Categorie archief: Gelezen in 2024

De tuinen van Buitenzorg – Jan Brokken

Flaptekst
Toen de 23-jarige Olga en de twee jaar oudere Han in 1935 naar Nederlands-Indië verhuisden, was het alsof de ene na de andere wereld voor hen openging, in een bijna duizelingwekkend tempo. De eerste maanden brachten ze door op Java, later woonden ze in Makassar, waar Han onderzoek deed. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verwoestte de wereld waarin Olga en Han volledig waren opgegaan. In 1947 moesten ze terugkeren naar Nederland.

Olga is de moeder van Jan Brokken vóór ze zijn moeder werd. Na het overlijden van zijn ouders overhandigde tante Nora hem de brieven en foto’s die haar zus Olga haar vanuit Buitenzorg en Makassar schreef. Teder, sensitief en tastend zoekt Brokken in die brieven naar de vrouw die gedurende haar leven altijd een onbekende voor hem was gebleven: ‘Mijn broers kenden mijn moeder uit Indië, ik niet. Mijn broers hadden mijn moeder geen moment uit het oog verloren in het jappenkamp, hadden op de stapelbedden boven haar gelegen in de hut van het repatriëringsschip. Ik kende haar alleen als de vrouw van de dominee in een oer-Hollands dorp.’ 

Recensie
In 2011, vlak voordat auteur Jan Brokken voor de tweede keer naar Indonesië vertrok, kreeg hij van zijn tante Noor, de iets jongere zus van zijn in 1983 overleden moeder Olga, een stapeltje brieven uitgereikt, met als reden dat hij nog altijd naar haar op zoek is, dat hij nooit ontdekt heeft wie ze eigenlijk was. Olga heeft gedurende haar verblijf in voormalig (Nederlands) Indië, waar ze jarenlang met haar man Han verbleef, van 1935 tot 1940 regelmatig met haar zus gecorrespondeerd en hiervan zijn achtendertig brieven bewaard gebleven. Omdat de auteur zijn moeder alleen van na die periode kent, wilde hij erachter komen hoe ze destijds was. Hij nam de brieven door, bezocht in hedendaags Indonesië diverse locaties waar zijn ouders gewoond hebben en las eveneens een groot aantal boeken. Zijn bevindingen heeft hij weergegeven in de in 2021 uitgebrachte novelle De tuinen van Buitenzorg.

Voordat de auteur met zijn eigenlijke en spreekwoordelijke zoektocht begint, vertelt hij enkele algemeenheden over zijn moeder, zoals bijvoorbeeld de samenstelling van het gezin waarin ze is opgegroeid en haar studie van de Indische talen (wat haar behoorlijk gemakkelijk afging). Bovenal heeft hij het aan het begin van het boek veel over zijn eigen voorliefde voor botanische tuinen en hoe dit gekomen is. Het meeste daarvan is vrij informatief en theoretisch en zal de gemiddelde lezer derhalve niet zo heel erg veel zeggen. Dit geldt nog meer voor de relatief grote hoeveelheid hoofdstukken die over allerlei componisten van klassieke muziek gaan, met name de Pools/Amerikaanse pianist Leopold Godowsky. Voor de liefhebber zal dit ongetwijfeld boeiend zijn, maar de doorsneelezer zegt het allemaal weinig. Dergelijke lappen tekst zijn daarnaast behoorlijk saai en hebben in wezen weinig met de zoektocht naar Olga te maken, of het moet al zijn dat ze geregeld naar dergelijke muziek luisterde en tevens concerten bezocht.

Het meest interessant zijn de beschrijvingen die aangeven hoe het leven in verschillende plaatsen en op enkele eilanden in Indië is geweest. De lezer krijgt hierdoor een globale indruk hoe Olga en Han er hun tijd hebben doorgebracht en wat ze zoal deden, waarbij Brokken zich uiteraard vooral richt op zijn moeder. Toch zegt dit je in principe niet zo heel erg veel, want als buitenstaander heb je feitelijk niets met de familie van de auteur, ze zijn immers volslagen onbekenden. Diverse verhandelingen over de religie van het land zijn over het algemeen boeiend en leerzaam, hoewel de namen die daarbij genoemd worden weinig belletjes doen rinkelen. De fragmenten over de oorlogsjaren (’40-’45) zijn daarentegen een stuk aansprekender, want over deze geschiedenis is bij velen veel meer bekend. Wat Brokken hierover vertelt, stemt bepaald niet altijd vrolijk, temeer omdat zijn ouders door de Japanse bezetters in een jappenkamp zijn ondergebracht en waar ze diverse ontberingen hebben moeten doorstaan.

De naspeuringen naar wie zijn moeder was voordat ze – gedwongen – terug naar Nederlands kwam, hebben Brokken veel opgeleverd, want mede dankzij de brieven heeft hij een beter, en misschien ook wel ander, beeld van haar gekregen. Per slot van rekening ging het hem daar ook om en daarom is hij in zijn missie wel geslaagd. Voor de neutrale lezer is De tuinen van Buitenzorg niet veel meer dan een aardige novelle die vooral geschreven is om de nieuwsgierigheid en onwetendheid van de auteur te bevredigen.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Jan Brokken
Titel: De tuinen van Buitenzorg

ISBN: 9789045043838
Pagina’s: 240

Eerste uitgave: 2021

Verdronken hart – Lisa Unger

Flaptekst
Emily staat op het punt een beslissing te nemen die desastreuze gevolgen voor haar zal hebben. Ze heeft een baan zonder toekomstperspectieven, zit in een relatie met een man die niet goed voor haar is en voelt dat ze de controle over haar leven langzaam kwijtraakt.

Dan is er Kate, die met behulp van de nagelaten dagboeken van haar tante en haar grootmoeder een roman heeft geschreven over een waargebeurde, tragische liefdesgeschiedenis.

Kate en Emily kennen elkaar niet, maar zijn op weg naar dezelfde bestemming: het idyllische Heart Island, dat het eigendom is van de starre Birdie Burke, de moeder van Kate. Een verschrikkelijke misdaad drijft deze vrouwen tot elkaar op Heart Island, dat een grimmig geheim blijkt te herbergen…

Recensie
Lisa Unger debuteerde in 2002 met de onder haar meisjesnaam Lisa Miscione geschreven thriller Angel fire. Sindsdien is ze uitgegroeid tot New York Times en bestsellerauteur en heeft ze inmiddels meer dan twintig boeken gepubliceerd die in drieëndertig talen zijn vertaald. Ook heeft ze voor enkele boeken een prijs gewonnen. Tien jaar na haar debuut werd Heartbroken uitgebracht, dat in 2013 in een Nederlandse vertaling verscheen en als titel Verdronken hart kreeg.

In dit als psychologische thriller aangemerkte boek staan drie vrouwen centraal: Emily, Kate en Birdie. De eerste is een drieëntwintigjarige serveerster die in haar werk geen uitdaging ziet en er privé een dubieuze relatie op nahoudt. Kate is van middelbare leeftijd en heeft onlangs een boek geschreven waarvoor ze zich heeft laten inspireren door de dagboeken van haar oma en tante. Birdie is drieënzeventig jaar oud en de moeder van Kate. Ze is haar hele leven lang al gevoelloos en kil. De enige plek waar ze zich thuis voelt is het familiebezit Heart Island, een duister eiland dat de drie vrouwen samenbrengt.

Het verhaal begint met een proloog die een lichte mate van geheimzinnigheid herbergt en waarin een klein beetje spanning zit. Dit op zich aardige begin zet niet door, want het grootste deel van de plot is behoorlijk gezapig. De onderlinge en niet al te goede verstandhouding tussen Birdie en Kate wordt uitvoerig uit de doeken gedaan en ook aan het leven van Emily wordt verhoudingsgewijs ruim aandacht besteed. Misschien leuk en interessant om dit in een derderangs roman naar voren te brengen, maar in een thriller zijn dergelijke uitgebreide uiteenzettingen nogal misplaatst. Ten eerste gaat het ten koste van de beoogde spannende situaties en ten tweede vertraagt dit het verhaal gigantisch. Met andere woorden, de plot kabbelt in een buitengewoon traag en vervelend tempo voort. Uiteindelijk komt er ten langen leste wel een kentering, want eindelijk doet zich een voorval voor dat thrillerachtige kenmerken heeft. Het leed is dan echter allang geleden en het kleine beetje opwinding maakt dit niet meer goed.

De gebeurtenissen worden vanuit verschillende perspectieven verteld, dus de lezer krijgt een globale indruk van de diverse personages. Hoewel er over geen van hen buitengewoon veel prijs wordt gegeven, komt de lezer geleidelijk aan wel meer over ieder van hen te weten. Voor een verhaal als dit is het ruimschoots voldoende. Een nadeel, en dat is mede te danken aan de manier van vertellen, is dat geen van allen echt leeft. De enige uitzonderingen hierop zijn Chelsea en Sean, respectievelijk de dochter en echtgenoot van Kate. Zij zijn het meest authentiek en gedragen zich minder geforceerd dan de anderen. Degene die echter de kroon spant, is Emily, want wat een naïef en kortzichtig wicht is dat.

In het eerste deel van het boek is de schrijfstijl tamelijk steriel en niet inlevend. Dit verandert wel enigszins in het tweede en laatste gedeelte, maar over het geheel genomen houdt het allemaal niet over. Zo nu en dan is het niet duidelijk vanuit wiens perspectief een bepaalde frase wordt verteld. De overgang is in degelijke gevallen erg drastisch of, en dat gebeurt diverse keren, het gebruik van voornaamwoorden is onjuist of verwarrend. Ook heeft de auteur het soms over bepaalde feiten waarvan verondersteld wordt dat de lezer die al weet, terwijl er nooit eerder aandacht aan is besteed. Waar de auteur tevens in tekortschiet, is de sfeer en mystiek die van Heart Island uit zo moeten gaan. Beide komen absoluut niet uit de verf, want het eiland komt nu over als niets meer of minder dan een mooie lap grond dat in het water ligt.

Verdronken hart – een onbegrijpelijke Nederlandse titel – wordt aangemerkt als een psychologische thriller, maar beide worden volstrekt niet waargemaakt. De psychologie is ver te zoeken en de spanning is buitengewoon ondermaats. Dit boek kan voornamelijk beschouwd worden als een slechte en langdradige uiteenzetting van allerlei familieperikelen.

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Lisa Unger
Titel: Verdronken hart

ISBN: 9789400501713
Pagina’s: 318

Eerste uitgave: 2013

Papieren paradijs – Marlies Medema

Flaptekst
Het waargebeurde verhaal van een domineesvrouw die niet naar Suriname wil emigreren, maar toch door de ambities van haar man, dominee Arend van den Brandhof, in 1845 de oceaan over wordt gedreven.

Arend gelooft dat het leven in Suriname beter is dan in Nederland, dat op dat moment zo goed als failliet is. In Suriname wil hij een plantage stichten, waar boeren op een eerlijke manier producten kunnen verbouwen voor de rest van de bevolking. Anna houdt van hun leven in Nederland en wil niet weg. Maar na jaren van voorbereiding en echtelijke ruzies is de emigratie uiteindelijk toch een feit.

Wanneer Anna en Arend met hun gezin en een paar honderd boeren in Suriname aankomen, wacht hun een grote teleurstelling. Het land van belofte blijkt een onherbergzame jungle. Hoe moet Anna hier een goed leven opbouwen voor haar gezin en zichzelf?

Recensie
Journalist Marlies Medema schrijft al ruim vijfentwintig jaar, voornamelijk artikelen en columns, en is werkzaam als eindredacteur bij het vrouwenmagazine Eva. In 2021 debuteerde ze ook als auteur met Papieren paradijs, een historische roman over het leven van de domineesvrouw Anna Pannekoek. Het idee voor dit boek ontstond toen ze met een collega naar Suriname reisde en een taxichauffeur haar daar het verhaal van de vrouw van voorganger Van den Brandhof vertelde. Haar collega merkte hierna op dat er een boek over geschreven zou kunnen worden. De volgende stap liet hierna niet lang meer op zich wachten.

Hoewel Anna Pannekoek haar hart heeft verpand aan iemand anders, trouwt ze, geheel tegen haar zin in, in de jaren twintig van de negentiende eeuw met dominee Arend van den Brandhof. Vele jaren later besluit hij, samen met zijn gezin, naar Suriname te emigreren omdat hij van mening is dat het leven daar beter is dan in Nederland. Anna voelt er helemaal niets voor om haar vaderland te verlaten, maar gaat toch met haar man mee. In hun kielzog nemen ze honderden boeren mee, maar als ze in het Zuid-Amerikaanse land aankomen, wacht hen een grote teleurstelling.

Na een kort eerste deel (in totaal zijn er vier) dat zich op oudjaarsavond 1839 en nieuwjaarsdag 1840 afspeelt, springt het verhaal terug naar een kleine dertig jaar eerder. De lezer heeft dan al globaal kennisgemaakt met een aantal personages, waaronder vertelster Anna, hoewel haar naam dan nog niet genoemd is. Het eerste dat opvalt, is dat de sfeer en omstandigheden van die periode goed worden weergegeven, dat mannen degenen zijn die bepalen wat er gebeurt en vrouwen derhalve zo goed als niets in te brengen hebben. Vooral niet als een man behoorlijk dominant is, zoals in dit geval dominee Arend van den Brandhof.

Hoewel de plot volledig vanuit het perspectief van Anna wordt verteld, leer je alle personages vrij goed kennen. Uiteraard gaat de meeste aandacht naar haar uit, want de roman gaat immers over haar leven, dat niet altijd even rooskleurig is geweest. Het gevoel waar ze in haar verschillende levensfasen mee te kampen heeft gehad, komt goed over en hierdoor begrijp je wat er in haar omgegaan moet zijn. Niettemin komen ook haar iets minder positieve eigenschappen zo nu en dan naar voren. Ze komt uit een welgestelde familie en eenmaal in Suriname, waar de slavernij dan nog volop heerst, laat ze dat weleens merken. Desondanks overheersen haar goede karaktertrekken, want menselijkheid en medeleven voeren bij haar toch de boventoon.

Het boek kenmerkt zich door een vlotte, toegankelijke en eigentijdse schrijfstijl, waardoor het prettig leest. Af en toe gebruikt de auteur enkele Surinaamse woorden en uitdrukkingen, die overigens aan het eind van de desbetreffende hoofdstukken altijd worden verklaard. Het verhaal kent zowel mooie als trieste momenten en het meest aangrijpend, of misschien wel het meest indrukwekkend, zijn die in Suriname. De ellende die het merendeel van de emigranten daar overkomt, én waar ze geen enkele invloed op kunnen uitoefenen, is eigenlijk met geen pen te beschrijven. De delen die zich in dit overzeese land afspelen zijn daardoor de boeiendste en interessantste.

Omdat de geschiedenis van Anna en alle anderen waargebeurd is, leest de roman – veel is beschreven hoe het gebeurd zou kunnen zijn – als non-fictie. In haar nawoord vertelt de auteur het een en ander over de werkelijk geleefde personages en hoe ze tot dit verhaal gekomen is. Net als de stamboom en afbeeldingen aan het eind van het boek is dit een nuttige aanvulling op het geheel. Papieren paradijs geeft al met al een prima beeld van geschiedkundige feiten die zo goed als onbekend zijn gebleven, waardoor het ook nog eens erg leerzaam is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Marlies Medema
Titel: Papieren paradijs

ISBN: 9789029730686
Pagina’s: 384 

Eerste uitgave: 2021

Stervensuur – Andreas Gruber

Flaptekst
‘Als je er binnen 48 uur achter komt waarom ik deze vrouw heb ontvoerd, zal ze in leven blijven. Zo niet, dan sterft ze.’ Met dit bericht begint het perverse spel van een seriemoordenaar. Hij hongert zijn slachtoffers uit, verdrinkt ze in inkt of giet ze levend in beton.

Rechercheur Sabine Nemez uit München is wanhopig op zoek naar een verklaring, een motief. Pas als ze een Nederlandse collega binnenhaalt, de markante profiler Maarten S. Sneijder, ontdekken ze in elk geval één patroon: een oud kinderboek dient als wrede inspiratiebron voor de dader – en dat herbergt nog veel meer sinistere ideeën…

Recensie
Oostenrijker Andreas Gruber was nog maar vijf jaar oud toen hij al de behoefte voelde om verhalen te vertellen. Omdat hij toen nog niet kon schrijven, tekende hij ze in stripvorm. Rond zijn twintigste begon hij met korte verhalen, waarmee hij geen succes had bij uitgevers en literaire agentschappen. Zijn eerste publicatie was rond 1997, een sciencefictionverhaal. Hierna kreeg hij de smaak te pakken en begon hij, naar eigen zeggen, pas écht met schrijven en publiceren. In 2013 verscheen zijn thriller Todesfrist, dat (pas) tien jaar later onder de titel Stervensuur in het Nederlands werd uitgebracht.

In dit eerste deel van een serie maakt de lezer kennis met de terugkerende personages rechercheur Sabine Nemez uit München haar Rotterdamse collega Maarten S. Sneijder. Ze worden aan elkaar gekoppeld tijdens een onderzoek naar de moord op verschillende vrouwen. Het is al snel helder dat een seriemoordenaar actief is en dat hij rijmpjes uit een oud kinderprentenboek als inspiratiebron gebruikt als methode om de vrouwen om te brengen. Ofschoon het motief van de moorden hen niet duidelijk is, weten ze wel dat de slachtoffers nog maar maximaal achtenveertig uur na hun ontvoering te leven hebben.

De uitgebreide proloog liegt er niet om, want dit begin zorgt er al meteen voor dat de lezer het verhaal ingezogen wordt. Een bizarre scène die ieder voorstellingsvermogen te boven gaat, geeft het gevoel dat een van de slachtoffers van de moordenaar op dat moment moet hebben goed weer. Tevens rijzen enkele vragen op en ben je nieuwsgierig naar wat er gebeurd is en wat er allemaal nog gaat plaatsvinden. Hierna word je in de rest van de plot, die zich zowel in Duitsland als Oostenrijk afspeelt, getuige van diverse bizarre en lugubere taferelen en is de spanning alom aanwezig. Vanzelfsprekend heeft de auteur voldoende ‘rustmomenten’ ingebouwd, maar die hebben over het algemeen met de gebeurtenissen te maken.

Het verhaal wordt verteld vanuit een aantal perspectieven waardoor de lezer met een relatief groot aantal protagonisten te maken krijgt. Het belangrijkst zijn echter Sabine Nemez en Maarten S. Sneijder en over hen kom je dan ook het een en ander te weten. Hoewel laatstgenoemde een nogal bijzondere en alternatieve figuur is, ga je hem gaandeweg de plot steeds meer waarderen en uiteindelijk sluit je hem als het ware in je armen. Dat de auteur voor deze opzet gekozen heeft, is een goede zet, want hierdoor krijgt de lezer de vele ontwikkelingen door verscheidene ogen te zien, wordt alles dus vanuit meer standpunten belicht en ontstaat langzaamaan een steeds beter beeld van wat er zoal speelt.

Aanvankelijk lijkt het er nog niet op dat de verschillende verhaallijnen met elkaar te maken hebben – alhoewel de gemiddelde thrillerlezer dit uiteraard wel vermoedt – maar Gruber laat ze op een intelligente en mooie wijze naar elkaar toegroeien en ten slotte samenkomen. Voordat de even spectaculaire als zinderende ontknoping wordt bereikt, zijn de wendingen talrijk, maar toch niet zodanig dat je hierdoor achterover slaat of volledig verrast wordt. Ze passen gewoonweg in de lijn der verwachtingen, maar wel zodanig dat niets echt voorspelbaar is. Overigens is het de auteur niet gelukt om enkele standaard thrillerkenmerken en -clichés achterwege te laten. Een seriemoordenaar en politietop die hun medewerkers niet steunt zijn daar goede voorbeelden van.

Stervensuur dat vlot, toegankelijk en beeldend geschreven is, is over het geheel genomen een erg sterk, spannend en veelbelovend begin van de serie rond de politiemensen Nemez en Sneijder. Want hun samenwerking, zo blijkt glashelder aan het eind van het boek, zal niet bij een eenmalig gezamenlijk optreden blijven.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Andreas Gruber
Titel: Stervensuur

ISBN: 9789044985214
Pagina’s: 450

Eerste uitgave: 2023

Een lang weekend – Laure van Rensburg

Flaptekst
Ellie is een bescheiden en zeer intelligente studente aan New York University. Steven is een knappe en gerespecteerde docent op een elitaire school in Manhattan. In zijn omgeving wordt met jaloezie naar de relatie met zijn jongere vriendin Ellie gekeken.

Wanneer het stel voor het eerst samen een weekend weg gaat, kunnen ze beiden niet wachten om elkaar beter te leren kennen. Maar als ze tijdens een sneeuwstorm vast komen te zitten in het afgelegen huis, slaat de sfeer om en wordt duidelijk dat zowel Ellie als Steven grote geheimen met zich meedraagt – en dat een van hen het weekend niet zal overleven…

Recensie
Zolang Laure van Rensburg zich het kan herinneren heeft met regelmaat geschreven, maar de ambitie om schrijfster te worden was er eigenlijk nooit. Het bloed kroop echter waar het gaan kon en rond 2018 besloot ze haar schrijfactiviteiten weer op te pakken in de hoop dat er iets van haar hand gepubliceerd zou worden. Dit lukte, want enkele van haar korte verhalen verschenen in verschillende tijdschriften en in 2024 werd haar debuut Een lang weekend, waarvoor ze haar inspiratie uit eigen ervaringen en die van andere vrouwen putte, uitgebracht.

De jonge universiteitsstudente Ellie onderhoudt een relatie met de veel oudere Steven, een docent op een school voor leerlingen uit de hogere kringen van Manhattan. Ze besluiten om, voor het eerst, samen een weekend weg te gaan zodat ze meer over elkaar te weten kunnen komen. Als ze ter plekke zijn, breekt er flinke sneeuwstorm los en zijn ze aan zichzelf overgeleverd. Ze kunnen zo goed als niet weg en telefonisch bereik hebben ze niet. Op de tweede dag blijkt dat beiden een geheim hebben te verbergen en hun gezamenlijke weekend dreigt te verzanden in een nachtmerrie waar een van hen niet ongeschonden uit zal komen.

De korte proloog geeft, vanuit het oogpunt van een politieman, een globale indruk van een gewelddadig voorval waarbij het er ogenschijnlijk nogal ruig aan toe moet zijn gegaan. Hierdoor wordt de lezer enigszins nieuwsgierig gemaakt, maar ook niet meer dan dat alleen. Dan maakt het verhaal een sprongetje naar het verleden, wat overigens niet aangegeven wordt, maar uit het verloop van de gebeurtenissen wel duidelijk wordt. Vanaf dat moment wordt de plot door de twee personages Ellie en Steven verteld en ieder van hen geeft een weergave van de omstandigheden zoals zij of hij het ziet. Je kunt dus al vrij snel op je klompen aanvoelen dat er een conflictsituatie gaat ontstaan, zeker als je de inleiding ook nog eens in gedachten houdt.

Het boek is, de proloog niet meegerekend, in drie dagen onderverdeeld – het lange weekend dus. Tijdens de eerste dag gebeurt er in feite bar weinig en kabbelt het verhaal gezapig voor. De volgende dag is anders dan de voorgaande, want de avond ervoor heeft zich iets voorgedaan waardoor de omstandigheden voor een van de twee drastisch anders is geworden. Doordat de lezer al kennis heeft van de inleiding en de korte beschrijving op de achterflap is dit eigenlijk niet heel erg verrassend. Pas op de laatste dag komen de eerste thrillerkenmerken om de hoek kijken en heeft het verhaal een paar spannende momenten, zij het minimaal. Voor het zover is, probeert de auteur door middel van enkele beoogde plotwendingen wel wat spanning te creëren, maar dit komt absoluut niet uit de verf.

Een van de belangrijkste reden voor deze mislukking is de schrijfstijl die Van Rensburg hanteert. Vanaf het begin is het taalgebruik bijzonder bloemrijk, hetgeen op zich geen probleem hoeft te zijn, maar ze draaft daarin echter danig door, met name tijdens de eerste twee dagen. Dit alles gaat ten koste van het tempo en de eventuele spanning. Pas in de eindfase laat de auteur zien dat ze ook op een andere manier kan schrijven, want de bombastische zinnen zijn dan volledig afwezig. Hierdoor is deze fase veel levendiger en kan de lezer zich aanmerkelijk beter in de personages en gebeurtenissen inleven. Nochtans is het leed dan al geschied, want wat in principe mooi had kunnen zijn, is dan al kapot geschreven.

Voor een groot deel is Een lang weekend behoorlijk voorspelbaar en tezamen met de diverse andere omissies is dit geen debuut dat erg veel indruk maakt. Het thema is goed gekozen, de boodschap die de auteur over wil brengen, is eveneens prima, maar de uitwerking van het geheel laat danig te wensen over.

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Laure van Rensburg
Titel: Een lang weekend

ISBN: 9789044984927
Pagina’s: 350
Eerste uitgave: 2022

De verdwenen Jozef – Elizabeth George

Flaptekst
Deborah St. James bezocht het museum die druilerige dag niet alleen om voor de regen te schuilen, maar vooral om aan haar eigen neerslachtigheid te ontkomen.

Tot haar stomme verbazing blijkt ze binnen de kortste keren haar hart uit te storten bij een volslagen onbekende medebezoeker, de Anglicaanse pastoor Robin Sage, terwijl zij Leonardo da Vinci’s Sint-Anne te Drieen bewonderen en zich afvragen waarom Jozef op de schets ontbreekt.

Nog verbaasder is ze enige maanden later als de eerwaarde plotseling blijkt te zijn overleden ten gevolge van een ongelukkige vergiftiging. Maar al snel komen Deborah en haar man Simon tot de conclusie dat hier sprake van boos opzet moet zijn. Zij roepen de hulp in van hun oude vriend inspecteur Thomas Linley en gezamenlijk beginnen ze een speurtocht naar een onthutsende waarheid…

Recensie
Hoewel Elizabeth George een Amerikaanse auteur is, spelen haar thrillers zich voornamelijk af in Engeland. Alleen haar serie Young Adults heeft een andere setting, namelijk een eiland in de staat Washington. Ze debuteerde in 1988 met Tot de dood ons scheidt, het eerste deel van een reeks met inspecteur Thomas Lynley en brigadier Barbra Havers. Het zesde deel, De verdwenen Jozef, is in 1994 in een Nederlandse vertaling uitgebracht en door het thema dat hierin een rode draad is, is ze op dit boek het meest trots.

Om voor de regen te schuilen, maar vooral om een teleurstelling te verwerken, besluit Deborah St. James de Londense National Gallery te bezoeken. In een van de expositieruimtes ontmoet ze Robin Sage, een Anglicaanse pastoor uit het kleine plaatsje Winslough. Een paar maanden later willen zij en haar echtgenoot Simon hem bezoeken, maar hij blijkt als gevolg van een vergiftiging te zijn overleden. Beiden vermoeden dat hier opzet in het spel is, dus nemen ze contact op met hun vriend inspecteur Thomas Lynley. Na diens komst proberen ze de werkelijke reden van de dood van de pastoor te achterhalen en stuiten vervolgens op een schokkende uitkomst.

De eerste hoofdstukken wekken de indruk dat het tempo in De verdwenen Jozef niet al te hoog is en naarmate de plot vordert, blijkt dit geen misplaatst gevoel te zijn. Heel bedaard en misschien zelfs belegen, schrijden de gebeurtenissen zich voort zonder dat zich al te veel spectaculaire situaties voordoen. Het woord gezapig is in feite wel op zijn plaats. Pas tegen het eind komt de vaart er een klein beetje in en ontstaat er eveneens een lichte spanning, die tot dan toe zo goed als volledig ontbreekt. Het ontbreken van die spannende momenten komt vooral omdat de auteur uitgebreid aandacht besteedt aan de persoonlijke omstandigheden van diverse personages. De thriller- of mysteriemomenten zijn eigenlijk alleen zichtbaar als Lynley met zijn onderzoek bezig is, en die zijn verhoudingsgewijs erg spaarzaam.

Omdat George de diverse privéperikelen laat prevaleren, komt de lezer wel het een en ander te weten over de verschillende personages. Hij krijgt dan ook een goede en adequate indruk van hen. De enigen waarvoor dat minder geldt, zijn de terugkerende karakters. Hoewel er wel iets over hen verteld wordt, blijven ze qua verdieping wel achter ten opzichte van de rest. Desondanks hoeft het geen beletsel te zijn om dit boek afzonderlijk van de voorgaande delen uit de serie te lezen. Bij twee individuen kan overigens wel een kanttekening geplaatst worden, want de gedragingen van en gesprekken tussen een vijftienjarige jongen (Nick) en een nog net geen veertienjarig meisje (Maggie) komen verre van overeen met hun leeftijd. Daarmee gaat de auteur enigszins de mist in.

Waar George erg sterk in is, is het weergeven van de sfeer. De desolate ligging van Winslough, de barre weersomstandigheden die het westen van Engeland teisteren, de aristocratie, de problemen waarmee de personages te kampen hebben, ze komen allemaal realistisch over. Niettemin draaft de auteur in haar uitvoerige en bij tijd en wijle bijzonder gedetailleerde beschrijven regelmatig door. Ze haalt dan allerlei dingen aan die helemaal niet ter zake doen en het toch al niet in snelheid uitblinkende verhaal nog meer vertragen.

Moederschap is een van de thema’s in De verdwenen Jozef en loopt als een rode draad door het verhaal heen, zowel op persoonlijk als onwettig vlak, maar in sommige gevallen veel te nadrukkelijk en daardoor worden die op den duur ietwat vervelend. Over het geheel genomen is dit Lynley-mysterie, zeker als je hem vergelijkt met de voorgaande delen, een tegenvaller. Wat overigens niet wil zeggen dat dit een heel slecht boek is, want daar is ook weer geen sprake van.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Elizabeth George
Titel: De verdwenen Jozef

ISBN: 9789022987230
Pagina’s: 506

Eerste uitgave: 1994

Pluk een roos – M.J. Arlidge

Flaptekst
Een jonge vrouw wordt wakker in een koude, donkere kelder. Ze heeft geen idee hoe ze daar terecht is gekomen, of door wie ze is ontvoerd. En dat is pas het begin van haar nachtmerrie.

In de buurt wordt het lichaam van een andere jonge vrouw gevonden. Ze is nooit opgegeven als vermist, en haar familie heeft zelfs gewoon sms’jes van haar ontvangen. Iemand heeft zich de afgelopen tijd voor haar uitgegeven. Inspecteur Helen Grace weet dat ze de dader zo snel mogelijk moet vinden. Die is niet alleen gestoord, maar ook slim en vindingrijk. Maar zodra Helen probeert uit te vinden wat de motivatie van de moordenaar is, start een bijna onmogelijke race tegen de klok…

Recensie
Realityprogramma’s waarin mensen beoordeeld kunnen worden (Big Brother, Survivor, etc.) waren voor M.J. Arlidge de inspiratiebron voor zijn in 2015 verschenen thrillerdebuut Iene miene mutte. In dit eerste deel van een serie maakt de Southamptonse rechercheur Helen Grace haar opwachting en groeide vervolgens uit tot een succesvol en geliefd personage. De derde editie van de reeks is het in 2016 uitgebrachte Pluk een roos en het idee voor dit boek ontstond tijdens een gezinsvakantie van de auteur.

Na een wild avondje uit wordt de jonge Ruby Sprackling wakker op een vreemd bed in een voor haar onbekende ruimte. Hoe ze daar terecht is gekomen, weet ze niet en evenmin wie, zoals al snel blijkt, haar ontvoerder is. Als op een druk bezocht strand het lichaam van een andere jonge vrouw wordt aangetroffen, wordt het team van Helen Grace erbij geroepen. Onderzoek wijst uit dat beide zaken met elkaar te maken hebben, maar wat het verband is, is een raadsel. De rechercheurs zetten in ieder geval alles op alles om een nieuwe moord te voorkomen.

Kenmerkend voor de boeken van Arlidge zijn de korte hoofdstukken en in dit derde deel van de serie met Helen Grace is dat niet anders. Hierdoor snelt het verhaal in razend tempo voort en heeft de lezer het gevoel dat er voortdurend ontzettend veel gebeurt, terwijl dat in feite niet eens zo hoeft te zijn. Natuurlijk doet zich in dit geval wel degelijk het nodige voor, maar het draait in het boek vooral om het politieonderzoek en het opsporen van de moordenaar. Daarnaast, en dat is een andere verhaallijn, eist de vertroebelde verhouding tussen Grace en haar directe chef Ceri Harwood ook de nodige aandacht op. In bepaald opzicht leveren deze perikelen zelfs wat meer spanning op dan de gebeurtenissen en nasleep rond de verdwijning van Ruby en de vondst van het lichaam.

Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende perspectieven, waaronder die van enkele nieuwe leden van het rechercheteam. Over deze nieuwelingen wordt globaal wat extra informatie gegeven, zodat de lezer weet met wie hij te maken heeft. De oude bekenden zijn zoals je ze inmiddels kent en hebben, zonder dat je echt veel meer over hen te weten komt, hun waarde en doen, loyaal als ze aan Helen Grace zijn, wat ze moeten en willen doen. Omdat de auteur ook Ruby een stem heeft gegeven, krijg je mee hoe zij zich in gevangenschap voelt, wat ze doormaakt en wat deze vrijheidsberoving met haar doet. Een goede keuze van Arlidge om aandacht aan haar en haar omstandigheden te besteden, want daardoor is meer dan alleen maar een ontvoerd meisje dat door de politie gevonden moet worden.

De schrijfstijl van de auteur is ongecompliceerd, vlot en beeldend. Hieraan is overduidelijk te merken dat hij ervaring heeft met het schrijven van scenario’s, want het verhaal is min of meer op die wijze opgebouwd. Het boek leest daarom heel erg prettig. Toch kan de lezer zich niet aan de indruk onttrekken dat hij het meeste al een keer voorbij heeft zien komen. Ontvoering van een jonge vrouw, de vondst van het lichaam van een ongeveer even oude vrouw, een speurtocht die aanvankelijk niet wil vlotten. Deze, maar eveneens diverse andere standaard thrillerelementen, zijn nogal clichématig. Arlidge komt er echter wel mee weg, want het verhaal is beslist niet vervelend.

Pluk een roos – de keuze voor deze Nederlandstalige titel is in relatie tot het verhaal volstrekt onbegrijpelijk – is al met al een aangename thriller, waarin gruwelijkheden die in de voorgaande twee delen nog wel voorkwamen niet aanwezig zijn. Hierdoor is de spanning eveneens een flink stuk minder zichtbaar. Desondanks is dit derde deel wel degelijk de moeite waard en kijk je heel stiekem alweer uit naar een vervolg.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: M.J. Arlidge
Titel: Pluk een roos

ISBN: 9789022581414
Pagina’s: 398

Eerste uitgave: 2016

Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht – Mark Haddon

Flaptekst
Christopher, de detective in deze ongewone detectiveroman, is een vijftienjarige jongen met een vorm van autisme. Hij weet veel van wiskunde en weinig van mensen. Hij houdt van lijstjes, patronen en de waarheid. Hij houdt niet van de kleuren geel en bruin. Hij is in zijn eentje nooit verder geweest dan het einde van de straat, maar wanneer de hond van de buurvrouw vermoord blijkt te zijn, begint hij aan een reis die zijn hele wereld op z’n kop zet.

Recensie
De Britse auteur Mark Haddon heeft vooral veel kinderboeken geschreven, maar hij werd wereldwijd bekend door Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht (2003), zijn eerste roman voor zowel volwassenen als jongeren. Voor dit boek heeft hij in datzelfde jaar de Whitbread Book of the Year Award heeft gewonnen.

Christopher Boone is een vijftienjarige jongen met een vorm van autisme. Hij is erg goed in wiskunde, wil hiervoor het vwo-examen Wiskunde-B1 doen. Aan de andere kant moet hij niets van grote mensenmassa’s hebben, wil niet dat iemand hem aanraakt en houdt niet van de kleuren geel en bruin. Hij moet ook helemaal niets hebben van een ongeregeld leventje. Zijn leefwereld wordt echter op z’n kop gezet als hij ontdekt dat Wellington, de hond van een buurvrouw, vermoord is.

Het eerste dat opvalt als je het boek openslaat, is de bijzondere en afwijkende nummering van de hoofdstukken. Je vraagt je af waarom dat is gedaan, maar uiteindelijk wordt dit wat verderop in de plot uitgelegd en dan weet je dat dit eigenlijk wel een leuke en originele vondst is en ook nog eens een die prima past bij protagonist Christopher Boone. De lezer leert deze vijftienjarige jongen erg goed kennen, want het verhaal wordt volledig vanuit zijn perspectief verteld. De roman, die eveneens heel goed kan doorgaan voor een jeugdboek (dit is een bewuste keuze van de auteur), begint er al meteen mee dat hij de poedel van de buurvrouw vindt. Dit zorgt ervoor dat er een klein beetje spanning ontstaat, want net als Christopher wil je zelf ook wel weten wie het hondje heeft omgebracht, al heb je op een bepaald moment in de plot wel een vermoeden, zonder dat daar overigens aanwijzingen voor zijn.

Behalve dat de vijftienjarige vertelt over het voorval met de hond, is er in feite nog een andere verhaallijn. Hierin komen voornamelijk de persoonlijke dingen van hem naar voren, wat hem allemaal bezighoudt, hoe hij denkt en doet, en waar hij wel en niet van houdt. De lezer neemt als het ware een kijkje in zijn hoofd en uit alles blijkt dat hij anders denkt en doet dan het merendeel van de mensen. Het is dus overduidelijk dat hij een vorm van autisme heeft. Iemand die hier kennis van heeft of bekend mee is, herkent veel van Christophers gedrag en diens doen en laten. Dat wiskunde een belangrijke plaats in zijn leven inneemt, keert regelmatig terug in de plot. Zo nu en dan wordt dit begeleid met een aantal wiskundige formules die voor een leek volstrekt onbegrijpelijk zijn en veelal als taai en saai zullen overkomen.

De schrijfstijl van Haddon is eenvoudig en geheel in lijn van de gedachtegangen van de jongen. Hierdoor kan de lezer zich volledig in zijn belevingswereld verplaatsten en komt het op geen enkel moment geforceerd of kinderlijk over. Zo nu en dan is wat er gebeurt grappig, waaruit op te maken valt dat de auteur een humoristische ondertoon niet schuwt, ondanks dat wat Christopher overkomt en ondervindt serieus en soms aandoenlijk is. In ieder geval weet hij de lezer wel voor zich in te nemen en heb je regelmatig met hem te doen, onder andere als het erop lijkt dat zijn vader en moeder hem niet altijd begrijpen of goed met hem om lijken te gaan.

Al met al is Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht een zowel onderhoudende als aandoenlijke en soms aangrijpende roman, waarin de lezer op een ongecompliceerde wijze deelgenoot wordt van het reilen en zeilen van een jongen met een vorm van autisme.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Mark Haddon
Titel:Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht

ISBN: 9789025417789
Pagina’s: 286

Eerste uitgave: 2003

Suikerdood – Unni Lindell

Flaptekst
Zestien jaar geleden is er onder verdachte omstandigheden een baby gestorven. Het hoofd van de landelijke recherche heeft vrienden die hij niet moet hebben. Een psychopaat die een perfect dubbelleven leidt, heeft een netwerk met vertakkingen tot ver in politieke kringen. En Kari Helene Bieler herinnert zich plotseling wat er destijds gebeurd is. Dat vormt de aanzet tot een verbijsterende thriller vol gruwelijkheden, waarbij rechercheur Marian Dahles samenwerking met hoofdinspecteur Cato Isaksen en de rest van het politiekorps zwaar op de proef wordt gesteld.

Recensie
Voordat Unni Lindell met het schrijven van thrillers begon, had ze al een aantal kinder- en kookboeken op haar naam staan. Ze ging over naar het spannende genre omdat je het onder andere kunt hebben over mensen die buiten de maatschappij staan, maar ook dat die verhalen zowel literair kunnen zijn en tegelijkertijd spanning bevatten en snel zijn. In 1996 introduceerde ze in Het dertiende sterrenbeeld de Oslose inspecteur Cato Isaksen en inmiddels zijn er tien delen van de serie verschenen, waarvan het in 2010 uitgebrachte Suikerdood het achtste is.

Een jonge vrouw herinnert zich plotseling hoe zestien jaar eerder haar pasgeboren broertje om het leven is gekomen. Ze neemt hierover contact op met Martin Egge, het hoofd van de landelijke recherche. Ze speken af, maar voordat hun ontmoeting plaats kan vinden, wordt Egge door een auto aangereden. De politie doet onderzoek en dan blijkt dat het slachtoffer vrienden heeft die hij beter niet kon hebben. Rechercheur Marian Dahle, een protegé van Egge, is ontdaan door wat hem overkomen is en doet er, tot ongenoegen van Isaksen, alles aan om erachter te komen wie voor die daad verantwoordelijk is.

Ondanks dat Suikerdood al het achtste deel van de serie met Caro Isaksen is, is het boek prima afzonderlijk van de andere te lezen. Goed, er zijn enkele verwijzingen naar wat zich eerder heeft voorgedaan en van de terugkerende personages wordt niet uitbundig veel verteld, maar dit hoeft op zich geen enkel beletsel te zijn om niet aan dit boek te gaan beginnen. In de eerste hoofdstukken worden verschillende van hen geïntroduceerd, dus krijg je al in een vroeg stadium een globaal beeld van de diverse personen die van belang zijn. Toch vinden er ook meteen al diverse situaties plaats die van belang zijn voor het verdere verloop van de gebeurtenissen en het onderzoek van de politie. Hierdoor is die aanvangsfase niet alleen maar een opsomming van diverse wetenswaardigheden.

Het verhaal kabbelt in een rustig tempo voort, maar er zijn zonder meer voldoende ontwikkelingen te bespeuren, waaronder een aantal onverwachte. Deze houden de lezer bij de les houden waardoor hij zich geen moment hoeft te vervelen. Bijzonder spannend is het in een groot deel van de plot niet, maar er wel degelijk een geladenheid die ervoor zorgt dat je te weten wilt komen wat er verder gebeurt. Aan het eind van het boek gaat de snelheid zienderogen omhoog, doen zich onverwachte situaties voor en neemt de spanning zienderogen toe. Ogenschijnlijk zijn er een paar verhaallijnen, maar ze hebben alle met elkaar te maken. Ze komen in de loop van de plot dan ook keurig samen, waarna tot slot nog eens alle puntjes op de i worden gezet, zodat niemand met onbeantwoorde vragen achterblijft.

In tegenstelling tot de meeste voorgaande delen van de serie is de rol van Isaksen een stuk beperkter. De hoofdrol is deze keer weggelegd voor rechercheur Marian Dahle, een collega van de inspecteur en een tijdje geleden aan zijn team toegevoegd. De lezer leert haar kennen als iemand die haar eigen gang wil gaan en bijzondere capaciteiten heeft, die overigens niet altijd op waarde worden ingeschat. In ieder geval is ze een personage, die in de loop van het verhaal steeds meer sympathie kweekt, om in de gaten te houden, zoveel wordt wel duidelijk.

De schrijfstijl van Lindell is over het algemeen zeer toegankelijk en beeldend, waarbij de kleinste details niet overgeslagen worden. Hierdoor komt het boek erg filmisch over en zie je de vele omstandigheden zo voor je. Al met al is Suikerdood een thriller die wel degelijk weet te boeien en heel stiekem alweer nieuwsgierig maakt naar een vervolg.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Unni Lindell
Titel: Suikerdood

ISBN: 9789021438870
Pagina’s: 344

Eerste uitgave: 2010

Waar is het fout gegaan – Lionel Shriver

Flaptekst
Vlak voor zijn zestiende verjaardag schiet Kevin Khatchadourian in koelen bloede zeven klasgenoten, een lerares en een kantinemedewerker dood. Zijn motief: geen. Spijt of berouw van zijn daden heeft hij niet. Omdat hij minderjarig is, is zijn straf mild.

Zijn moeder Eva is verbijsterd door de slachtpartij en vraagt zich constant af: waar is het fout gegaan? Ligt de fout bij haar manier van opvoeden of is Kevin zelf door en door slecht? In totale afzondering kijkt ze terug op haar verleden en dat van Kevin.

Recensie
Bestsellerauteur Lionel Shriver debuteerde in 1987 met The female of the species en heeft inmiddels een aanzienlijk aantal romans geschreven waardoor haar palmares behoorlijk is. Haar grote doorbraak beleefde ze met het controversiële Waar is het fout gegaan (ook uitgebracht onder de titel We moeten het even over Kevin hebben) dat oorspronkelijk in 2003 werd uitgebracht en drie jaar later in het Nederlands is vertaald. Voor dit boek ontving ze in 2005 de Orange Prize for fiction, een jaarlijkse literatuurprijs voor een Engelstalige roman geschreven door een vrouw.

De bijna zestienjarige Kevin Khatchadourian schiet op een dag in april zeven klasgenoten, een lerares en een medewerker van de kantine van zijn school dood. Een specifieke reden voor zijn daad heeft hij niet en spijt evenmin. Vanwege zijn minderjarige leeftijd komt hij er relatief genadig van af. Zijn moeder Eva is uiteraard geschokt en vraagt zich af wat ze in de opvoeding van haar zoon verkeerd heeft gedaan. Komt het misschien omdat hij van nature een slecht karakter heeft of ligt het aan zijn vader, die hem altijd de hand boven het hoofd heeft gehouden?

Het verhaal wordt volledig verteld vanuit het perspectief van Eva Khatchadourian, de moeder van Kevin. Ze richt zich in briefvorm tot haar echtgenoot Franklin, van wie ze, zo vermoed je al meteen, gescheiden leeft. Hoewel je niet weet of dit zo is, of wat er eventueel gebeurd is, aanvaard je dit als een vaststaand feit, terwijl de situatie natuurlijk ook heel anders kan zijn. Het is opvallend dat de correspondentie eenzijdig is, maar dit hoeft per definitie niet vreemd te zijn, want Eva kan de bedoeling hebben om wat ze kwijt wil van zich af te schrijven. En, zo blijkt in de loop van de plot steeds meer, in zekere zin is dit ook zo.

Door wat Eva allemaal opschrijft, komt de lezer behoorlijk wat over haar en haar gezin te weten. Niet alleen van het heden, maar ook erg veel uit het verleden. Je leert haar, Franklin en hun kinderen erg goed kennen en kunt eigenlijk wel zeggen hoe ze in elkaar steken, hoe hun karakter is, wat hun sterke en minder sterke kanten zijn. De auteur geeft hen een gezicht en daarom voelen ze absoluut niet aan als personages uit een roman. Eva’s eigenlijke doel van de correspondentie lijkt voornamelijk bedoeld te zijn om haar verhaal en frustraties kwijt te kunnen. Na Kevins geboorte is het leven van Eva en Franklin volledig anders geworden, vooral omdat de problemen met hem, en geleidelijk aan ook tussen henzelf, groeiden. Natuurlijk realiseer je je dat alles wat verteld wordt alleen de waarheid van Eva is, maar wat ze zegt komt buitengewoon geloofwaardig over.

Aanvankelijk is het wel even doorbijten, want tot relatief ver in de plot is de schrijfstijl nogal steriel en daardoor onpersoonlijk. Dit verandert uiteindelijk te goede, want op een gegeven moment begint het verhaal te leven en krijg je als lezer veel meer binding met de belangrijkste personages. Tegelijkertijd neemt het tempo, dat tot dan niet al te hoog was, aanmerkelijk toe en leest de roman een stuk vlotter. Gebeurtenis na gebeurtenis volgen elkaar vlug en vloeiend op en in de ontknoping komt een en ander tot een angstwekkende en enigszins spannende apotheose, waarvan je op zich wel wist dat iets dergelijks eraan zat te komen. Het eind bevat daarnaast ook nog iets moois en onverwachts en voor de lezer voelt dit wel als een verrassing aan.

De worsteling waar een moeder mee zit nadat haar zoon een verschrikkelijke daad heeft verricht, komen goed tot uiting, maar ook de houding van de vader tijdens het hele opvoedingsproces wordt prima uitgelicht. Waar is het fout gegaan/Laten we het even over Kevin hebben is, ondanks de stroeve aanloop, van begin tot eind boeiend en op enkele momenten moeilijk, en af en toe zelfs indrukwekkend.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Lionel Shriver
Titel: Waar is het fout gegaan

ISBN: 9789022991909
Pagina’s: 398

Eerste uitgave: 2006