Categorie archief: Recensies

De Afghaanse leeuwinnen – Khalida Popal

Flaptekst
Augustus 2021. Kabul valt in handen van de Taliban. Van de ene op de andere dag verandert het leven van vrouwen in heel Afghanistan. Voor de vrouwen van het nationale voetbalteam betekent dit dat ze vanwege het beoefenen van hun sport in direct levensgevaar verkeren.

Khalida Popal, de aanvoerder en medeoprichter van het team, kwam al eerder met de Taliban in aanraking. Ze werd geboren in Afghanistan, maar ontvluchtte samen met haar familie het schrikbewind en groeide op in een vluchtelingenkamp in Pakistan. Bij haar terugkeer in Afghanistan in 2007 richtte ze het vrouwenelftal op, dat haar een gevoel van macht, vrijheid en kameraadschap gaf. Het opkomen voor vrouwenrechten in de sport was helaas niet zonder gevaar en in 2011 werd Khalida opnieuw gedwongen om haar moederland te ontvluchten.

Als vluchteling in Denemarken zette Khalida zich in voor het blootleggen van wijdverbreid seksueel misbruik door de voormalige president van de Afghaanse voetbalbond. Wanneer Kabul in de zomer van 2021 valt is Khalida veilig, maar haar achtergebleven teamgenoten niet. Samen met een klein maar machtig netwerk van bondgenoten orkestreert ze een evacuatieactie om haar team in veiligheid te brengen.

Recensie
De situatie van vrouwen in Afghanistan was sowieso al niet florissant en rooskleurig, maar sinds de Taliban in augustus 2021 de macht van het land opnieuw in handen kregen, verslechterde hun positie zienderogen. Voor de dames van het nationale voetbalteam hield dit in dat ze vanaf dat moment groot gevaar liepen en dat ze hun leven niet meer zeker waren. Alleen maar omdat ze een sport beoefenden waar ze zo van hielden, waar ze zich vrij in voelden en waar ze plezier in hadden. Khalida Popal, oprichter en aanvoerder van het team en tevens voorvechter van vrouwenrechten, kreeg al eerder met de Taliban te maken en vluchtte vele jaren eerder met haar familie naar Pakistan, waar ze in een vluchtelingenkamp opgroeide. In De Afghaanse leeuwinnen (2025) vertelt ze onder andere over de omstandigheden in haar moederland, haar inzet voor het vrouwenvoetbal en haar definitieve vlucht.

Khalida begin haar levensverhaal in 1996 – ze is dan negen jaar oud – en uit wat ze vertelt, maakt de lezer op dat ze tot dan niet eens een onprettige jeugd heeft gehad. Zij en haar jongere broers waren gelukkig, kregen van hun ouders veel vrijheid en beslissingen werden democratisch genomen. Dit veranderde toen de Taliban de macht overnamen en alles in het land anders werd. Angst en wantrouwen regeerden en het gevoel dat vervolgens bij de mensen heerste, wordt door de auteur erg goed overgebracht. Dit geldt in feite ook voor de buitengewoon beperkte leefwereld van met name de Afghaanse vrouwen. Deze wordt op een indringende wijze in beeld gebracht waardoor je met de neus op de feiten wordt gedrukt en je je realiseert dat het leven in vrijheid leven toch wel ontzettend waardevol is.  

Van jongs af aan heeft de auteur een eigen wil gehad, destijds misschien wel meer dan nu, maar het tekent wel haar standvastigheid en doorzettingsvermogen. Uit het werk dat ze verricht, het feit dat ze geen blad voor de mond neemt en haar strijd voor de rechten van de vrouw valt op te maken dat ze een sterke persoonlijkheid heeft en, zeker in een land als Afghanistan, dingen heeft gedaan waarvoor veel lef en moed nodig is. Ze is, zo valt regelmatig uit haar verhaal op te maken, een wereld binnengedrongen die door mannen wordt gedomineerd en daarin heeft ze zich zo goed mogelijk staande gehouden. Ondanks het gevaar dat ze daardoor voor zichzelf, haar familie en de meisjes en jonge vrouwen van het voetbalteam liep, zette ze door. Dan kun je eigenlijk niets anders doen dan daar enorme bewondering voor hebben.

Popal is bijzonder openhartig in haar memoires, want ze geeft ruiterlijk toe dat ze het diverse keren erg moeilijk heeft gehad en een keer dermate wanhopig was dat ze een eind aan haar leven probeerde te maken. Ze geeft eveneens een groot aantal voorbeelden van nare en traumatische ervaringen van enkele jonge vrouwen uit het voetbalteam. Wat hen overkomen is, is dermate heftig, aangrijpend, schrijnend en emotioneel dat je er stil van wordt. Tegelijkertijd realiseert de lezer zich dat het volstrekt onbegrijpelijk is dat er anno 2025 nog steeds talloze mannen zijn die de vrouw als minderwaardig beschouwen, als hun eigendom en gebruiksvoorwerp.

Hoewel het voetbal de rode draad – aan de ontsnapping van het vrouwenteam aan de Taliban wordt overigens relatief weinig aandacht besteed – in De Afghaanse leeuwinnen (vertaald door Margreet de Boer en Martine Both) is, behelst het verhaal veel meer dan deze sport alleen. De auteur wil met haar boek duidelijk maken dat de positie van vrouwen gelijkwaardig moet zijn aan die van de man en dat er nog behoorlijk wat mis is op dat gebied. In haar nawoord, dat een goede en nuttige toevoeging is, komt Popal hierop terug en geeft aan dat vrouwen niet moeten stoppen hun stem te laten horen. Alleen dan is het mogelijk dat er iets verandert.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Khalida Popal
Titel: De Afghaanse leeuwinnen

ISBN: 9789402326536
Pagina’s: 272

Eerste uitgave: 2025

Het verdwenen verhaal van Marceau Miller – Marceau Miller

Flaptekst
Sinds de verdwijning van zijn zusje twintig jaar geleden balanceerde schrijver Marceau Miller op het scherpst van de snede. Elk boek dat hij schreef, elke rotswand die hij zonder uitrusting beklom zag hij als zijn laatste. Tot het echt zover is, en een onbekend persoon vanaf een rotswand aan het Meer van Genève neerkijkt op zijn verbrijzelde lichaam. In een nagelaten brief onthult Marceau de locatie van een verborgen manuscript, en belooft hij de waarheid over de verdwijning van zijn zusje uit de doeken te doen, waarna een adembenemende zoektocht begint.

Recensie
Het komt niet vaak voor dat een boek nog voor verschijnen een sensatie is. Dit gebeurde onlangs wel met de thriller Het verdwenen verhaal van Marceau Miller (2025), dat geschreven is door een auteur met het pseudoniem Marceau Miller en al vóór de publicatiedatum door minstens tien landen is gekocht. De verwachting is dat het een rage onder boekverkopers gaat worden. Dit onverwachte succes kan voor een groot deel worden toegeschreven aan het mysterie rond de identiteit van de schrijver, waarvan alleen de navolgende biografie is bekendgemaakt: waarschijnlijk geboren in 1978, zou televisiescenarist en auteur zijn en in Frankrijk wonen.

Een ander aspect dat ongetwijfeld meespeelt, is het feit dat Miller, dus de auteur zelf, beschouwd kan worden als de hoofdpersoon van het verhaal. Dit doet hij niet als levend personage, want na een val tijdens het rotsklimmen overlijdt hij. Een paar weken later ontvangt zijn vrouw Sarah een nagelaten brief waarin Miller verwijst naar een manuscript waarin hij de werkelijke toedracht van de dood van zijn zus Jade, twintig jaar eerder, onthult. Hierna begint een zoektocht naar het document en komen geheimen naar boven die tot dusver altijd verborgen zijn gebleven.

In de bijzonder korte proloog maakt de lezer op een enigszins ongewone manier kennis met het personage Marceau Miller: hij geeft namelijk een live-verslag van zijn val in de diepte, terwijl hij zich tegelijkertijd realiseert dat het voor hem einde verhaal is. Maar zorgt deze scène ervoor dat je nieuwsgierig wordt naar de reden van zijn noodlot? Nee, eigenlijk niet. Schiet de inleiding dan zijn doel voorbij? Dat ook weer niet, want dat de protagonist en de auteur van het boek één en dezelfde persoon zijn, is een interessant gegeven en daarom ben je wel benieuwd hoe dit in het vervolg van de plot zijn beslag gaat krijgen.

Daarin wordt het grootste deel van de gebeurtenissen, die één dag voor de dood van Miller aanvangen, door diens vrouw Sarah verteld. Hun omstandigheden, en ook dat van hun vrienden, lijken heel gewoon en alledaags te zijn, maar gaandeweg het verhaal blijkt dat ieder van hen zijn of haar eigen geheimen heeft. Ook vinden er zo nu en dan vreemde en ongebruikelijke voorvallen plaats die voor een kleine wending zorgen. Al deze factoren zijn bedoeld om de spanning te vergroten, maar daar slaagt de auteur echter mondjesmaat in. Het meest curieuze zijn in feite de oorzaak van de dood van Jade en het verdwenen manuscript van Miller. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dat er iemand is die wil voorkomen dat de waarheid naar boven komt, is van meet af aan duidelijk. In de ontknoping wordt onthuld wie dat is, maar een heel erg grote verrassing is dit niet.

Aan de schrijfstijl is te merken dat de auteur een achtergrond als scenarist heeft. Veel scènes worden uitvoerig en gedetailleerd beschreven, evenals het doen en laten van de niet voortdurend aansprekende personages (ze hebben allemaal iets weg van een wolf in schaapskleren en bij tijd en wijle gaat dit wel een beetje tegenstaan). Een van de sterkere elementen van het boek is de beschrijving van de omgeving. Het Meer van Genève, de rotswanden, de uitgestrekte bossen, je kunt ze moeiteloos voor je zien, ook al ben je nog nooit daadwerkelijk in die omgeving geweest.

Het verdwenen verhaal van Marceau Miller, waarvan de vertaling in handen lag van Aniek Njiokiktjien en Renate Hagenouw, is over het geheel genomen niet onaardig, maar geenszins het spektakelstuk dat je hoopt en misschien wel verwacht. Er is veel te weinig spanning, de wendingen die er zijn, zijn nauwelijks opzienbarend en echte verrassingen komen eigenlijk niet voor. De populariteit van de thriller is voornamelijk te danken aan het mysterie rond de ware identiteit van de auteur en is derhalve niets meer of minder dan een ordinaire hype.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Marceau Miller
Titel: Het verdwenen verhaal van Marceau Miller

ISBN: 9789401625050
Pagina’s: 288

Eerste uitgave: 2025

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf – Maria Kager

Flaptekst
Frida’s excentrieke vader is niet geschikt voor de rol van vader en ook niet voor die van gevangenisdirecteur. Hij drinkt en rookt te veel, neemt zijn dochter mee uit stelen, geeft haar zelfverdedigingslessen met echte wapens en voelt meer affiniteit met de gedetineerden in de koepel dan met zijn collega’s bij Justitie. Als het evenwicht in huis wordt verstoord door een noodlottig ongeluk, begint de gevangenis een steeds grotere rol in het gezinsleven te spelen.

Jaren later vraagt Frida zich af in hoeverre de koepel haar leven heeft bepaald. Je kan het kind uit de gevangenis halen, maar hoe haal je de gevangenis uit het kind?

Recensie
Maria Kager is opgegroeid naast de koepelgevangenis in Haarlem en ze heeft altijd al het gevoel gehad dat deze setting uitstekend in een roman zou passen. Een gevangenis spreekt immers tot de verbeelding en zo goed als niemand weet wat zich er binnen de muren afspeelt. Dit alles inspireerde haar tot het schrijven van haar deels autobiografische debuutroman De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf (2024). Het boek ontving meteen lovende kritieken en won in het jaar van uitgifte zowel de publieks- als juryprijs van De Bronzen Uil.

De vader van Frida Wolf is gevangenisdirecteur en is behoorlijk anders dan de meeste andere vaders. Hij drinkt en rookt bovenmatig veel, neemt regelmatig iets uit winkels mee zonder daarvoor te betalen en heeft een te goede band met de gevangenen. Een zwaar ongeluk zorgt ervoor dat het gezinsleven drastisch anders wordt en de gevangenis een grotere rol in zijn leven gaat spelen. Vele jaren later vraagt Frida zich af welke invloed deze gebeurtenissen op haar leven hebben gehad.

De in 2016 gesloten Koepelgevangenis in Haarlem loopt als een rode draad door het verhaal, dat volledig wordt verteld vanuit het perspectief van een steeds ouder wordende Frida Wolf, heen. Logisch als je in aanmerking neemt dat haar vader er directeur is en het gezin ook nog eens tegenover het gebouw woont. Toch neemt het gevangenencomplex geen heel erg prominente plaats in de plot in, want in hoofdzaak draait het in de roman voornamelijk om een deel van het leven van Frida, haar relatie met vooral haar vader en – uiteraard – een stuk van haar bijzondere en onorthodoxe opvoeding. Door deze opzet krijgt de lezer een prima indruk van de familie Wolf en kan hij hen behoorlijk goed karakteriseren.

Het aantal personages dat hun opwachting mag maken, is beperkt en daarmee heeft de auteur een goede keuze gemaakt. Aan ieder van hen is voldoende aandacht besteed en stuk voor stuk zijn ze gedegen uitgewerkt. Eén ding hebben ze echter gemeen: ze zijn allemaal markant en sommigen zelfs excentriek. Kager verspeelt haar hand overigens niet, want de gedragingen van die personen blijven binnen de marge van wat aanvaardbaar en acceptabel is. Omdat het debuut deels autobiografisch is, vraag je je tijdens het lezen regelmatig af wat werkelijk voorgevallen is en wat verzonnen is, vooral omdat erg veel scènes te bijzonder zijn en enigszins ongeloofwaardig overkomen. De auteur komt hier trouwens wel mee weg, want alles wat gebeurt past prima in het verhaal.

Over het algemeen is de schrijfstijl van de auteur vlot en toegankelijk en door het straffe tempo vliegt de lezer door het verhaal heen. Desondanks zijn enkele taaiere fragmenten, zoals die over vader en zoon Metzelaar, beiden architect van gevangeniscomplexen, iets lastiger door te komen. Voor de geïnteresseerde vast en zeker interessant, maar in een roman ietwat misplaatst. Voor de vele voetnoten in het desbetreffende hoofdstuk geldt in feite hetzelfde: ze zijn informatief, maar de toegevoegde waarde daarvan valt te bezien. Aan de andere kant zorgt Kager veelvuldig voor een luchtige noot, want het boek bevat diverse humoristische fragmenten. Een mooie en goede tegenhanger van enkele aangrijpende en trieste momenten.

Aan het eind maakt de auteur een drastische sprong voorwaarts en is Frida een stuk ouder dan in alle voorgaande hoofdstukken. Deze overgang is wel erg groot en plotseling, alsof zich tussentijds niets meer heeft voorgedaan. Toch is dit een passende afsluiting, want met weemoed kijkt Frida dan terug naar een periode waarvan ze zich afvraagt of die wel was zoals ze zich herinnert. De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf is al met al een zeer verdienstelijk debuut.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Maria Kager
Titel: De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf

ISBN: 9789029547369
Pagina’s: 328

Eerste uitgave: 2024

Asfalt – Niels van Droogenbroeck

Flaptekst
Naar jaarlijkse traditie gaan Jules en Yassine samen liften. Dit jaar is Boedapest hun bestemming, maar de weg van de vrienden leidt niet naar de Hongaarse hoofdstad. Voor Jules eindigt de trip in een politiekantoor. Van Yassine is geen spoor meer.

Ook Do en Stef trekken naar Boedapest. Het is hun eerste liftreis en ze moeten meteen vluchten voor een gewapende boer, worden voor dood achtergelaten langs de autosnelweg en gaan op tour met een beginnende rockband. Maar onderweg groeien ze ook naar elkaar toe. Hun ontluikende liefde stelt hen voor een hartverscheurende keuze.

Recensie
In 2022 maakte televisie-redacteur Niels van Droogenbroeck zijn debuut als auteur met de roman Limonade met pulp, ondanks dat hij op nog maar zestienjarige leeftijd al een eerste boek schreef, dat overigens niets geworden is. Zelf zegt hij hierover dat hij daarmee wel heeft laten zien dat hij wíl schrijven. Dit bewijst hij andermaal, want in juni 2025 werd Asfalt uitgebracht.

Hierin maakt de lezer kennis met twee koppels die onafhankelijk van elkaar besluiten naar de Hongaarse hoofdstad Boedapest te liften. Het eerste stel, de vrienden Jules en Yassine, reizen tijdens de zomervakantie al jaren samen, maar bereiken deze keer hun bestemming niet. Na de onverwachte en plotselinge verdwijning van Yassine is Jules’ eindpunt het politiebureau. De andere twee, Do en Stef, hebben elkaar pas één keer ontmoet, maar hebben een gemeenschappelijke vriend die sinds kort in Boedapest studeert. Ze besluiten hem te bezoeken, krijgen onderweg een hechtere band en worden verliefd op elkaar. Hierdoor worden ze wel gedwongen een keuze te maken.

De roman begint met een scène in het politiebureau waardoor de lezer nieuwsgierig wordt naar de aanleiding van de ondervraging van Jules. Daarnaast heeft dit eerste hoofdstuk iets weg van een thriller, waardoor er eveneens een lichte spanning ontstaat. Beide elementen zorgen er in ieder geval voor dat je meteen bij het verhaal betrokken bent. Vervolgens gaat de plot vijf dagen terug in de tijd en maak je eerst kennis met Jules en Yassine en later met de andere twee: Do en Stef. De verhaallijnen van de twee duo’s, die overigens onafhankelijk van elkaar reizen (aan het eind van het boek blijkt waarom) wisselen elkaar af, maar hebben één overeenkomst: hun liftactiviteiten.

Tijdens hun onderneming ontmoeten ze mensen van allerlei pluimage en het merendeel van hen, zo niet iedereen, is nogal markant. De lifters belanden daarnaast regelmatig in bizarre, onwaarschijnlijke en absoluut uitzonderlijke situaties. Dit zorgt voor soms kolderieke, maar ook weleens hachelijke taferelen. Omdat de auteur deze momenten bijzonder beeldend beschrijft, kan de lezer zich erg goed voorstellen hoe dit er allemaal uit moet zien. Vanwege de perspectiefwisselingen en de vele gebeurtenissen heeft het verhaal een hoog tempo, vlieg je er als een concorde doorheen en hoef je je geen seconde te vervelen. Hoewel de auteur de personages niet heel uitgebreid beschrijft, krijg je wel degelijk een goede indruk van hen, in ieder geval ruim voldoende om hen te kunnen karakteriseren.

De schrijfstijl van Van Droogenbroeck is vlot, toegankelijk en eigentijds. Wat erg sterk van hem is, is dat hij het taalgebruik heeft afgestemd op de personages. Zo maken Jules en Yassine bij tijd en wijle gebruik van straattaal, terwijl dit niet geldt voor de ingetogener Do en Stef. Leuk is dat de auteur de plot heeft doorspekt met woordgrappen, woordspelingen en andere taalgrapjes. Toch sluit hij zijn ogen evenmin voor diverse maatschappelijke thema’s, want onderwerpen als klimaatverandering, dementie, identiteitsproblematiek (en nog een aantal andere) heeft hij heel geraffineerd in de plot verwerkt. Behalve een groot aantal luchtige scènes en omstandigheden wordt er dus ook voldoende aandacht besteed aan serieuzere zaken.

Aan het eind van de plot komen de afzonderlijke verhaallijnen samen en eenmaal zover staat de lezer een tweetal onverwachte verrassingen te wachten, waarvan er een eigenlijk niet eens zo heel erg verbazingwekkend is. Hiermee heeft de roman wellicht een afsluiting die niet iedereen zal bevredigen of bekoren, maar wel in de lijn der gebeurtenissen past. Al met al is Asfalt een onderhoudende roadtrip waarin zowel humoristische, aandoenlijke, trieste en mooie momenten voorkomen.  

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Niels van Droogenbroeck
Titel: Asfalt

ISBN: 9789022342015
Pagina’s: 368

Eerste uitgave: 2025

Congolese wiskunde – In Koli Jean Bofane

Flaptekst
Célio Matemona (bijgenaamd Célio Mathématik) groeit op in armoede, maar droomt van een toekomst als wiskundige. Het kostbaarste bezit van deze wees is een oud schoolboek van zijn vader, die gedood werd tijdens een conflict. Met de theorieën en formules uit het boek probeert Célio het lot, dat hem tot nog toe niet gunstig gezind was, naar zijn hand te zetten. Wanneer hij een baan krijgt aangeboden als adviseur van de president lijkt zijn droom in vervulling te gaan.

Recensie
Hoewel In Koli Jean Bofane al tientallen jaren niet meer in zijn thuisland woont, is hij nog steeds een van de meest vooraanstaande auteurs van Congo. Hij debuteerde in 1996 met een parabel over dictatuur: Pourquoi le lion n’est plus le roi des animaux. In 2011 werd zijn eerste in het Nederlandse vertaalde roman Congolese wiskunde (2008) uitgebracht. Met dit boek wilde hij de bevolking van Congo en Kinshasa een hulde brengen door een beschrijving van hun leven te geven, ook al bevond het land zich door de naweeën van de oorlog toen in een uitermate moeilijke periode.

Door zijn omgeving wordt Célio Matemona, die vanwege zijn passie voor wiskunde ook wel Célio Mathématika wordt genoemd, gezien als een intellectueel. Hij is echter opgegroeid in armoede en al een aantal jaren wees. Van zijn vader, die tijdens een conflict om het leven kwam, kreeg hij ooit een oud wiskundeboek en door gebruik te maken van allerlei theorieën en formules die daarin vermeld staan, probeert hij zijn leven, dat hem tot dusver geen succes opleverde, zin te geven en zijn toekomst veilig te stellen.

Hoewel het verhaal voor het grootste deel vanuit het perspectief van Célio Matemona wordt verteld, krijgt de lezer eveneens behoorlijk wat fragmenten door de ogen van een van de andere personages voorgeschoteld. Door deze keuze krijgt hij een goede indruk van iedereen die belangrijk is voor de diverse gebeurtenissen, ondanks dat de een meer in beeld komt dat de ander. Wat misschien nog wel veel belangrijker is, is dat de auteur een behoorlijk realistische weergave schetst van een land dat de gevolgen ondervindt van allerlei opstanden, oorlogen en misschien zelfs nog van de kolonisatie. In de roman leeft de bevolking ogenschijnlijk goed, ofschoon er wel degelijk armoede heerst, maar het democratiseringsproces waar de president en zijn vazallen mee schermen lijkt alleen maar voor de bühne.

De politieke omstandigheden zijn sowieso bepalend voor de diverse aangelegenheden en voorvallen. Al snel krijgt de lezer een indruk van de verschillende middelen die gebruikt worden om de inwoners van met name Kinshasa in bedwang te houden, te beïnvloeden of te misleiden. Corruptie en onderdrukking is een handelsmerk van de machthebbers en door middel van manipulatie en enscenering doen ze er alles aan de angstige Kinezen een waarheid te laten zien die in feite niet bestaat. De auteur laat in het boek uiteraard een fictieve situatie zien, maar omdat dergelijke praktijken in een dictatuur voorkomen, komt alles toch wel realistisch en waarheidsgetrouw over.

Bofane hanteert in zijn eerste roman een wisselende, maar niet onaangename schrijfstijl. Het ene moment is het informatief, het andere weer erg beeldend. Dit zorgt er op zich wel voor dat je continu bij het verhaal en de gebeurtenissen betrokken blijft. De informatieve tekstgedeelten zijn interessant en leerzaam, want je krijgt een globale indruk van de Congoleze geschiedenis. Bij de meer levendige scènes ziet de lezer – zeker hij die in een van de Afrikaanse landen is geweest – voor zich wat er gebeurt en hoe de omgeving eruitziet. In ieder geval wordt de sfeer die er heerst erg goed weergegeven en deze komt ook over zoals die vaak is. Daarnaast is het taalgebruik van de auteur regelmatig erg mooi, dan maakt hij gebruik van prachtige vergelijkingen en fraaie beeldspraak.

Ofschoon de wiskunde een rol in het verhaal en de gebeurtenissen heeft, heeft deze wetenschap absoluut niet de hoofdrol en derhalve is het boek voor de niet-wiskundigen onder de lezers prima te volgen. Congolese wiskunde is vooral een weergave van een land en bevolking die gebukt gaan onder de enorme last van een turbulent verleden en waar de dictatoriale macht nog steeds van profiteert. Bofane heeft dit op een doeltreffende en invoelende manier beschreven.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: In Koli Jean Bofane
Titel: Congolese wiskunde

ISBN: 9789044516173
Pagina’s: 318

Eerste uitgave: 2011

De wraak van Balthasar – Jeroen Windmeijer

Flaptekst
Victor van Atten begint nietsvermoedend aan een van de stadswandelingen die hij begeleidt. De toer wordt die avond opgeluisterd door enkele acteurs in historische kostuums. In de drukke stad valt de vrouw die tegen de stadhuismuur zit niet op. Totdat blijkt dat ze niet beweegt. Ze is gruwelijk verminkt en om het leven gebracht. Wat is er aan de hand in het anders zo rustige Delft?

Voor oud-militair Bobbi Meijer is dit de eerste zaak waarin ze zich als rechercheur kan bewijzen. Als er binnen enkele dagen echter nieuwe moorden gepleegd worden, groeit het haar bijna boven het hoofd. De enige aanwijzing die ze heeft zijn de briefjes die op de plaatsen delict worden aangetroffen: het lijkt iets te maken te hebben met het bewogen verleden van Delft. Het koninklijke verleden…

Recensie
Veel thrillers van Jeroen Windmeijer spelen zich in zijn woonplaats Leiden af, maar omdat een keer een andere setting te hebben, richtte hij zijn aandacht op Delft, waar hij geboren is en er ook naar de middelbare school ging. Zijn nieuwste trilogie, waarvan De schaduw van Vermeer (2023) het eerste deel is, speelt zich dan ook volledig in deze Zuid-Hollandse stad af. Het volgende boek van het drieluik is De wraak van Balthasar (2024), waarvoor hij zich heeft laten inspireren door de moord op Willem van Oranje, maar dan vanuit het gezichtspunt van diens moordenaar Balthasar Gerards.

Gids Victor van Atten stuit tijdens een rondleiding van de stadswandeling Duister Delft op een vrouw die zich langdurig niet beweegt. Als hij haar voorzichtig aanraakt, merkt hij dat ze om het leven is gebracht en een van haar handen niet meer aan het lichaam vastzit. De politie wordt ingeschakeld en voormalig militair Bobbi Meijer krijgt, ondanks dat dit haar eerste zaak als rechercheur is, de leiding over het onderzoek. Om de dag vindt een nieuw moord plaats en de enige aanwijzingen die er zijn, zijn briefjes die bij de slachtoffers worden aangetroffen.

In dit tweede deel van de trilogie, dat uitstekend afzonderlijk van het voorgaande te lezen is, neemt de auteur de lezer niet alleen mee naar een van de oudste steden van Nederland, maar ook naar een voorbije gebeurtenis die in 1584 in deze Zuid-Hollandse plaatsvond, namelijk de moord op Willem van Oranje. Zoals bij Windmeijer gebruikelijk is, schotelt hij je een flinke dosis geschiedenis en religie voor die deze keer vakkundig en ingenieus zijn gekoppeld aan een aantal wrede en lugubere moorden. Deze aanpak heeft tot gevolg dat je meer – en zelfs onbekende – informatie en kennis krijgt over moordenaar Balthasar Gerards, de oude binnenstad van Delft en tevens getrakteerd wordt op een naar het eind toe oplopende spanning.

De belangrijkste personages in het geheel van gebeurtenissen zijn rechercheur Bobbi Meijer en leraar geschiedenis annex gids Victor van Atten, maar ook enkele anderen eisen hun niet onaanzienlijke en essentiële rol op, van wie Balthasar Gerards en de tot aan het eind onbekende moordenaar de meeste aandacht opeisen. Over dit kwartet komt de lezer derhalve ruim voldoende te weten. Lange tijd vraag je je trouwens wel af wat de verhaallijn van Van Atten met die van Meijer, en dus het politieonderzoek, te maken heeft, maar in de loop van de plot is dit verband zonneklaar en begrijp je eveneens waarom die betrekkelijk lange aanlooptijd nodig is.

Omdat het meteen in het begin al raak is – de eerste moord vindt plaats – wordt de lezer direct het verhaal ingezogen en loslaten is er vervolgens niet meer bij. Dit komt voornamelijk door de interessante ontwikkelingen, maar tevens door de vele boeiende wetenswaardigheden. Diverse plotwendingen zorgen ervoor dat je zo goed als nooit weet waar je aan toe bent en enkele verdachtmakingen laten je over sommige personages twijfelen. Een kleine kanttekening is echter op zijn plaats, want door een paar erg minieme details krijg je op een bepaald moment door wie de uiteindelijke dader is. Het blijft echter gissen naar het motief, waarover pas is de absolute slotfase uitsluitsel komt.

De wraak van Balthasar, zeer toegankelijk en eigentijds geschreven, is een typische Windmeijer. Feiten en fictie zijn nauw met elkaar verbonden, religie en historie zijn volop aanwezig en de vaart zit er voortdurend goed in. Op het oog rustige fragmenten worden afgewisseld met spannende momenten en bovenal weet de auteur de lezer continu nieuwsgierig te maken en bezit te houden, want de puzzel voor de politie is tevens een puzzel voor jezelf.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Jeroen Windmeijer
Titel: De wraak van Balthasar

ISBN: 9789402716092
Pagina’s: 400

Eerste uitgave: 2024

De erfgenamen – A.C. Porter

Flaptekst
1945. Vier Joodse wezen wonen sinds het begin van de oorlog op een onwaarschijnlijk onderduikadres: Berchtesgaden, waar de gehele nazitop, inclusief Adolf Hitler zelf, vakantiehuizen heeft.

Veertien jaar later ontpopt de jonge Ezra Walsh zich in recordtijd tot een van de belangrijkste adviseurs van John F. Kennedy, de aanstaande president van de VS. Wanneer haar broer Elias op brute wijze wordt vermoord, wordt Ezra gedwongen een diepgeworteld geheim uit haar verleden onder ogen te zien.

Er ontvouwt zich een internationaal kat-en-muisspel, waarin Ezra niemand lijkt te kunnen vertrouwen. Tegelijk vormt uitgerekend zij het grootste gevaar voor de politieke ambities van JFK.

Recensie
Tijdens een verblijf in een Gasthof in het Beierse bergdorpje Berchtesgaden ontdekte A.C. Porter, een pseudoniem van Arjan Alberts, dat hij zich op een plek bevond waar zich vele jaren geleden een uniek verhaal heeft afgespeeld. Dit gegeven vormde zijn inspiratiebron voor de politiek getinte thriller De erfgenamen (2024), waarin diverse waargebeurde feiten zijn verwerkt, waarvoor hij flink wat research heeft verricht en waarover hij maar liefst zes jaar heeft gedaan.

We gaan terug naar 1945 toen vier Joodse weeskinderen sinds het begin van de oorlog in Gasthof Vorderbrand, een geliefde verblijfplaats van de nazi’s, ondergedoken zitten. Op een dag moeten ze halsoverkop vertrekken en komen in De Nieuwe Wereld (Amerika) terecht. Hier wordt Ezra, een van de vier, veertien jaar later adviseur van senator John F. Kennedy, die op dat moment een veelbelovende presidentskandidaat is. Als haar broer Elias om het leven wordt gebracht, komt het verleden, dat diverse geheimen herbergt, weer erg dichtbij en moet ze ook vrezen voor haar eigen leven.

Met een memorandum van een ondervraging en een korte proloog heeft dit verhaal een interessant begin dat enkele vragen oproept en absoluut nieuwsgierig maakt naar het vervolg van de gebeurtenissen. In het eerste deel – het verhaal heeft er twee – dat zich afspeelt aan het eind van de Tweede Wereldoorlog en vlak na de beëindiging daarvan, maakt de lezer kennis met de vier joodse kinderen die in het Beierse Gasthof zijn ondergebracht. Deze voorgeschiedenis is belangrijk voor hetgeen zich ongeveer vijftien jaar later in de Verenigde Staten afspeelt, maar geeft tevens een globale indruk van de omstandigheden destijds. Het tweede en grootste deel draait ogenschijnlijk om de verkiezingen van 1960, hoewel er meer dan voldoende vreemde en geheimzinnige voorvallen plaatsvinden. Hierdoor lijken de politieke aangelegenheden slechts bijzaak te zijn, tot in de ontknoping een openbaring plaatsvindt die daar toch aan gelinkt kan worden.

Protagonist en verteller is Ezra Walsh en daarom kom je over haar behoorlijk wat te weten. Ook aan het doen en laten van haar broers Elias, Salo en Samuel wordt voldoende aandacht besteed, hoewel voor de twee eerstgenoemden dat in iets mindere mate geldt. Door Ezra’s werkzaamheden heeft de aanloop van de presidentsverkiezing eveneens een belangrijke rol en het interessante is dat de auteur voor een originele invalshoek gekozen heeft: de voorverkiezing van de presidentskandidaat. Hierdoor krijgt de lezer een globale indruk hoe dit in zijn werk gaat en krijgt de thriller een realistisch tintje. Voor sommige incidenten die plaatsvinden geldt dit iets minder, hoewel sommige middelen die daarvoor gebruikt worden tijdens de oorlog ook toegepast zijn.

Vanaf het begin is er een merkbare spanning aanwezig, maar die is over de hele linie vooral sluimerend, en veel is gericht op wat nog komen gaat. Een overvloed van momenten met zinderende actie is er niet en dat is zeker geen gemis. In een verhaal als dit past zoiets gewoonweg niet. Het boek moet het wat dit aspect betreft voornamelijk hebben van de geheimzinnigheid rond verschillende moorden, waaronder dus die van Elias. Daarnaast is het ook nog eens de vraag wie wel en niet te vertrouwen is, want een aantal personages heeft een geheim te verbergen waar ze het liever niet over hebben. De plot heeft ruim voldoende wendingen, zo nu en dan een verrassing en het eind was in het geheel niet te voorzien.

Porter heeft een prettige, makkelijk leesbare en beeldende schrijfstijl en onder andere daardoor is De erfgenamen een aangename thriller. De thriller weet de lezer van begin tot eind te boeien, ondanks dat het zo nu en dan weleens onwaarschijnlijk is. Maar omdat niets is wat het lijkt, kan dit ook uiterlijke schijn zijn.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: A.C. Porter
Titel: De erfgenamen

ISBN: 9789401622202
Pagina’s: 384

Eerste uitgave: 2024

De kraanvogels vliegen naar het zuiden – Lisa Ridzén

Flaptekst
Bo, 89 jaar, was ooit een sterke man die zijn hele werkende leven in dienst was bij een houtzagerij. Nu laat zijn lichaam hem geleidelijk in de steek. Zijn rustige bestaan wordt zelden onderbroken door iets anders dan bezoekjes van de thuiszorg, het wekelijkse telefoongesprek met zijn enige vriend Ture en herinneringen aan vroeger, die steeds meer de plaats van het echte leven innemen. In de leegte die zijn vrouw achterliet heeft hij één troost en houvast: zijn trouwe hond Sixten. Maar Bo’s zoon Hans wil Sixten bij hem weghalen, omdat hij niet meer in staat is goed voor het dier te zorgen.

De dreiging om zijn hond te verliezen roept bij Bo een veelheid aan emoties op. Hij wil graag een betere band met zijn zoon dan hij vroeger met zijn eigen vader had, maar hij heeft moeite om de juiste woorden te vinden om zijn liefde voor Hans te uiten. Aarzelend proberen vader en zoon elkaar te bereiken, maar de koppige strijd van Bo om Sixten, zijn laatste bron van vreugde, te behouden, staat hun toenadering in de weg.

Recensie
Een van de inspiratiebronnen voor De kraanvogels vliegen naar het zuiden, het in 2025 verschenen debuut van Lisa Ridzén, zijn de notities die de thuiszorg over haar grootvader maakte. Na het overlijden van haar opa vond ze deze aantekeningen over maatlijden, slaap en het weer tijdens het opruimen van zijn werkplaats. Ze begon ze te lezen en zodoende ontstond bij haar het idee om een roman te schrijven met een personage dat in veel opzichten op haar grootvader lijkt. Het boek, dat beschouwd kan worden als een lofzang op de toewijding van de thuiszorg, was meteen na verschijnen al buitengewoon succesvol.

Protagonist Bo is een inmiddels 89-jarige man wiens gezondheid geleidelijk aan steeds minder wordt. Hij leidt een rustig leventje, hoewel hij wel afhankelijk is van de hulp van thuiszorg. Zij, en zijn zoon Hans, zijn zo’n beetje de enigen die bij hem langskomen en eigenlijk vindt hij dat prima. Sinds zijn vrouw Fredrika is opgenomen in een verzorgingshuis is zijn hond Sixten de enige die hem voortdurend gezelschap houdt en de ontstane leegte opvult. Als zijn trouwe vriend hem echter afgenomen dreigt te worden, belandt Bo in een emotionele achtbaan en zet vervolgens zijn hakken in het zand.

Meteen in de eerste zinnen van de roman heeft de lezer al in de gaten dat de roman met veel gevoel is geschreven en dat die gevoelens op hem worden overgebracht. Verschillende emoties spelen dan ook een belangrijke rol in het verhaal, dat mooie momenten heeft, maar eveneens trieste, aangrijpende en aandoenlijke. Ridzén laat daarnaast zien dat de laatste levensfase van iemand op erg hoge leeftijd gepaard kan gaan met allerlei ouderdomsgebreken en dat deze mensen daar behoorlijk wat moeite mee kunnen hebben. Aan de ene kant willen ze nog zo graag dingen doen die altijd mogelijk waren, maar aan de andere kant is er soms een vorm van berusting waardoor het voor hen allemaal niet meer zo nodig hoeft. Deze tweeledige stemming wordt door de auteur realistisch in beeld gebracht en is derhalve goed te begrijpen.

Omdat het verhaal volledig vanuit het perspectief van Bo wordt verteld, krijgt je een behoorlijk goede indruk van hem. Niet alleen over zijn huidige omstandigheden, want in gedachten keert hij erg vaak terug naar het verleden. Hierdoor kom je onder andere te weten hoe zijn jeugd geweest is en blijkt de verstandhouding met zijn vader een moeizame te zijn geweest. Een relatie zoals hij die niet met zijn zoon Hans wil hebben. Bo wil het stukken beter doen, maar heeft er moeite mee om onder woorden te brengen wat hij voor zijn zoon voelt. Ook denkt hij regelmatig aan zijn samenzijn met Fredrika, én zijn enorm grote liefde voor haar. Als gevolg van dementie kan ze niet meer thuis wonen en daar lijkt Bo het wel moeilijk mee te hebben. De enige die hij nog heeft, is zijn hond Sixten, ondanks dat dit eigenlijk niet meer kan. Als dit laatste beetje houvast hem afgenomen dreigt te worden, gooit hij de hakken in het zand en lijkt hij zijn hoop op te geven.

De facto gebeurt er niet eens zo heel erg veel en is dit een rustig en bescheiden verhaal. Toch vindt er voldoende plaats waardoor de lezer Bo’s gedachten, stemmingen en diens interactie met de thuiszorg met veel interesse volgt. Ondanks dat hij zo nu en dan zijn nukken heeft, ga je in zekere zin wel van hem houden. Hij heeft iets vertederends en daarom kun je absoluut geen hekel aan hem hebben. Het eind van De kraanvogels vliegen naar het zuiden is emotioneel heftig, maar tevens bijzonder liefdevol. Dit debuut is er niet een om snel te vergeten en laat onomwonden zien dat een klein boek buitengewoon groot kan zijn.

Waardering: 5/5

Boekinformatie
Auteur: Lisa Ridzén
Titel: De kraanvogels vliegen naar het zuiden

ISBN: 9789089682833
Pagina’s: 302

Eerste uitgave: 2025

Vandaag is geen dag voor verraad – Robert Pollack

Flaptekst
In het Stadsziekenhuis zijn advocaat Werner en kunstschilder Rien veroordeeld tot elkaars gezelschap. Ze herstellen beiden van een darmoperatie. Deze periode van rust en regelmaat wordt ernstig verstoord als buiten rellen uitbreken, die het begin blijken van een revolutie. Werner en Rien die totaal verschillend in het leven staan proberen te begrijpen wat er gebeurt, maar zijn voor hun informatie afhankelijk van hun ondoorgrondelijke arts Brigitta Rasmussen, hun bezoekers en de media. Maar niemand is onpartijdig. Langzaamaan worden de twee meegezogen in een keten van onherroepelijke gebeurtenissen waarin het politieke en het persoonlijke niet meer van elkaar zijn te onderscheiden. 

Recensie
Robert Pollack, een pseudoniem voor Rob Polak, werkte vijfentwintig jaar in de advocatuur toen hij in 2012 besloot om het roer volledig om te gooien en voor het schrijverschap te kiezen. Toch duurde het nog tot 2019 dat zijn debuut De taak – door dagblad NRC tot een van de beste boeken van dat jaar uitgeroepen – verscheen. Zijn derde thriller Vandaag is geen dag voor verraad is in het voorjaar van 2025 uitgebracht. Dit is een volledig fictief verhaal, maar wel geïnspireerd op bestaande feiten en gebeurtenissen.

Een vreedzaam begonnen én door twee politieke tegenpolen georganiseerde demonstratie op het plein van de stad eindigt met een gewelddadige uitbarsting waarbij behoorlijk wat slachtoffers vallen. Velen van hen moeten in het ziekenhuis behandeld worden, waar op dat moment advocaat Werner van Sterken en kunstschilder Rien Scherven liggen te herstellen van een darmoperatie. Beide mannen hebben een verschillende visie op het leven en de maatschappij, maar proberen ieder voor zich te doorgronden wat er exact gebeurt. Terwijl zij en hun bezoekers regelmatig discussies voeren, neemt het geweld op straat steeds grotere vormen aan en kan een veilig verblijf in het ziekenhuis niet meer gegarandeerd worden.

De korte tijd waarin de plot zich afspeelt (zeven dagen), zorgt over het algemeen voor een behoorlijk tempo, maar in dit boek is daar geen enkele sprake van. De aangelegenheden kruipen in een vertraagde slakkengang voorbij en vorderingen worden niet of nauwelijks gemaakt. Omdat het verhaal nog wel enigszins voortvarend en hoopvol van start gaat, krijg de lezer in het eerste hoofdstuk nog de indruk dat hij met diverse spectaculaire en spannende scènes geconfronteerd wordt. Na verloop van tijd merkt hij dat dit louter uiterlijke schijn is, want na deze aanvangsfase besteedt de auteur voornamelijk aandacht aan de patiënten Van Sterken en Scherven, hun bezoekers en twee politieke kopstukken. Op de achtergrond spelen de onlusten nog wel een rol, maar die is relatief beperkt en met name in de vele gesprekken, discussies en intriges. Je bevindt je, op een tiental regels na, nooit daadwerkelijk in de actie en krijgt de informatie over de rellen grotendeels achteraf voorgeschoteld.

Pollack heeft zich, zoals al eerder vermeld, laten inspireren door waargebeurde omstandigheden en de bestorming van het Capitool in Washington D.C. lijkt bijvoorbeeld model te staan voor een van de scènes in het boek. Dergelijke situaties, die zich in feite overal kunnen voordoen en veelal een wat-als-situatie beschrijven, zorgen er zonder meer voor dat de gebeurtenissen een realistische inslag hebben. Er hoeven immers maar een paar radicale groeperingen met tegenstrijdige belangen op te staan om de vlam in de pan te krijgen. Het is jammer dat de auteur hier niet meer mee gedaan heeft, want zoals hij een en ander nu in de plot heeft verwerkt, is nogal statisch. De lezer neemt alles nu ter kennisgeving aan en daarmee is de kous af.

De advocaat en kunstschilder kunnen worden beschouwd als de protagonisten, maar omdat ze nog moeten herstellen van hun operatie hebben ze een passieve – en uitsluitend verbale – functie. Het beeld dat je van hen krijgt, is voldoende om een inschatting te kunnen maken van hun persoonlijkheid en voor een van hen (de tamelijk aanmatigende Van Scherven) is die niet zo heel erg positief. Daarnaast kom je, volledig overbodig, ook nog eens vrij veel te weten over de medische ingrepen die beide mannen hebben moeten ondergaan. Hierdoor, maar eveneens door de matige uitwerking van een in principe niet slecht idee, sneeuwt de bedoeling van de auteur (het schrijven van een spannend verhaal) compleet onder.

Vandaag is geen dag voor verraad is in naam een politieke thriller, maar maakt dit nergens waar. Verrassingen blijven – één uitzondering daargelaten – uit, plotwendingen zijn op geen hand te tellen en de lezer wordt absoluut niet getrakteerd op spanning. Kortom, dit is een boek om razendsnel te vergeten.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Robert Pollack
Titel: Vandaag is geen dag voor verraad

ISBN: 9789026369926
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2025

Botteneiland – Jacob Ross

Flaptekst
Wanneer Michael Digson op het kleine Caribische eiland Camaho aan zijn nieuwe baan begint bij het rechercheteam, combineert hij zijn werk met een persoonlijke missie: ontdekken welk lid van een losgeslagen politieteam zijn moeder heeft vermoord tijdens een politieke demonstratie.

Michael wordt onmiddellijk in het diepe gegooid. Samen met zijn collega Miss Stanislaus krijgt hij de opdracht een cold case op te lossen. Vechtend tegen sociaal onrecht, seksisme en corruptie komen de twee terecht in een wereld vol gevaar, waarbij ze al hun vaardigheden moeten aanwenden om te overleven.

Recensie
Prijswinnend auteur Jacob Ross woont inmiddels iets meer dan veertig jaar in het Verenigd Koninkrijk, maar oorspronkelijk is hij afkomstig van het Caribische eiland Grenada. In 1986 debuteerde hij met de verhalenbundel Song for Simone en zijn eerste roman, Pynter Bender, verscheen in 2008. Acht jaar later werd The Bone Readers, het eerste deel van het Camaho-kwartet, uitgebracht, dat in 2022 in een Nederlandse vertaling op de markt werd gebracht en als titel Botteneiland heeft gekregen. Zijn boeken en verhalen spelen zich alle in de Cariben af.

Nadat Michael Digson van school kwam, had hij, ondanks bijzonder goede cijfers, niet veel uitzicht op werk. Enkele jaren later is hij getuige van een moord en wordt door de hoofdinspecteur van de politie voor diens rechercheteam gerekruteerd. Digson bekwaamt zich als forensisch rechercheur en probeert er tegelijkertijd achter te komen welke politiefunctionaris jaren eerder zijn moeder om het leven heeft gebracht. Hij krijgt ook de taak om samen met de aan het team toegevoegde miss Stanislaus een onopgeloste moordzaak op te lossen. Terwijl ze hun onderzoek uitvoeren, komen ze tot een paar schokkende ontdekkingen.

Het verhaal wordt volledig verteld door Michael ‘Digger’ Digson waardoor je hem leert kennen als een slimme en sympathieke jongeman die het hart op de juiste plek heeft zitten. Er is echter meer, want je krijgt eveneens een globale indruk van de eilandengroep Grenada en de Cariben in het algemeen. De sfeer van de verschillende omstandigheden, de ongedwongen en vriendelijke omgangsvormen, enkele waargebeurde historische feiten en uiteraard ook de natuurgetrouwe beschrijving van de omgeving, ze worden allemaal onder de aandacht van de lezer gebracht. Wel kun je de impressie krijgen dat de eilanden behoorlijk crimineel zijn, maar dat valt op zich wel mee, want Grenada is een van de veiligste landen van in het Caribische gebied.

Naast Digger zijn er vanzelfsprekend ook diverse andere personages en aan de meeste van hen wordt tevens de nodige aandacht besteed. Een ander karakter dat in het oog springt, is de aan de recherche toegevoegde miss K. Stanislaus. Ze is een scherpe verschijning die dingen ziet die anderen niet lijken te zien. Samen met Digson vormt ze een bijzonder, maar prima koppel. Ross heeft een belangrijk en wereldwijd maatschappelijk thema in zijn boek verwerkt en de beladenheid daarvan zorgt soms voor enigszins aangrijpende situaties. Behalve de perikelen rond het politiewerk, dat zo nu en dan een beetje onorthodox overkomt, heeft de auteur ook oog voor een aantal privéaangelegenheden, waarvan één sowieso met een misdaad gelinkt kan worden.

De schrijfstijl van de auteur is vlot en absoluut niet ingewikkeld. Dit houdt echter niet in dat zijn manier van schrijven simpel is, daar is geen enkele sprake van. Hij blijft bij alles in de stijl van de Cariben, wat uiteraard goed is en het verhaal een authentiek tintje geeft. Het begin is nog overwegend rustig en Ross bouwt het geheel, zonder dat er sprake is van een zinderende spanning, geleidelijk op. Er zijn echter wel allerlei ontwikkelingen waardoor gebeurtenissen in een ander daglicht komen te staan en sommige daarvan zijn ronduit bijzonder.

Vanwege de exotische setting en de overwegend intrigerende personages is Botteneiland een originele en verfrissende thriller, waarin van meet af aan te merken is dat de auteur een prima en bevlogen verhalenverteller is. Dit eerste deel van de Camaho-serie, waarvan te hopen is dat de andere ook vertaald zullen worden, is derhalve een uitstekende kennismaking met een auteur uit een land dat wat schrijvers betreft minder gangbaar is.  

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Jacob Ross
Titel: Botteneiland

ISBN: 9789024595518
Pagina’s: 288

Eerste uitgave: 2022