Categorie archief: Gelezen in 2024

Xerox – Fien Veldman

Flaptekst
In een Europese stad print een klantenservicemedewerker brieven. Ze is opgegroeid in een buurt waar ze het liefst niets meer mee te maken wil hebben, maar wanneer ze een pakket ontvangt van een anonieme afzender blijkt dat niet zo eenvoudig. Uit wanhoop begint ze tegen haar printer te praten. Die printer – haar partner, vriend, kind en huisdier ineen – hapert, net als zij.

Recensie
Fien Veldman, die altijd heeft gedacht dat ze journalist zou worden, begon aan het eind van haar studie Literatuurwetenschappen met het schrijven van fictie. Aanvankelijk alleen voor verhalenwedstrijden, voornamelijk om inkomsten te genereren. Ze won diverse prijzen met haar essays en kwam erachter dat ze van schrijven ook haar beroep kon maken. In 2023 bracht ze haar debuutroman Xerox uit.

Vanuit een eenvoudige wijk van een provincieplaatsje is een jonge vrouw naar een grote stad verhuisd om haar verleden achter zich te laten. Ze werkt als medewerkster klantenservice bij een pas opgericht bedrijf en de printer, waar ze brieven op uitprint, is haar enige uitlaatklep. Ze vindt dit prima, want ze kan haar verhalen aan hem kwijt. Als ze op een dag een afhaalbericht voor een pakket van een onbekende afzender ontvangt, moet ze, tegen haar zin, haar kantoorruimte én gesprekspartner regelmatig verlaten.

In eerste instantie lijkt de naamloze vertelster van het grootste deel van het verhaal een heel gewone vrouw te zijn die volop in het leven staat. Ze woont in een eveneens naamloos blijvende stad, waarin overigens met een klein beetje verbeeldingskracht Amsterdam herkend kan worden, en heeft een baantje waar ze ogenschijnlijk tevreden mee is. De lezer krijgt een ander beeld van haar als op een bepaald moment tot hem doordringt dat de cursieve tekstfragmenten dialogen zijn die aan de printer op haar tafel gericht zijn. Daarvoor denk je nog dat dit haar gedachten zijn, of herinneringen, maar niets blijkt minder waar. Totaal verknipt is deze jonge vrouw echter niet, misschien alleen wat meer terughoudender en teruggetrokkener dan anderen, meer is het in feite niet.

De dialogen, en eveneens in het verhaal, dat overigens uit vier delen met elk hun eigen strekking bestaat, een monoloog van de als personage beschouwde printer zorgen er wel voor dat je ruim voldoende over de vertelster te weten komt. Denk hierbij aan een aantal gebeurtenissen uit haar verleden. De ene keer zijn haar gesprekken met de printer en wat het apparaat zelf te vertellen heeft interessanter dan de andere keer, daarom kan de roman niet volledig boeien. De auteur schetst echter voldoende situaties die de lezer nieuwsgierig maken. Voorbeelden daarvan zijn de zoektocht naar het pakket, de vraag wat erin zit en een lichtblauwe post-it die op de voordeur van de jonge vrouw is geplakt. Dergelijke situaties zijn zelfs een klein beetje spannend.

Personages en locaties worden door Veldman bewust naamloos gehouden. Door deze keuze zijn ze inwisselbaar, want de personen kunnen in feite iedereen zijn, en de steden overal ter wereld. Op werkplekken ben je vervangbaar en in veel gevallen een onbeduidend nummer, ook al kun je zelf denken dat je onmisbaar en belangrijk bent. Een nadeel van deze anonimiteit is dat je je eigenlijk echt nergens mee verbonden voelt, hoewel de emoties van enkele karakters wel degelijk een rol spelen en je dan toch enigszins met hen meevoelt. Aan het eind van de plot komt het thema digitalisering nog even naar voren en realiseer je je dat de ontwikkeling van de kunstmatige intelligentie nog lang niet op zijn retour is. Hiermee heeft de roman een onmiskenbaar actueel tintje.

De schrijfstijl van de auteur is prettig, vaak beeldend, eigentijds en zo nu en dan cynisch. Het is daarom niet verwonderlijk dat het boek uitermate vlot leest. Toch is Xerox een eigenaardig en wellicht zelfs bijzonder debuut. Enerzijds intrigerend, anderzijds wat eentonig en saai. Maar één ding is zeker, opvallend is de roman wel.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Fien Veldman
Titel: Xerox

ISBN: 9789025473082
Pagina’s: 224

Eerste uitgave: 2023

Tosca – Maud Vanhauwaert

Flaptekst
In een brief aan haar uitgever legt vertaalster May uit hoe een treffend potloodportret het begin vormde van een verstikkende uitwisseling van woorden met Aline, een jonge vrouw die zich al lijkt te verzoenen met haar nakende dood.

Hoe harder May deze Aline probeert te leren kennen, te begrijpen, te redden, hoe meer May met lege handen lijkt te staan. En lege pagina’s.

Recensie
Van de Vlaamse dichteres Maud Vanhauwaert verscheen in 2011 haar eerste poëziebundel Ik ben mogelijk, maar omdat ze nieuwsgierig was naar het schrijven van een langer verhaal besloot ze op een dag ermee te beginnen. Toen ze hiermee klaar was, heeft ze nog geruime tijd getwijfeld om het uit te brengen. Na lang wikken en wegen kwam het er dan toch van en in het najaar van 2023 publiceerde ze haar debuutroman Tosca.

Na een lezing over de dichteres Vanja Lavrova ontvangt vertaalster en universiteitsdocent May Solovjov een Facebookbericht van de jonge Aline Verstraeten. Dit, maar ook de tekening die het meisje van haar heeft gemaakt, is het begin van een moeizaam verlopend contact. Het feit dat Aline regelmatig toespeling maakt naar het beëindigen van haar leven is daar mede debet aan. May trekt zich haar lot steeds meer aan, doet verwoede pogingen te achterhalen wat het meisje dwarszit zodat ze haar kan helpen, maar lijkt telkens tegen een muur aan te lopen.

De plot draait om een drietal personages en hierdoor kan onomwonden gesteld worden dat de auteur ervoor gekozen heeft om eenvoud boven overdaad te stellen. Het grote voordeel hiervan is dat er behoorlijk uitvoerig op hen ingegaan wordt en dat de lezer zich met elk van hen kan identificeren. Ze zijn geloofwaardig – dit geldt zelfs voor kat Machu Picchu, die ooit bij May en haar vrouw Lou is komen aanwaaien – en de omstandigheden en problemen waarin ze terechtkomen en waarmee ze te maken krijgen, komen in werkelijkheid ook voor en zijn over het algemeen realistisch. Het zal daarom niemand verbazen dat de roman verschillende thema’s naar voren brengt. Denk hierbij onder andere aan dementie, homofobie, zelfmoord en vruchtbaarheidsbehandelingen. Niet ieder onderwerp komt even uitgebreid aan bod, maar ze zijn wel alle uit het dagelijks leven gegrepen.

Aanvankelijk lijkt het erop dat de roman in een volledig andersoortig jasje is gestoken dan vaak gebruikelijk is, maar over het geheel genomen valt dit nogal mee. Het verhaal bestaat in feite uit één brief die May aan haar uitgever Daniël schrijft en waarin ze vertelt waarom ze zich het voorgaande jaar in stilzwijgen heeft gehuld. Dit is uiteraard een origineel concept, maar de opbouw heeft daarentegen niet het uiterlijk van een gangbare brief. Absoluut niet erg, want daardoor leven de ervaringen van May en Aline veel meer, ze zijn intenser, mede door wat het bijzondere en ogenschijnlijk schuchtere meisje in diverse berichtjes, brieven en later ook verbaal aan de oudere vrouw vertelt.

Hoewel de onderwerpen die in het boek onder de aandacht worden gebracht niet de vrolijkste zijn, heeft Vanhauwaert er wel voor gezorgd dat haar debuut geen zware bevalling is. Op toegankelijke en soms poëtische wijze beschrijft ze de vele situaties en zo nu en dan schuwt ze een luchtige noot niet. Tussendoor trakteert ze de lezer op een aantal gedichten die in meer of mindere mate allemaal met een gebeurtenis uit de roman te maken hebben. Toch kun je je afvragen wat de toegevoegde waarde van deze poëzie is, temeer omdat ze in relatie tot het verhaal tamelijk nietszeggend zijn.

Voordat May haar brief definitief afrondt, word je een aantal keren verrast en op het verkeerde been gezet. Het verhaal heeft bij vlagen zelfs een gezonde dosis spanning. Aan het eind van het relaas blijkt dat de lezer zich, overigens geheel onwetend daarvan, zich enigszins heeft laten misleiden door de twee protagonisten, want de waarheid is namelijk niet altijd zoals zij in eerste instantie lijkt te zijn. Dit alles maakt dat Tosca een intrigerend, indringend en mooi debuut is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Maud Vanhauwaert
Titel: Tosca

ISBN: 9789493320086
Pagina’s: 244

Eerste uitgave: 2023

Huizenruil – Stefan Ahnhem

Flaptekst
Carl en Helene willen hun relatie nieuw leven inblazen door een lange, verre reis te plannen. Ze vinden al snel de ideale bestemming: een prachtig huis in Californië, waar ze via een huizenruil kunnen verblijven. Het andere stel zal de zomer in hun villa in Stockholm doorbrengen. Maar zodra ze in Santa Cruz arriveren, bekruipt Carl en Helene een onheilspellend gevoel. Zag het huis er wel uit als op de foto’s? En wat doet het andere stel eigenlijk in hun huis? Gelukkig heeft Carl in elke kamer van hun huis camera’s geïnstalleerd.

Recensie
Stefan Ahnhem heeft zijn succes te danken aan de populaire serie met Fabian Risk, waarvan De laatste spijker (2023) in principe het slotdeel is. Desondanks werkt hij momenteel aan een nieuwe thriller waarin de inspecteur wederom zijn opwachting maakt. Hij heeft sowieso niet stilgezeten, want medio 2024 verscheen Huizenruil, waarvoor de auteur het idee kreeg tijdens een vakantie van hem en zijn gezin, jaren eerder aan de Amerikaanse westkust. Omdat ze zelf een vakantiehuis in de archipel van Stockholm hebben, dachten ze na over een eventuele ruil van huizen, wat uiteindelijk leidde tot het schrijven van dit boek.

Daarin zit de relatie van Carl en Helene Wester al een tijdje in het slop en om weer dichter tot elkaar te komen, hebben ze een vakantie naar het Californische Santa Cruz gepland, waar ze een maand in de woning van Adam en Scarlett Harris terecht kunnen. Tegelijkertijd verblijft dit koppel dan in hun villa in Stockholm. Als ze bij het huis arriveren, begint Carl te twijfelen of hun keuze wel de juiste was omdat wat hij veel eerder op de foto’s zag heel anders was. Helene weet zijn wantrouwen weg te nemen, maar kan niet voorkomen dat hij zich niet kan ontspannen.

Met zijn nieuwste thriller heeft Ahnhem het over een heel andere boeg gegooid, want in Huizenruil draait het grotendeels om de psychologie, terwijl in de zes delen van de ‘Fabian Risk’-serie de politionele activiteiten centraal staan. De strekking van dit verhaal, waarmee de auteur laat zien dat hij het beheerst om diverse schrijfstijlen te hanteren, is daarom geheel anders dan – en onvergelijkbaar met – zijn voorgaande werk. Het gaat soms zelfs zover dat de lezer zich kan afvragen of dit boek wel écht door de tot dusver zo succesvolle auteur geschreven is, óf dat dit eventueel zijn eerste schreden op het schrijverspad waren en de tijd voor uitgifte nu rijp was.

De vier protagonisten (Carl, Helene, Scarlett en Adam) zorgen ervoor dat diezelfde lezer enigszins nieuwsgierig wordt naar hun leven, naar hoe ze zijn en naar wat hen nog te wachten staat. Het sfeertje dat Ahnhem hierbij creëert, is er een van leugens, bedrog en achterdocht. Hierdoor boezemt geen van hen vertrouwen in en sympathie voor een van de vier op te brengen, is hierdoor zo goed als onmogelijk. Dit is overigens precies wat de auteur voor ogen had, dus daarin is hij zonder meer geslaagd. Een nadeel is dat het kwartet in grote lijnen behoorlijk voorspelbaar is. Al ruim voor het eind weet je precies wie wat voor ogen heeft, op wie ze hun pijlen gericht hebben en waarom ze doen wat ze doen. Het zijn echter de details die nog lichtelijk verrassend zijn.

Hoewel zowel in de woning in Santa Cruz als die in Stockholm enkele vreemde, geheimzinnig lijkende en soms luguber ogende voorvallen plaatsvinden, zorgen ze niet voor een grote hoeveelheid spanning. Pas in de slotfase, tijdens een benauwende scène, doet zich een eerste écht beklemmende situatie voor, maar de afloop daarvan kon al een klein beetje worden voorzien. De psychologische geladenheid komt evenmin uit de verf, voornamelijk omdat de dialogen van de personages tamelijk geforceerd en onnatuurlijk zijn en daarnaast doen de vier er de grootst mogelijke moeite voor om vooral zichzelf centraal te stellen. Het beoogde effect gaat hierdoor compleet verloren.

In zijn nawoord vertelt de auteur dat het verhaal gebaseerd is op enkele waargebeurde en tevens onwaarschijnlijke feiten. Vaak kan zoiets leiden tot een intrigerende en spannende thriller, maar in dit geval is daar geen enkele sprake van. De plot van Huizenruil, dat vertaald is door Tineke Jorissen-Wedzinga, is nogal mager uitgewerkt, waardoor spannende momenten nauwelijks voorkomen en de personages oppervlakkig en niet aansprekend zijn. Al met al heeft Ahnhem, die erg veel tijd aan dit boek heeft besteed en met eerder werk heeft aangetoond dat hij vele malen beter kan, deze keer geen goede beurt gemaakt.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Stefan Ahnhem
Titel: Huizenruil

ISBN: 9789044363852
Pagina’s: 432

Eerste uitgave: 2024

Het smalle pad van verlangen – Patrick Rothfuss

Flaptekst
Als je naar de bliksemboom komt om met Bast te onderhandelen, is je wereldse geld niet veel waard. Wat echte waarde heeft, zijn heel andere dingen: geheimen en gunsten, leugens, trucs, raadsels en alles wat je hartje begeert.

Volg in de loop van één dag, van zonsopgang tot middernacht, de charmantste fae uit De naam van de wind, terwijl hij plannen maakt, in de problemen komt en zich een weg baant door het kleine stadje Newarre. Hoewel Bast niets geeft om de wetten van de mens, zijn er oudere, diepere wetten die hem binden. En ondanks al zijn slimheid loopt Bast tegen problemen aan die hij nooit had kunnen voorzien. Hij weet namelijk wel hoe hij moet onderhandelen, maar niet hoe het is om bij iemand in het krijt te staan.

Recensie
Als kind was Patrick Rothfuss en fervent lezer en op een bepaald moment bedacht hij om zelf een boek te gaan schrijven. Dit ging echter niet zonder slag of stoot, want, hoewel het schrijven ervan geen probleem was, werd zijn eerste fantasyroman, The song of flame and thunder, door diverse uitgeverijen geweigerd. Hij wijzigde deze titel in The name of the wind, (De naam van de wind, 2010) dat na meer aanpassingen uiteindelijk in 2007 wel werd uitgebracht. In 2024 verscheen Het smalle pad van verlangen, een novelle rond het personage Bast, die bekend is uit een van zijn eerdere boeken.

Deze jonge fae uit het dorpje Newarre werkt als hulpje in Herberg de Wegsteen. In zijn vrije tijd zoekt hij zijn heil in het plaatsje en op een nabijgelegen berg, waar hij meestal onder de zogenoemde Bliksemboom zit. Hier geeft hij jonge kinderen advies of lost hij één of meer problemen voor hen op. Het enige dat hij hiervoor terugverlangt, is dat ze hem een gunst verlenen. Eén jongen, Rijk, is naar hem op zoek, maar Bast gaat hem liever uit de weg. Toch ontmoeten ze elkaar, blijkt eerstgenoemde een verzoek te hebben dat niet genegeerd kan worden en krijgt Bast met een onverwacht probleem te maken.

Zoals de auteur in zijn voorwoord al aangeeft, is deze novelle een sterk veranderde en uitgebreide versie van The lightning tree, dat destijds werd opgenomen in de verhalenbundel Rogues. Desondanks bevat dit verhaal in zijn huidige vorm nog steeds niet zo heel veel tekst. Het gevolg daarvan is dat Bast, het belangrijkste personage, behoorlijk oppervlakkig blijft. De lezer komt in feite betrekkelijk weinig over hem te weten. Ongetwijfeld zal het ermee te maken hebben dat hij in de reeds verschenen delen van de kronieken van Kvothe een rol had, dus de volger van die serie zal hem beter kennen. Het is daarom verstandig eerst die boeken te lezen, alleen al om te voorkomen dat je het gevoel hebt een stukje voorgeschiedenis te missen. Toch komt je wel iets over hem te weten, al blijft het beperkt tot enkele algemeenheden.

Meteen in het begin van het boek word je enigszins nieuwsgierig gemaakt, temeer omdat je, door de openingszin, het vermoeden hebt dat Bast uit de herberg wegvlucht. Daar neemt de auteur de lezer bij de neus – misschien bedoeld, misschien niet – want de bedoelingen van de jongeman, wiens leeftijd overigens onbekend blijft, blijken geheel anders te zijn. Al snel krijg je een globaal beeld van Bast en wat hij op die ene uitgelichte dag uit zijn leven uitvoert. Hier gaat de auteur over het algemeen niet zo heel diep op in, maar als Rijk ten tonele verschijnt verandert dit in geringe mate, want dan gaat hij iets uitvoeriger op bepaalde zaken in.

Aan de schrijfstijl van de auteur moet je even wennen, ten dele gevoed door de soms merkwaardige terminologie die een fantasyroman eigen is. Zodra de gewenning is aangeslagen en je doorgrondt wat met bijvoorbeeld een trekking, span of embril bedoeld wordt, loopt het lezen van de novelle tamelijk gesmeerd. Er zijn zelfs een paar momenten dat iets van spanning ontstaat. Je kunt je echter niet aan de indruk onttrekken dat het boek op de jongere lezer is gericht, voornamelijk door de manier van schrijven en het feit dat kinderen een belangrijke rol in het verhaal hebben. Rothfuss brengt de diverse scènes beeldend over, ofschoon de mooie illustraties waarmee de roman verrijkt is daar ook wel wat invloed op zullen hebben.

Of Het smalle pad van verlangen representatief is voor het andere werk van de auteur is moeilijk te zeggen, maar het heeft er alle schijn van dat dit niet het geval is. De novelle biedt al met al wat leuk tijdverdrijf, maar heel veel moet de eventueel geïnteresseerde lezer er niet van verwachten.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Patrick Rothfuss
Titel: Het smalle pad van verlangen 

ISBN: 9789049202859
Pagina’s: 160

Eerste uitgave: 2024

Het boek van vuur – Christy Lefteri

Flaptekst
Er was eens een prachtig dorp dat miljoenen verhalen van liefde, verlies, vrede en oorlog kende, en dat werd opgeslokt door een vuur dat tot aan de hemel laaide. Het vuur liep helemaal door tot aan de zee, waar het zijn spiegelbeeld ontmoette.

Een gezin worstelt met trauma’s en schuldgevoelens nadat een brand hun dorp op een Grieks eiland heeft weggevaagd. Met haar warme, beeldende stijl belicht Lefteri de vernietigende kracht van menselijke dwaasheid, maar uiteindelijk ook ons talent voor verlossing en vernieuwing.

Recensie
Grote natuurbranden ten westen van Athene waren voor Christy Lefteri, in 2019 wereldwijd doorgebroken met De bijenhouder van Aleppo, een inspiratiebron voor haar in 2023 verschenen roman Het boek van vuur. Bij de branden kwamen tientallen mensen om het leven en raakten velen gewond. Tijdens haar onderzoek in Griekenland – ze woont zelf in Londen – hoorde ze de schokkende en beangstigende verhalen van mensen die aan het allesverwoestende vuur waren ontsnapt. In 2017 is ze overigens zelf getuige geweest van een op hol geslagen bosbrand en de gevolgen daarvan.

Irina, haar man Tasso en dochter Chara zijn gelukkig in het dorpje aan de voet van een berg. Dit verandert op slag als een grote brand de plaats en het eromheen liggende bos vernietigt. Het vuur eist veel slachtoffers en maanden later zijn de gevolgen ervan nog merk- en zichtbaar. Niets is meer hetzelfde en ook het gezin van Irini ontkomt er niet aan dat trauma’s en schuldgevoel hun leven volledig op z’n kop zetten.

Dat een enorme brand die je zelf hebt meegemaakt grote invloed op je leven kan hebben, begrijpen de meeste mensen wel. Vooral als je daarbij ook nog eens persoonlijk leed hebt ondervonden. Het gevoel dat je hierbij kunt krijgen, wordt erg goed naar voren gebracht. Dit is met name te merken aan Tasso, wiens houding en gedrag na de rampzalige gebeurtenis volledig anders zijn dan voor die tijd. Het is te merken dat hij niet alleen met een trauma te kampen heeft, maar ook met schuldgevoelens. Waar die exact uit bestaan, blijft tot het eind van het verhaal in het ongewisse, hoewel de ware toedracht uiteraard wel geraden kan worden. Ook Irina heeft haar eigen besognes, maar die liggen op een net iets ander vlak. Toch geeft Lefteri ook haar dilemma prima weer en vraag je je regelmatig af hoe je zelf zou handelen in eventueel vergelijkbare omstandigheden.

Het boek van vuur, dat volledig wordt verteld vanuit het perspectief van Irini, heeft op het oog twee verhaallijnen. Omdat beide onlosmakelijk met elkaar te maken hebben, dit is van meet af aan duidelijk, kun je aan de andere kant eveneens zeggen dat er maar één is. Het ene verhaal speelt zich vijf maanden na de brand af, het andere, in zekere zin een levendig verslag over de gebeurtenissen, tijdens en kort erna. Door deze opzet krijgt de lezer een goed beeld van beide situaties, welke ellende de bewoners overkomen is en in het bijzonder welk effect de ramp heeft gehad voor Irini, Tasso en hun dochter Chara. Hen leer je daarom vrij goed kennen en kun je je hun stemmingen goed voorstellen.

Ondanks het min of meer beladen thema is de auteur er welk voor gezorgd dat haar roman geen zware kost is. De schrijfstijl is prettig, vlot, inlevend en beeldend. Er zijn enkele aangrijpende momenten, maar toch ook een aantal mooie. Daarnaast blijft de lezer tot aan het eind nieuwsgierig naar het wel en wee van het gezin en hoe ze met hun omstandigheden omgaan, in de eerste plaats de psychische verwerking van alles en ook of hun onderlinge verstandhouding weer wordt zoals die altijd geweest is. Er ontstaat zo nu en dan zelfs een klein beetje spanning, hoewel het daar natuurlijk absoluut niet om gaat.

Doordat een ware gebeurtenis de inspiratiebron voor de roman vormt, komt hij over het algemeen realistisch over, mede omdat er ook enkele actuele en maatschappelijke vraagstukken in verwerkt zijn, zoals bijvoorbeeld de opwarming van de aarde. Met Het boek van vuur, dat van begin tot eind boeit, heeft Lefteri andermaal een boek geschreven dat de lezer doet laten nadenken.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Christy Lefteri
Titel: Het boek van vuur

ISBN: 9789023962045
Pagina’s: 336

Eerste uitgave: 2023

Uitbarsting – Michael Crichton & James Patterson

Flaptekst
Twee van de bestverkopende auteurs aller tijden schrijven samen dé blockbuster van 2024: lees het in Uitbarsting van Michael Crichton en James Patterson.

Michael Crichton, bedenker van klassiekers als Jurassic Park en Westworld, was al jaren met een groot project bezig toen hij vroegtijdig stierf: een manuscript over een vulkaanuitbarsting op Hawaï. Zijn weduwe wist hoe bijzonder het verhaal was, en hield zijn aantekeningen en het onafgemaakte manuscript achter totdat ze de juiste auteur had gevonden om het te voltooien. Recent vond ze die: James Patterson, een van de populairste verhalenvertellers ter wereld.

Uitbarsting combineert het tempo van James Patterson met de vindingrijkheid van Michael Crichton, in een van de grootste thrillerlanceringen in jaren. Het resultaat is een zenuwslopend verhaal over een vulkaanuitbarsting die op het punt staat een deel van Hawaï te vernietigen. Maar een geheim dat al decennialang door het leger wordt bewaard, blijkt nóg destructiever dan de vulkaan…

Recensie
Na diens overlijden vond de weduwe van Michael Crichton (1942-2008) in zijn archief een onvoltooid manuscript over een onderwerp dat hem al jaren interesseerde: vulkanologie. Uit de vele bestanden en dossiers kwam ze erachter dat hij zijn beoogde verhaal grondig had voorbereid en gedocumenteerd. Ter ere van de vele arbeid die hij verricht had, wilde ze dat zijn werk voltooid werd en na een zoektocht van jaren vond ze die in de persoon van James Patterson. De populaire auteur vervolmaakte het document en in juni 2024 werd Uitbarsting op de markt gebracht.

Hierin staat de Manua Loa, de op één na grootste vulkaan op aarde, op het punt van uitbarsten en dreigt een deel van het Hawaï te vernietigen. Een groter gevaar voor het eiland, en in feite voor de hele wereld, vormt een geheim dat al sinds 1978 door het Amerikaanse leger in een grot op het eiland wordt bewaard. John MacGregor, wetenschappelijk directeur van het Hawaiian Volcano Observatoory (HVO), doet er, samen met zijn medewerkers en het leger, alles aan om een wereldwijde en allesvernietigende ramp te voorkomen.

Over het algemeen doen rampenfilms het behoorlijk goed en in zekere zin gaat dit eveneens op voor boeken waarin natuurgeweld een bedreiging voor het voortbestaan van de wereld of de mensheid vormt. Uitbarsting hoeft dus geen uitzondering op de regel te zijn, maar is dat ten dele wel. In het grootste deel van het verhaal wordt namelijk uitgebreid aandacht besteed aan een aantal vulkanen, de voorbije uitbarstingen daarvan en de voorbereidingen om een nieuw horrorscenario te voorkomen. Dit alles is zonder meer relevant voor de gebeurtenissen, waaronder de te verwachten eruptie, maar de veelheid aan informatie, die overigens interessant en leerzaam is, doet de spanning geen goed en gaat aanvankelijk ook ten koste van het tempo. Naarmate de plot vordert, verandert dit geleidelijk, komt een en ander in een stroomversnelling terecht en zijn de wendingen talrijker. Uiteindelijk leidt dit naar een spannende en spectaculaire finale.

Het verhaal wordt grotendeels vanuit het perspectief van MacGregor verteld en de lezer leert hem kennen als een man die weet wat hij wil en kan, maar ook van zijn medewerkers verwacht dat ze sterk in hun schoenen staan. Hierdoor komt hij enigszins autoritair over en heeft hij zelfs iets weg van een controlfreak. Toch lijkt dit vooral een houding te zijn, want hij beschikt wel degelijk over een zachte kant. Dit blijkt onder andere uit de sociale activiteiten waar hij zich, naast zijn dagelijkse werkzaamheden, mee bezighoudt. Het is daarom jammer dat hij iets te veel overkomt als de onoverwinnelijke superheld, waardoor hij een fractie van zijn menselijkheid verliest. Ook van de andere personages krijgt de lezer een adequate en prima indruk, want ieder van hen vervult zijn rol met verve.

Hawaï staat vooral bekend om zijn witte stranden, de prachtige natuur en de vele surfmogelijkheden, maar daar wordt terecht – de dreigende vulkaanuitbarsting en bijkomende gevaren zijn immers het thema – amper over uitgeweid. Desalniettemin geven de auteurs een summiere, maar goede impressie van de eilandengroep en hoe de bewoners tegen bepaalde dingen aankijken. De diverse Hawaïaanse termen, die overigens altijd worden verklaard, versterken dit beeld en helpen mee om een klein beetje van de sfeer van deze Amerikaanse staat te kunnen proeven.

De keuze om Patterson het manuscript te laten voltooien heeft prima uitgepakt, want nergens valt uit af te leiden dat twee gerenommeerde auteurs zich hiermee hebben beziggehouden. Een vlotte, toegankelijke en beeldende schrijfstijl zorgt ervoor dat de lezer van begin tot eind bij de vele voorvallen betrokken is, ondanks dat sommige situaties nogal ongeloofwaardig zijn. Helaas heeft Uitbarsting, vertaald door Angelique Verheijen, te veel tijd nodig om écht op gang te komen en is er onvoldoende spektakel om van een zinderende actiethriller te kunnen spreken. Het boek is evenwel goed geschreven, maar een pageturner is het niet.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Michael Crichton & James Patterson
Titel: Uitbarsting

ISBN: 9789402715316
Pagina’s: 432

Eerste uitgave: 2024

Het eiland van de zielen – Piergiorgio Pulixi

Flaptekst
Rechercheurs Mara Rais en Eva Croce zijn niet blij als ze worden overgeplaatst naar de nieuw opgerichte eenheid voor onopgeloste misdaden in Cagliari, Sardinië. De een is geboren en getogen Sardijns, niet op haar mondje gevallen en hiermee al regelmatig in de problemen gekomen. De ander, een Milanese specialist in rituele moorden, staat privé voor een aantal uitdagingen en werd in Milaan geschorst. Het kantoor: een stoffige kelder vol oude dossiers. Aan de zijde van de twee rechercheurs: de terminaal zieke inspecteur Moreno Barrali. Zijn laatste wens is om een oude zaak op te lossen. Jaren geleden, op de Dag van de Doden, werden twee vrouwen op brute wijze vermoord in de buurt van de fonteintempels. Rituele moorden, denkt Moreno Barrali. Maar zijn superieuren geloven niet in zijn theorie. Het team is een oude sekte op het spoor als plotseling de cold case roodgloeiend wordt: een jonge vrouw is sinds een paar dagen spoorloos verdwenen…

Recensie
Piergiorgio Pulixi (1982), die in 2012 debuteerde met Una bruta storia, heeft in relatief korte tijd al een aanzienlijk oeuvre opgebouwd en is daarvoor beloond met een behoorlijk aantal prijzen. Toch is Het eiland van de zielen (2024) pas zijn eerste in het Nederlands vertaalde thriller. Het boek is tevens het begin van een nieuwe serie met de inspecteurs Mara Rais en Eva Croce en speelt zich volledig af Sardinië, het geboorte-eiland van de auteur.

De twee rechercheurs, die elkaar niet kenden, zijn recentelijk overgeplaatst naar de nieuw opgerichte afdeling Onopgeloste Zaken van de politie in Cagliari, waar ze zich op een groot aantal oude dossiers mogen storten. Een van die zaken betreft de dood van enkele jonge vrouwen, lang geleden. Inspecteur Moreno Barrali, een terminaal zieke collega, onderzoekt deze ogenschijnlijk rituele moorden al veertig jaar en het enige dat hij nu nog wil, is dat ze opgelost worden. De oude zaak wordt akelig actueel na de vermissing van een jonge vrouw, die zich had aangesloten bij een sekte die zich bezighoudt met neopaganisme.

Een korte proloog, waarin een dan nog niet bij naam genoemde inspecteur de zaak waar hij of zij aan heeft gewerkt, overdenkt, zorgt ervoor dat de lezer nieuwsgierig wordt naar de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden. Tevens krijgt hij al een globale indruk van de mystieke sfeer die rond het verhaal, of in ieder geval een deel daarvan, hangt. Dit komt vooral tot uiting in een tweede verhaallijn, waarin een in het Sardijnse binnenland levende Ladu-gemeenschap centraal staat en hun culturele en rituele gebruiken de nodige aandacht krijgen. Deze subplot – hoewel interessant – is in zekere zin overbodig, want een direct verband met de te onderzoeken moord is er niet en lijkt grotendeels in de plot opgenomen te zijn om de lezer een idee te geven van een discutabele Ladu-traditie.

Ondanks een aantal intrigerende en mysterieuze voorvallen, waaronder de moord, duurt het vrij lang voordat de eerste tekenen van spanning zichtbaar worden. Tot ongeveer halverwege gaat het er betrekkelijk rustig aan toe en krijgt de lezer nogal wat informatie over de personages, het eiland en diens tradities en legendes voorgeschoteld. Hierna nemen de thrilleraspecten de overhand en komt de nadruk op het politieonderzoek te liggen. Nagelbijtend spannend wordt het dan overigens niet, maar het aantal onverwachte ontwikkelingen en wendingen neemt gestaag toe. Deze leiden er, samen met het speurwerk van de rechercheurs, uiteindelijk toe dat de moordenaar in de kraag wordt gevat. Enerzijds is zijn identiteit verrassend, anderzijds eigenlijk ook weer niet, vooral omdat het in feite niemand anders had kunnen zijn.

Het verhaal wordt vanuit verschillende perspectieven verteld, maar hoofdzakelijk uit dat van Rais en Croce. Ze moeten noodgedwongen met elkaar samenwerken en daardoor blinkt hun onderlinge communicatie niet altijd uit in vriendelijkheid. Aanvankelijk acceptabel, maar na verloop van tijd beginnen hun vinnige en zo nu en dan kinderachtig aandoende sneren danig te storen. Desondanks zijn beide dames, ondanks hun persoonlijke problemen, sterke persoonlijkheden die uit kunnen groeien tot een succesvol koppel dat in de nabije toekomst mogelijk ook nog eens goed met elkaar overweg kan. De eerste tekenen daarvan zijn aan het eind van de epiloog al min of meer waarneembaar.

Uit veel blijkt dat Pulixi, die een toegankelijke en beeldende schrijfstijl heeft, een gedegen en overwegend boeiend verhaal kan vertellen. Niet alle situaties komen realistisch over, maar passen zonder meer bij de ambiance en omstandigheden in de door Guanita Milder-Wolbers en Saskia Peterzon-Kotte vertaalde thriller. Het eiland van de zielen is daarom geen groots, maar wel veelbelovend begin van deze Sardijnse serie.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Piergiorgo Pulixi
Titel: Het eiland van de zielen

ISBN: 9789044936568
Pagina’s: 478

Eerste uitgave: 2024

Alter ego – Esther Verhoef

Flaptekst
Het leven lacht Lynn eindelijk toe. Ze is getrouwd met de twintig jaar oudere Camiel Storm, een bekende chef-kok, en verzorgt met verve de pr voor diens sterrenrestaurant De Luwte. Voor de buitenwereld vormen de twee een succesvol powerkoppel. Maar terwijl Camiel avond na avond de sterren van de hemel staat te koken, onderhoudt Lynn een passievolle affaire met de jonge, opvliegende Laurens.

Door ambitieuze uitbreidingsplannen komt het huwelijk verder onder druk te staan. En wanneer er onverklaarbare dingen gebeuren in en rond de villa van Camiel en Lynn, kan Lynn bij niemand terecht.

Recensie
Voordat Esther Verhoef bij het grote publiek bekend werd, bracht ze al een vijftigtal informatieve boeken over huisdieren uit. Inmiddels schrijft ze iets meer dan twintig jaar spannende boeken, waarvan het in 2003 verschenen Onrust de eerste was en dat meteen voor de Gouden Strop werd genomineerd. In 2023 publiceerde ze haar tiende psychologische thriller, Alter ego, waarvoor ze diverse lovende reacties ontving.

Lynn Fleer is begin dertig en getrouwd met de twintig jaar oudere en van televisie bekende chef-kok Camiel Storm. In zijn sterrenrestaurant De Luwte verzorgt ze de public relations. Ze leiden beiden een druk leven, zien elkaar daardoor weinig en de vergevorderde plannen om in het hele land verschillende filialen te openen vergt veel van hun tijd en huwelijk. Daarnaast is Lynn een affaire begonnen met de nogal heetgebakerde Laurens. Dan vinden er in en rond de woning van het echtpaar diverse merkwaardige voorvallen plaats, die alleen Lynn opvallen. Er is echter niemand die haar wil geloven.

De uitgebreide proloog beschrijft een situatie die wel vaker in spannende boeken voorkomt en heeft al een enigszins beklemmende spanning. De lezer begrijpt hoe de dan nog jonge Lynn – de scène speelt zich af in 1999 en wordt vanuit haar perspectief verteld – zich moet voelen en kan zich vrij gemakkelijk in haar verplaatsen. Daarna wordt meteen een sprong naar het heden (2022) gemaakt en verandert de toonzetting van het verhaal. Alles gaat er een stuk bedaarder aan toe en worden de meeste personages geïntroduceerd. Deze rustige tendens blijft eigenlijk in de hele plot gehandhaafd, want de auteur heeft geen ruimte ingebouwd voor allerlei spectaculaire wendingen en daverend spannende omstandigheden. Wel is er zo nu en dan ietwat dreiging, maar dat beperkt zich tot een paar momenten. Verhoef richt zich voornamelijk op wat zich in het hoofd van Lynn afspeelt en daar slaagt ze redelijk in.

Hoewel het erop lijkt dat er heel wat gebeurt, gebeurt er in feite niet eens zo ontzettend veel. In het grootste deel van de plot wordt uitgebreid aandacht besteed aan de zorgen en stress die een nieuw project met zich meebrengen en zo nu en dan worden de mysterieuze voorvallen in de woning van Lynn en Camiel naar voren gebracht. Heel uitvoerig is dit niet, maar wel voldoende om te kunnen bevatten welke invloed dit op Lynn heeft. Hierbij worden enkele personages in een kwaad daglicht geplaatst, maar dit is allemaal behoorlijk voorspelbaar. Zelfs de identiteit van degene die al deze voorvallen op zijn geweten heeft – diverse hoofdstukken, die aanvankelijk voor enige nieuwsgierigheid zorgen, worden vanuit diens oogpunt verteld – is uiteindelijk geen verrassing meer. Al ruim voor de ontknoping kan de lezer, ondanks enkele verwoede pogingen van Verhoef om hem te misleiden, kan hij een aanwijzing ontdekken waaruit dit op te maken valt.

Zoals van de auteur verwacht mag worden, is de schrijfstijl uitermate verzorgd en vlot. Opvallend is echter dat ze meegaat in het geleidelijk aan toenemende en vaak onnodige gebruik van Engelstalige woorden. Waarom bijvoorbeeld het woordje food vermelden, terwijl hier een goed Nederlandstalig alternatief voor is. Het eind van het verhaal, waarin alle eventueel openstaande vragen worden beantwoord, valt een klein beetje uit de toon. Goed, er komt duidelijkheid over wat er gebeurd is, wie hiervoor verantwoordelijk is en wat deze persoon wilde bereiken, maar daar blijft het in feite bij, want over de beweegredenen blijft de auteur enigszins vaag.

Over het geheel genomen levert Alter ego zonder meer het nodige leesplezier op, maar is in grote lijnen tamelijk oppervlakkig, ondanks dat Lynn Fleer hier een positieve uitzondering op is.

Waardering 3/5    

Boekinformatie
Auteur: Esther Verhoef
Titel: Alter ego

ISBN: 9789044652901
Pagina’s: 416
Eerste uitgave: 2023

De reus van Amsterdam – Tanya Commandeur

Flaptekst
Amsterdam, 1918. Albert Kramer wordt ontdekt door een Duitse impresario die hem in Berlijn voor een publiek van drieduizend man zet. Albert is op dat moment eenentwintig jaar en de nieuwe reus van het gezelschap. Na deze vuurdoop belandt hij bij het circus, waar de kleine Seppi zijn showpartner en allerbeste vriend wordt. De twee trekken veel bekijks, ook in de cafés waar ze na hun optredens tot laat in de nacht bier drinken. Ondertussen begint Albert gevoelens te ontwikkelen voor Seppi’s zus Mina. Maar noodgedwongen scheiden hun wegen: Albert vertrekt naar Amerika en Mina blijft in Zwitserland. Zal Albert haar ooit weer zien? En hoe zit het met Alberts grote geheim?

Recensie
Al op erg jonge leeftijd begon Tanya Commandeur met schrijven, alhoewel ze het toen nog in stripvorm deed. De echt fijne kneepjes van het vak leerde ze toen ze voor diverse bladen schreef, waaronder de schoolkrant en Marie Claire. Haar eerste roman Wallada’s gasten verscheen in 2008 en haar meest recente boek is De reus van Amsterdam, dat in 2023 werd uitgebracht. Dit goed ontvangen werk is gebaseerd op het leven van Albert Kramer, met zijn 2 meter 42 de langste Nederlander ooit gemeten.

Al snel na zijn geboorte wordt duidelijk dat de groei van Albert Kramer grote proporties aanneemt. In de Amsterdamse wijk De Pijp, waar hij woont, wordt hij al snel Lange Appie genoemd. Als hij eenentwintig jaar oud is, wordt hij door een Duitse impresario geronseld om in een show in Berlijn op te treden. Het publiek zal zijn reusachtige lengte geweldig vinden. Hierna komt hij in het circus terecht, waar hij met de kleine Seppetoni de bezoekers vermaakt. Hij wordt tevens verliefd op Mina, de zus van Seppi. Albert vertrekt echter naar Amerika en vraagt zich af of hij zijn grote liefde nog weer terug zal zien.

Het is net alsof het voertuig uit een andere wereld kwam. Zo begint het grotendeels fictieve verhaal van en over Albert Kramer, de langste man van Nederland en uit wiens perspectief de volledige plot wordt verteld. De roman speelt zich dan ook ongeveer een eeuw geleden af en de auto zorgt voor verwondering, want zo heel vaak gebeurde het in die tijd niet – en al helemaal niet in een volkswijk – dat er een automobiel te bewonderen viel. Deze opening geeft meteen al wat prijs van de sfeer waarin alles zich afspeelt. Het zijn de jaren (vlak) na de Eerste Wereldoorlog en de armoede, de latere crisisjaren en de opkomst van enkele destijds moderne snufjes komen erg goed over. De lezer waant zich als het ware zelf in de eerste helft van de twintigste eeuw.

De plot heeft in beginsel een chronologisch verloop, maar zo nu en dan is er een flashback naar eerdere perioden in het leven van Kramer. Vanwege de uitgebreide beschrijvingen daarvan leer je hem vrij goed kennen, kom je erachter hoe de mensen tegen hem aankijken en welke moeilijkheden en problemen zijn pad kruisen, uiteraard veroorzaakt door zijn enorme lengte. Van zijn gestalte maakt hij, hoewel aanvankelijk niet van harte, echter ook handig gebruik. Als rondreizend artiest probeert hij de kost te verdienen en het grootste deel van het verhaal gaat daarom over deze fase van zijn bestaan. Hierin maakt hij het een en ander mee en daarom bevat de roman talloze wendingen, die voor onverwachte, bijzondere en eveneens mooie situaties zorgen.

Commandeur heeft een erg vlotte en levendige schrijfstijl, die bovendien behoorlijk beeldend is. De ambiance van toen wordt goed beschreven en in bepaalde gevallen is het woordgebruik van de auteur afgestemd op de desbetreffende periode. Zo komen in de roman soms woorden voor die tegenwoordig uit den boze zijn, denk hierbij bijvoorbeeld aan dwerg of freak. Dat ze dit doet, is absoluut niet storend, want in deze context past dit wel, waarbij de lezer zich vanzelfsprekend wel in die tijd moet verplaatsen. Omdat ze waargebeurde feiten en werkelijk bestaande personen (in het verleden dan) in het verhaal heeft verwerkt, komt het geheel zeer realistisch over. Nergens bestaat het gevoel dat veel van wat er gebeurt verzonnen is.

In haar nawoord geeft Commandeur nog wat aanvullende informatie over de echte Albert Kramer. Dit is een mooie aanvulling op de roman en heeft daarom wel toegevoegde waarde, je bent er immers nieuwsgierig naar hoe het hem vergaan is. Al met al boeit De reus van Amsterdam van begin tot eind en ga je gaandeweg toch wel wat van de grote man houden.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Tanya Commandeur
Titel: De reus van Amsterdam

ISBN: 9789026361531
Pagina’s: 304
Eerste uitgave: 2023

Vinex – Bernice Berkleef

Flaptekst
Hein en Simone verruilen hun appartement in het hippe Amsterdam-Zuid voor een landelijk gelegen nieuwbouwwijk in Amstelveen. Ondanks het grotere huis en de natuur om hen heen komt de burgerlijkheid van de Vinex-wijk hen algauw tegen te staan. Maar onder die schijn van braafheid gaat het nodige schuil… Een buurvrouw die niet gelukkig is in haar huwelijk en de grenzen opzoekt. Een agente die in de ziektewet is beland en een klein privéonderzoek start om zich maar nuttig te voelen. Een tiener die in een pleeggezin is geplaatst en een ijzingwekkende ontdekking doet. Op hun eigen manier gaan ze allemaal stukje bij beetje over de schreef, totdat het tijdens een buurtfeest volledig uit de hand loopt.

Recensie
Omdat Bernice Berkleef – ze heeft een rechtenstudie afgerond – niet gelukkig werd van het vooruitzicht om juridisch werk te verrichten, koos ze ervoor om freelancejournalist te worden en eveneens boeken te gaan schrijven. Vervolgens debuteerde ze in 2013 met de Young Adult Flame en vijf jaar later verscheen haar eerste thriller Cody, dat lovende reacties ontving. In 2023 werd Vinex uitgebracht, waarvoor de Amstelveense vinexwijk waar ze zelf woont enigszins model voor staat.

Een paar weken geleden zijn de Amsterdammers Simone en Hein naar het rustigere Amstelveen verhuisd. Ze hebben een woning betrokken in een vinex-nieuwbouwwijk, maar al snel blijkt dat met name Hein er zijn draai niet kan vinden. Het is sowieso niet allemaal koek en ei, want een van de buurvrouwen voelt zich ongelukkig in haar huwelijk. Een andere vrouw in de straat voelt zich, nadat ze in de ziektewet is beland, nutteloos en zeventienjarig meisje, die bij Hein en Simone schoonmaakt, en in een pleeggezin woont, heeft haar zo eigen problemen. Een en ander escaleert tijdens een buurtfeest, dat in principe voor verbondenheid had moeten zorgen.

Het verhaal begint met een korte proloog waarvan de setting overduidelijk een gevangenis is. Dit begin zorgt voor een aantal vragen en de lezer wordt eveneens benieuwd naar het vervolg. Je verwacht dat de auteur later in de plot terugkomt op deze inleiding of op z’n minst hier aan het eind een keer naar verwijst, maar niets van dit alles. Het gevolg is dat deze opening er min of meer als los zand bijhangt en in feite volledig overbodig is. Dan vangen de eigenlijke gebeurtenissen aan en word je in het leven van een aantal uiteenlopende vrouwen geïntroduceerd. De verschillende verhaallijnen worden dan ook vanuit hun perspectief verteld en de enige overeenkomst is de Amstelveense vinexwijk.

Berkleef neemt er zeer uitgebreid de tijd voor om het kwartet aan de lezer voor te stellen en hen te laten weten wat de dames bezighoudt, welke problemen ze hebben en hoe ze hun dagen doorbrengen. Veel ruimte voor allerlei ontwikkelingen, spannende momenten en onverwachte wendingen is er niet. Van meet af aan is het natuurlijk duidelijk dat er op een bepaald moment iets moet gebeuren, en het is ook helder dat de auteur hier heel geleidelijk aan naartoe werkt, maar dit gaat gepaard zonder al te veel verrassingen. De lezer wordt zo goed als niet nieuwsgierig gemaakt, ondanks dat zich toch diverse onverkwikkelijke dingen afspelen. Het staat onomstotelijk vast dat Berkleef haar best heeft gedaan om de spanning op te bouwen, dit komt echter niet uit de verf, want pas in de ontknoping zorgt een tweetal hoofdstukken voor een klein beetje actie en enkele licht enerverende minuten.

De schrijfstijl is overwegend vlot en bij vlagen wat ongebruikelijk. Hierdoor komt het verhaal af en toe klinisch over en is het daarom iets lastiger om je in de personages in te leven en om zowel een gevoel als beeld bij hen en de omstandigheden te hebben. Soms komt het taalgebruik zelfs ietwat formeel over, het speelse wat de taal vaak mooi kan maken, ontbreekt op die momenten. Desondanks is het een gemakkelijk en redelijk plezierig leesbaar boek, waarin de duistere kant die sommige mensen kunnen hebben onmiskenbaar naar voren komt. Tussen neus en lippen door lijkt de auteur ook nog wat kritiek op de jeugdzorg te geven, waardoor het verhaal een actueel tintje heeft.

Het eind is, zoals gezegd, iets spectaculairder, maar tamelijk voor de hand liggend. Vooral omdat de lezer eigenlijk al weet wat het plan van enkele personages is. Het verrassende is er daarom af. Vinex is al met al niet onaardig en krijgt een krappe voldoende. Het thema en de gedachte erachter zijn origineel, maar de uitwerking daarvan is niet thrillerwaardig.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Bernice Berkleef
Titel: Vinex

ISBN: 9789044354942
Pagina’s: 302
Eerste uitgave: 2023