Categorie archief: Gelezen in 2024

Tibetaanse perziken – Carolijn Visser

Flaptekst
Na jarenlange omzwervingen arriveert Samuel van der Putte in 1730 in Tibet. Wat de Zeeuwse wereldreiziger daar heeft meegemaakt, is niet bekend; er zijn slechts enkele papiersnippers van zijn hand overgeleverd. Carolijn Visser trok naar Tibet, in de hoop iets van de informatie op te ontrafelen.Tijdens een boeddhistische ceremonie in de stad ontmoet Visser Dolma, een jonge Tibetaanse die uit ballingschap is teruggekeerd. Zij laat zien hoe de Tibetanen hun leven voortzetten in de schaduw van de Chinese bezetting. Iedereen droomt van hoe Tibet zou kunnen zijn.

Recensie
Enkele papiersnippers, waaronder één met een getekende kaart van een deel van Tibet, uit de overlevering van de achttiende-eeuwse Zeeuwse ontdekkingsreiziger Samuel van der Putte waren voor Carolijn Visser de drijfveer om diens onderneming naar dat gebied te herbeleven. Hierdoor hoopte ze meer informatie te kunnen achterhalen over het doel van die reis, maar ook over de man zelf, die vlak voor zijn overlijden opdracht gaf alle documentatie die hij tijdens zijn vele tochten had opgeschreven en verzameld te vernietigen. In haar in 2003 verschenen boek Tibetaanse perziken doet de auteur verslag van de drie reizen die ze voor dit doel naar Tibet, India en China maakte.

Op een vlotte, levendige en – voor een reisverslag kenmerkende – beeldende schrijfwijze vertelt Visser onder andere over het doel van haar naspeuringen naar de expedities die haar voormalige provinciegenoot eeuwen geleden heeft gemaakt. Natuurlijk ontkomt ze, als ze in Tibet is, niet aan de politieke situatie van dit Himalayaland, dat velen tot de verbeelding spreekt en eveneens een grote hoeveelheid sympathie oproept. Zo nu en dan valt tussen de regels door wel op te maken wat haar eigen opvattingen hierover zijn, maar een concreet en helder standpunt neemt ze echter niet in. Misschien is dit ook wel het verstandigst.

Vanzelfsprekend ontkomt de auteur er niet aan om veel aandacht aan het boeddhisme te besteden, dit is immers de religie die het grootste deel van de Tibetaanse bevolking belijdt. Interessant zijn de gesprekken die ze met een aantal Tibetanen, maar ook met een Chinese boeddhistische vrouw heeft, en met sommigen raakt ze min of meer bevriend. Een van de meest opmerkelijke ontmoetingen is die met de uit Nederland afkomstige en tot boeddhist bekeerde monnik Eugène. Ze trekt een tijdje met hem op en door wat Visser hierover opgeschreven heeft, krijgt de lezer de indruk dat deze man zijn religie intenser beleeft dan de meeste monniken; hij lijkt – in spreekwoordelijke zin – roomser te zijn dan de paus.

De buitenwereld, maar ook veel Tibetanen zelf, zijn vaak de mening toegedaan dat de Chinese overheersing het land ten nadele heeft veranderd. Tijdens haar reizen heeft Visser dit diverse keren gehoord, maar, zo blijkt uit het verslag, er zijn voldoende inwoners die er anders over denken of die er hun voordeel mee hebben gedaan. En ook zonder de inval had modernisering plaatsgevonden of zou zich prostitutie hebben voorgedaan. De auteur schroomt niet dit te vermelden, wat ook goed is, want alles heeft immers twee kanten en beide zijden horen belicht te worden.

Hoewel de naam van Van der Putte een aantal keren genoemd wordt, en hierbij zijn reis dus ook, heeft de lezer niet continu de indruk dat Visser zich in zijn voetsporen begeeft. Het lijkt vooral een reis van en voor haarzelf, maar desalniettemin wel over het traject dat haar voorganger volgde. Het is namelijk de vraag of de ontdekkingsreiziger toentertijd met veel lokale bewoners gesproken heeft. Dit neemt echter niet weg dat de onderneming van de auteur niet uitdagend is geweest. Integendeel, en daarom is Tibetaanse perziken een boeiend en interessant relaas dat ervoor zorgt dat de lezer als het ware met haar meereist.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Carolijn Visser
Titel: Tibetaanse perziken

ISBN: 9789045701318
Pagina’s: 304

Eerste uitgave: 2003

Een kille rilling – Bernard Minier

Flaptekst
Een bergdorp in de Pyreneeën. Op weg naar hun werk vinden werknemers van een waterkrachtcentrale een bevroren, onthoofd paard. Politiecommandant Servaz wordt meteen op de zaak gezet. Waarom is het paard op tweeduizend meter hoogte vermoord? Is de gruwelijke verminking van het dier een waarschuwing? Wraak? En waar is het hoofd?

Als Servaz op het kadaver DNA vindt van Julian Hirtmann, een van de gevaarlijkste seriemoordenaars van Europa, roept hij de hulp in van de jonge psycholoog Diane Berg. Zij werkt in de gesloten psychiatrische inrichting waar Hirtmann vastzit. Een reeks onverklaarbare moorden volgt, waarbij al het bewijsmateriaal in Hirtmanns richting wijst. Maar hij zit opgesloten in de zwaarst beveiligde instelling ter wereld. Kan hij wel iets met de moorden te maken hebben?

Recensie
Net als veel andere auteurs heeft ook Bernard Minier zijn hele leven lang al geschreven. Hij schreef – dit waren onder andere gedichten, fantasy en strips – in eerste instantie alleen voor zichzelf, maar om zijn stijl te oefenen begon hij aan een volledig boek. Dit werd het in 2011 uitgebrachte en al meteen lovend ontvangen Glacé, dat onder de titel Een kille rilling drie jaar later in het Nederlands is verschenen. In dit eerste deel van een serie maakt politiecommandant Martin Servaz eveneens zijn debuut.

Op een van de bergen in de Pyreneeën wordt een onthoofd paard aangetroffen. Inspecteur Martin Servaz wordt met deze zaak belast. Al snel wijst DNA-onderzoek uit dat op de plaats delict speeksel van de Zwitserse seriemoordenaar Julian Hirtmann gevonden is. Hij zit echter voor de rest van zijn leven opgesloten op een gesloten afdeling van een nabij gelegen psychiatrische kliniek. Het is daarom zo goed als uitgesloten dat hij iets met de dood van het dier, of een aantal onverklaarbare moorden die vlak daarna plaatsvinden en in zijn richting wijzen, te maken heeft.

Een enigszins dreigende en nieuwsgierig makende proloog zorgt er meteen voor dat de lezer in het verhaal getrokken wordt. Niet lang daarna maakt hij kennis met inspecteur Martin Servaz, zijn collega Irène Ziegler en – in mindere mate – met psycholoog Diane Berg. Het verhaal wordt dan ook voornamelijk vanuit hun perspectieven verteld en daarom krijg je een goede indruk van deze drie personages. Servaz is echter degene die het meest in beeld komt en hem leer je derhalve het beste kennen en kun je hem kenschetsen als een rustige en ietwat in zichzelf gekeerde man, maar niettemin interessant genoeg om hem te blijven volgen. Dit alles wil overigens niet zeggen dat aan andere personen die een belangrijke rol vervullen geen aandacht wordt besteed, het is alleen een stuk minder.

Meteen in het begin geeft Minier een beschrijving van de desolaatheid van de Pyreneeën, een gebied dat hij erg goed kent omdat hij er is opgegroeid. De sfeer die er hangt, komt bijzonder goed over en de dreiging die van zo’n gebied uit kan gaan blijft voortdurend aanwezig. Hierdoor bevat de plot in feite al een continue spanning, die regelmatig versterkt wordt door de vele onheilspellende gebeurtenissen en diverse hachelijke omstandigheden. Aan het eind leidt dit tot een ongekende climax die de lezer de adem een klein beetje doet ontnemen. Voor het zover is, trakteert de auteur hem op een groot aantal onverwachte ontwikkelingen, waaronder enkele verrassende. Daarnaast zorgen de kliniek, haar medewerkers en de desolate locatie in een dal in het gebergte voor een min of meer naargeestig gevoel.

De schrijfstijl van de auteur is uitermate aangenaam, vlot en toegankelijk. Door de beeldende beschrijvingen, waarheidsgetrouwe dialogen en soms cynische ondertoon vlieg je door het boek heen. Natuurlijk heeft dit eveneens te maken met het tempo waarin het verhaal zich afspeelt, dat is namelijk overwegend hoog. Zo nu en dan kan de lezer ook een klein beetje kritiek op de Franse samenleving tussen de regels door lezen, hier lijkt Minier zijn eigen opvatting in de plot en de gebeurtenissen verwerkt te hebben. Over het algemeen is zoiets wel een mooie toevoeging aan het geheel.

Het verhaal wordt afgesloten met een licht zoetsappige en daardoor uit de toon vallende epiloog, waaruit wel op te maken valt dat Servaz nog terug zal keren (hetgeen uiteraard al helder is). Desondanks is Een kille rilling een buitengewoon sterke debuutthriller. Het is echter jammer dat zelfs de derde druk nog té veel (vertaal)fouten en slordigheden bevat.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Bernard Minier
Titel: Een kille rilling

ISBN: 9789401605434
Pagina’s: 582

Eerste uitgave: 2014

Een aardig meisje – Elvin Post

Flaptekst
Megan Smit is een aardig meisje. Helaas is het leven tot nu toe niet zo aardig voor háár. Op jonge leeftijd verloor ze haar vader, ze liep haar gedroomde carrière als filmactrice mis en haar moeder wil maar niet begrijpen waarom ze een einde maakte aan de disfunctionele relatie met haar ex-vriend Rex. Wanneer Megan een nieuw appartement betrekt in Rotterdam, lijkt het leven haar eindelijk toe te lachen. Lijkt. Want nog geen vijf maanden later ligt haar buurman dood in het trappenhuis en wordt ze beschuldigd van moord. Is Megan onschuldig, zoals ze beweert, of liegt ze en is ze opgehouden een aardig meisje te zijn?

Recensie
Vroeger heeft Elvin Post nooit de ambitie gehad om schrijver te worden – voetballer zijn was zijn grote droom – maar in Manhattan, waar hij voor de agent van onder anderen Stephen King heeft gewerkt, ontdekte hij dat het schrijven van boeken ook wel heel erg leuk is. Hij ging aan de slag en dit leidde tot zijn in 2004 verschenen debuut Goede vrijdag. Inmiddels heeft hij diverse thrillers en één young adult op zijn naam staan, waaronder zijn nieuwste werk Een aardig meisje, dat in oktober 2024 wordt uitgebracht.

Nadat Megan Smit haar vriend Rex heeft verlaten, betrekt ze een appartement in de Rotterdamse wijk Schiebroek. Ze heeft er zin in en ziet de toekomst rooskleurig in, vooral omdat ze blij is uit haar danig verstoorde relatie bevrijd te zijn. Ze leert haar buren kennen en sluit vriendschap met overbuurvrouw Sharon. Vijf maanden later slaat het noodlot toe, want op een decemberdag wordt de man van haar vriendin dood in het trappenhuis gevonden en Megan ervan beschuldigd hem vermoord te hebben. Megan beweert onschuldig te zijn. Liegt ze hierover of is ze echt het aardige meisje waar iedereen haar voor houdt?

De beginfase, die bestaat uit een korte proloog en een 112-melding, zorgt ervoor dat de lezer enigszins nieuwsgierig wordt naar de aanleiding van de oproep naar dit alarmnummer en tevens met een enkele vraag komt te zitten. Heel opwindend zijn die eerste ogenblikken niet en later zal blijken dat de plot sowieso niet veel spanning bevat. Het enige dat daar redelijk dichtbij in de buurt komt, zijn de onderlinge verhoudingen tussen enkele bewoners van de portiekwoningen. Intriges, onenigheden en verstoorde verhoudingen voeren in feite de boventoon. Geen kenmerken die expliciet bij een thriller horen, maar er wel voor kunnen zorgen dat een boek uit dat genre wel of niet spannend is. In dit geval is het laatste van toepassing.

Omdat de gebeurtenissen worden verteld vanuit verschillende wisselende perspectieven krijg je een goed beeld van wat er bij de bewoners leeft en speelt, en heb je tevens een goede indruk van hoe ieder van hen in elkaar steekt. Stukje bij beetje licht de auteur een klein stukje van de sluier op zodat de lezer geleidelijk aan te weten komt wat uiteindelijk tot de dood van een van de bewoners heeft geleid. Van de diverse verhaallijnen is er één die min of meer uit de toon valt, die ogenschijnlijk veel minder met de andere te maken heeft. Ondanks dat Post er wel alles aan doet om een aantal verdachten op te voeren, heeft een ervaren thrillerlezer toch al vrij snel in de gaten wie de dader is en eveneens hoe de vork exact in de steel zit. Aan het eind blijkt hij het dus helemaal bij het rechte eind te hebben.

De schrijfstijl van de auteur is bijzonder vlot, eigentijds en toegankelijk. Dialogen zijn over het algemeen realistisch en de meeste omstandigheden zijn uit het echte leven gegrepen. Sommige dingen liggen er echter iets te dik bovenop en komen daardoor onwerkelijk over. Maar, en dat moet wel benadrukt worden, het is niet onmogelijk dat ze niet kunnen voorkomen. Post heeft het verhaal over het algemeen prima opgebouwd, maar het aantal plotwendingen is nogal beperkt. Veel is voor de hand liggend en verrassingen zijn behoorlijk schaars. Een leuke vondst is het eind van het verhaal, waarin een van de onderzoekende rechercheurs op een ludieke manier te horen krijgt wat er daadwerkelijk gebeurd is.

Al met al is Een aardig meisje een onderhoudend boek dat het midden houdt tussen een tamme thriller en een wat spanning bevattende roman en niets wegheeft van een onvervalste pageturner.

(Met dank aan Ambo|Anthos voor het beschikbaarstellen van een vooruitleesexemplaar.)

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Elvin Post
Titel: Een aardig meisje

ISBN: 9789026362583
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2024

De fiets, de fiets – Thijs Zonneveld

Flaptekst
Nederlandse wielrenners dit jaar zijn dominanter dan ze jaren geweest zijn. Mathieu van der Poel wint alle superprestige crossen én het Wereldkampioenschap, de mannen en vrouwen op de baan domineren het WK met maar liefst zes titels en ook op de weg zijn Wout Poels, Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk en Niki Terpstra coureurs die om de prijzen rijden. Om van de hegemonie van Anna van der Breggen, Chantal Blaak en Annemiek van Vleuten nog maar te zwijgen. Gouden tijden voor de wielerjournalistiek, kortom. Thijs Zonneveld is bevoorrecht om hen van dichtbij te zien presteren en te vertellen over de ongekende klasse van de huidige wielergeneratie.

Recensie
Oud-wielrenner Thijs Zonneveld is, hoewel hij een juridische opleiding gevolgd heeft, al jarenlang journalist, columnist bij het Algemeen Dagblad en andere nieuwsmedia en tevens auteur van diverse boeken. Een aantal van zijn columns zijn in 2019 samengebracht in het in dat jaar verschenen De fiets, de fiets (en nog veel meer sportverhalen).

Gezien de achtergrond van de auteur bestaat het merendeel van de stukjes in deze bundel uit overwegend korte verhaaltjes en anekdotes over de wielersport. Daarnaast komen ook sporten als voetbal en schaatsen aan bod, en aan de destijds nogal overtrokken hype rond F1-coureur Max Verstappen wordt eveneens enige aandacht besteed. Zonneveld punt in zijn columns deels uit eigen ervaringen en herinneringen, maar tevens hoe hij tegen bepaalde zaken aankijkt. Soms valt tussen de regels zijn mening door te lezen, zoals bijvoorbeeld het in de wielrennerij veelvuldig toegepaste dopinggebruik.

In een bijzonder vlotte en toegankelijke schrijfstijl, met zo nu en dan een humoristische, kritische of cynische ondertoon, laat de auteur de lezer de diverse columns (her)beleven. Omdat het natuurlijk uitsluitend oudere schrijfsels betreft, zijn ze wel enigszins gedateerd – iets dat overigens voor de meeste gebundelde columns geldt – aardig voor het moment dat ze in een krant of tijdschrift geplaatst zijn, maar van blijvende waarde zijn ze echter niet. Uiteraard is dit geen enkel probleem, want de stukjes zijn leuk om te lezen. Het merendeel daarvan is redelijk oppervlakkig, wat in principe helemaal niet erg is. Toch zijn er een paar hoofdstukken die iets meer diepgang hebben, vooral omdat ze over het overlijden van een sporter gaan. Zonneveld gaat hier op een correcte en juiste manier mee om.

Al met al is De fiets, de fiets een boekje dat lekker vlot wegleest, maar waarvan over het algemeen niet zo heel erg veel blijft hangen. Eigenlijk een prima en prettig leesbaar tussendoortje.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Thijs Zonneveld
Titel: De fiets, de fiets (en nog veel meer sportverhalen)

ISBN: 9789048850396
Pagina’s: 192

Eerste uitgave: 2019

In haar voetsporen – Anna E. Wahlgren

Flaptekst
Jill en Isabelle zijn halfzussen. Isabelle heeft het altijd als haar plicht gezien om haar zusje tegen alles te beschermen, terwijl Jill Isabelle wil steunen in haar chaotische leven. En dan verdwijnt Isabelle spoorloos. Volgens de politie wijst alles erop dat Isabelle vrijwillig is vertrokken, maar Jill weigert dit te geloven. Ze weet dat Isabelle geobsedeerd is door true crime en de verdwijning van een jonge vrouw in haar geboorteplaats Gävle onderzocht. Zou ze iets op het spoor zijn? Jill begint haar eigen onderzoek, wat haar leidt naar een gezin dat haar zowel intrigeert als beangstigt. Ze raakt steeds verder verstrikt in een labyrint – ontsnappen lijkt onmogelijk. In haar voetsporen is een psychologische thriller over familiebanden, over een gezin dat uiteenvalt en over het ophouden van een perfecte façade.

Recensie
Met een achtergrond als apotheker en chemisch systeemingenieur zou je niet denken dat Anna E. Wahlgren bijzonder geïnteresseerd is in de psychologie. Toch is dit zo, want toen ze in 2013 besloot om haar eerste boek (Skuggan av henne, 2016) te schrijven – ze heeft er nooit aan getwijfeld dat dit een thriller zou zijn – wist ze dat deze wetenschap hier een aanzienlijke rol in zou spelen. Hier is ze nooit meer van afgeweken, dus ook in In haar voetsporen (2024), haar eerste in het Nederlands vertaalde werk, zijn de psychologische aspecten volop aanwezig.

Hoewel Jill en Isabelle halfzussen zijn, zijn ze zo goed als onafscheidelijk en ondersteunen ze elkaar door dik en dun. Op een dag blijkt Isabelle plotseling te zijn verdwenen en ondanks dat de politie ervan overtuigd is dat ze vrijwillig is vertrokken, heeft Jill daar haar twijfels over. Omdat haar oudere zus zich de laatste tijd erg veel met true crime heeft beziggehouden, denkt Jill dat dit weleens de reden voor haar verdwijning kan zijn. Ze begint haar eigen onderzoek en sluit vriendschap met een gezin dat haar zowel fascineert als verstikt.

Eén woord aan het eind van de behoorlijk lange proloog, waarin protagonist Jill heel summier geïntroduceerd wordt en waaruit haar paniek en wanhoop na de vermissing van Isabelle miniem voelbaar is, zorgt voor een klein beetje nieuwsgierigheid. Deze emotie krijgt, op enkele momenten na, geen passend vervolg, want de diverse gebeurtenissen zijn over het algemeen allemaal nogal voor de hand liggend, ofschoon je niet alles ruim van tevoren ziet aankomen. Desondanks bevat het verhaal wel degelijk een aantal voorspelbaarheden, waaronder de identiteit van degene die verantwoordelijk is voor de vermissing van een jonge vrouw een paar jaar eerder. De auteur doet wel verwoede pogingen om de lezer regelmatig te verrassen met verschillende door haar beoogde wendingen, maar slaagt daar vanwege de al benoemde punten zo goed als nergens in.

Omdat de plot voornamelijk vanuit het perspectief van Jill wordt verteld – er zijn ook enkele hoofdstukken waarin Isabelle aan het woord is en waaruit afgeleid kan worden wat met haar gebeurd is – krijg je een vrij goed beeld van haar, overigens zonder dat er uitvoerig op haar en haar leven wordt ingegaan. In ieder geval krijg je de indruk dat ze bij vlagen nogal naïef en goedgelovig is, zonder erover na te denken tot actie overgaat en dat ze de gevolgen van haar impulsiviteit niet overziet. De andere personages – het zijn er niet zo heel erg veel – krijgen minder aandacht, maar voldoende om hen enigszins in te kunnen schatten. Een aantal van hen wordt door Wahlgren in kwaad daglicht gesteld, waardoor de lezer zich aanvankelijk afvraagt wie wel of niet te vertrouwen is. Deze goed gekozen techniek werkte, totdat ruim voor de ontknoping helder was hoe de vork precies in de steel zit.

De schrijfstijl van de auteur is over de hele linie toegankelijk, eigentijds en varieert van levendig tot beschrijvend. Hierdoor heb je niet overal een gevoel bij. Vooral in de beginfase springt de auteur plotseling van het heden naar het verleden én van de ene scène naar de andere, de structuur lijkt op die momenten ietwat zoek te zijn. In de loop van de plot verandert dit ten goede en kunnen de diverse situaties beter geplaatst worden. Ondanks enkele licht beklemmende en beangstigende omstandigheden, is de spanning ondermaats. Er gebeurt gewoonweg te weinig om de lezer omver te blazen en de psychologische aspecten waar de auteur patent op heeft, komen vrijwel niet uit de verf.

Het achterliggende idee van In haar voetsporen, waarvan de vertaling in handen lag van Erica Weeda, is niet helemaal origineel, maar evenmin erg slecht. Over het geheel genomen is dit echter een matige thriller die bepaald niet boven de middelmaat uitstijgt en weinig indruk maakt.

 

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Anna E. Wahlgren
Titel: In haar voetsporen

ISBN: 9789026367380
Pagina’s: 368

Eerste uitgave: 2024

Vluchtheuvel – Lidewey van Noord

Flaptekst
Aan de rand van een dorpje in de heuvels in Italië staat een wit huis. De wilde natuur aan de ene kant, het pittoreske dorp met zijn karakteristieke inwoners aan de andere kant. Voor Lidewey van Noord was die plek jarenlang een rustpunt in een leven vol avontuur. Maar nu long covid haar leven heeft vertraagd, doet de rust verdacht veel denken aan isolement. Gedurende twaalf maanden volgen we haar pogingen om zich thuis te voelen op de plek waar ze al jaren woont. We leren het landschap kennen en de inwoners van het dorp, die het wat zorgelijk vinden, zo’n alleenstaande straniera van achter in de dertig die niet kan koken. Maar bovenal reflecteert Van Noord op scherpe en nietsontziende wijze op zichzelf en haar eigen keuzes. Want wat doet ze in hemelsnaam in haar eentje op zo’n afgelegen plek? En waarom wil het bij haar maar niet lukken in de liefde?

Recensie
Freelance journalist en redacteur Lidewey van Noord debuteerde in 2016 als auteur met Pellegrina, waarin de wielersport, waarover ze hierna diverse andere boeken geschreven heeft, een belangrijke rol speelt. Haar hele leven heeft ze eveneens al een sterke band met de natuur – ze wilde vroeger altijd boerin worden – en daarom komt dit thema komt in het meeste van haar andere werk voor. Ook in haar nieuwste publicatie Vluchtheuvel (2024) komt dit onderwerp ruimschoots aan bod, waarbij ze zich dan vooral richt op de schoonheid ervan en zonder iemand proberen te overtuigen van haar opvattingen hierover.

Het boek is namelijk veel meer, want het is tevens een globale weergave van Van Noords leven in een klein bergdorpje in het noorden van Italië, waar ze jarenlang heeft gewoond en in die periode min of meer als haar thuis is gaan beschouwen. Ze heeft er vriendschappen gesloten, maar ook kennisgemaakt met een aantal andere inwoners van het stadje. De auteur heeft er mooie momenten meegemaakt, maar eveneens minder fijne dagen, soms zelfs weken, gehad, veelal als gevolg van long covid, waardoor ze regelmatig aan huis gekluisterd zat en haar beperkte energieniveau haar danig parten speelde.

Haar ziekte en verminderde vitaliteit zijn uiteraard van invloed geweest over hoe ze haar dagen doorbracht, maar Van Noord legt hier in haar boek niet voortdurende de nadruk op. Ze doet dit heel gedoseerd en daarom is haar verhaal absoluut geen klaagzang op die voor haar moeilijke omstandigheden. Natuurlijk komen haar gevoelens hierbij wel naar voren, maar die hebben niet allemaal betrekking op haar ongemak. Want ook over kleine ergernissen aan/over anderen, waaronder Filippo, een Italiaanse vriend, is ze openhartig. Soms stelt de auteur zich zelfs enigszins kwetsbaar op. Hierdoor kunnen veel situaties voor de lezer erg herkenbaar zijn.

Toch beschrijft Van Noord over het algemeen de mooie dingen die ze meemaakt en ziet. Dit zitten hem bijvoorbeeld in kleine details als een prachtig bloempje langs de kant van de weg, een vogel op haar balkon of het opkomen van een tomatenplantje. De schoonheid hiervan wordt liefdevol beschreven en laat zien dat ze enorm om de natuur geeft. De auteur kan hier welhaast lyrisch over vertellen, en veelvuldig heb je als lezer het gevoel dat je naast haar staat, ze zich tot jou persoonlijk richt en je ook nog eens ziet wat zij allemaal ziet. Kortom, haar schrijfstijl is derhalve bijzonder beeldend en invoelend.

Van Noord heeft in het jaar waarover ze in haar boek vertelt vrij veel nagedacht. Over haar verstandhouding met de al eerder genoemde Filippo, over haar zelfgekozen afzondering, over gesloten vriendschappen en over nog heel veel meer. Dit heeft tot bepaalde en soms moeilijke keuzes geleid, waar ze, vooral aan het eind van haar boek, de nodige aandacht aan besteedt en die iedereen wel bekend kunnen of zullen voorkomen. Het dubbele gevoel dat de auteur uiteindelijk krijgt over een lastige beslissing is voor de lezer eveneens voelbaar, dus begrijp je helemaal voor welk dilemma ze is komen te staan.

Behalve dat Vluchtheuvel een kijkje in een periode uit het leven van de auteur geeft en waarin ze haar ziel een klein beetje blootlegt, kan het boek ook gezien worden als een ode aan de natuur en de pracht en grootsheid daarvan. Dit heeft ze op een boeiende manier gedaan, waardoor zowel het boek als de wederwaardigheden van Van Noord aansprekend en intrigerend zijn.

(Met dank aan Atlas Contact/De Club van Echte Lezers voor het beschikbaar stellen van een recensie-exemplaar.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Lidewey van Noord
Titel: Vluchtheuvel

ISBN: 9789045046419
Pagina’s: 280

Eerste uitgave: 2024

Een mooie dag om te sterven – R.J. Ellory

Flaptekst
In 1984 stopte John Costello?s leven. Maar zijn hart bleef kloppen?

Hij en zijn vriendin Nadia waren het slachtoffer van een van de beruchtste Amerikaanse seriemoordenaars aller tijden. Nadia was op slag dood, maar wonderbaarlijk genoeg overleefde Costello de brute aanval. Door die gebeurtenis is hij ernstig geestelijk beschadigd en wordt zijn leven beheerst door angsten en neuroses. Desondanks is er niemand die méér weet over seriemoordenaars dan hij.

Twintig jaar later overspoelt een nieuwe golf van moorden New York, schijnbaar willekeurig, tot Costello een complex patroon ontdekt dat de delicten onderling verbindt. Maar deze duistere kennis brengt zijn leven opnieuw in gevaar.

Recensie
De meeste boeken van de Britse auteur R.J. Ellory spelen zich in de Verenigde Staten af en – niet geheel zonder reden – schrijft hij ze in Amerikaans Engels. Op deze manier kan hij namelijk precies opschrijven wat hij bedoelt, omdat het ritme anders is dan het Engels uit zijn eigen land. De setting van zijn in 2011 verschenen thriller Een mooie dag om te sterven is New York, en voor dit boek heeft hij bijzonder nauwgezet de meest verschrikkelijke seriemoordenaars bestudeerd die de wereld heeft gekend en een aantal daarvan noemt hij dan ook bij naam.

In 1984 heeft een seriemoordenaar het op het leven van John Costello en zijn vriendin Nadia gemunt. Zij komt om, hij overleeft de aanval, maar raakt hierdoor wel psychisch beschadigd. Ruim twintig jaar later wordt New York geteisterd door diverse moorden, waarbij het er alle schijn van heeft dat ze door dezelfde dader gepleegd zijn. Inspecteur Ray Irving leidt het onderzoek en roept op een gegeven moment de hulp van Costello in, die aanmerkelijk meer over seriemoorden weet dan hijzelf. De laatste ontdekt een patroon, waardoor zijn leven opnieuw in gevaar komt.

Ellory begint het verhaal met een ongebruikelijk lange en misschien wel gedurfde proloog. Door deze lengte bestaat het gevaar dat de lezer al vrij snel afgeleid raakt, dat zijn nieuwsgierigheid niet gewekt wordt – een inleiding is uiteindelijk in eerste instantie daarvoor bedoeld – en, nog erger, dat hij al snel afhaakt. De auteur slaagt echter met vlag en wimpel, want dit uitgebreide begin heeft al iets onheilspellends, iets duisters, waardoor de lezer eigenlijk dan al weet dat de thriller niet meer stuk kan gaan. Dit wordt in de rest van de plot bewaarheid, met name omdat de spanning en dreiging continu aanwezig zijn. De jacht op de seriemoordenaar zorgt voor een flink aantal fascinerende scènes, maar de onderlinge relatie tussen enkele personages doet daar in feite niet voor onder.

Ray Irving, John Costello en in iets mindere mate journalist Karen Langley zijn, de omstandigheden even niet meegerekend, de drie protagonisten die Een mooie dag om te sterven behoorlijk wat kleur geven. Van dit drietal is Costello de meest markante figuur, in het bijzonder door zijn nogal naar autisme neigende levenswijze. De met ups en downs gepaard gaande wisselwerking tussen dit trio past precies en doet nergens geforceerd aan. Het moet overigens wel gezegd worden dat de overige personages in principe niet onderdoen voor deze drie, maar ze zijn om voor de hand liggende redenen nou eenmaal minder in beeld.

De fictieve moorden in dit verhaal zijn ontleend aan die van daadwerkelijke seriemoordenaars die in de Verenigde Staten huisgehouden hebben. Dit is een van de factoren waardoor de thriller buitengewoon realistisch overkomt. Een ander aspect zijn bijvoorbeeld de dialogen, deze zijn erg ongedwongen en als het ware uit het leven gegrepen. De sfeer en het gevoel komen ontzettend goed over. Zo kan de lezer zich de gemoedstoestand van Irving heel goed voorstellen als hij weer een teleurstelling te verwerken krijgt of niet de medewerking krijgt die nodig is om vooruitgang te boeken. Tussen de regels door laat Ellery doorschemeren dat in de VS politieke strategie soms een hogere prioriteit heeft dan het oplossen van misdaden. Iets dat een rechtgeaarde politieman als Irving maar moeilijk kan accepteren.

Lange tijd laat de auteur de lezer twijfelen of gissen naar de identiteit van de moordenaar. Pas in de spannende ontknoping wordt hij met hem geconfronteerd. Wellicht dat dit einde enigszins geforceerd kan aanvoelen, maar welbeschouwd is daar geen enkele sprake van. De cirkel, die in 1984 begon en tweeëntwintig jaar later eindigt, is dan in ieder geval rond. De een zal vinden dat het recht zijn beloop heeft gekregen, de ander vindt wellicht van niet. Feit is dat Ellory met Een mooie dag om te sterven een thriller van formaat heeft geschreven.

Waardering: 5/5

Boekinformatie
Auteur: R.J. Ellory
Titel: Een mooie dag om te sterven

ISBN: 9789026135910
Pagina’s: 448

Eerste uitgave: 2011

Hoogzomer – Kim Faber & Janni Pedersen

Flaptekst
Inspecteur Martin Juncker is nog altijd verbitterd over zijn degradatie naar een klein politiebureau in het saaie provinciestadje Sandsted. Lang heeft hij niet om daarbij stil te staan, aangezien er een advocaat vermoord is in het stadspark en Juncker het onderzoek moet leiden.

Ondertussen onderzoekt journaliste Charlotte Junckersen een anonieme tip: de terroristische aanslag die zes maanden eerder plaatsvond in Kopenhagen had voorkomen kunnen worden. Haar ex-man, Martin Juncker, weigert zich erover uit te laten uit angst dat hun levens in gevaar komen. Rechercheur Signe Kristiansen, Junckers oude partner, is wel bereid om de zaak verder te onderzoeken, maar heeft haar handen vol aan enkele privézaken. Maar als er een onthoofd lichaam wordt aangetroffen en er een verband lijkt te zijn met de aanslag, bijt Signe zich alsnog vast in het onderzoek…

Recensie
In 2020 debuteerde het echtpaar Kim Faber en Janni Pedersen als schrijversduo met het goed ontvangen Winterland. Dit is het eerste deel van een serie waarin inspecteur Martin Juncker en rechercheur Signe Kristiansen de hoofdrol hebben. Een jaar later verscheen het tweede boek uit de reeks, dat de titel Hoogzomer heeft meegekregen.

Martin Juncker krijgt, na zijn degradatie en verplaatsing naar een klein politiebureau in het provinciestadje Sandsted, de leiding over een onderzoek naar de moord op een plaatselijk gerespecteerde advocaat. Zijn vrouw en journalist Charlotte, van wie hij gescheiden leeft, ontvangt een tip die erop wijst dat een terroristische aanslag zes maanden eerder voorkomen had kunnen worden. Martin gaat hier niet op in, maar Signe wil wel gerechtigheid. Ze verdiept zich in de zaak, maar heeft ondertussen ook te maken met een onthoofd lichaam en enkele persoonlijke zaken.

Natuurlijk is het om allerlei redenen altijd aan te raden een serie op volgorde van verschijnen te lezen, maar op zich kan Hoogzomer wel afzonderlijk van het voorgaande deel gelezen worden. De auteurs komen veelvuldig – misschien zelfs wel iets té veel – terug op wat zich allemaal eerder heeft afgespeeld. Over zowel de terugkerende personages als diverse gebeurtenissen wordt ruim voldoende verteld zodat de lezer nergens de indruk krijgt iets te missen. Wel wordt op verschillende omstandigheden doorgegaan, dus gaat het verhaal min of meer verder waar het destijds geëindigd is, uiteraard aangevuld met een aantal nieuwe ontwikkelingen.

Faber en Pedersen leggen in deze thriller vooral de nadruk op de persoonlijke situaties van Juncker, diens vrouw Charlotte en zijn collega Kristiansen. Daarom duurt het vrij lang voordat het verhaal echt loskomt. Pas in de eindfase, wanneer zo goed als alle privéperikelen al voorbij zijn gekomen, ontstaat er actie en spanning. Voor het echter zover is, heeft de plot een nogal rustig karakter en vorderen de verwikkelingen in een gestaag tempo. Er lijkt op het oog niet zo heel veel te gebeuren, terwijl er in feite wel het een en ander plaatsvindt. Toch is alles een stuk minder spectaculair dan in Winterland, het vorige en eerste deel van de reeks.

Het verhaal bestaat uit drie verhaallijnen en aanvankelijk heeft het er alle schijn van dat ze geen van alle met elkaar te maken hebben. Uiteindelijk kan één daarvan toch met een ander subplot in verband worden gebracht. Dit gebeurt op uiterst subtiele wijze, maar omdat je dit wel ziet aankomen, is het eigenlijk niet heel erg verrassend. Toch bevat de plot wel degelijk een behoorlijke hoeveelheid wendingen, maar veel daarvan zorgen er niet voor dat de lezer regelmatig op het verkeerde been wordt gezet. Interessant zijn al die twists overigens wel, want ze zorgen in sommige gevallen toch weer voor een andere kijk op het geheel.

Ook nu is de schrijfstijl van de auteurs prettig, vlot en eigentijds en het duo heeft, zoals in Scandinavische thrillers wel vaker gebruikelijk is, een maatschappelijk onderwerp in het verhaal verwerkt. Over het algemeen is het verhaal realistisch, maar desondanks zijn er ook een paar situaties die de geloofwaardigheid een klein beetje geweld aan doen. Dit alles neemt niet weg dat Hoogzomer een aangenaam tweede deel van de serie is, maar wel stukken minder spectaculair dan zijn voorganger.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Kim Faber  & Janni Pedersen
Titel: Hoogzomer

ISBN: 9789402707243
Pagina’s: 416

Eerste uitgave: 2021

Harlem Shuffle – Colson Whitehead

Flaptekst
Voor zijn klanten en buren in 125th street in Harlem is Ray Carney een beschaafde meubelverkoper die een fatsoenlijk leven probeert te leiden. Zijn vrouw is in verwachting van hun tweede kind, en ook al wonen ze in een krap appartement te dicht bij het metrospoor: hij heeft veel bereikt, hij is tevreden. Wat weinig mensen weten, is dat Ray afkomstig is uit een geslacht van bendeleden en boeven, en dat zijn brave burgermansbestaan barsten begint te vertonen. Barsten die steeds groter worden dankzij zijn louche, onfortuinlijke neef Freddy, die dankbaar gebruikmaakt van Rays keurige façade – en hem ondertussen steeds dieper de Harlemse onderwereld in sleurt. Terwijl Ray worstelt met zijn dubbelleven wordt het hem steeds duidelijker wie de touwtjes in handen heeft in Harlem. Lukt het Ray om hier zonder kleerscheuren uit te komen – om zijn neef te redden, zijn deel van de winst te pakken en tegelijkertijd zijn reputatie hoog te houden?

Recensie
Voordat Colson Whitehead met het schrijven van boeken begon, was hij muziek- en televisierecensent bij The Village Voice, een gratis wekelijkse tabloidkrant in New York. In 1999 debuteerde hij met de roman De Intuïtionist en ruim vijftien jaar later brak hij met De ondergrondse spoorweg (2016), waarvoor hij een aantal prijzen won, definitief door. In 2021 verscheen Harlem Shuffle, dat zich afspeelt in het Harlem van ongeveer halverwege de eenentwintigste eeuw.

Ray Carney stamt uit een crimineel geslacht en hij probeert er alles aan te doen dit achter zich te laten. Hij is de trotse eigenaar van een winkel voor nieuwe en tweedehands meubelen, is gelukkig getrouwd met Elizabeth, heeft een dochter en een tweede kind is op komst. Zijn neef Freddie, die zich wel in het criminele circuit bevindt, betrekt hem tegen zijn zin bij een roofoverval en het gevolg daarvan is dat Ray steeds dieper in de onderwereld van Harlem terechtkomt. Toch doet hij er alles aan om boven dit milieu uit te stijgen en zijn goede reputatie te behouden.

De roman, die zich voornamelijk in de jaren zestig de vorige eeuw afspeelt, bestaat uit drie delen en elk daarvan beschrijft een jaar uit het leven van Ray Carney. In ieder jaar, niet opeenvolgend overigens, staat één criminele activiteit waarbij de meubelhandelaar min of meer betrokken raakt centraal. Hierdoor komt hij in aanraking met allerlei onderwereldfiguren en moet hij zich met enkele duistere zaakjes bemoeien. Desondanks is het onmogelijk hem niet in je armen te sluiten, want de beste man is buitengewoon sympathiek en zal uit zichzelf niemand kwaad willen doen. Omdat het verhaal zo goed als volledig vanuit zijn perspectief wordt verteld, komt de lezer erg veel over hem en zijn bezigheden te weten. De lezer krijgt hierdoor het gevoel dat hij hem al lange tijd kent, misschien zelfs wel een vriend van hem is. Dit heeft Whitehead erg goed voor elkaar gekregen.

Een ander sterk punt van de auteur is dat hij de sfeer van destijds uitstekend weergeeft. Dit komt niet alleen door het op die periode afgestemde taalgebruik, maar ook door de diverse waargebeurde feiten die in het verhaal verwerkt zijn. Voorbeelden hiervan zijn de rassenongelijkheid en de daaraan gerelateerde discriminatie, het onnodig doodschieten van de 15-jarige donkere jongen James Powell door een blanke politieman en de onlusten die hieruit voortvloeiden. De roman heeft daarom een uitermate realistisch karakter. Ook laat de auteur de verschillen tussen rijk en arm heel duidelijk naar voren komen, hetgeen overduidelijk voor een tweedeling binnen het eigen ras zorgt.

De schrijfstijl van de auteur is rechttoe rechtaan en direct, hoewel hij eveneens mooi geformuleerde zinnen gebruikt. Tevens worden humor en cynisme op zijn tijd niet geschuwd. Hoewel het boek in de eerste plaats een roman is, is het misdaadgehalte behoorlijk groot. De plot bevat een continue spanning en er zijn diverse ontwikkelingen die de lezer regelmatig weten te verrassen. Het tempo, een paar momenten uitgezonderd, is voortdurend hoog, zodat het erop lijkt dat er telkens wel iets gebeurt. Natuurlijk is dit niet zo, want er zijn namelijk diverse fragmenten die wat minder enerverend zijn, onder andere die die over de meubelzaak gaan. Ze passen en horen echter wel bij het geheel, alleen al omdat ze met Carney’s professie te maken hebben.

Alles bij elkaar genomen is Harlem Shuffle, dat inmiddels een vervolg heeft gekregen, een intrigerende, boeiende en meeslepende roman waarin de misdaad als een rode draad door het leven van een goedwillende meubelhandelaar loopt. Whitehead toont met dit werk aan dat hij een kundig verhalenverteller is die de lezer aan een boek gekluisterd kan laten zitten. En dat is niet iedere auteur gegeven.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Colson Whitehead
Titel: Harlem Shuffle

ISBN: 9789025471262
Pagina’s: 400

Eerste uitgave: 2021

Uitzicht van dichtbij – Megan van Kessel

Flaptekst
Na een onstuimige periode verhuist Maggie met haar man naar een omgebouwde kerk net buiten de stad. Ze ontmoet dorpsgenoten, legt een tuin aan en probeert te nestelen op een plek die maar niet als een thuis wil voelen. Nadat hun zoon is geboren, probeert ze haar afwezige vader via een geboortekaartje te betrekken bij haar leven, maar een reactie blijft uit. De stilte is oorverdovend en dwingt haar terug te blikken op die ene zomer aan zee. Waarom lukt het haar nog altijd niet om de juiste balans te vinden? Niet alleen tussen mens en moederschap, maar ook in verlangen naar alledaagsheid en een drang naar uitzonderlijkheid. Waarom reageert haar vader niet? Wat is er mis met haar tuin? Hebben al die dingen misschien met elkaar te maken?

Recensie
Na haar studie aan de Gerrit Rietveld Academie schreef Megan van Kessel essays en verhalen voor diverse kranten en tijdschriften. Ze wilde echter meer en begon aan het schrijven van een roman, waar ze behoorlijk lang over heeft gedaan. Uiteindelijk verscheen in het voorjaar van 2023 haar debuutroman Uitzicht van dichtbij, dat deels gebaseerd is op haar eigen ervaringen.

Maggie en haar man Alfons zijn verhuisd naar een tot woning herbouwde kerk in een dorp niet ver van de grote stad. Ze doet er alles aan om in de dorpsgemeenschap te integreren, maar het lukt haar niet om zich er echt thuis te voelen. Nadat hun zoon Felix is geboren, stuurt ze een geboortekaartje naar haar vader, met wie ze al geruime tijd geen contact heeft. Als hij niets van zich laat horen, gaat ze in haar herinneringen terug naar het jaar 2000, naar een vakantie aan zee. Terwijl ze ondertussen met een groot aantal onbeantwoorde vragen zit.

De roman wordt volledig verteld vanuit het perspectief van Maggie, hoofdzakelijk in het heden, maar er zijn regelmatig terugblikken naar twintig jaar eerder, toen ze nog een jong meisje was. De lezer krijgt hierdoor een behoorlijke indruk van en over haar en vooral de relatie met haar vader, of misschien juist wel het gebrek daaraan, komt regelmatig naar voren. Toch duurt het betrekkelijk lang voordat de reden daarvan helder wordt, en zelfs dan wordt er niet heel erg diep op ingegaan. Heel anders wordt het als ze, pas ver in de plot, door omstandigheden geroepen en wellicht ook enigszins uit schuldgevoel, weer meer contact met hem heeft. Hun onderlinge verstandverhouding is dan aangrijpender en aandoenlijker dan die ooit is geweest. Voor het zover is, bestaat het verhaal voornamelijk uit gewone huis-tuin-en-keuken-situaties.

Hoewel de emotionelere thema’s aan het eind van de plot een stuk meer tot uiting komen, heeft dit debuut over het algemeen een luchtige toonzetting, is vlot geschreven, zijn de dialogen eigentijds en realistisch en is het daarnaast eveneens beeldend. De lezer kan de diverse taferelen zonder daar al te veel moeite voor te doen voor zich zien. Van Kessel hanteert eveneens een gezonde dosis humor, waarbij het zo nu en dan zelfs een klein beetje cynisch wordt. Omdat het tempo van het verhaal behoorlijk hoog ligt en zich talloze ontwikkelingen, waaronder enkele verrassende, voordoen, kan het boek, dat overigens ook niet al te dik is, in geen tijd uit zijn.

Naast Maggie zijn er nog een paar personages die in meer of mindere mate onder de aandacht van de lezer worden gebracht. Zij zijn echter niet heel erg grondig uitgewerkt waardoor ze helaas nogal oppervlakkig blijven. Je krijgt alleen maar een globale indruk van hen en dat is, omdat ze toch wel interessant zijn of een eigen verhaal te vertellen hebben, jammer. Desalniettemin blijkt zonder meer dat de auteur het in zich heeft om een volledige roman te schrijven. Uitzicht van dichtbij is in ieder geval alvast een goed begin, ondanks dat de roman niet continu kan overtuigen.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Megan van Kessel
Titel: Uitzicht van dichtbij

ISBN: 9789038811673
Pagina’s: 208

Eerste uitgave: 2023