars lichamen insmeren met diepzeeklei.

Nadat Alexa een paar jaar met haar moeder in het buitenland heeft gewoond, wordt ze herenigd met haar vader Willem en zijn gezin. Terwijl Alexa en haar stiefzus om de aandacht van hun (stief)vader vechten, beseft Alexa’s stiefmoeder dat zijzelf nog niet zo lang geleden zijn muze was. Willem probeert hun twijfels weg te nemen en hen ervan te overtuigen dat ze bij elkaar horen. Want samen zijn ze open en onbegrensd. Vrij.

Recensie
Emily Reekers studeerde in 2016 als scenarist af aan de Nederlandse Filmacademie en werkt sindsdien als auteur en filmmaker. Ze schreef mee aan het scenario voor de film Beenlampman en was tevens coauteur en regisseur van Hannah’s Dream uit 2021. In het eerste jaar na haar afstuderen kreeg ze een idee voor een roman, een jaar later begon ze met het uitwerken en schrijven hiervan, maar het duurde nog tot 2022 voordat dit romandebuut, Wij zijn vrij, uiteindelijk verscheen.

Nadat Alexa en haar moeder Jona een paar jaar in Japan hebben gewoond, zijn ze teruggekeerd naar Nederland. Hier wordt Alexa herenigd met haar vader Willem, die samenwoont met Marion en haar dochter Claire. Omdat haar moeder psychische problemen heeft, trekt ze bij het gezin in, waarna ze met haar stiefzus Claire om de aandacht van Willem vragen. Hij heeft echter voornamelijk oog voor zijn stiefdochter, wat zijn eigen dochter maar moeilijk kan aanvaarden. Marion merkt dit op een gegeven moment, maar sluit haar ogen voor de werkelijkheid. Vooral omdat Willem haar er telkens van weet te overtuigen dat ze bij elkaar horen.

In de proloog zijn de op dat moment tienjarige Alexa en Claire stiekem getuige van Willem en Marions nachtelijke vrijpartij in de openlucht. Deze scène is in grote lijnen tekenend voor de hele plot, want een aanzienlijk aantal hoofdstukken en fragmenten draait om weinig anders dan seks. Niet erg, want dit hoort vanzelfsprekend bij het leven, maar de nadruk die Reekers hierop legt verwacht je eerder in een erotisch getint verhaal dan in een roman. Het gevolg is dat de eigenlijke thema’s van het boek (onder andere individuele eenzaamheid, seksuele ontdekkingstocht) enigszins ondersneeuwen en daardoor onvoldoende naar voren komen.

De verschillende verhaallijnen worden afwisselend verteld vanuit de perspectieven van de vier hoofdpersonages. De lezer komt hierdoor het een en ander over hen te weten, maar omdat er niet heel uitvoerig op hun karakters etc. ingegaan wordt, blijven ze desondanks vrij oppervlakkig. Als lezer krijg je een globale indruk hoe ieder van hen in elkaar steekt, in mindere mate wat hun dagelijkse bezigheden zijn en wat hun persoonlijke worsteling is. En daar blijft het dan eigenlijk ook wel bij. Het verhaal zelf mist ook de broodnodige diepgang. Er is bijvoorbeeld een situatie die onbetwistbaar neigt naar ongewenst gedrag, maar hier wordt vervolgens niets meer mee gedaan. Een gemiste kans. Net als de mogelijkheid van Marion om het gedrag van Willem écht aan de kaak te stellen.

Reekers’ schrijfstijl is zonder meer toegankelijk en beeldend – haar expertise als scenarist is in de hele plot overduidelijk merk- en zichtbaar. Met korte en heldere zinnen gaat ze recht op haar doel af: vertellen wat er gebeurt en waar de personages zich mee bezig houden. Mooi geformuleerde en/of omslachtig taalgebruik is haar volkomen vreemd, wat overigens absoluut niet erg is, want iets dergelijks zou in een roman als dit absoluut misplaatst zijn. Het boek bevat echter wel een paar onjuist geformuleerde, maar niet storende, zinnen. Hieruit kan de lezer wel opmaken wat er gebeurt en wat de auteur bedoelt, maar taalkundig zijn ze niet helemaal correct.

Met Wij zijn vrij toont Reekers onomstotelijk aan dat ze het beheerst een verhaal te vertellen – dit heeft ze in feite ook al bewezen met haar filmscenario’s – maar in haar romandebuut kan ze nog niet volledig overtuigen. De seksuele escapades van de personages gaan op den duur vervelen en het verhaal heeft in bepaald opzicht niet eens zo heel veel om het lijf. De roman gaat niet als een nachtkaars uit, maar een literair hoogstandje is het evenmin.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Emily Reekers
Titel: Wij zijn vrij

ISBN: 9789048863563
Pagina’s: 256

Eerste uitgave: 2022

De tijdontkenner – Ilse Ceulemans

Flaptekst
Erik is eenenvijftig en journalist bij een krant. Hij schrijft de televisiepagina’s. Maar wat is het nut van een tv-recensent in tijden waarin iedereen online series kijkt? Zijn job alleen al is een existentieel probleem. Op een ochtend besluit hij niet naar zijn werk te gaan. Een dag die zijn leven doet kantelen. Want met zijn werkverdriet komt een andere tragedie meegelift. Zijn vele niet-geleefde levens trekken aan hem voorbij. De vele gemaakte fouten ook. De verwachtingen die hij niet heeft kunnen inlossen.

Recensie
Knack-eindredacteur Ilse Ceulemans is jarenlang journalist geweest bij enkele vrouwenbladen. Als schrijfster debuteerde ze in 2016 met het non-fictieboek Het ministerie van Werkplezier, waarvan meer dan 5000 exemplaren zijn verkocht. Zes jaar later verscheen haar eerste debuutroman De tijdontkenner.

De eenenvijftigjarige Erik is journalist bij een krant en op een ochtend neemt hij de beslissing om die dag niet naar zijn werk te gaan, onder het mom van een burn-outdag. Hij zit namelijk met een dilemma, want hij twijfelt eraan of hij zijn werk nog wel zinvol vindt. Het wordt echter geen gewone dag, het zorgt voor een verandering in zijn leven. Mede omdat hij het leven dat hij tot dusver heeft geleid overziet. Hierdoor komt hij tot de conclusie dat hij veel fouten heeft gemaakt, maar ook welke mogelijkheden hij niet benut heeft.

Het verhaal bestaat uit korte tot zeer korte hoofdstukken die uitsluitend worden verteld vanuit het perspectief van hoofdpersonage Erik. Tijdens zijn baaldag – zelf noemt hij het een burn-out van één dag – blikt hij, al dan niet bewust, terug op zijn leven tot dusver. Het grootste deel van de roman bestaat daarom uit flashbacks. Hierdoor krijgt de lezer niet alleen een goed beeld van Eriks leven, maar ook wat hem bezig heeft gehouden, welke problemen hij heeft gehad en wat zoal op zijn pad is gekomen.  Door de talloze sprongen in tijd verloopt de plot niet volledig chronologisch en omdat de journalist ooit heeft besloten zijn levensloop volgens een andere tijdsbeleving voort te zetten, lijkt een heldere chronologie volledig zoek. Dit is echter uiterlijke schijn, want er zit wel degelijk een logische volgorde in de vele gebeurtenissen en hoe verder je komt, hoe duidelijker dit wordt.

De auteur haalt diverse thema’s waar een mens mee te maken kan krijgen aan. De meest in het oog springende is overduidelijk de midlifecrisis waar Erik zich in bevindt – het is immers niet voor niets dat hij die dag niet aan het werk gaat. Niet ieder onderwerp waar Ceulemans aandacht aan besteedt stemt vrolijk, maar ze weet ze op een dusdanige manier te brengen dat de roman absoluut niet zwaar is. Dit komt onder andere door de overwegend vlotte en luchtige manier van schrijven, waarbij een vleugje humor op zijn tijd niet misstaat. Wat zonder meer goed overkomt, is de essentie van de verschillende kwesties, overigens zonder dat de auteur bijzonder uitvoerig op al die zaken ingaat.

Zoals hiervoor al even is aangestipt, is Erik het belangrijkste personage en daarom wordt er minimale aandacht aan de andere karakters besteed. Zij zijn en blijven dan ook erg oppervlakkig. De nadruk ligt zo goed als volledig op Eriks persoonlijke worsteling, zijn vraag of hij nog wel gelukkig in wie hij is en wat hij doet en tevens of hij anderen wel de juiste aandacht heeft gegeven die ze hoe dan ook hadden moeten hebben. Uiteindelijk eindigt de roman niet zoals je hoopt en kan ieder haar of zijn eigen invulling geven aan hoe het nu verder met Erik gaat. Ondanks dit open einde toont Ceulemans zonder meer aan dat ze over voldoende schrijftalent beschikt om ook een andersoortige roman aan te kunnen. 

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Ilse Ceulemans
Titel: De tijdontkenner

ISBN: 9789460416439
Pagina’s: 240

Eerste uitgave: 2022

Een tijd als nooit tevoren – Nadine Gordimer

Flaptekst
De blanke Steve en zwarte Jabulile zijn een droompaar. Ze waren kameraden in de strijd tegen apartheid en zijn nu getrouwd, met twee kinderen en een mooi huis in een buitenwijk van Johannesburg. Maar de dilemma’s waar Zuid-Afrika mee kampt, hebben ook hun weerslag op het gelukkige gezinsleven: Jabu komt onder druk te staan wanneer zij als beginnend advocaat slachtoffers van corruptie en verkrachtingen moet verdedigen en Steve neemt na een wild bezoek aan Londen op eigen houtje het besluit om met het gezin naar Australië te emigreren. Is hun liefde bestand tegen de erfenissen uit het verleden? 

Recensie
Op jonge leeftijd had Nadine Gordimer een grote passie voor dansen en wilde danseres worden, maar door gezondheidsproblemen zag ze deze droom in duigen vallen. Ze hield echter ook van schrijven en in 1937 – ze was nog maar vijftien jaar – werden haar eerste verhalen al gepubliceerd. Het eerste was een kort verhaal voor kinderen en in 1953 werd haar debuutroman De leugenachtige dagen uitgebracht. In 2013, een jaar voor haar overlijden, verscheen Een tijd als nooit tevoren. Haar activisme en de strijd tegen apartheid hebben in al haar boeken een aanzienlijke rol.

De jonge Steve en Jabulile – hij is blank, zij gekleurd – hebben elkaar leren kennen in de strijd tegen apartheid. Ze trouwden met elkaar, kregen twee kinderen en wonen in een vrijstaand huis in een van de buitenwijken van Johannesburg. Kortom, ze zijn gelukkig. Toch komt hier een kentering in, want de problemen waar Zuid-Afrika na de afschaffing van de apartheid mee kampt, hebben zijn weerslag op hun gezinsleven. Jabu verdedigt in haar werk als beginnend advocaat slachtoffers van corruptie en verkrachtingen en Steve maakt zonder met haar te overleggen plannen om naar Australië te emigreren. Is hun wederzijdse liefde hier tegen bestand?

Een tijd als nooit tevoren is een afwijkende en daardoor moeizaam leesbare roman. Een van de belangrijkste oorzaken daarvan is de schrijfstijl. Het verhaal wordt namelijk niet verteld vanuit het perspectief van één of meer personages, maar door een alziende en voornamelijk afstandelijke verteller. Hij vertelt over het leven van de karakters, wat ze mee- en doormaken, maar ook hoe ze zich ontwikkelen. Een groot deel van de plot is daarom niets anders dan een klinisch verslag over de bewoners van de Buitenwijk, zoals de wijk waarin ze wonen door hen wordt genoemd. Het relaas begint in het post-apartheidstijdperk van Zuid-Afrika en Gordimer besteedt hier vrij veel aandacht aan. Dat is begrijpelijk, want de rassenscheiding heeft immers officieel ruim veertig jaar de geschiedenis van het land bepaald, terwijl het in de negentiende eeuw door verschillende landen gekoloniseerd werd.

Beide thema’s lopen daarom als een rode draad door de roman heen, maar de auteur haalt echter meer onderwerpen aan die het land jarenlang in zijn greep heeft gehouden en eigenlijk nog steeds houdt. Denk hierbij onder andere aan de miljoenen vluchtelingen die vanuit Somalië en vooral Zimbabwe het land overspoelden – hierdoor is xenofobie er geen vreemd verschijnsel – en het extreem hoge misdaadcijfer waar het land mee te kampen heeft. Natuurlijk is het goed dat deze problematiek in een roman naar voren wordt gebracht, maar je kunt je in dit geval wel afvragen of het allemaal niet iets te veel van het goede is. Het voert de boventoon, waardoor het leven van de personages en de plannen van Steve en Jabu om naar Australië te emigreren enigszins ondergesneeuwd raken.

De plot heeft een overwegend traag tempo, wat in grote mate wordt veroorzaakt door de moeilijke en soms warrig overkomende manier van schrijven. Ten eerste is er dus de verteltrant, maar het komt ook regelmatig voor dat in zinnen geen leestekens staan waar je die wel verwacht en taaltechnisch voor de hand liggend is. Veel fragmenten zijn nogal complex en na een tweede keer lezen, is het nog niet altijd duidelijk wat er precies mee bedoeld wordt. Verder springt de auteur diverse keren plotseling van het ene naar het andere onderwerp of personage. Dit werkt verwarring in de hand. De verschillende isiZoeloe-woorden waarmee het verhaal verrijkt is, zijn overigens een goede toevoeging. Het geeft aan waar Jabu vandaan komt en dat deze taal door velen gesproken wordt.

Vaak krijgt de lezer de indruk dat Gordimer haar eigen mening over veel onderwerpen weergeeft, maar ook dat ze daarover nogal eens boos is. Alles bij elkaar genomen is Een tijd als nooit tevoren geen toegankelijke roman, ondanks dat er wel degelijk zeer leesbare passages in voorkomen, maar helaas zijn die betrekkelijk schaars.

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Nadine Gordimer
Titel: Een tijd als nooit tevoren

ISBN: 9789044519747
Pagina’s: 474

Eerste uitgave: 2013

Half leven – Aya Sabi

Flaptekst
Een vrouw die in de keuken gerechten vult met verlangens en verdriet. Een dochter die in brieven aftelt tot het weerzien van haar geliefde. Een kleindochter die in essays een taal geeft aan de onherbergzaamheid van familieverbanden.

Half leven onderzoekt hoe het is je te verhouden als moeder, dochter, grootmoeder, echtgenote, weduwe, geliefde, vrouw. De vrouwen reflecteren op zichzelf en hun wereld, maar vooral houden ze elkaar een spiegel voor, terwijl hun levens bewegen, botsen en verstrengelen.

Op zintuiglijke wijze voert Aya Sabi vervlogen en verdrukte herinneringen op, van ontheemding en vervreemding, van Marokko tot de Lage Landen. Een familiekroniek over hoe pijn blijft zingen, generaties openbreekt en verbindt. Over hoe thuis soms de warmte is die een mens afgeeft, maar ook de kilte is die een mens mee kan brengen.

Recensie
De leraren van Aya Sabi vonden dat ze heel goed schreef, maar toch koos ze ervoor om na het verlaten van school een studie biomedische wetenschappen te gaan volgen. Een gedicht dat ze jaren geleden op Twitter plaatste, trok de aandacht van Eric Corton en via hem kwam ze in contact met een uitgever. Dat resulteerde in haar debuut Verkruimeld land, een verhaalmozaïek dat in 2017 verscheen. Vijf jaar later werd haar debuutroman Half leven uitgebracht, maar het idee hiervoor had ze al sinds 2016 in haar hoofd.

Het is 1955 en Fatna heeft haar man verlaten. Ze krijgt hierna werk als kokkin bij Lalla Touria, een kopstuk in de Marokkaanse verzetsbeweging. Ze trouwt opnieuw en ruim twintig jaar later vertrekt ze met haar man naar Nederland, waar hun dochter Hamouda wordt geboren. Hamouda wordt verliefd op een man in Marokko en om te voorkomen dat haar moeder een man voor haar uitzoekt, vraagt ze hem in brieven om snel naar Nederland te komen. Ze treedt echter met een ander in het huwelijk en krijgt met deze man hun dochter Shams, die later de geschiedenis van haar moeder en grootmoeder opschrijft.

De uitvoering van Half leven wijkt enigszins af van die van de geijkte roman, want het bestaat uit een verhaal, diverse eenzijdige brieven en een aantal essays. Dit is een originele keuze waardoor het boek drie verschillende schrijfstijlen heeft. Iedere verhaallijn, voor zover hiervan gesproken kan worden, speelt zich af in een andere periode en wordt verteld vanuit het perspectief van een opvolgende jongere generatie vrouwen. Dat zijn de in 1940 in Marokko geboren Fatna, haar dochter Hamouda en kleindochter Shams. Door de manier van vertellen, krijgt de lezer heel sterk de indruk dat de roman volledig autobiografisch is, maar dat is ten dele waar. Sabi heeft weliswaar diverse elementen uit haar eigen leven en dat van haar moeder en grootmoeder als leidraad gehanteerd, maar verder is haar romandebuut volledig fictief.

Omdat de meeste aandacht uitgaat naar Fatna leert de lezer haar het beste kennen. Hij komt te weten welke invloed haar moeder op haar leven heeft gehad en hoe ze dit zelf enigszins projecteert op haar eigen dochter. Fatna’s verhaallijn, die zich medio jaren vijftig van de vorige eeuw afspeelt, geeft eveneens inzicht in de oeroude Marokkaanse traditie dat meisjes op erg jonge leeftijd uitgehuwelijkt werden (in sommige gebieden komt het tegenwoordig nog steeds voor) aan een man die vaak vele jaren ouder is. De geschiedenis van Fatna is het meest toegankelijke deel van het boek, want het leest vlot, overwegend interessant en aan het eind zelfs aangrijpend. De lezer heeft dan echt met haar te doen.

Van een heel andere orde zijn de brieven en essays. De brieven, geschreven door de in Nederland wonende Hamouda, worden gericht aan een in Marokko levende jonge man. Middels deze correspondentie kom je wel iets over haar te weten, maar is het vooral de relatie met haar moeder die toon zet. Toch worden ook de (aanpassings)problemen waar emigranten destijds mee te kampen hadden aangestipt. De drie essays lijken voornamelijk overdenkingen van Shams en zijn hoofdzakelijk informatief en zakelijk, waarbij de schrijfstijl tamelijk passief is. In ieder geval leven deze verhandelingen, waarvan de diepgang minimaal is, het minst. Desondanks completeren ze wel het totaalbeeld dat de lezer van het bestaan van deze drie generaties krijgt, dus heeft het sowieso zijn waarde. Half leven kan niet volledig boeien, maar Sabi toont absoluut aan dat ze een getalenteerd schrijfster is.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Aya Sabi
Titel: Half leven

ISBN: 9789493248601
Pagina’s: 305

Eerste uitgave: 2022