Categorie archief: Recensies

De redder – Mathijs Deen

Flaptekst
Nederlandse vakantiegangers vinden aan de kust van Northumberland de skeletresten en een reddingsvest van een drenkeling. Het reddingsvest blijkt afkomstig te zijn van de sleepboot Pollux, die eenentwintig jaar eerder ten noorden van Rottumerplaat is gezonken. Reddingsbrigades van Ameland en het Duitse eiland Norderney konden destijds alle bemanningsleden redden, behalve de kapitein.

De recherche onderzoekt de zaak. Is de gevonden man de vermiste kapitein? Waarom willen de vrouw en dochter van de kapitein niet meewerken aan het onderzoek? De herinneringen van de redders spreken elkaar tegen. Is het te lang geleden om de precieze omstandigheden te achterhalen? Of hebben de redders andere motieven en verbergen ze iets?

Liewe Cupido laat de zaak over aan een jonge collega en vertrekt naar Texel. Hij is bezig met de dood van zijn eigen vader, die verdronk toen hij zestien was, en wil daar een oud-visser over spreken. Maar als zijn collega Xander Rimbach op Norderney wordt vergiftigd, raakt hij alsnog bij de zaak betrokken.

Recensie
Een thrillerserie die zich afspeelt in het Duitser en Nederlandse waddengebied. Dit is wat de Duitse uitgever van Mathijs Deen een paar jaar geleden voor ogen had. De auteur ging met dit idee aan de slag en kwam in 2022 met De Hollander voor de dag. Het eerste deel van de reeks bleek een schot in de roos te zijn, want het boek was meteen goed voor een Gouden Strop-nominatie. Met De redder het in 2024 verschenen derde deel verdiende hij deze prijs wel en over hoofdpersonage Liewe Cupido wordt in Duitsland zelfs een tv-serie gemaakt.

Tijdens hun vakantie in het Engelse district Northumberland vindt een gezin het geraamte van een drenkeling. Uit de resten van een reddingsvest, dat eveneens aangetroffen wordt, kan opgemaakt worden dat het slachtoffer opvarende van de ruim twintig jaar eerder vergane sleepboot Pollux was. Snel blijkt dat het waarschijnlijk om de kapitein van het schip gaat. DNA-onderzoek moet uitwijzen of dit inderdaad zo is, maar de familie van de man staan hier afwijzend tegenover. Rechercheur Liewe Cupido laat de zaak over aan zijn jonge collega Xander Rimbach en vertrekt zelf naar Texel waar hij hoopt meer over de oorzaak van de verdrinking van zijn vader te weten te komen.

Dit derde deel van de waddenreeks kan in principe prima afzonderlijk van de twee voorgaande geleden worden. Het verhaal staat op zichzelf, over de terugkerende personages – protagonist Liewe Cupido is wellecht de enige uitzondering – wordt ruim voldoende verteld zodat de lezer hen goed kan plaatsen en de auteur verwijst nauwelijks naar gebeurtenissen die eerder hebben plaatsgevonden. Het enige waardoor je de delen op volgorde van verschijnen zou willen lezen, is het persoonlijke trauma (daarover kan in feite wel gesproken worden) dat Cupido heeft vanwege de dood van zijn vader, vele jaren geleden. Zijn missie is om hier meer duidelijkheid over te krijgen en deze keer heeft die doelstelling een iets prominentere rol gekregen. Hierdoor ligt tegelijkertijd de inbreng van de rechercheur voor een groot deel op een ander vlak en is tevens een stukje beperkter dan voorheen. Dit is niet erg, want hierdoor komen andere personages meer in beeld en krijg je een betere en andere indruk van hen.

Zonder dat de spanning tot een ongekende hoogte stijgt, weet het verhaal van begin af te boeien en zorgt het er tevens voor dat de lezer continu nieuwsgierig is en blijft naar wat zich in het heden voordoet en naar wat zich in het verleden heeft afgespeeld. Uiteraard hebben die voorvallen met elkaar te maken, maar pas aan het eind van de plot maakt de auteur inzichtelijk wat zich allemaal precies heeft voorgedaan. Heel geleidelijk aan, in een tamelijk rustig tempo en met diverse wendingen werkt Deen naar het einde toe. In de ontknoping, waarin de thrillerkenmerken het best tot uiting komen, komt de ware aard van een van de personages naar boven en blijkt tegelijkertijd hoe een en ander precies in elkaar steekt. Hierdoor kan de zaak waaraan Cupido en Rimbach hebben gewerkt als afgerond worden beschouwd.

Ook deze keer zijn de sfeer, de toonzetting van alles, de beschrijving van het waddengebied en ditmaal eveneens de karakterisering van veel eilanders de sterke pijlers van het verhaal. De auteur geeft dit op een dusdanige manier weer dat de lezer zich al lezend in die omgeving bevindt. Een nadeel hiervan is wellicht dat het boek daardoor meer van een roman dan van een thriller wegheeft, maar, en dat moet hoe dan ook gezegd worden, wel een iets spannendere. Deen heeft eveneens een aantal thema’s in het boek verwerkt, die het zonder meer een dieper tintje geven. In een prettige en realistische schrijfstijl gidst hij je als het ware door de levens van diverse personen heen en aan het eind wordt de deur ook nog eens wagenwijd opengezet naar een vervolg. Cupido en de zijnen zullen dus opnieuw van zich laten horen.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Mathijs Deen
Titel: De redder

ISBN: 9789021341736
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2024

De duiker – Mathijs Deen

Flaptekst
Als een Nederlandse berger op zoek naar een container in de Duitse Bocht tot zijn verrassing het wrak ontdekt van de Hanne, een kleine vrachtvaarder die in 1950 in een zuidwesterstorm verging, slaat zijn enthousiasme algauw om in sombere gelatenheid. Want de Hanne blijkt niet alleen voor een miljoen euro aan koper te herbergen, maar ook het stoffelijk overschot van een duiker: zijn handen gevouwen en de polsen met handboeien vastgemaakt. Het onderzoek van rechercheur Liewe Cupido leidt naar een duikclub op Terschelling. Hoe dichter Cupido de dader op het spoor komt, hoe meer hij verstrikt raakt in een confronterende zaak waarin vaders en zonen elkaar tot het uiterste proberen te beschermen.

Recensie
De Hollander, de eerste Waddenthriller van Mathijs Deen werd in 2022, het jaar van verschijnen, meteen genomineerd voor de Gouden Strop. Deze prijs won hij wel voor De duiker (2023), het tweede deel van de serie en waarvan hij pas besloot het te gaan schrijven toen zijn uitgever hem om een opvolger van zijn thrillerdebuut vroeg. Hierna ging hij op reis om een aantal locaties die hij in het boek wilde laten voorkomen te bezoeken. Hieronder de Duitse havenplaats Wilhelmshaven, dat geen al te beste reputatie geniet.

Sil van Hee, de schipper van een Nederlandse berger, ziet op de sonar een signaal dat er eigenlijk niet hoort te zijn. Het blijkt om wrak te gaan dat tientallen jaren eerder gezonken is. Dit is echter niet het enige dat hij opmerkt, want tijdens het bekijken van de beelden bespeurt hij ook het lichaam van een duiker, wiens handen en voeten geboeid zijn. Omdat de man overduidelijk vermoord is, wordt rechercheur Liewe Cupido bij het onderzoek betrokken. Dit leidt hem naar een duikclub op Terschelling en wordt hij tevens geconfronteerd met vaders en zonen die elkaar ten koste van alles willen beschermen.

Het verschil kan bijna niet groter zijn, want waar het eerste deel van de Waddenserie er een nogal ongebruikelijke, behoorlijk statische schrijfstijl op nahield en waarbij het ook nog eens op een script van een film of televisieserie leek, is het deze keer allemaal een heel stuk anders. Het verhaal is namelijk een stuk levendiger, de dialogen zijn veel realistischer en zinnen zijn vloeiender. De auteur heeft overduidelijk progressie gemaakt en de talrijke gebeurtenissen verlopen daarom aanmerkelijk vlotter en zijn eveneens een stuk beter te volgen.

Op het oog zijn er twee verhaallijnen: dat van een nogal baldadige jongen die diverse keren met de politie in aanraking is gekomen én de vondst van het lichaam van de eenzame duiker. Beide hebben echter wel degelijk met elkaar te maken en de manier waarop ze uiteindelijk samenvloeien, is zowel subtiel als ingenieus. Omdat Deen heel geleidelijk naar dit punt toewerkt, blijft de lezer voortdurend nieuwsgierig, hoewel hij op een bepaald moment wel een vermoeden heeft hoe de vork precies in de steel zit. Toch is de plot absoluut niet voorspelbaar en gebeurt er meer dan voldoende om je te laten twijfelen. Je wordt namelijk regelmatig een zijpad ingestuurd waardoor je je afvraagt of je eigen theorie nog wel klopt. Door deze opzet blijft de lezer hoe dan ook bij het verhaal en wat zich zoal voordoet betrokken.

Hoewel dit boek een vervolgdeel van een serie is, is dit nergens te merken, dus is het prima afzonderlijk te lezen. Protagonist Liewe Cupido mag dan het terugkerende personage zijn, maar zo heel veel is er in De Hollander niet over hem bekendgemaakt. Dat wordt deze keer iets meer gedaan, maar desondanks blijft er nog genoeg mysterieus rond zijn persoontje zweven. Hij maakt echter een zichtbare ontwikkeling door en dat maakt hem, ondanks dat hij natuurlijk wel een markante persoonlijkheid blijft, sympathieker. Intrigerend aan hem is vooral zijn verleden, want het lijkt erop dat dit hem gevormd heeft. Met name de oorzaak rond de dood van zijn vader heeft sporen nagelaten en hierover wil Cupido het een en ander weten. Hij is dus ook nog eens met een eigen onderzoekje bezig.

De lezer moet opnieuw geen zinderende spanning of lugubere taferelen te verwachten, maar dit houdt niet in dat er helemaal niets te beleven is. Een van de sterkste aspecten in de thriller is de sfeer die er heerst. Een klein voorbeeld hiervan is het unheimische gevoel dat de havenplaats Wilhelmshaven geeft, de auteur slaat hiermee in feite de spijker op z’n kop. Daarnaast zijn de personages geloofwaardig neergezet en lijken zo uit het echte leven te zijn geplukt. Dit alles zorgt ervoor dat De duiker een meer dan waardig vervolgdeel van de Waddenserie is en de lezer tegelijkertijd belangstellend doet uitzien naar nieuwe belevenissen van Cupido.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Mathijs Deen
Titel: De duiker

ISBN: 9789021341156
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2023

De Hollander – Mathijs Deen

Flaptekst
Een Nederlands patrouilleschip stuit op een verdronken wadloper, aangespoeld op de drooggevallen zandplaat De Hond. Voordat de vloed het lichaam meesleurt, bergt de bemanning het en neemt het mee naar Delfzijl. Het slachtoffer heeft de Duitse nationaliteit, de zandplaat bevindt zich in betwist grensgebied. De Duitse justitie eist dat het slachtoffer onmiddellijk wordt uitgeleverd, maar de Nederlandse brigadecommandant weigert. Een internationaal conflict is geboren.

Terwijl de leidinggevenden ruzie maken, stuurt de tweede man van de Bundespolizei See in Cuxhaven heimelijk een rechercheur naar Delfzijl om op informele wijze een onderzoek te starten. Zijn naam is Liewe Cupido, Duitser van geboorte, opgegroeid op Texel. Zijn Duitse collega’s noemen deze eigenzinnige, zwijgzame collega ‘de Hollander’. Het slachtoffer blijkt een ervaren wadloper en hoe meer Cupido te weten komt, hoe raadselachtiger de omstandigheden omtrent diens dood lijken te worden.

Recensie
Auteur en radiomaker Mathijs Deen schreef tijdens zijn schooltijd al verhalen voor de schoolkrant en zijn eerste gepubliceerde werk verscheen in het niet meer bestaande literaire tijdschrift Schrijver en Caravan. Later publiceerde hij diverse romans en in 2022 bracht hij zijn eerste thriller De Hollander uit. Dit is het eerste deel van de meteen al goed ontvangen Waddenserie, waarin de Duits-Nederlandse inspecteur Liewe Cupido de hoofdrol.

Op De Hond, een zandbank aan de monding van de Eems, vindt de Nederlandse marechaussee het lichaam van een verdronken wadloper gevonden. Omdat het bijna vloed is, besluiten ze de drenkeling mee te nemen naar Delfzijl. Hier ontdekken ze dat het slachtoffer de Duitse nationaliteit heeft en weten ze dat de oosterburen hem gaan opeisen – de zandbank bevindt zich namelijk in betwist grensgebied. Om honderd procent duidelijkheid te krijgen over de doodsoorzaak krijgt inspecteur Liewe Cupido het verzoek de zaak informeel te onderzoeken. Hij komt erachter dat meer aan de hand is dan aanvankelijk leek.

Een verhaal dat zich zowel op de de Duitse als Nederlandse Wadden afspeelt, komt zo goed als niet voor en daarom is dit een originele keuze van de auteur. Het is eveneens goed te merken dat hij het gebied kent en zich er tevens in heeft verdiept, want de grilligheid, en dus het plotselinge gevaar, waar het kustgebied bekend om staat, komt prima over. Daarnaast is het Duits-Nederlandse conflict rond de zandplaat De Hond in de plot verwerkt en dat zorgt voor een redelijk realistische inslag. Dit geldt echter niet voor alles, want er zijn namelijk ook diverse onwaarschijnlijke situaties, zoals een actie van een ogenschijnlijk doorgedraaide brigadecommandant van de marechaussee.

De diverse gebeurtenissen worden vanuit het perspectief van verschillende personages verteld en met name in het eerste stadium van het verhaal is het niet altijd even helder wie nu wie is en waarvoor hij of zij verantwoordelijk is. Geleidelijk aan verandert dit en heb je een beter beeld van hen. Met geen van allen krijgt de lezer een band, want over het algemeen zijn en blijven ze nogal steriel en vrij oppervlakkig. Het bijzondere is dat een hond die op een bepaald moment komt opduiken de meeste sympathie oproept. Voor de plot gaat het euvel in heel grote lijnen ook wel op, want alle voorvallen en omstandigheden worden tamelijk gevoelloos beschreven, waardoor zo goed als niets echt leeft.

Deen hanteert is zijn eerste thriller een tamelijk afwijkende, misschien wel specifieke schrijfstijl. Zinnen zijn vaak kort en bondig, dialogen bestaan regelmatig uit een paar woorden en het geheel leest als een draaiboek voor een film of televisieserie. Zinnen lopen derhalve niet altijd vloeiend in elkaar over, hetgeen tevens opgaat voor een aantal scènes. Soms krijg je de indruk dat het allemaal een beetje van de hak op de tak is, dat er geen lijn in het verhaal zit, terwijl dit wel degelijk aanwezig is. Qua spanning loopt het boek evenmin over. Het enige echt dreigende moment, dat nog niet eens iets met de moord te maken heeft, doet zich pas aan het eind voor, wanneer er een gevecht tegen het water ontstaat.

Goed beschouwd is het waddengebied, dat genoeg in zich heeft, een mooie locatie voor een spannend verhaal, maar in dit thrillerdebuut komt dit niet helemaal goed uit de verf. Er zijn weinig tot geen opwindende situaties en het verhaal is zo nu en dan zelfs voorspelbaar. Toch neemt dit niet weg dat de auteur met De Hollander laat zien dat hij het in zich heeft een thriller te kunnen schrijven en in de vervolgdelen zal hij de markante inspecteur Cupido vast en zeker meer gezicht geven.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Mathijs Deen
Titel: De hollander

ISBN: 9789021340159
Pagina’s: 256

Eerste uitgave: 2022

Het klaprozenjaar – Corina Bomann

Flaptekst
Nicole groeide op als enig kind zonder vader en sindsdien droomt ze ervan zelf ooit een groot gezin te hebben. Als ze tot haar grote vreugde merkt dat ze zwanger is, lijkt haar droom werkelijkheid te worden… tot bij een onderzoek duidelijk wordt dat haar baby een erfelijke hartafwijking heeft. Maar zij en haar man noch haar moeder zijn de oorzaak van het defecte gen. Bang en vol brandende vragen gaat Nicole naar haar moeder, die in het verleden nooit over Nicoles vader wilde praten.

Geconfronteerd met het verdriet van haar dochter begint -Marianne te vertellen: over de jaren na de Tweede Wereld-oorlog en de verbittering over alles wat Duits was die toen heerste; over haar grote liefde uit Frankrijk en de tijd die hen langzaam maar zeker uit elkaar dreef; over de grote eenzaamheid die ze sindsdien elke dag voelde. Nicole, diep geraakt door het verhaal van haar moeder, besluit dat het tijd wordt om de wonden uit het verleden te helen en haar kind een -toekomst te geven, en ze gaat op zoek naar haar vader…

Recensie
Corina Bomann debuteerde in 2001 met haar roman Der Schattengeist en haar eerste boek dat in het Nederlands is vertaald was het in 2014 uitgebrachte Het vlindereiland. Ze brak pas echt goed door met de serie De vrouwen van de Leeuwenhof, waarvan het eerste deel in 2019 werd uitgebracht en sindsdien is ze niet meer weg te denken in de wereld van de Feelgoodroman. Een paar jaar eerder verscheen Het klaprozenjaar (2017), waarin onder andere de naweeën van de Tweede Wereldoorlog nog zichtbaar zijn.

Van haar gynaecologe hoort Nicole Schwarz dat het kind waarvan ze in verwachting is een erfelijke hartafwijking heeft. Noch in de familie van haar moeder, die haar alleen heeft opgevoed, noch in die van de verwekker van het kind, komt deze aandoening voor. Het kan dus niet anders dan dat de oorzaak van het probleem aan vaderskant ligt. Haar moeder Marianne heeft echter nooit iets over haar vader willen vertellen, maar op aandringen van Nicole doet vertelt ze nu na tientallen jaren stilzwijgen haar verhaal. Dit leidt er uiteindelijk toe dat ze naar hem op zoek gaat.

De lezer maakt al meteen kennis met protagonist Nicole Schwarz en kan zich haar gevoel, nadat ze te horen heeft gekregen dat haar nog ongeboren kind een erfelijke hartafwijking heeft, erg goed voorstellen. Een dergelijke mededeling hoop en verwacht je immers nooit te hoeven vernemen en als dat toch onverhoopt gebeurt, komt het aan als een harde klap. Deze boodschap is in zekere zin een van de rode draden van het verhaal, want wat zich in de plot voordoet, is allemaal hier naartoe te herleiden. Dit geldt eigenlijk zowel voor de verhaallijn in het heden, als die in het verleden, waarin naar voren komt waarom haar moeder Marianne nooit heeft willen vertellen wie haar vader is.

Behalve de medische aandoening bevat het boek nog een aantal andere thema’s, zoals vertroebelde relaties en de destijds – dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog – vijandige houding tussen Duitsland en Frankrijk. Deze zijn alle door het hele verhaal verweven, zowel in de verhaallijn van Nicole (in het heden) als die van Marianne (in het verleden). Wat beide vrouwen te vertellen hebben, is over het algemeen verschillend van aard, maar eveneens onlosmakelijk met elkaar verbonden. In ieder geval zorgt dit alles er wel voor dat de lezer enigszins nieuwsgierig wordt naar hoe het hen allebei vergaat. Op zich is dit allemaal niet zo heel erg verrassend en soms was een en ander zelfs te voorzien. Voor het overige kabbelt de plot rustig voort, met zo nu en dan een onverwachte situatie.

Doordat de gebeurtenissen vanuit de perspectieven van Nicole en Marianne worden verteld, kom je wel het nodige over hen te weten, maar heel uitvoerig gaat de auteur niet op hun karakters en persoonlijkheden in. Toch krijg je een behoorlijke indruk van hen, en de ene keer is dat iets positiever dan de andere keer, want beiden zijn nog weleens erg wisselvallig van aard. Dit laatste geldt ook wel voor de schrijfstijl, die soms wat simpel en eenvoudig oogt, maar ook regelmatig iets fijnzinniger is, hoewel je niet moet verwachten dat Bomann ineens prachtige en bloemrijke metaforen hanteert.

Over het geheel genomen is Het klaprozenjaar absoluut geen vervelende roman om te lezen, maar een literair hoogstandje is het evenmin. Dit is natuurlijk ook helemaal niet de bedoeling van de auteur. Ondanks de ongecompliceerde geest van het verhaal, heeft het desondanks wel een paar emotionelere fragmenten en lijkt het tevens de boodschap uit te stralen dat als je maar met elkaar praat veel misverstanden voorkomen kunnen worden. En dit laatste is uiteraard een waarheid als een koe.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Corina Bomann
Titel: Het klaprozenjaar

ISBN: 9789402309171
Pagina’s: 446

Eerste uitgave: 2017

Verdronken hart – Lisa Unger

Flaptekst
Emily staat op het punt een beslissing te nemen die desastreuze gevolgen voor haar zal hebben. Ze heeft een baan zonder toekomstperspectieven, zit in een relatie met een man die niet goed voor haar is en voelt dat ze de controle over haar leven langzaam kwijtraakt.

Dan is er Kate, die met behulp van de nagelaten dagboeken van haar tante en haar grootmoeder een roman heeft geschreven over een waargebeurde, tragische liefdesgeschiedenis.

Kate en Emily kennen elkaar niet, maar zijn op weg naar dezelfde bestemming: het idyllische Heart Island, dat het eigendom is van de starre Birdie Burke, de moeder van Kate. Een verschrikkelijke misdaad drijft deze vrouwen tot elkaar op Heart Island, dat een grimmig geheim blijkt te herbergen…

Recensie
Lisa Unger debuteerde in 2002 met de onder haar meisjesnaam Lisa Miscione geschreven thriller Angel fire. Sindsdien is ze uitgegroeid tot New York Times en bestsellerauteur en heeft ze inmiddels meer dan twintig boeken gepubliceerd die in drieëndertig talen zijn vertaald. Ook heeft ze voor enkele boeken een prijs gewonnen. Tien jaar na haar debuut werd Heartbroken uitgebracht, dat in 2013 in een Nederlandse vertaling verscheen en als titel Verdronken hart kreeg.

In dit als psychologische thriller aangemerkte boek staan drie vrouwen centraal: Emily, Kate en Birdie. De eerste is een drieëntwintigjarige serveerster die in haar werk geen uitdaging ziet en er privé een dubieuze relatie op nahoudt. Kate is van middelbare leeftijd en heeft onlangs een boek geschreven waarvoor ze zich heeft laten inspireren door de dagboeken van haar oma en tante. Birdie is drieënzeventig jaar oud en de moeder van Kate. Ze is haar hele leven lang al gevoelloos en kil. De enige plek waar ze zich thuis voelt is het familiebezit Heart Island, een duister eiland dat de drie vrouwen samenbrengt.

Het verhaal begint met een proloog die een lichte mate van geheimzinnigheid herbergt en waarin een klein beetje spanning zit. Dit op zich aardige begin zet niet door, want het grootste deel van de plot is behoorlijk gezapig. De onderlinge en niet al te goede verstandhouding tussen Birdie en Kate wordt uitvoerig uit de doeken gedaan en ook aan het leven van Emily wordt verhoudingsgewijs ruim aandacht besteed. Misschien leuk en interessant om dit in een derderangs roman naar voren te brengen, maar in een thriller zijn dergelijke uitgebreide uiteenzettingen nogal misplaatst. Ten eerste gaat het ten koste van de beoogde spannende situaties en ten tweede vertraagt dit het verhaal gigantisch. Met andere woorden, de plot kabbelt in een buitengewoon traag en vervelend tempo voort. Uiteindelijk komt er ten langen leste wel een kentering, want eindelijk doet zich een voorval voor dat thrillerachtige kenmerken heeft. Het leed is dan echter allang geleden en het kleine beetje opwinding maakt dit niet meer goed.

De gebeurtenissen worden vanuit verschillende perspectieven verteld, dus de lezer krijgt een globale indruk van de diverse personages. Hoewel er over geen van hen buitengewoon veel prijs wordt gegeven, komt de lezer geleidelijk aan wel meer over ieder van hen te weten. Voor een verhaal als dit is het ruimschoots voldoende. Een nadeel, en dat is mede te danken aan de manier van vertellen, is dat geen van allen echt leeft. De enige uitzonderingen hierop zijn Chelsea en Sean, respectievelijk de dochter en echtgenoot van Kate. Zij zijn het meest authentiek en gedragen zich minder geforceerd dan de anderen. Degene die echter de kroon spant, is Emily, want wat een naïef en kortzichtig wicht is dat.

In het eerste deel van het boek is de schrijfstijl tamelijk steriel en niet inlevend. Dit verandert wel enigszins in het tweede en laatste gedeelte, maar over het geheel genomen houdt het allemaal niet over. Zo nu en dan is het niet duidelijk vanuit wiens perspectief een bepaalde frase wordt verteld. De overgang is in degelijke gevallen erg drastisch of, en dat gebeurt diverse keren, het gebruik van voornaamwoorden is onjuist of verwarrend. Ook heeft de auteur het soms over bepaalde feiten waarvan verondersteld wordt dat de lezer die al weet, terwijl er nooit eerder aandacht aan is besteed. Waar de auteur tevens in tekortschiet, is de sfeer en mystiek die van Heart Island uit zo moeten gaan. Beide komen absoluut niet uit de verf, want het eiland komt nu over als niets meer of minder dan een mooie lap grond dat in het water ligt.

Verdronken hart – een onbegrijpelijke Nederlandse titel – wordt aangemerkt als een psychologische thriller, maar beide worden volstrekt niet waargemaakt. De psychologie is ver te zoeken en de spanning is buitengewoon ondermaats. Dit boek kan voornamelijk beschouwd worden als een slechte en langdradige uiteenzetting van allerlei familieperikelen.

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Lisa Unger
Titel: Verdronken hart

ISBN: 9789400501713
Pagina’s: 318

Eerste uitgave: 2013

De man in Westerbork – John Kuipers

Flaptekst
In de Nieuwe Kerk aan het Spui in Den Haag is een man aan het kruis gespijkerd. Een bijbelse straf anno december 1942, wanneer het land gebukt gaat onder het groeiende juk van de Duitse bezetting. Hoofdinspecteur Charlie Swieninck van de Haagse recherche ontdekt dat de dode een onbetekenende kruimeldief was. Hij stuit echter ook op een samenhang met de Joodse familie Goudvisch, die al decennia door geweld en chantage haar geld verdient in de onderwereld. In de maanden dat Den Haag te maken krijgt met razzia’s en transporten van de Joodse gemeenschap, probeert Swieninck te volharden in zijn onderzoek, maar enkele getuigen zijn inmiddels naar Westerbork afgevoerd. Dan grijpt de ss in, en dwingt Swieninck met hen mee te werken. Hij krijgt slechts een week om de zaak op te lossen.

Recensie
Musserts schaduw, het in 2022 uitgebrachte thrillerdebuut van John Kuipers won een jaar later meteen al de Gouden Strop voor de beste Nederlandstalige spannende roman. Eind 2024 verscheen het derde deel van de serie met hoofdinspecteur van de recherche Charlie Swieninck: De man in Westerbork. Het idee van de reeks stamt al uit de jaren tachtig van de vorige eeuw en omdat de auteur destijds veel over de Tweede Wereldoorlog schreef, was het niet moeilijk voor hem om de boeken zich in die periode te laten afspelen.

Deze keer krijgt Swieninck – het is inmiddels eind 1942 – te maken met de moord op een man die aan een kruis in de Nieuwe Kerk in Den Haag is gespijkerd. Het blijkt te gaan om een loopjongen van de Joodse maffiafamilie Goudvisch. De godfather van de clan, Philip, is niet veel eerder naar het Drentse doorgangskamp Westerbork getransporteerd. Vanwege zijn onderzoek bezoekt de hoofdinspecteur de man om hem te ondervragen. Een paar dagen later, weer terug in de Hofstad, wordt hij bij de SS ontboden, die hem onder druk zet om met hen mee te werken en de zaak binnen een week op te lossen.

Samen met Charlie Swieninck, de sympathieke hoofdinspecteur die met name tijdens verhoren ook weleens uit zijn slof kan schieten, belandt de lezer al direct op een plaats delict. De situatie, vooral die waarin het slachtoffer zich bevindt, is niet bijster florissant en wordt erg goed weergegeven. De sfeer van de oorlogsjaren – en los daarvan ook die van de vroege jaren veertig van de vorige eeuw – komt eveneens uitstekend over. Je waant jezelf in zekere zin ook in die tijd en daardoor kun je je enigszins voorstellen hoe het destijds moet zijn geweest. Het was toen, de bezetting door de Duitsers voor het gemak niet meegerekend, een stuk gemoedelijker dan het jachtige, hectische en minder verdraagzame hedendaagse tijdperk. Dit impliceert natuurlijk niet dat er toen, en het verhaal laat dit zien, ook wel het een en ander gebeurde.

De vele gebeurtenissen worden alle vanuit het perspectief van Swieninck verteld en wie de twee voorgaande delen van de serie gelezen heeft, merkt al snel dat hij nog steeds zichzelf is en zich niet anders voordoet dan hij werkelijk is. Dit is een van de redenen dat hij een geliefde en innemende persoonlijkheid is. Het grootste deel van het verhaal speelt zich ook deze keer in zijn thuisstad Den Haag af, maar ditmaal is het doorgangskamp Westerbork eveneens een locatie waar de inspecteur moet zijn. Deze bezoekjes zijn een noodzakelijke, maar interessante toevoeging die het onderzoek naar de moord met zich meebrengt en laten tevens zien dat de in het kamp ondergebrachte Joden nog niet volledig op de hoogte waren van de verschrikkingen die hen later te wachten stonden.

Het tempo van het verhaal is niet al te hoog, maar diverse boeiende ontwikkelingen zorgen er in feite voor dat je hier eigenlijk niets van merkt. Daarnaast is de spanningsboog evenmin erg strak gespannen, wat overigens niet inhoudt dan spannende momenten volledig achterwege blijven, ze liggen echter op een heel ander vlak. Vanzelfsprekend gaat het om de oplossing van de moord en dat daarvoor een dader in zijn kraag wordt gevat, maar waar het a priori om gaat, is de vraag wat de Goudvisch-clan met dit alles te maken heeft en vooral ook waarom. Het uitgangspunt is derhalve net even iets anders dan in veel thrillers gebruikelijk is.

De man in Westerbork mag dan het derde deel van een serie zijn, maar is desondanks prima los van de andere te lezen. Over de personages wordt namelijk meer dan voldoende verteld om een goed beeld van hen te krijgen. Charlie Swieninck c.s. weten andermaal van begin af aan te boeien en lijken nog lang te zinspelen op een vroegtijdig pensioen.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: John Kuipers
Titel: De man in Westerbork

ISBN: 9789403132389
Pagina’s: 346

Eerste uitgave: 2024

De boer, de vrouw en de brandewijn – Jonas Jonasson

Flaptekst
Jonas Jonasson is terug met een onweerstaanbare schelmenroman over Algot Olsson, de zoon van een varkensboer, en een bonte verzameling mensen in de regio Småland in Värend, die zich stort op de mooie en hopelijk lucratieve kunst van het distilleren van brandewijn voor het welzijn van het Zweedse volk.

Zijn pad kruist keer op keer dat van de schuldbewuste en egoïstische graaf Bielkegren, diens harteloze en domme zoon de luitenant, en diens vrouw en dochter die Arabische volbloedpaarden en schoenen verzamelen.

Wanneer de graaf en zijn zoon zich uiteindelijk realiseren dat de brandewijn een behoorlijk lucratief handeltje is en denken dat ze Algot te slim af te kunnen zijn, worden ze een gemakkelijke prooi voor Algot en zijn vrienden, die nog wat appeltjes te schillen hebben met de edellieden.

Dit alles speelt zich af voor de ogen van een verbaasde en verontruste koning Oscar I, de tweede Bernadotte op de Zweedse troon.

Recensie
Met de later verfilmde debuutroman De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween (2011) beleefde Jonas Jonasson zijn internationale doorbraak als auteur. Dit succes zette voort en in 2025 verscheen zijn alweer zevende roman De boer, de vrouw en de brandewijn. Voor dit boek heeft hij zich laten inspireren door de Zweedse geschiedenis rond het midden van de negentiende eeuw.

Algot Olsson, de zoon van een goed boerende varkenshouder, wordt gedwongen zijn woning, die hij van graaf Gustav Bielkegren pacht, te verlaten. Dankzij een bijzonder voorval heeft hij al snel nieuw onderdak gevonden. Dit stelt hem in staat om door te gaan met het stoken van brandewijn, wat hij later verkoopt als een geneeskrachtig drankje. De graaf en zijn niet al te slimme zoon Mauritz zien, om hun status in stand te houden, ook wel brood in het verhandelen van de alcoholische drank. Ze houden echter geen rekening met de gewiekste Algot.

Het verhaal, en dus ook de vele gebeurtenissen, spelen zich zo goed als volledig af in het midden van de negentiende eeuw en de omstandigheden waar Zweden destijds mee te maken had, worden door de auteur goed naar voren gebracht. Er heerste armoede en honger, het land was vooral een boerengemeenschap, het alcoholgebruik nam steeds grotere vormen aan en een bijzonder groot aantal mensen waagde de grote sprong en vertrok naar Amerika om daar een nieuw leven op te bouwen. De roman is echter geen aaneenschakeling van geschiedkundige feiten. Integendeel zelfs, want werkelijk alles wat zich voordoet wordt op een luchtige en speelse manier gebracht, maar enig historisch besef is daarbij wel op zijn plaats.

Meteen in het begin, wanneer een aantal personages wordt geïntroduceerd, is de toonzetting van de plot al helder: cynisme, sarcasme, humor en absurditeit zijn elementen die vanaf het allereerste tot en met het allerlaatste moment terugkeren. Jonasson heeft zijn schrijfstijl hier helemaal op afgestemd, wat overigens niet inhoudt dat de lezer continu in lachen, gieren of brullen uitbarst. Er is namelijk wel degelijk sprake van een serieuze ondertoon, want veel wat zich voordoet, heeft zich in werkelijkheid ook voorgedaan. Zo komt bijvoorbeeld de decadentie van het welgestelde deel van de bevolking erg goed naar voren, maar eveneens de minachting die deze groep – toch een beduidende minderheid – had voor de ‘gewone’ mens.

Van de personages die de revue passeren, staat Algot weliswaar het meest in de schijnwerpers, maar de anderen doen in principe niet voor hem onder. Ieder van hen heeft haar of zijn bijzondere eigenschappen en stuk voor stuk zijn ze markant. Of het nu meesterdrukker Helmut Zimmermann is, zijn feministische (of geëmancipeerde) dochter Anna Stina, de pedante graaf of diens spilzieke vrouw, maakt helemaal niets uit, ze hebben allemaal hun unieke en belangrijke rol in het geheel. Vanzelfsprekend kan en mag de setting evenmin onderschat worden, want iedere situatie – variërend van een geruïneerd wortelveld tot een enorme stookinstallatie voor brandewijn – kan de lezer op zijn netvlies zien verschijnen.

Ondanks de flinke hoeveelheid plotwendingen bevat het verhaal wel enkele kleine voorspelbaarheden, waaronder het uiteindelijke lot van de graaf en de omstandigheden waarin Algot en zijn vrienden terecht gaan komen, maar die hebben geen enkele invloed op de beleving van de lezer. Met De boer, de vrouw en de brandewijn toont Jonassen in ieder geval opnieuw aan dat hij een meesterlijk verteller is die deze keer fantasie en werkelijkheid op een vermakelijke en lichtvoetige wijze laat samenkomen.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Jonas Jonasson
Titel: De boer, de vrouw en de brandewijn

ISBN: 9789400518261
Pagina’s: 382

Eerste uitgave: 2025

Papieren paradijs – Marlies Medema

Flaptekst
Het waargebeurde verhaal van een domineesvrouw die niet naar Suriname wil emigreren, maar toch door de ambities van haar man, dominee Arend van den Brandhof, in 1845 de oceaan over wordt gedreven.

Arend gelooft dat het leven in Suriname beter is dan in Nederland, dat op dat moment zo goed als failliet is. In Suriname wil hij een plantage stichten, waar boeren op een eerlijke manier producten kunnen verbouwen voor de rest van de bevolking. Anna houdt van hun leven in Nederland en wil niet weg. Maar na jaren van voorbereiding en echtelijke ruzies is de emigratie uiteindelijk toch een feit.

Wanneer Anna en Arend met hun gezin en een paar honderd boeren in Suriname aankomen, wacht hun een grote teleurstelling. Het land van belofte blijkt een onherbergzame jungle. Hoe moet Anna hier een goed leven opbouwen voor haar gezin en zichzelf?

Recensie
Journalist Marlies Medema schrijft al ruim vijfentwintig jaar, voornamelijk artikelen en columns, en is werkzaam als eindredacteur bij het vrouwenmagazine Eva. In 2021 debuteerde ze ook als auteur met Papieren paradijs, een historische roman over het leven van de domineesvrouw Anna Pannekoek. Het idee voor dit boek ontstond toen ze met een collega naar Suriname reisde en een taxichauffeur haar daar het verhaal van de vrouw van voorganger Van den Brandhof vertelde. Haar collega merkte hierna op dat er een boek over geschreven zou kunnen worden. De volgende stap liet hierna niet lang meer op zich wachten.

Hoewel Anna Pannekoek haar hart heeft verpand aan iemand anders, trouwt ze, geheel tegen haar zin in, in de jaren twintig van de negentiende eeuw met dominee Arend van den Brandhof. Vele jaren later besluit hij, samen met zijn gezin, naar Suriname te emigreren omdat hij van mening is dat het leven daar beter is dan in Nederland. Anna voelt er helemaal niets voor om haar vaderland te verlaten, maar gaat toch met haar man mee. In hun kielzog nemen ze honderden boeren mee, maar als ze in het Zuid-Amerikaanse land aankomen, wacht hen een grote teleurstelling.

Na een kort eerste deel (in totaal zijn er vier) dat zich op oudjaarsavond 1839 en nieuwjaarsdag 1840 afspeelt, springt het verhaal terug naar een kleine dertig jaar eerder. De lezer heeft dan al globaal kennisgemaakt met een aantal personages, waaronder vertelster Anna, hoewel haar naam dan nog niet genoemd is. Het eerste dat opvalt, is dat de sfeer en omstandigheden van die periode goed worden weergegeven, dat mannen degenen zijn die bepalen wat er gebeurt en vrouwen derhalve zo goed als niets in te brengen hebben. Vooral niet als een man behoorlijk dominant is, zoals in dit geval dominee Arend van den Brandhof.

Hoewel de plot volledig vanuit het perspectief van Anna wordt verteld, leer je alle personages vrij goed kennen. Uiteraard gaat de meeste aandacht naar haar uit, want de roman gaat immers over haar leven, dat niet altijd even rooskleurig is geweest. Het gevoel waar ze in haar verschillende levensfasen mee te kampen heeft gehad, komt goed over en hierdoor begrijp je wat er in haar omgegaan moet zijn. Niettemin komen ook haar iets minder positieve eigenschappen zo nu en dan naar voren. Ze komt uit een welgestelde familie en eenmaal in Suriname, waar de slavernij dan nog volop heerst, laat ze dat weleens merken. Desondanks overheersen haar goede karaktertrekken, want menselijkheid en medeleven voeren bij haar toch de boventoon.

Het boek kenmerkt zich door een vlotte, toegankelijke en eigentijdse schrijfstijl, waardoor het prettig leest. Af en toe gebruikt de auteur enkele Surinaamse woorden en uitdrukkingen, die overigens aan het eind van de desbetreffende hoofdstukken altijd worden verklaard. Het verhaal kent zowel mooie als trieste momenten en het meest aangrijpend, of misschien wel het meest indrukwekkend, zijn die in Suriname. De ellende die het merendeel van de emigranten daar overkomt, én waar ze geen enkele invloed op kunnen uitoefenen, is eigenlijk met geen pen te beschrijven. De delen die zich in dit overzeese land afspelen zijn daardoor de boeiendste en interessantste.

Omdat de geschiedenis van Anna en alle anderen waargebeurd is, leest de roman – veel is beschreven hoe het gebeurd zou kunnen zijn – als non-fictie. In haar nawoord vertelt de auteur het een en ander over de werkelijk geleefde personages en hoe ze tot dit verhaal gekomen is. Net als de stamboom en afbeeldingen aan het eind van het boek is dit een nuttige aanvulling op het geheel. Papieren paradijs geeft al met al een prima beeld van geschiedkundige feiten die zo goed als onbekend zijn gebleven, waardoor het ook nog eens erg leerzaam is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Marlies Medema
Titel: Papieren paradijs

ISBN: 9789029730686
Pagina’s: 384 

Eerste uitgave: 2021

Khomeini, Sade en ik – Abnousse Shalmani

Flaptekst
Abnousse Shalmani is acht jaar wanneer ze haar hijab uittrekt op het schoolplein in Iran. Korte tijd later vlucht ze met haar familie naar Parijs, waar ze verlost denkt te zijn van beperkende kledingvoorschriften. Niets blijkt echter minder waar. Salman Rushdie publiceert zijn Duivelsverzen en de hijab staat opnieuw in het centrum van de belangstelling. Abnousse vecht voor haar vrijheid, die ze uiteindelijk vindt door het werk van Marquis de Sade.

In een verhaal waarin biografie en fictie door elkaar lopen, doet Abnousse Shalmani verslag van de strijd van vrouwen voor vrijheid. Khomeini, Sade en ik gaat over emotionele, seksuele en intellectuele ontwikkeling, verpakt in een sterke, luchtige stijl.

Recensie
Als nog maar zesjarig meisje had Abnousse Shalmani al iets opstandigs, of misschien zelfs wel activistisch, over zich. Ze woonde toen nog in Teheran en was verplicht om zich aan de voor vrouwen geldende kledingvoorschriften te houden die het toenmalige regime onder leiding van ayatollah Khomeini hen voorschreef. Omdat ze dit niet wilde, trok ze meteen na afloop van de laatste lessen haar hijab uit en rende – meestal in haar blote kont – over het schoolplein naar de auto toe die haar ophaalde. Dit alles tot grote ergernis en ontzetting van de leerkrachten (de zwartrokken), die haar telkens achterna zaten. Twee jaar later, het was 1985, vluchtte ze met haar familie naar Parijs, in de hoop van alle ellende in Iran verlost te zijn, waaronder ook die vermaledijde kledingregels.

In haar in 2014 verschenen debuut Khomeini, Sade en ik vertelt de auteur hoe het haar sindsdien vergaan is, maar waarbij ze eveneens regelmatig terugblikt naar het verleden. Wat ze echter vooral wil aantonen, is dat mannen – ze noemt ze steevast baardmannen – ook in haar nieuwe thuisland Frankrijk de dienst uitmaken en vrouwen niet als volwaardige mensen zien. In het boek is ze een vurig en fanatiek pleitbezorger van vrijheid voor vrouwen, en eigenlijk, zo blijkt uit de vele terugblikken, is ze dat haar hele leven al geweest. Als jong meisje, als student en in feite nu nog steeds. Hierbij haalt ze diverse voorbeelden aan hoe de vrouw onderdrukt werd, maar eveneens dat ze ooit wel ongesluierd door het leven konden gaan.

Ze illustreert dit zo nu en dan door middel van fragmenten uit de literatuur, met name de libertijnse en geeft hierbij aan dat de Franse schrijver en dichter Pierre Louÿs een van degenen was die haar ogen opende en waardoor ze op zoek ging naar haar eigen vrijheid, die ze uiteindelijk vond dankzij het werk van Markies De Sade. Niet alles wat Shalmani hierover naar voren brengt, is boeiend of inspirerend, en flinke lappen tekst zijn zelfs ronduit saai. Grote delen van het boek lezen erg moeizaam, wat in feite al vrij snel begint. Het meest interessant zijn de persoonlijke ervaringen van de auteur, onder andere toen ze nog in Iran verbleef. Zo nu en dan betrekt ze de politiek ook in haar relaas en daardoor krijgt de lezer – voor zover hij hier nog niet van op de hoogte is – iets meer inzicht in onder andere de staatkundige omstandigheden van zowel Iran als Frankrijk zoals deze in een groot aantal jaren is geweest.

De schrijfstijl van de auteur is nogal wisselend, want de ene keer erg toegankelijk en vlot, terwijl het niet veel later erg droog en theoretisch kan zijn. Shalmani maakt zonder meer, en regelmatig in niet mis te verstane bewoordingen, duidelijk hoe ze tegenover de vrijheid van de vrouw staat en uit de toonzetting van wat ze schrijft, en vooral de manier waarop, is haar woede erg goed merkbaar. Het is jammer dat anderen geen stem in dit boek hebben gekregen, want nu is Khomeini, Sade en ik een behoorlijk eenzijdige beschouwing, wat uiteraard wel het goed recht van de auteur is.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Abnousse Shalmani
Titel: Khomeini, Sade en ik

ISBN: 9789044534504
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2014

Gwendy’s knoppenkist – Stephen King & Richard Chizmar

Flaptekst
In Gwendy’s knoppenkist verandert het leven van de twaalfjarige Gwendy Peterson voor altijd wanneer ze van een vreemde man een myste­rieuze houten kist krijgt. Die biedt verleidelijke lekkernijen en vintage munten, maar de man waarschuwt haar dat als ze op een van de prachtig gekleurde knoppen van de kist drukt, dood en verderf zullen volgen.

Jaren later, inGwendy’s magische veer, is Gwendy een succesvolle schrijfster geworden met een veelbelovende toekomst in de politiek. Maar wanneer de knoppenkist plotseling weer in haar leven verschijnt, moet ze beslissen of ze bereid is alles op het spel te zetten voor de verleiding die hij biedt.

En in het spannende slot, Gwendy’s laatste taak, proberen kwade krachten de knoppenkist in hun bezit te krijgen. Het is aan senator Gwendy Peterson om hem koste wat kost voor hen verborgen te houden. Maar waar kan iemand zoiets destructiefs verbergen voor zulke machtige wezens?

Recensie
Ongeveer halverwege de jaren ’10 kreeg Stephen King de ingeving om een eigentijdse Pandora te creëren. Hij ging hiermee bezig en het twaalfjarige en nieuwsgierige meisje Gwendy was geboren, want in 2018 mocht ze haar opwachting maken in Gwendy’s knoppenkist, dat hij samen met uitgever en scenarist Richard Chizmar schreef. Hierna publiceerde het duo nog twee boeken rond hun protagonist: Gwendy’s magische veer en Gwendy’s laatste taak, die geen van beide als afzonderlijk uitgave in een Nederlandse vertaling zijn uitgebracht. Ze komen echter, samen met het eerste deel, voor in het in 2024 verschenen drieluik De Gwendy-trilogie.

De gebeurtenissen in de trilogie bestrijken drie fasen in het leven van Gwendy Peterson, eerst als jong meisje, vervolgens als vijfendertigjarige vrouw en ten slotte als ze de leeftijd van vierenzestig heeft bereikt. Centraal daarin staat de befaamde, intrigerende en misschien zelfs wel enigszins angstaanjagende knoppenkist. In Gwendy’s knoppenkist krijgt het dan nog twaalfjarige meisje dit geheimzinnige voorwerp van een bijzondere en, naar later blijkt, nogal mysterieuze bolhoed dragende man. De kist heeft een paar laatjes en uit één daarvan komen kleine, maar overheerlijke chocolaatjes. Gwendy krijgt echter wel een waarschuwing, want als ze op een van de zes gekleurde knoppen van de kist drukt, betekent dit dat er iets onheilspellends gaat gebeuren.

Na tien jaar haalt dezelfde man de kist weer bij haar op, maar jaren later – Gwendy is dan een succesvol schrijfster en met een succesvolle politieke carrière in het vooruitzicht – komt het voorwerp in Gwendy’s magische veer weer in haar bezit. In het slotdeel, Gwendy’s laatste taak, krijgt Gwendy – ze is inmiddels een populaire senator – de taak om de kist definitief te vernietigen. Er zijn namelijk duistere elementen die de knoppenkist in bezit proberen te krijgen en er hoe dan ook kwade bedoelingen mee hebben. Dit moet hoe dan ook voorkomen worden en de senator is de enige die dusdanig betrouwbaar is om de missie te volbrengen.

Hoewel de drie verhalen elk een geheel andere insteek hebben, hebben ze wel degelijk enkele overeenkomsten. Zo zijn ze over het algemeen betrekkelijk rustig, ondanks dat er meer dan voldoende gebeurt en plotwendingen eerder regel dan uitzondering zijn. De knoppenkist en wat het ding allemaal doet en kan, zorgt er echter voor dat in elk deel van het drieluik een mysterieus sfeertje voorkomt. Echte spanning is telkens aan het eind te bespeuren en soms gaat dit gepaard met een paar gruwelijke en lugubere taferelen. De toonzetting in het slotdeel is net even anders dan in de twee voorgaande, want het heeft dan in lichte mate iets futuristisch. Het zal niet voor niets zijn dat alles, waarvan veel niet eens ondenkbeeldig is, zich dan in 2026 afspeelt.

De schrijfstijl van King en Chizmar is bijzonder beeldend en verhalend en het is niet echt te merken dat het drieluik, dat een behoorlijk tempo heeft, door twee auteurs geschreven is. De lezer kan zonder meer concluderen dat beiden prima verhalenvertellers zijn, waardoor hij Gwendy’s belevenissen van begin tot eind geboeid blijft volgen. Desondanks is het derde deel een stukje minder aansprekend, vooral omdat er verhoudingsgewijs ruim aandacht wordt besteed aan de politieke carrière en besognes van de senator. Nochtans is De Gwendy-trilogie uitermate lezenswaardig en kun je het, ondanks het behoorlijk aantal pagina’s, in geen tijd uit hebben.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Stephen King & Richard Chizmar
Titel: Gwendy’s knoppenkist

ISBN: 9789049204815
Pagina’s: 654

Eerste uitgave: 2024