Categorie archief: Gelezen in 2025

De laatste ochtend – Samuel Bjørk

Flaptekst
In de metro van Oslo brengt een vrouw om 09.07 uur een bomvest op haar lichaam tot ontploffing. De politie tast in het duister.

Op de keukentafel van de vrouw uit de metro vinden rechercheurs Munch en Krüger drie voorwerpen: een klein figuurtje van een trol, een figuurtje van een lynx met zijn oor geel geverfd en een boek over de Amerikaanse geschiedenis. De echte dader achter de aanslag speelt met ze en lijkt ze aanwijzingen te geven over wat er gaat gebeuren.

Ondanks Mia’s eerste inzichten lukt het niet om een volgende explosie te stoppen, op dezelfde tijd als de dag ervoor gaat er weer een bom af. De jacht is geopend en Munch & Krüger hebben 24 uur om de terrorist te vinden, voordat hij weer kan toeslaan.

Recensie
Holger Munch en Mia Krüger, de twee protagonisten uit de thrillers van de Noorse auteur Samuel Bjørk (een pseudoniem van Frode Sander Øien), zijn bijzonder populair en geliefd. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat van de serie, die als trilogie begon, inmiddels een zesde deel is uitgebracht: De laatste ochtend (2025). Dit is een vervolg op het eind 2021 verschenen Sneeuwwit, dat op zijn beurt een prequel is op de drie eerste delen van de reeks.

Het is zaterdagochtend en in een wagon van de metro breekt paniek onder de reizigers uit, want een van hen ziet een vrouw met een bomgordel om zitten. Om exact 09:07 volgt een verwoestende explosie die diverse slachtoffers maakt. Alle eenheden, waaronder die van Munch en Krüger worden opgeroepen om de dader te vinden. Tegelijkertijd krijgt journalist Jessica Blomqvist een telefoontje van een man die haar vertelt dat dit de eerste was. Vanaf dan staat Oslo op z’n kop en doet de politie er alles aan om de terrorist te ontmaskeren en meer slachtoffers te voorkomen.

Hoewel de explosie in de metrowagon niet tot in detail beschreven wordt, laat de scène waarin de bom tot ontploffing komt niets aan de verbeelding over. De lezer vormt zijn eigen beelden en kan zich voorstellen hoe een omstander zich op dat moet voelen. Door dit begin word je meteen in het verhaal getrokken en vraag je je af hoe het moet eindigen, temeer omdat je al snel weet dat deze aanslag niet de enige zal zijn. Toch draait het in de plot voor het grootste deel niet uit actievolle situaties, dat is de stijl van de auteur ook helemaal niet. Waar het voornamelijk om gaat, is het politieonderzoek, dat moeizaam verloopt omdat de diverse raadselachtige aanwijzingen die de dader in de woningen van zijn slachtoffers achterlaat vooralsnog ondoorgrondelijk zijn. Dankzij het analytisch vermogen van Krüger belanden de puzzelstukjes gestaag op hun plek en het mooie aan deze opzet is dat de lezer eveneens probeert een oplossing te vinden. Hierdoor ben je als het ware ook met het speurwerk bezig.

Naast de recherchewerkzaamheden, die uiteraard – en terecht – veel aandacht krijgen, geeft de auteur eveneens een kijkje in de persoonlijke levens van de personages. Hier vertelt hij relatief vrij veel over en alleen al daaraan is te merken dat deze thriller een vervolg is op de prequel. Deze informatie is noodzakelijk, maar zorgt wel voor dat het tempo waarin de ontwikkelingen zich afspelen enigszins vertraagt. Ook over de beoogde slachtoffers, de eerste uitgezonderd, wordt verhoudingsgewijs veel verteld. De details die over deze passanten – meer zijn ze in feite niet – prijsgegeven worden doen eigenlijk niet ter zake, maar storend zijn ze evenmin, want ze geven hen per slot van rekening wel een gezicht.

Het verhaal bestaat uit zes delen en in de meeste daarvan wordt de spanning langzaam opgebouwd, tot het aan het eind tot een ontlading komt. Een uitzondering daarop vormt de eindfase. De snelheid ligt dan een stuk hoger en er zijn eveneens voldoende spannende momenten. Verder is de plot doorspekt met diverse wendingen die ervoor zorgen dat de ontwikkelingen telkens een net iets andere richting inslaan dan je wellicht verwacht. Hoewel de explosies uiteraard de nodige spektakel opleveren en de ontknoping absoluut interessant is en enkele verrassingen bevat, is het sec genomen overwegend kalm.

Bjørks schrijfstijl is erg ongecompliceerd, ietwat eenvoudig en zonder meer beeldend. Opvallend is dat hij deze keer vrij veel staccato zinnen gebruikt en het gevoel dat personages dan hebben, is merkbaar. Desondanks werkt dit niet helemaal, want regelmatig krijg je de indruk dat er iets ontbreekt. Helemaal aan het eind nog een enorme cliffhanger, die het vervolg in het eerste deel van de serie (Ik reis alleen) inluidt. Al met al is De laatste ochtend zeker niet slecht, maar een klapper is het evenmin.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Samuel Bjørk
Titel: De laatste ochtend

ISBN: 9789024597147
Pagina’s: 400

Eerste uitgave: 2025

Wat ik op zolder bewaar – J.D. Barker

Flaptekst
In een slaperig kustplaatsje staat het leven van de zeventienjarige Billy Hasler op het punt een angstaanjagende wending te nemen. Wanneer zijn beste vriend David Spivey een mysterieus huis erft op een nabijgelegen eiland, lijkt het de perfecte plek om hun laatste zomer door te brengen voordat ze naar de universiteit gaan. Geen ouders. Geen problemen. Geen verantwoordelijkheden.

Terwijl ze graven in het duistere verleden van het eiland, wekken de jongens een oud kwaad op en wat begint als een onschuldig zomeravontuur verandert al snel in een nachtmerrie. Want het huis blijkt een markante beheerder te hebben en de regels die zijn opgesteld voor degenen die het huis betreden zijn niet mals. Dit zijn de belangrijkste:

  • Vergeet niet Emerson eten te geven
  • Neem de telefoon niet op
  • Als je in het huis bent tijdens zonsondergang, dan moet je tot zonsopkomst blijven
  • Doe nooit een deur op slot
  • De tweede verdieping en alles daarboven is verboden terrein

Recensie
David Spivey, de beste vriend van de zeventienjarige Billy Hasler, erft een huis op Wood Island, een klein eiland voor de kust van het plaatsje New Castle, New Hampshire. Voordat ze naar de universiteit gaan, zien de jongens dit als een mooie plek om hier samen met hun vrienden de laatste weken van de zomervakantie van 2010 door te brengen. Wat ze niet weten, is dat dit eiland een nogal duister verleden heeft en er diverse regels op nahoudt die strikt nageleefd moeten worden. Als dit niet gebeurt, heeft dit grote gevolgen.

Dit eiland, het enige huis dat daar staat én de verhalen die veel bewoners van de omgeving in hun kindertijd hebben gehoord, waren voor J.D. Barker de inspiratiebron voor het schrijven van zijn in 2025 verschenen en door Jan Pott vertaalde thriller Wat ik op zolder bewaar. Het grootste deel van het boek bestaat uit fictie, maar Billy’s verhaal – hij is de verteller én protagonist – bevat eveneens een aanzienlijke hoeveelheid waargebeurde feiten.

Ik ben Billy Hasler.

Met deze vier woorden begint Hasler, inmiddels elf jaar ouder dan tijdens die bewuste zomer, te vertellen over de gebeurtenissen die destijds hebben plaatsgevonden. Hij lijkt het daar moeilijk mee te hebben, maar om zijn blijkbaar traumatische ervaringen beter te kunnen verwerken doet hij het toch. Deze aanvangsfase, die als proloog kan worden beschouwd, maakt de lezer nieuwsgierig naar wat zich dat jaar heeft voorgedaan en je merkt aan de gebruikte bewoordingen dat dit absoluut iets onheilspellends moet zijn geweest. Toch duurt het nog geruime tijd voordat er iets écht spectaculairs gebeurt, want Barker neemt er behoorlijk lang de tijd voor om de personages te introduceren, te laten zien waar Hasler en zijn vrienden zich op het eiland mee bezig houden – voor een deel de ‘gewone’ tienerdingen – en, maar in mindere mate, hoe hun privésituatie is. Natuurlijk zijn er dan eveneens enkele voorvallen die geheimzinnig en daardoor enigszins spannend zijn. Interessant, maar relatief gezien stelt dit nog niet zo heel erg veel voor.  

Ongeveer halverwege verandert de teneur drastisch, want vanaf dan komen de mysterieuze, bovennatuurlijke en soms horrorachtige elementen van de thriller bovendrijven. Als gevolg van het gestaag groeiende aantal onverklaarbare omstandigheden, waarbij je je overigens weleens afvraagt of er geen sprake is van hallucinatie, neemt de spanning flink toe. De elkaar afwisselende vertelperspectieven – één door de al genoemde Billy Hasler en één door Chief Whaley, de lokale politiechef – dragen daar trouwens ook aan bij. Veel van het gebeurde komt vanzelfsprekend buitengewoon onwaarschijnlijk over, maar zoals in het nawoord van de auteur te lezen is, heeft een aantal van de geheimzinnigheden zich daadwerkelijk voorgedaan. Hierdoor weet je in feite niet wat echt is en wat niet.

Behalve voor Hasler en Whaley is er tevens een belangrijke rol weggelegd voor de vriendengroep van eerstgenoemde. In principe kun je zelfs stellen dat juist zij verantwoordelijk zijn voor alle duistere zaken die zich voordoen en dat het zonder hen eigenlijk maar een saaie bedoening is. De ongemakkelijke sfeer die Barker al vanaf het allereerste moment creëert, is dan ook een van de sterke aspecten van het verhaal. Mede daardoor is de lezer van meet af aan bij alles betrokken en daarnaast benieuwd hoe een en ander gaat aflopen. Dankzij allerlei plotwendingen en verrassende ontwikkelingen weet je nergens waar je aan toe bent, het enige dat je aanvoelt, is dat de afloop nooit goed kan zijn. Dit zorgt er zonder meer dat het eiland en sommige personages huiveringwekkend overkomen. De afloop, die je wellicht niet verwacht en hoopt, is enigszins afwijkend, maar wel degelijk passend.

Wat ik op zolder bewaar (de titel is een merkwaardige keuze) heeft helemaal niets van een traditionele thriller en is bovendien tamelijk onrealistisch. Barker laat de lezer echter geloven dat er meer is tussen hemel en aarde en daarom lijkt het erop dat niets onmogelijk is.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: J.D. Barker
Titel: Wat ik op zolder bewaar

ISBN: 9789402326680
Pagina’s: 432

Eerste uitgave: 2025

De laatste sterft – Tess Gerritsen

Flaptekst
De levens van drie kinderen raken door extreem gruwelijke gebeurtenissen met elkaar verweven: eerst worden hun families vermoord, daarna hun pleeggezinnen. Ze blijven als enige overlevenden over. De kinderen worden in veiligheid gebracht op de streng beveiligde kostschool Evensong, een internaat voor zwaar getraumatiseerde kinderen dat is opgericht door leden van de Mefisto Club. Maura Isles vertrouwt de gang van zaken op de school niet en wil dat de zestienjarige Julian ?Rat? Perkins, die ze kent van een eerdere zaak en ook op Evensong verblijft, een ander onderkomen zoekt. Jane en Maura storten zich op het onderzoek naar de moorden op de families en zetten hun eigen levens op het spel om de kinderen te beschermen. Kunnen ze het gevaar op tijd afwenden?

Recensie
In het begin van haar carrière als auteur, nu veertig jaar geleden, schreef Tess Gerritsen uitsluitend romantische thrillers, maar later stapte ze over naar de medische thriller en startte ze de langlopende serie met rechercheur Jane Rizzoli en patholoog-anatoom Maura Isles. Beide vrouwen werken voor het eerst samen in De leerling (2002) en sindsdien zijn onafscheidelijk. Het tiende deel van de succesvolle en tot tv-serie verfilmde reeks is De laatste sterft, dat in 2012 in een Nederlandse vertaling is verschenen.

Claire Ward, Will Yablonski en Teddy Clock, drie ongeveer dertien- à veertienjarigen, hebben niets met elkaar gemeen, behalve één ding: hun ouders en later hun pleegouders zijn op een wrede manier om het leven gebracht. Hierna komen ze op de exclusieve en streng beveiligde kostschool Evensong terecht, waar Maura Isles twee weken logeert om een andere leerling, Julian Perkins, te bezoeken. Ze probeert er tevens achter te komen wat de overeenkomst tussen de drie tieners is en schakelt daarbij de hulp in van haar vriendin Jane Rizzoli, die tevens rechercheur is. Het onderzoek dat ze vervolgens starten is echter niet geheel zonder gevaar.

De eerste paar hoofdstukken beginnen heel gewoontjes, want daarin worden twee tieners geïntroduceerd die dingen doen die bij hun leeftijd en interesses passen. Niets bijzonders eigenlijk, maar schijn bedriegt, want het eind van deze hoofdstukken zorgt door hun raadselachtigheid wel degelijk voor enkele vragen, en daardoor is er meteen al een heel lichte spanning. Verschillende omstandigheden zorgen er tevens voor dat de aanvangsfase intrigeert en de lezer zich afvraagt waar het verhaal exact naartoe gaat. Geleidelijk aan worden er steeds meer tipjes van de sluier opgelicht en wordt inzichtelijk gemaakt wat er precies aan de hand is. Dit gebeurt overigens zonder dat de plot bol staat van spannende situaties, pas aan het eind wordt het enigszins gevaarlijk en ontstaat er de nodige opwinding. Verder is het, ondanks verschillende mysterieuze voorvallen, een overwegend tamme bedoening.

Het verhaal wordt vanuit het perspectief van verschillende personages verteld, waaronder Rizzoli en Isles. Hun rol is echter relatief beperkt en iets anders dan de volger van de serie van hen gewend is. Een belangrijke rol is weggelegd voor Claire, Will en Terry en over hen komt de lezer dan ook wel het een en ander te weten, echter niet zodanig dat hun hele doopceel wordt gelicht. Dit is overigens ook niet nodig om de plot goed te kunnen volgen. Het is evenmin niet noodzakelijk de reeks op volgorde van verschijnen te lezen. Zo nu en dan wordt er wel verwezen naar gebeurtenissen uit één of meer voorgaande delen – je vraagt je wel af wat er toen allemaal gebeurd is – maar dit is niet van invloed op alles wat zich nu voordoet of op de ontwikkeling van de belangrijkste personen.

De schrijfstijl van Gerritsen is, zoals bij haar altijd gebruikelijk is, uitermate verzorgd, vlot en toegankelijk. Het verhaal is degelijk opgebouwd en bij tijd en wijle zorgt ze voor een onverwachte plotwending. Desondanks ontkomt ook zij niet aan enkele clichés, want het gedrag – en houding – van sommige personages kom je veel vaker tegen in thrillers. Verder komen de drie tieners niet helemaal natuurgetrouw over, hun gedragingen passen namelijk niet bij hun leeftijd. Daarnaast zijn diverse aangelegenheden nogal vergezocht en tamelijk onwaarschijnlijk, met name die uit de ontknoping, die overigens wel redelijk spannend en actierijk is.

Hoewel De laatste sterft van begin tot eind blijft boeien, is dit tiende deel van de serie met Rizzoli en Isles niet de sterkste. Daarvoor is de spanning te beperkt, is de rol van beide vriendinnen te gering en is de gang van zaken net niet spectaculair genoeg. Gerritsen kan aanmerkelijk beter, dat heeft ze immers al bewezen.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Tess Gerritsen
Titel: De laatste sterft

ISBN: 9789044342246
Pagina’s: 368

Eerste uitgave: 2012

Max, Mischa & het Tet-offensief – Johan Harstad

Flaptekst
Max, Mischa & het Tet-offensief is het verhaal van toneelregisseur Max Hansen, die als puber vanuit Noorwegen naar Amerika emigreert. Hij heeft moeite om zijn jeugd in Stavanger, waar hij als kind van communistische ouders het Tet-offensief naspeelde, achter zich te laten, maar ontdekt in New York dat eigenlijk iedereen daar ontheemd is. In kunstenares Mischa, acteur Mordecai en Vietnamveteraan Owen vindt hij dierbare lotgenoten.

Recensie
Vier jaar nadat Johan Harstad in 2001 zijn literaire debuut maakte met een verzameling korte proza werd zijn eerste roman Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? uitgebracht. Hij werd echter vooral bekend door bijzonder lijvige roman Max, Mischa & Tetoffensiven (Max, Mischa & het Tet-offensief, 2017), dat in 2015 verscheen en in 2018 met de Europese Literatuurprijs werd bekroond en waarvan het schrijfproces maar liefst tien jaar heeft geduurd.

Toneelregisseur Max Hansen is vijfendertig jaar oud en woont, sinds hij ruim twintig jaar eerder met zijn ouders en zus Ulrikke vanuit Noorwegen naar de Verenigde Staten is geëmigreerd, in New York. Tijdens een slapeloze nacht in een hotelkamer in Minneapolis, waar hij voor een voorstelling verblijft, denkt hij – soms met weemoed – terug aan zijn leven tot dusver. Aan hoe hij als kind met zijn vriendjes het Tet-offensief naspeelde, aan zijn relatie met de zeven jaar oudere kunstenares Mischa Grey, die hij via zijn vriend Mordecai heeft leren kennen en aan de ontmoeting met zijn oom Owen, met wie hij een goede band heeft opgebouwd.

De verteller van het verhaal is Max Hansen, waarvan de lezer in de eerste paar hoofdstukken de indruk krijgt dat hij een nogal verbitterd en niet al te vrolijk gestemd iemand is. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de toonzetting aan het begin, als hij – moederziel alleen in een hotelkamer – het over zichzelf heeft en de dingen die hij doet. Deze aanvangsfase is een voor het gevoel ellenlange monoloog bestaande uit flinke lappen tekst en geen enkele dialoog. Op dat moment vraag je je werkelijk af waar deze uiteenzetting, die op dat moment echt niet leeft, naartoe gaat, of de teneur ervan nog zal veranderen en of het ruim twaalfhonderd bladzijden lang bij een aaneenschakeling van woorden blijft. Het antwoord is dan kort en krachtig: nee! Want na die relatief korte aanloop verandert een en ander drastisch en wordt alles aanzienlijk levendiger, ondanks dat er nog wel behoorlijk veel breedvoerige fragmenten voorkomen.

Hoewel het in de plot voornamelijk over de lotgevallen van Max gaat en als gevolg daarvan erg veel over hem te weten komt, kom je over de meeste andere personages eveneens bijzonder veel te weten. Ieder van hen, met name Mischa, Mordecai en Owen, is dan ook sterk met de protagonist verbonden en zij vervullen derhalve een belangrijke rol in zijn leven. In feite kan dit ook gezegd worden van de Vietnamoorlog, die als het ware als een rode draad fungeert. Dit gebeurtenis is niet het enige waargebeurde feit dat in de roman is verwerkt, want onder andere de terroristische aanslagen van 11 september 2001 en de zeer zware orkaan Sandy, die in 2012 in het westen van de Caribische zee én aan de oostkust van de Verenigde Staten huishield, worden in beeld gebracht. Tezamen met wat zich in het leven van Max voordoet, zorgt dit ervoor dat het verhaal tamelijk realistisch overkomt.

De schrijfstijl van Harstad is wisselend, de ene keer erg levendig, de andere keer uitvoerig, soms zelfs een beetje op het saaie af en een enkele keer aangrijpend. Tijdens de minder aansprekende tekstgedeelten – vooral wanneer Max een beschouwing geeft over de toneel- of kunstwereld – is het even doorbijten, maar over de hele linie is het allemaal goed te doen en weet de auteur de lezer in zeer hoge mate te boeien. Aan het eind van het exposé, want zo kan dit boekwerk met recht beschouwd worden, wordt het nog enigszins spannend en lijkt Max zich in zijn eigen Apocalyps te bevinden. Hiermee heeft de roman zowaar een ietwat spectaculaire afloop.

Max, Mischa & het Tet-offensief is een boek dat, ondanks een aantal taaie fragmenten, moeilijk weg te leggen is. Max en de zijnen hebben het vermogen de lezer te betoveren en als laatstgenoemde de roman uiteindelijk dichtgeslagen heeft, bekruipt hem de gedachte meer over hen te weten te willen komen. Waarbij je eveneens denkt dat het zo misschien wel goed is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Johan Harstad
Titel: Max, Mischa & het Tet-offensief

ISBN: 9789057598494
Pagina’s: 1232

Eerste uitgave: 2017

Het mysterie van kamer 622 – Joël Dicker

Flaptekst
Aan het begin van de zomer van 2018 verblijft een schrijver in het luxueuze Paleishotel in het Zwitserse Alpendorp Verbier. Hij verblijft in kamer 623 en verbaast zich erover dat de kamer naast hem het nummer 621-bis heeft. Langzamerhand wordt duidelijk dat jaren eerder een moord is gepleegd in kamer 622, waarvan het politieonderzoek nooit is afgerond. De schrijver besluit zich volledig op de onopgeloste moord te storten: wat
gebeurde er twintig jaar eerder in kamer 622?

Recensie
De Zwitserse auteur Jöel Dicker had al enkele boeken geschreven voordat hij in 2012 wereldwijd doorbrak met zijn roman De waarheid over de zaak Harry Quebert, dat ongeveer twee jaar later in een Nederlandse vertaling verscheen. Omdat hij dolgraag een misdaadverhaal wilde schrijven dat zich in Zwitserland afspeelt, maar ook omdat hij zijn liefde voor dit land met zijn lezers wilde delen, begon hij aan Het mysterie van kamer 622 (2020), een proces waar hij tweeënhalf jaar over heeft gedaan en waarvoor hij geen vooropgezet plan in zijn hoofd had zitten.

Na een verloren liefde vertrekt Joël, een schrijver, voor een paar weken vakantie naar het Palace de Verbier in de Zwitserse Alpen. Als hij naar zijn kamer wordt gebracht, valt hem op dat kamernummer 622 niet bestaat en dat het hotelpersoneel hem hierover geen informatie wil geven. Hij ontmoet de Engelse Scarlett Leonas en ze komen erachter dat een kleine twintig jaar eerder in die kamer een moord is gepleegd en dat het politieonderzoek nooit is afgerond. Vervolgens proberen ze het raadsel dat rond deze moord heerst te ontrafelen.

De korte proloog waarin het schrikbeeld van iedere hotelmedewerker – de vondst van een lijk in een hotelkamer – maakt de lezer al meteen nieuwsgierig naar wat er is gebeurd en geeft eveneens een licht gevoel van spanning. Vervolgens komt verteller alsmede schrijver Joël in beeld, die je honderden pagina’s lang meeneemt in een achtbaan van gebeurtenissen. Deze zijn aanvankelijk nog tamelijk rustig en goed te overzien, maar gaandeweg de plot nemen de vele voorvallen een andere gedaante aan en bevind je je in een wervelwind van intriges, misleiding, bedrog en nog veel meer. Hierdoor is het onmogelijk te doorzien wie te vertrouwen is en wie niet. Dicker weet je daarbij continu te verrassen en eventuele vermoedens over de identiteit van de dader of hoe de vork exact in de steel zit, kunnen telkens overboord worden gegooid.

Het aantal personages dat in de schijnwerpers komt te staan, is niet zo heel erg groot dus het toneel waarop ze mogen acteren is voortdurend overzichtelijk. Geen van hen eist echter de absolute hoofdrol op, want iedereen heeft zijn of haar eigen belangrijke bijdrage. Het doet er in dit verhaal niet toe of je de welgestelde en vooraanstaande topbankier bent of de ‘eenvoudige’ huishoudster of chauffeur. Ondanks dat je hen behoorlijk leert kennen, weet je in feite nooit waar je met ze aan toe bent. Allemaal hebben ze hun eigen eigenaardigheden en daardoor zijn ze stuk voor stuk interessant. Op voorgaande zijn twee uitzonderingen, want over Joël en Scarlett kom je verhoudingsgewijs vrij weinig te weten. Dit is ook helemaal niet nodig, want ze kunnen in zekere zin worden beschouwd als degenen die de lijntjes aan elkaar verbinden, degenen die ervoor zorgen dat de anderen kunnen schitteren.

De opbouw van de plot is bijzonder sterk, want op uiterst sublieme wijze geeft de auteur heel geleidelijk aan steeds meer prijs, maar laat de lezer erg lang in het ongewisse over de toedracht van de moord, de naam van het slachtoffer en de uiteindelijke dader. Het spel daaromheen zit dermate geraffineerd in elkaar dat er sprake is van een continue spanning. Het instrument dat Dicker hiervoor gebruikt is een beproefd concept, want afwisselingen in tijd, allerlei onverwachte, verrassende en uitgekookte ontwikkelingen zijn namelijk niet van de lucht. Het tempo van het verhaal is daardoor ongekend hoog en door al die aangelegenheden hoeft de lezer zich geen moment te vervelen.

Met Het mysterie van kamer 622 heeft Dicker een spannende roman gecreëerd die uitermate vlot leest, een originele insteek heeft en buitengewoon kunstig in elkaar zit. In zijn soort mag dit boek daarom zonder meer een meesterwerk worden genoemd.

Waardering: 5/5

Boekinformatie
Auteur: Joël Dicker
Titel: Het mysterie van kamer 622

ISBN: 9789403171715
Pagina’s: 576

Eerste uitgave: 2020

De kleuren van het donker – Chris Whitaker

Flaptekst
Amerika, 1975. In het dorpje Monta Clare, Missouri, wordt tiener Joseph ‘Patch’ Macauley ontvoerd. Saint Brown, zet alles op het spel om haar beste vriend te vinden.

Patch ligt alleen in een pikdonkere kamer totdat hij een hand in de zijne voelt. Ze heet Grace en in het donker is haar stem zijn redding. Als Patch ontsnapt, is er echter geen bewijs dat ze ooit heeft bestaan, dus begint hij een grootse zoektocht om haar te vinden.

Terwijl jaren decennia worden en hoop een obsessie, jaagt Patch’s jeugdvriendin Saint op de man die de twee ontvoerde en daarmee de enige jongen van wie ze ooit heeft gehouden een doel in het leven gaf.

Recensie
Een beroving waarbij hij werd neergestoken was de aanleiding voor Chris Whitaker om als therapie te gaan schrijven, hoewel hij nooit de intentie heeft gehad om auteur te worden. Hierna schreef hij een hele tijd niet, totdat hij al zijn geld verloor op de aandelenmarkt. Pas op zijn dertigste ging hij eraan denken om van schrijven toch zijn beroep te maken en zo gedacht, zo gedaan. Hij heeft inmiddels een aantal boeken op zijn naam staan, waaronder het in 2025 verschenen De kleuren van het donker en dat verfilmd wordt tot een televisieserie.

Het is 1975 en de dan dertienjarige Joseph ‘Patch’ Macauly wordt na een heldhaftige daad ontvoerd en in een donkere ruimte verborgen gehouden. Het enige gezelschap dat hij daar heeft, is van een meisje die zegt dat ze Grace heet. Ondertussen doet zijn enige en beste vriendin, de even oude Saint Brown, er alles aan om hem te vinden, wat haar uiteindelijk ook lukt. Als Patch weer is hersteld van de gevolgen van zijn ontberingen, ontketent hij een decennialang durende zoektocht naar Grace. Er wordt namelijk aan getwijfeld of ze wel echt bestaat.

In erg korte hoofdstukken – het zijn er maar liefst tweehonderdeenenzestig – schetst Whitaker het verhaal van Patch en Saint, die elkaar in hun tienertijd hebben leren kennen en sindsdien een innige band hebben ontwikkeld. Deze periode, die iets meer dan een kwart eeuw bestrijkt en afwisselend vanuit beider perspectief wordt verteld, staat vooral in het teken van Patch’ drive om Grace te vinden. Er is echter meer, veel meer, want over zowel de levens van de twee protagonisten, waarvan Patch in bepaald opzicht ook als antagonist kan worden gezien, komt de lezer dermate veel te weten dat hij zich uitstekend met hen kan identificeren en hen eveneens behoorlijk goed leert kennen. Dit laatste geldt overigens ook voor de personages die een nauwe band met de twee hebben. Kortom, de auteur besteedt aan iedereen ruim voldoende aandacht en daardoor is geen van allen oppervlakkig.

Al vanaf het allereerste begin is de lezer bij zowel het verhaal als de personages betrokken. Dit komt onder andere door de wijze waarop ze worden gekarakteriseerd, maar ook door de sfeer die de auteur erg goed weet over te brengen. Natuurlijk dragen de gebeurtenissen hier voor het overgrote deel ook aan bij, want daar staat of valt alles immers mee. Deze spelen zich in een overwegend traag tempo af, maar de plot leest niet als zodanig. Er gebeurt immers genoeg en de verschillende verhaallijnen boeien en intrigeren dermate dat je het gevoel hebt dat de tijd voorbij vliegt. Wie op een intens spannende thriller rekent, komt trouwens bedrogen uit. Zo nu en dan heeft de plot wel degelijk enkele momenten waarbij de spanning om de hoek komt kijken, maar pas in de eindfase komen de thrillerkenmerken meer tot uiting en neemt de snelheid een klein beetje toe.

De schrijfstijl van Whitaker is ongecompliceerd en bijzonder prettig. Dialogen zijn zoals ze in werkelijkheid ook gevoerd kunnen worden, waar nodig hanteert hij een vleugje humor of cynisme en regelmatig maakt hij gebruik van mooie en stilistisch geformuleerde vergelijkingen. Daarnaast bevat het boek een aantal aandoenlijke – misschien zelfs aangrijpende – scènes. Een erg sterk punt van de auteur is dat hij aantoont dat het leven van iemand die lange tijd tegen zijn wil opgesloten heeft gezeten en niets van de wereld om zich heen heeft meegekregen danig anders is dan daarvoor. De psychologische gevolgen daarvan komen heel duidelijk naar voren. In dit geval niet alleen voor Patch, maar ook voor degenen in zijn nabije omgeving.

De kleuren van het donker gaat door voor een literaire thriller, maar in werkelijkheid heeft het boek, dat van begin tot eind fascineert, hoofdzakelijk de kenmerken van een roman. Het is absoluut geen straf om het te lezen, ondanks dat het grotendeels ontbreken van spanning wel een klein minpuntje is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Chris Whitaker
Titel: De kleuren van het donker

ISBN: 9789021053455
Pagina’s: 608

Eerste uitgave: 2025

Koekoeksjong – Søren Sveistrup

Flaptekst
Een gescheiden vrouw wordt op een besneeuwde Valentijnsdag in Kopenhagen als vermist opgegeven door haar dochter en ex-man.

Na haar laatste grote moordzaak is rechercheur Naia Thulin gaan werken in NC3, het National Cyber Crime Center, om meer tijd te hebben voor haar nieuwe vriend en familie, maar ze wordt bij toeval op de vermissingszaak gezet. Thulin ontdekt dat de vermiste vrouw al lange tijd werd gestalkt. De anonieme berichten die ze kreeg waren telkens hetzelfde: een foto van de vrouw, met het bijschrift: Gevonden! Deze berichten doen Thulin denken aan de zaak van de brute, onopgeloste moord op de scholier Emma Holst, die na ruim twee jaar onderzoek de nabestaanden en de Deense politie nog steeds voor een raadsel stelt.

Thulin wordt bij het onderzoek gekoppeld aan onderzoeker Mark Hess. Die is net teruggekeerd van Europol omdat zijn broer in het ziekenhuis ligt, maar de samenwerking tussen Hess en Thulin verloopt problematisch omdat hun eerdere liefdesrelatie mislukte. Als blijkt dat de moordenaar een wel heel sadistisch spel speelt, zetten ze hun verschillen zo goed als mogelijk aan de kant en werken ze samen. Dan verdwijnt er opnieuw iemand. Een race tegen de klok begint en Thulin en Hess moeten, onder grote druk, proberen te voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen.

Recensie
De lezer heeft er lang om moeten wachten, maar een kleine zeven jaar na de verschijning van Oktober (2018), de zeer succesvolle en tot televisieserie verfilmde debuutthriller van scenarioschrijver Søren Sveistrup, is diens opvolger uitgebracht: Koekoeksjong (2025). Opnieuw is er een zeer belangrijke rol weggelegd voor rechercheur Naia Thulin, sinds haar laatste moordzaak werkzaam bij het Nationaal Centrum voor Cybercriminaliteit, en onderzoeker Mark Hess.

Thulin, die eigenlijk geen zware zaken meer wil afhandelen, wordt gevraagd om een de vermissing van een gescheiden vrouw te onderzoeken die al geruime tijd werd gestalkt en anonieme berichten ontving. Dit doet haar denken aan de nog steeds onopgeloste moord op de toen negentienjarige Caroline Holst, inmiddels twee jaar geleden. Samen met Hess duikt ze in zowel de vermissingszaak als de moord op de jonge vrouw. Ze vermoeden dat het om dezelfde dader gaat, die ook nog eens een bizar spelletje speelt. Als er weer iemand verdwijnt, zetten ze alles op alles om nieuwe slachtoffers te voorkomen.

Het eerste hoofdstuk van het verhaal, dat zich in 1992 afspeelt, krijgt de lezer meteen in zijn greep. Niet dat er dan al erg veel gebeurt, maar er heerst een enigszins onheilspellende sfeer en wat misschien wel het meest belangrijk is, is dat je nieuwsgierigheid gewekt wordt. Vervolgens is het zo’n dertig jaar later en staat de politie voor een raadsel als zich in relatief korte tijd een aantal gebeurtenissen voordoen. Uiteraard vraag je je dan af wat die voorvallen met de toestand uit het verleden te maken hebben, laat daar tevens je eigen gedachten over gaan, waarna je denkt te weten hoe de vork in de steel zit. Dan blijkt in de eindfase dat hier helemaal niets van klopt en dat de auteur dus voor een behoorlijke verrassing heeft gezorgd.

Voor het zover is, gebeurt er meer dan genoeg. Sveistrup zorgt voor talloze plotwendingen, diverse intriges en hij vertelt tevens een en ander over de privéomstandigheden van de protagonisten Thulin en Hess. Hiermee gaat hij in feite door met hun ontwikkeling – waar hij in het eerste deel al mee begonnen is – en krijg je een nog beter beeld van beiden. Dit wil overigens niet zeggen dat de lezer iets mist als hij dat niet gelezen heeft. In geen geval, want de verhaallijnen in dit boek zijn uitstekend afzonderlijk van die in het andere te volgen, ondanks dat er wel enkele kleine verwijzingen naar eerdere voorvallen zijn. Vanzelfsprekend zijn er nog diverse andere personages die het boek kleur geven en hetgeen over hen verteld wordt, is voldoende om een gedegen indruk van hen te krijgen. Op één persoon na: de antagonist. Dit is iemand met twee gezichten en derhalve moeilijker te peilen.

De auteur zorgt voor een hoge mate van afwisseling, waardoor het verhaal nooit saai of vervelend is. Het ene moment is er iets in een van de privélevens van de protagonisten aan de hand, het andere moment gebeurt er iets onverwachts in het onderzoek zodat dit het rechercheteam zich ergens anders op moet richten. In feite weet je dus nooit waar je echt aan toe bent. Door deze opzet bevat de thriller meer dan voldoende spanning, die zo nu en dan zelfs grotere vormen aanneemt. Bijna on-Scandinavisch. Een rijmpje dat kinderen bij het spelen van verstoppertje zingen en waar de dader gebruik van maakt, is een mooie vondst en vergroot de geheimzinnigheid.

Sveistrups schrijfstijl is vlot, toegankelijk en beeldend, waardoor goed te merken is dat hij ervaring heeft met het schrijven van scenario’s. Het tempo van het verhaal ligt redelijk hoog, hoewel er ook diverse rustmomenten zijn ingebouwd. De lezer heeft betrekkelijk lang moeten wachten op de tweede Thulin en Hess, maar dit is achteraf gezien alleszins de moeite waard, want met Koekoeksjong heeft de auteur weer een prima thriller afgeleverd.  

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Søren Sveistrup
Titel: Koekoeksjong

ISBN: 9789400510944
Pagina’s: 608

Eerste uitgave: 2025

Schrikkeldag – Inge Spaan

Flaptekst
Op 29 februari 2012 verdrinkt een vijfjarig meisje in een sloot dicht bij haar huis. Vier jaar later kost een fatale woningbrand een geliefde dorpsbewoner het leven. Een jonge man crasht met zijn motor tijdens de schrikkeldag in 2020.

Ieder schrikkeljaar komt een bewoner uit het dorp Warchem onder raadselachtige omstandigheden om het leven. Toeval… of niet? Aafke is als buitenstaander niet overtuigd van het verband, maar wordt meegetrokken in verhalen uit het verleden door haar vriend en dorpsbewoner Stef.

Vastbesloten om achter de waarheid te komen gaat ze op onderzoek uit. Hoewel de wildste geruchten de ronde doen, laat Aafke zich niet zomaar afschrikken. Tot ze anonieme telefoontjes begint te krijgen die haar bang maken. Zou zij dit schrikkeljaar het volgende slachtoffer kunnen zijn?

Recensie
Als kind en tiener gebruikte Inge Spaan haar creativiteit om te schrijven, maar daar kwam op een gegeven moment de klad in en heeft ze hier ongeveer twintig jaar niets meer mee gedaan. Haar dochters openden haar ogen en schreef ze zich in 2018 zich in aan de Schrijversacademie. Niet lang daarna deed ze mee aan een schrijfwedstrijd en behaalde de finale. Later werkte ze dit verhaal verder uit en vervolgens debuteerde ze in 2020 met Oververhit. Vier jaar later, op 29 februari 2024, verscheen haar vijfde thriller Schrikkeldag en waarin deze bijzondere dag van wezenlijk belang is.

Voor de inwoners van het Overijsselse dorpje Warchem is schrikkeldag sinds 2012 nooit meer hetzelfde. Zowel in dat jaar, als in 2016 en 2020 kwam een van hun dorpsgenoten onder mysterieuze omstandigheden om het leven. De bewoners zijn van mening dat de sterfgevallen met elkaar te maken hebben, maar Aafke Oldenhave, een buitenstaander, is daar niet van overtuigd. Daarom wil ze meer over de voorvallen te weten komen en gaat op onderzoek uit. Tegelijkertijd krijgt ze enkele telefoontjes van een man die niet veel te zeggen lijkt te hebben. Ze vraagt zich nu af of zij misschien het volgende slachtoffer is.

Het verhaal wordt verteld vanuit de afwisselende perspectieven van de protagonisten Aafke Oldenhave en haar vriend Stef Bolder. Dat van eerstgenoemde speelt zich volledig in het heden (februari 2024) af dat van de laatste zo’n twintig jaar eerder. Deze opzet zorgt ervoor dat de lezer aanvankelijk enigszins nieuwsgierig wordt gemaakt, vooral naar het verband tussen beide verhaallijnen, wat de aanleiding is van de diverse gebeurtenissen die iedere schrikkeldag in het kleine dorpje plaatsvinden en of er op de laatste dag van februari 2024 opnieuw iets gaat gebeuren. De plot is dusdanig opgebouwd dat de lezer tot zo goed als het eind wel enkele vragen blijft houden, maar kan niet voorkomen dat veel toch vrij voor de hand liggend is. Zo hoef je bijvoorbeeld geen helderziende te zijn om te weten dat het verleden van Stef onlosmakelijk met de schrikkeldagvoorvallen te maken heeft en ook de identiteit van de veroorzaker daarvan is bepaald geen verrassing.

De auteur doet er alles aan om spanning te creëren, maar slaagt daar maar mondjesmaat in. Slechts heel incidenteel doet zich een moment voor dat gematigd opwindend genoemd kan worden, maar dan ook nog eens heel erg minimaal. Beoogde cliffhangers ontberen het effect dat ze in beginsel moeten hebben, waardoor de nieuwsgierigheid van de lezer nagenoeg niet geprikkeld wordt. Situaties die voor plotwendingen moeten doorgaan komen absoluut niet uit de verf, omdat ze, net als verschillende verdachtmakingen, veel te doorzichtig zijn en ook nog eens te vloeiend in elkaar overlopen. De lezer wordt verrast noch van zijn sokken geblazen. Over het algemeen verloopt alles veel te braaf.

Het aantal personages dat ertoe doet, is beperkt, maar desondanks matig uitgewerkt. De enige over wie je iets meer te weten komt, is Stef, maar de auteur laat achterwege om dieper op een traumatische ervaring uit zijn verleden in te gaan. Soms lijkt ze zelfs de indruk te wekken dat de lezer hiervan op de hoogte is, want in principe een verkeerd uitgangspunt is. Wat de auteur redelijk goed weet over te brengen is het wantrouwen en de achterdocht binnen een dorpsgemeenschap. Het komt immers voor dat bewoners van een erg klein plaatsje niets van buitenstaanders en andersdenkenden moeten hebben, voor hen zijn en blijven ze vaak toch vreemden.

Ondanks dat het idee achter Schrikkeldag, dat een ongecompliceerde en eenvoudige schrijfstijl heeft, zonder meer goed en origineel is, houdt de uitwerking daarvan niet over. De plot bevat te veel onwaarschijnlijkheden, is grotendeels ongeloofwaardig, weet de lezer amper te verrassen en is over de hele linie veel te mager.

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Inge Spaan
Titel: Schrikkeldag

ISBN: 9789402714524
Pagina’s: 304

Eerste uitgave: 2024

De nomade – Anya Niewierra

Flaptekst
De 39-jarige reisjournalist Olga Liebke woont met haar zonderlinge vader in het Harzgebergte. Olga heeft een innige band met haar inmiddels dementerende pa. Haar moeder stierf in het kraambed en ze heeft verder geen familie. Tenminste, zo is het verhaal. Maar dan vertelt haar vader herinneringen die niet rijmen met de geschiedenis zoals zij die kent. Ze gaat twijfelen over haar achtergrond en ontdekt documenten uit de voormalige Sovjet-Unie. Olga reist naar de driehoek Polen, Litouwen en Belarus en stuit op een huiveringwekkend geheim.

Recensie
Toen Anya Niewierra twaalf jaar oud was, vroeg een leraar haar waar haar achternaam vandaan kwam. Het antwoord hierop moest ze destijds schuldig blijven, maar zette haar toen wel aan het denken. Ze deed navraag bij haar vader, kreeg antwoorden en liet het deze niet los. Ongeveer vijftig jaar later ging ze er toch mee aan de slag en schreef ze De nomade (2024), waarin de zoektocht naar je eigen identiteit centraal staat. Verder ligt een waar gebeurd voorval in 2021 ten grondslag aan de gebeurtenissen in het voor het overige fictieve verhaal.

Journalist en documentairemaker Olga Liebke weet niet beter dan dat haar moeder één dag na haar geboorte, bijna veertig jaar geleden, is overleden. Haar vader, met wie ze een goede band heeft, is inmiddels een oude man en dementerend. Regelmatig laat hij het een en ander los over zijn verleden en wat hij dan vertelt, komt niet overeen met wat Olga zich daarvan herinnert. Ze twijfelt hierdoor steeds meer over haar achtergrond en als ze documentatie vindt die naar de voormalige Sovjet-Unie verwijzen, wil ze meer over haar afkomst te weten komen.

Op de achtergrond speelt het voormalige Oostblok een belangrijke rol van betekenis bij veel gebeurtenissen in het heden en daarom laat de auteur zien hoe de omstandigheden en sfeer van destijds geweest zijn. Beide wordt goed weergegeven en de lezer kan zich uitstekend voorstellen hoe het leven onder een alles controlerende dictatuur moet zijn geweest. Wantrouwen, angst en gedwee doen wat opgedragen wordt. Het zijn maar drie voorbeelden, maar hieruit valt wel op te maken hoe het leven er voor de bevolking was. Niets van dit alles is verzonnen, want Niewierra heeft, zo blijkt ook uit de achter in het boek opgenomen verantwoording, gedegen en uitvoerig onderzoek gedaan. Omdat de het meeste op waargebeurde feiten gebaseerd is, komt het verhaal derhalve bijzonder realistisch over. Ook de situatie van Olga is niet ondenkbeeldig, want die zal zich ongetwijfeld meer hebben voorgedaan.

Het leeuwendeel van de plot draait om Olga’s zoektocht naar haar verborgen verleden en bijgevolg daarvan heeft het boek vooral de kenmerken van een roman. De lezer wordt daarom wel nieuwsgierig naar de ware achtergrond van de journalist, maar veel spanning levert dit vooralsnog niet op. Pas in de laatste fase, wanneer het voor haar behoorlijk gevaarlijk wordt, doen zich diverse spannende momenten voor en word je zo nu en dan op het verkeerde been gezet. Je weet dan evenmin wie je wel en niet kunt vertrouwen, dus het zaadje van de twijfel wordt ook nog eens geplant. Uiteindelijk zit alles net even iets anders in elkaar dan je regelmatig vermoedt, ondanks dat je enkele dingen kort van tevoren wel ziet aankomen.

De onderwerpen die Niewierra in het verhaal verwerkt heeft, zijn over het algemeen niet de meest vrolijke, maar aan de manier van schrijven is dit niet te merken. Die is namelijk onveranderd vlot, toegankelijk, natuurgetrouw en uitermate beeldend. Incidenteel zijn er enkele aandoenlijke en/of aangrijpende scènes, die voornamelijk te maken hebben met Olga’s dementerende vader. Je kunt je dan enigszins voorstellen hoe hij en zijn dochter zich moeten voelen. Dankzij de geschiedkundige feiten, die overigens vakkundig fictief gemaakt zijn, is het boek tevens leerzaam, want je komt iets meer te weten over relatief onbekendere landen als Belarus en Litouwen.

Hoewel De nomade van begin tot eind boeit en erg goed is opgebouwd, blijven de thrilleraspecten lichtelijk achter, ondanks dat de spanningsboog stukje bij beetje iets strakker wordt aangespannen. De ontknoping, waarin een interessante onthulling, maakt de plot helemaal af en laat de lezer met een bevredigend gevoel achter.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Anya Niewierra
Titel: De nomade

ISBN: 9789021047447
Pagina’s: 416

Eerste uitgave: 2024

De redder – Mathijs Deen

Flaptekst
Nederlandse vakantiegangers vinden aan de kust van Northumberland de skeletresten en een reddingsvest van een drenkeling. Het reddingsvest blijkt afkomstig te zijn van de sleepboot Pollux, die eenentwintig jaar eerder ten noorden van Rottumerplaat is gezonken. Reddingsbrigades van Ameland en het Duitse eiland Norderney konden destijds alle bemanningsleden redden, behalve de kapitein.

De recherche onderzoekt de zaak. Is de gevonden man de vermiste kapitein? Waarom willen de vrouw en dochter van de kapitein niet meewerken aan het onderzoek? De herinneringen van de redders spreken elkaar tegen. Is het te lang geleden om de precieze omstandigheden te achterhalen? Of hebben de redders andere motieven en verbergen ze iets?

Liewe Cupido laat de zaak over aan een jonge collega en vertrekt naar Texel. Hij is bezig met de dood van zijn eigen vader, die verdronk toen hij zestien was, en wil daar een oud-visser over spreken. Maar als zijn collega Xander Rimbach op Norderney wordt vergiftigd, raakt hij alsnog bij de zaak betrokken.

Recensie
Een thrillerserie die zich afspeelt in het Duitser en Nederlandse waddengebied. Dit is wat de Duitse uitgever van Mathijs Deen een paar jaar geleden voor ogen had. De auteur ging met dit idee aan de slag en kwam in 2022 met De Hollander voor de dag. Het eerste deel van de reeks bleek een schot in de roos te zijn, want het boek was meteen goed voor een Gouden Strop-nominatie. Met De redder het in 2024 verschenen derde deel verdiende hij deze prijs wel en over hoofdpersonage Liewe Cupido wordt in Duitsland zelfs een tv-serie gemaakt.

Tijdens hun vakantie in het Engelse district Northumberland vindt een gezin het geraamte van een drenkeling. Uit de resten van een reddingsvest, dat eveneens aangetroffen wordt, kan opgemaakt worden dat het slachtoffer opvarende van de ruim twintig jaar eerder vergane sleepboot Pollux was. Snel blijkt dat het waarschijnlijk om de kapitein van het schip gaat. DNA-onderzoek moet uitwijzen of dit inderdaad zo is, maar de familie van de man staan hier afwijzend tegenover. Rechercheur Liewe Cupido laat de zaak over aan zijn jonge collega Xander Rimbach en vertrekt zelf naar Texel waar hij hoopt meer over de oorzaak van de verdrinking van zijn vader te weten te komen.

Dit derde deel van de waddenreeks kan in principe prima afzonderlijk van de twee voorgaande geleden worden. Het verhaal staat op zichzelf, over de terugkerende personages – protagonist Liewe Cupido is wellecht de enige uitzondering – wordt ruim voldoende verteld zodat de lezer hen goed kan plaatsen en de auteur verwijst nauwelijks naar gebeurtenissen die eerder hebben plaatsgevonden. Het enige waardoor je de delen op volgorde van verschijnen zou willen lezen, is het persoonlijke trauma (daarover kan in feite wel gesproken worden) dat Cupido heeft vanwege de dood van zijn vader, vele jaren geleden. Zijn missie is om hier meer duidelijkheid over te krijgen en deze keer heeft die doelstelling een iets prominentere rol gekregen. Hierdoor ligt tegelijkertijd de inbreng van de rechercheur voor een groot deel op een ander vlak en is tevens een stukje beperkter dan voorheen. Dit is niet erg, want hierdoor komen andere personages meer in beeld en krijg je een betere en andere indruk van hen.

Zonder dat de spanning tot een ongekende hoogte stijgt, weet het verhaal van begin af te boeien en zorgt het er tevens voor dat de lezer continu nieuwsgierig is en blijft naar wat zich in het heden voordoet en naar wat zich in het verleden heeft afgespeeld. Uiteraard hebben die voorvallen met elkaar te maken, maar pas aan het eind van de plot maakt de auteur inzichtelijk wat zich allemaal precies heeft voorgedaan. Heel geleidelijk aan, in een tamelijk rustig tempo en met diverse wendingen werkt Deen naar het einde toe. In de ontknoping, waarin de thrillerkenmerken het best tot uiting komen, komt de ware aard van een van de personages naar boven en blijkt tegelijkertijd hoe een en ander precies in elkaar steekt. Hierdoor kan de zaak waaraan Cupido en Rimbach hebben gewerkt als afgerond worden beschouwd.

Ook deze keer zijn de sfeer, de toonzetting van alles, de beschrijving van het waddengebied en ditmaal eveneens de karakterisering van veel eilanders de sterke pijlers van het verhaal. De auteur geeft dit op een dusdanige manier weer dat de lezer zich al lezend in die omgeving bevindt. Een nadeel hiervan is wellicht dat het boek daardoor meer van een roman dan van een thriller wegheeft, maar, en dat moet hoe dan ook gezegd worden, wel een iets spannendere. Deen heeft eveneens een aantal thema’s in het boek verwerkt, die het zonder meer een dieper tintje geven. In een prettige en realistische schrijfstijl gidst hij je als het ware door de levens van diverse personen heen en aan het eind wordt de deur ook nog eens wagenwijd opengezet naar een vervolg. Cupido en de zijnen zullen dus opnieuw van zich laten horen.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Mathijs Deen
Titel: De redder

ISBN: 9789021341736
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2024