Auteursarchief: leeskees

Vlucht – Tineke Ceelen

Flaptekst
Een openhartige inkijk in het leven van een onverschrokken hulpverlener, een ode aan de veerkracht van al die mensen op de vlucht en een pleidooi voor medemenselijkheid

In Vlucht vertelt Tineke Ceelen haar bijzondere levensverhaal. Het verhaal van iemand die al vanaf haar vijfentwintigste de hele wereld over reist in de meest barre en turbulente omstandigheden. Ceelen blikt terug op haar jeugd in het Brabantse Maren-Kessel, de jaren die ze in Tibet en Kameroen woonde en de geboorte van haar dochter Agnes, die ze in haar eentje heeft opgevoed. Sinds 2003 is Ceelen directeur van Stichting Vluchteling. Ze heeft duizenden vluchtelingen ontmoet, gewone mensen die de dupe zijn geworden van oorlog en onderdrukking. Een van hen is de Afghaanse Ali die ze in 2021 tegen het lijf liep in de jungle, een vluchtelingenkamp op Samos. Zijn verhaal loopt als een rode draad door dit boek.

Wereldwijd zijn er meer dan 120 miljoen mensen op de vlucht. Dat aantal zal de komende jaren toenemen. Al die mensen hebben geen andere keuze dan huis en haard te verlaten. Ze vluchten voor oorlogen die over hun hoofden worden gevoerd en waar honger en seksueel geweld als wapen worden ingezet. Ze vertrekken uit plaatsen waar hun huizen verwoest zijn door natuurrampen. Vluchtelingen verdienen het geholpen te worden.

Recensie
Na haar studie culturele antropologie heeft Tineke Ceelen zo goed als volledig bij hulpverlenende organisaties gewerkt. Sinds 2003 was ze directeur bij de Stichting Vluchteling, waar ze in 2025 mee gestopt is en sindsdien alleen een adviserende rol heeft. In 2009 verscheen haar boek Hier en daar een crisis, waarin ze verhalen over haar werk in de internationale hulpverlening vertelt. Ruim vijftien jaar later bracht ze haar tweede boek Vlucht (2025) uit, dat enigszins gezien kan worden gezien als een afsluiting van haar lange carrière, maar vooral haar levensverhaal is en dat tevens laat zien wat haar werk als hulpverlener inhield.

Voordat Ceelen haar uitgebreide verhaal vertelt, begint ze in de inleiding met een kort fragment waarin de wanhoop van een man erg goed naar voren komt. Deze man, een vluchteling, bezit niets, behalve de kleding die hij draagt. Zijn gevoel, verdriet en onmacht komt tot uiting uit één enkel zinnetje dat maar zeven woorden bevat: ‘Welk doekje mevrouw? Ik heb alleen dit,’ waarbij hij naar zijn pak wijst. Het lot van de man staat niet alleen, want het merendeel van de vluchtelingen heeft zo goed als niets mee kunnen nemen tijdens hun noodzakelijke vlucht uit het land waar ze zijn geboren, zijn opgegroeid en de rest van hun leven hadden willen blijven wonen. Dit blijkt uit de diverse voorbeelden die in de biografie naar voren worden gebracht.

Een groot deel van het boek bestaat echter uit het persoonlijke verhaal van de auteur. Niet alleen een beknopte opsomming van haar jeugd, haar studietijd, maar – en daar gaat het immers om – haar werk voor verschillende hulporganisaties, en dan met name de Stichting Vluchteling. Als directeur van deze organisatie heeft ze een groot aantal landen bezocht om zelf de barre omstandigheden van de vele vluchtelingen te zien en tevens om ter plekke hulp te bieden. Terwijl je over haar ervaring leest, rijzen de haren je eigenlijk te berge, want in veel opvangkampen is de situatie schrijnend en mensonwaardig. In zekere zin lopen de rillingen over je rug en word je zonder meer stil van de ellende die miljoenen mensen moeten ondergaan.

Wat eveneens treurig is – relatief gezien besteedt Ceelen hier niet al te veel aandacht aan – is de verharding van de maatschappij ten opzichte van de vluchtelingen. Overheden liggen dwars en mensen stellen zich met de dag harder op. Het is triest om over deze verharding en snel afnemende bereidheid te willen helpen te lezen. Je rechtvaardigheidsgevoel loopt hierdoor een flinke deuk op, want waarom zou je er niet voor openstaan dat anderen, die het vele malen slechter hebben dan jijzelf, niet worden geholpen om in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. De tendens was zelfs zodanig dat Ceelen regelmatig bedreigingen ontving. Het is begrijpelijk dat ze hierdoor soms van haar stuk was en zich zorgen maakte over de veiligheid van haar dochter.

De auteur heeft in haar boek eveneens ruimte gemaakt voor het verhaal van Ali, een Afghaanse jongen die ze heeft ontmoet op een vluchtelingenkamp op Samos. In korte intermezzo’s vertelt ze hoe hij met zijn omstandigheden omgaat, maar laat ze eveneens zien dat wat hij heeft meegemaakt (en nog steeds meemaakt) een grote impact op zijn leven was en is. Zijn vertrouwen in de mensheid is geschonden en hier kun je je wel het een en ander bij voorstellen. Hoewel het zijn ondervindingen zijn, weet je zo goed als zeker dat zoiets voor het merendeel van de vluchtelingen geldt. Eén ding wordt absoluut duidelijk: het verblijf in een vluchtelingenkamp is vaak erbarmelijk en er vinden misschien wel meer misstanden plaats dan daarbuiten.

In heldere en klare taal verwoordt Ceelen niet alleen heel beeldend wat haar werk in de internationale hulpverlening inhoudt, maar ook wat de lotgevallen van de miljoenen vluchtelingen zijn. Soms zijn fragmenten aandoenlijk, regelmatig heftig, maar alleszins hartverscheurend. Dit maakt van Vlucht een buitengewoon indringend boek, dat veel meer is dan alleen maar het verhaal van een hulpverlener

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Tineke Ceelen
Titel: Vlucht
ISBN: 9789026367625
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2025

Het huis van mijn moeder – Shari Franke

Flaptekst
Het schokkende waargebeurde verhaal van Shari Franke, de oudste dochter van de mormoonse vlogfamilie 8 Passengers, over huiselijk geweld en kinderuitbuiting in deze tijd van social media, en over haar strijd voor overleving

Shari Frankes jeugd was een constante overlevingsstrijd. Haar moeder, Ruby Franke, was onmenselijk strikt voor haar kinderen terwijl ze de façade van het perfecte mormoonse gezin ophield voor hun enorm populaire YouTube-kanaal 8 Passengers. Dagelijks vlogde ze over haar leven en de opvoeding van zes kinderen voor maar liefst 2,5 miljoen abonnees.

Naarmate de bekendheid van de familie op YouTube groeide, namen ook de waanideeën van Shari’s moeder toe. Coach Jodi Hildebrandt had met haar sekteachtige coachingprogramma ConneXions een destructieve invloed op haar, en samen legden ze een meedogenloos disciplinair regime op. In 2023 werden Ruby en Jodi gearresteerd op verdenking van zware kindermishandeling. Op diezelfde dag deelde Shari een foto van een politiewagen voor hun huis met het bijschrijft: ‘Eindelijk.’

Shari onthult nu de verontrustende waarheid achter 8 Passengers. Zonder iets te verbergen legt Shari de gevaren van de influencercultuur bloot en vertelt ze over haar eigen strijd voor overleving terwijl ze gebukt ging onder haar moeders wreedheid.

Recensie
In 2023 was de arrestatie van gezinsvlogger Ruby Franke en lifecoach Jodi Hildebrandt groot nieuws in de Verenigde Staten, maar ook wereldwijd werd hier ruimschoots aandacht aan besteed. Beide vrouwen werden beschuldigd van ernstige kindermishandeling, zijn hier vervolgens voor veroordeeld en zitten nu een gevangenisstraf uit tot dertig jaar. Van de zes kinderen van Ruby en haar man Kevin is Shari Franke de oudste en in Het huis van mijn moeder (2025) vertelt ze onder andere hoe het was om in dit mormoonse gezin op te groeiden en hoe zij en haar broers en zussen door hun moeder gedwongen werden mee te werken aan de opnamen voor het YouTube-kanaal 8 Passengers.

Shari begint haar verhaal met een korte inleiding waarin de politie op het punt staat haar ouderlijk huis binnen te vallen. Het enige waar ze zich op dat moment bezorgd over maakt, is het lot van haar jongste broer en drie zussen. Haar angst en onzekerheid of de kinderen nog in leven zijn, zijn voorstelbaar en dit gevoel komt goed op de lezer over. Ook uit de vele andere situaties die de auteur beschrijft, kun je opmaken dat die heel wat met haar gedaan hebben en dat die de voortgang haar bestaan grotendeels hebben bepaald. Eén aspect komt in de plot overduidelijk naar voren: al vanaf haar geboorte heeft Shari geen fijn, warm, liefdevol en normaal gezinsleven gekend.

In haar memoires geeft de auteur diverse voorbeelden van de wreedheden die Ruby haar kinderen heeft aangedaan en welke ‘straffen’ ze hen oplegde. Zo moest Shari’s iets jongere broer Chad – de namen van haar zussen en andere broer noemt ze niet – maar liefst zeven maanden lang op een zitzak in het souterrain slapen. Waarom hij hiertoe veroordeeld werd, wordt niet vermeld, maar dergelijke afstraffingen waren voornamelijk bedoeld om de kinderen om te vormen tot gehoorzame en voorbeeldige personen. De lezer verneemt met toenemende verbazing en afschuw welke gruwelpraktijken worden bedacht om dit persoonlijke doel te bereiken en kan eigenlijk niets anders dan concluderen dat dergelijke daden in feite neerkomen op psychologische oorlogsvoering op kleine schaal. Je beseft dan eveneens dat de gezinsleden hoe dan ook mentale problemen zullen krijgen. Shari komt er in ieder geval rond voor uit dat zij therapeutische hulp nodig heeft gehad.

Het is verbijsterend – en misschien zelfs ontluisterend – dat Kevin zo goed als niets tegen zijn vrouw ondernomen heeft. Uit wat Shari over hem vertelt, maak je op dat hij in principe een redelijk weldenkende en verstandige man is (hij is immers hoogleraar aan een universiteit). Hij kan, zo vraag je je af, toch niet voortdurend blind zijn geweest voor de daden van Ruby, ook al was hij – zo blijkt later – behoorlijk geïndoctrineerd. Dat Jodi Hildebrandt een negatieve invloed op alles heeft, is onbetwistbaar, want vanaf de dag dat zij in Ruby’s leven verscheen, worden de denkbeelden van laatstgenoemde steeds extremer. Het is niet voor niets dat je meteen een slecht gevoel bij haar krijgt. Afgezien daarvan is het onthutsend om te lezen hoe gemakkelijk Ruby haar opvattingen overneemt en er volledig in meegaat.

Uit het verhaal van Shari valt goed af te leiden dat ze voortdurend in tweestrijd verkeerde. Aan de ene kant wilde ze in verzet komen, maar aan de andere kant koos ze toch voor veiligheid. Ze deed wat haar moeder van haar eiste, om te voorkomen niet gestraft te worden, maar ook om haar broers en zussen te beschermen. Als ze dit doet, vraag je je regelmatig af wat je zelf in gelijksoortige omstandigheden gedaan zou hebben. Tegelijkertijd realiseer je je dat haar manier van doen mogelijkerwijs de enige juiste was, want als de vele nare situaties zouden escaleren, had alles veel erger kunnen zijn.

Het huis van mijn moeder, vertaald door Carolien Metaal, is helder, bij vlagen aangrijpend en zonder meer toegankelijk geschreven, maar laat de lezer sowieso verstomd achter. Want hoe kan het dat een moeder haar eigen kinderen behandelt op een manier zoals Ruby dat heeft gedaan?

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Shari Franke
Titel: Het huis van mijn moeder

ISBN: 9789402327052
Pagina’s: 288

Eerste uitgave: 2025

De leraar – Freida McFadden

Flaptekst
Eve heeft een goed leven. Ze staat elke dag op, krijgt een kus van haar man Nate en gaat wiskundeles geven op de plaatselijke middelbare school. Alles is zoals het zou moeten zijn. Behalve…vorige jaar werd de school opgeschrikt door een schandaal rondom één meisje, Addie. En dit jaar is Eve ontzet dat Addie in háár klas zit.

Addie is niet te vertrouwen. Ze liegt, ze doet mensen pijn, ze maakt levens kapot. Tenminste, dat zegt iedereen. Maar niemand kent de echte Addie. Niemand kent de geheimen die haar zouden kunnen vernietigen. En Addie zal er alles aan doen om die stil te houden.

Recensie
Freida McFadden is het pseudoniem van praktiserend arts die zich gespecialiseerd heeft in hersenletsel en staat niet graag in de belangstelling. Ze schrijf al sinds ze kind is, maar heeft nooit de intentie gehad om auteur te worden. Het liep echter anders, want in 2020 verscheen The surrogate mother, haar eerste thriller. Haar eerste in het Nederlands vertaalde boek was De hulp (2023), waar ze eveneens internationaal mee doorbrak. Twee jaar later werd De leraar (2025) uitgebracht dat al snel in de top tien van de New York Times Bestsellerlist terechtkwam.

Wiskundelerares Eve Bennett en haar man Nate, die leraar Engels is, werken beiden op de Caseham High School. Ze hebben hun leven op orde, dus alles lijkt zoals het zou moeten zijn. Er is echter één klein discrepantie, want afgelopen schooljaar veroorzaakte Addie Severson een schandaal, die een leraar zijn baan heeft gekost. Op de eerste schooldag van het nieuwe semester ontdekt Eve dat het zestienjarige meisje, waarvan iedereen zegt dat ze niet te vertrouwen is, bij haar in de klas zit. Toch kent niemand de echte Addie en een geheim dat ze bij zich draagt en dat voor grote problemen kan zorgen.

Het grootste deel van het verhaal wordt verteld vanuit de perspectieven van lerares Eve Bennett en scholiere Addie Severson, maar later in de plot een enkele keer vanuit het oogpunt van Nate Bennett. De lezer krijgt derhalve een tamelijk goede indruk van hen, zonder dat er overdreven uitvoerig op hun personages wordt ingegaan. McFadden heeft hun uitwerking zodanig opgebouwd dat stukje bij beetje meer over hen wordt prijsgegeven. Deze opzet zorgt ervoor dat je in feite continu benieuwd bent hoe het verder met hen zal verlopen, maar ook hoe ze zich ontwikkelen en in welke situaties ze terechtkomen. Omdat de auteur telkens een tipje van de sluier oplicht, heerst er een voortdurende beklemming die langzaamaan steeds meer toeneemt en waarvan je aanvoelt dat het een keer moet escaleren. Dit gebeurt in de laatste fase, maar voor het zover is, doen zich vele wendingen voor, waarvan een aantal zonder meer verrassend is.

De plot kenmerkt zich niet door een zinderende spanning, maar bepaalde gebeurtenissen en omstandigheden stralen zonder meer iets dreigends uit. Heel veel van wat zich voordoet, en ook de gedragingen van de personages, zorgen ervoor dat de lezer niet meer weet wie nog te vertrouwen is. Elk van de personen kan zowel dader als slachtoffer zijn en de vermoedens die je krijgt wisselen dan ook regelmatig. Uiteindelijk blijkt alles toch heel anders in elkaar te steken dan je denkt en word je diverse keren op het verkeerde been gezet. Aan het eind van het verhaal doen zich nog een paar mysterieuze en gekmakende voorvallen voor en zelfs de epiloog bevat een aantal verrassingen. De auteur bereikt met dit alles dat je nooit weet waar je aan toe bent en eveneens dat je vanaf het allereerste begin overal bij betrokken bent.

Korte hoofdstukken geven de lezer het gevoel dat het tempo vrij hoog ligt, maar eigenlijk kan dit gezien worden als optisch bedrog. Heel langzaam is het trouwens evenmin, de auteur heeft voor de gulden middenweg gekozen. Toch leest het boek behoorlijk vlot, wat mede te danken is aan de vlotte manier van schrijven. Enkele situaties zijn realistisch en komen in de echte wereld eveneens voor. De lezer kan zich hier wel het een en ander bij voorstellen. Desondanks zijn sommige momenten ook wel enigszins ongeloofwaardig, maar niet zodanig dat je je hieraan stoort. Alles bij elkaar genomen, is De leraar een thriller met een geleidelijk oplopende spanning, onbetrouwbare personages en een onvoorspelbaar verloop. Precies wat de liefhebber van dit genre wil lezen.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Freida McFadden
Titel: De leraar

ISBN: 9789032520878
Pagina’s: 384

Eerste uitgave: 2024

De zevende functie van taal – Laurent Binet

Flaptekst
Parijs, februari 1980. De beroemde Franse filosoof Roland Barthes heeft net geluncht met presidentskandidaat François Mitterrand als hij in het Quartier Latin door een vrachtwagen wordt overreden en overlijdt. Politiecommissaris Bayard krijgt de opdracht de zaak te onderzoeken.

Bayard is er al snel van overtuigd dat Barthes vermoord is: de filosoof heeft een manuscript nagelaten, een boek waarin hij beschrijft wat de zevende functie is van taal. Meerdere mensen hebben het op dit geheime manuscript gemunt, en het onderzoek van de politiecommissaris voert hem langs alle grote Franse schrijvers, denkers en politici. Jean-Paul Sartre, Françoise Sagan, Bernard-Henri Lévy, president Giscard d’Estaing; het lijkt wel of iedereen iets te maken heeft met het ongeluk van Barthes.

Recensie
Het grote succes van Lauren Binet begon in 2010 toen zijn debuutroman HhhH (Himmlers Him heiβt Heydrich) de wereld veroverde en waarvoor hij de Franse literatuurprijs Prix Goncourt du Premier Roman won. Vijf jaar later verscheen de roman De zevende functie van taal, waar hij een half decennium aan heeft gewerkt en waarvoor hij zich heeft laten inspireren door literatuurcriticus en -theoreticus Roland Barthes. Het boek kan worden gezien als een eerbetoon aan laatstgenoemde, maar is tevens een satire op het intellectuele discours van de Franse denkrichting van de filosofie anno 1980.

Nadat filosoof Roland Barthes heeft geluncht met presidentskandidaat François Mitterand wordt hij aangereden door een bestelbusje. Hij belandt in het ziekenhuis, waar hij na een aantal dagen overlijdt. Commissaris Jacques Bayard van de centrale inlichtingendienst krijgt opdracht om de zaak te onderzoeken en komt er al snel achter dat Barthes om het leven is gebracht. Hij ontdekt eveneens dat de filosoof een document bezat waarin hij de zevende functie van taal beschrijft. Dit geschrift, waar velen naar op zoek zijn, is van grote waarde omdat degene die het bezit de macht heeft om iedereen te overtuigen.

Het vertelperspectief van de roman is afwijkend dan dat in vele andere, want het verhaal wordt verteld door een alwetende en alziende figuur, waarvan later blijkt dat het de/een schrijver is. Deze auteur geeft als het ware een live-verslag van wat zich allemaal voordoet en het lijkt er sterk op dat hij eveneens zijn mening over diverse onderwerpen ventileert. De nadruk ligt echter op de taal in het algemeen, allerlei filosofische gedachten die daar betrekking op hebben en – maar dat is de schil die eromheen zit – het onderzoek door commissaris Bayard (en de door hem toegeëigende assistent Simon Herzog) naar het verdwenen document.

Dit onderzoek is de meest aansprekende verhaallijn in de roman en de lezer kan zich hier dan ook het meest bij voorstellen. Omdat zich dan verschillende ontwikkelingen voordoen, weet je in feite nooit waar je precies aan toe bent en krijg je te maken met talloze wendingen die zelfs voor een lichte spanning zorgen. Hierdoor heeft het verhaal enkele kenmerken die in een thriller niet zouden misstaan. Volledig haaks hierop staat alles wat met de taalwetenschap, politieke intriges en filosofische opvattingen te maken heeft. Met de regelmaat van een klok kan de lezer hier geen touw aan vastknopen en is het een en al abracadabra. Want welke niet-Neerlandicus heeft een globale kennis van termen als semiotiek, referentiële, conatieve en fatische functies of andere aan de taalwetenschap verbonden terminologie?

Hoewel het zonder meer een aardige vondst van Binet om bekende personen (al dan niet nog levend en veelal intellectuelen) in zijn roman op te nemen, hebben de meeste niet-Fransen geen enkele binding met hen. Velen zijn minder of zelfs helemaal niet bekend, waardoor ze in feite nietszeggend zijn. Dit geldt eveneens voor een aantal fragmenten en hoofdstukken. Ze zijn er, maar het nut ervan ontgaat de lezer in zijn geheel. Wat de auteur hiermee voorheeft, is en blijft een raadsel, want ze voegen niets toe en zorgen eigenlijk alleen maar voor verwarring. Een voorbeeld hiervan zijn de scènes met allerlei seksuele uitspattingen, waarbij drank en drugs rijkelijk genuttigd worden en die Sodom en Gomorra doen verbleken.

De zevende functie van taal is een boek met twee gezichten, want het leest deels vlot en deels erg stroef. Binet laat wel zien dat hij een verhaal kan vertellen, maar toont eveneens aan dat hij nog weleens kan doorslaan in zijn fantasie. Door de thema’s en personages lijkt hij zijn roman vooral geschreven te hebben voor zijn Franse landgenoten. Ieder ander zal toch moeite hebben grote delen van het boek te doorgronden.

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Laurent Binet
Titel: De zevende functie van taal

ISBN: 9789029091138
Pagina’s: 440

Eerste uitgave: 2016

Het ultieme geheim – Dan Brown

Flaptekst
Robert Langdon, gevierd hoogleraar kunstgeschiedenis en symboliek, reist naar Praag om daar een lezing bij te wonen van de prominente wetenschapper Katherine Solomon over het menselijk bewustzijn, maar Langdons verblijf ontaardt in chaos wanneer Solomon spoorloos verdwijnt uit hun hotelkamer. Ver van huis en ver buiten zijn comfortzone, moet Langdon al zijn vindingrijkheid inzetten tegen onbekende krachten om de vrouw van wie hij houdt terug te vinden.

Tegen een achtergrond van enorme kastelen, torenhoge kerken, oude begraafplaatsen en labyrintische ondergrondse gangen, moet Langdon navigeren door een schaduwstad die haar geheimen eeuwenlang succesvol heeft bewaard en ze niet zomaar zal prijsgeven. In een zinderende race door de werelden van zowel de futuristische wetenschap als die van de mystiek, eeuwenoude mythen en volksoverleveringen moet hij niet alleen vechten voor zijn leven, maar ook voor de toekomst van de mensheid zelf.

Recensie
Bestsellerauteur Dan Brown heeft er maar liefst acht jaar over gedaan om een opvolger voor Oorsprong (2017), zijn vijfde thriller met hoogleraar symboliek en kunstgeschiedenis Robert Langdon, te schrijven. Op 9 september 2025 was het raak en werd Het ultieme geheim wereldwijd gelanceerd, waarna het boek vanaf een vastgesteld tijdstip in achttien landen verkrijgbaar was. De reden van het langdurige schrijfproces is het onderwerp dat in het boek naar voren wordt gebracht: het menselijk bewustzijn, een thema waarvoor de auteur zich al geruime tijd interesseert.

Deze keer reis Robert Langdon af naar de Tsjechische hoofdstad Praag, waar Katherine Solomon, met wie de professor sinds kort een relatie heeft, een lezing houdt. Een dag later heeft Katherine een afspraak met een vooraanstaand wetenschapper, maar voordat ze die kan nakomen blijkt ze te zijn verdwenen. Het heeft er alle schijn van dat dit te maken heeft met een nog te publiceren boek, waarin ze een onthulling doet die de wetenschappelijke wereld op zijn kop zal zetten. Langdon doet er alles aan haar terug te vinden en stuit daarbij op een aantal schokkende geheimen.

Hoewel het verhaal, en dus ook de gebeurtenissen, zich in ‘maar’ twee dagen afspeelt, voelt dit absoluut niet zo. Door de vele gebeurtenissen heeft de lezer de indruk dat alles zich in een veel langer tijdsbestek voordoet en het overwegend hoge tempo versterkt dit gevoel in hoge mate. Bovendien – en dit is vanzelfsprekend uitermate belangrijk in een thriller – is er volop spanning en actie. Dit begint in feite al in de proloog die enigszins nieuwsgierig maakt, voor een aantal vragen zorgt en waarin een tweetal personages voorkomt waarvan je vermoed dat ze weleens voor problemen kunnen zorgen. Dit intrigeert, maar zorgt tevens voor een lichte antipathie jegens beiden. Of dit op dat moment wel of niet terecht is, wordt in de loop van de plot onmiskenbaar duidelijk.

Net als in de voorgaande vijf delen – dit boek kan overigens uitstekend afzonderlijk van de andere gelezen worden – is professor Robert Langdon de protagonist, maar er is eveneens een niet onbelangrijke rol weggelegd voor zijn partner Katherine Solomon en het manuscript dat ze geschreven heeft, is daarbij van groot belang. Het aandeel dat de hoogleraar deze keer heeft, is echter anders, want zijn vermogen om de meest complexe puzzels op te lossen, hoeft hij amper te gebruiken. Inherent daaraan is dat de symboliek, het vakgebied van Langdon, zo goed als niet aangesproken hoeft te worden. Enerzijds is dit jammer, want de lezer denkt graag met hem mee als hij weer eens een ingewikkelde code of ogenschijnlijk onverklaarbaar symbool moet ontcijferen, maar anderzijds is deze insteek niet oninteressant, want zo kom je ook een iets van de andere kant van hem te weten.

Een van de kritiekpunten die Brown regelmatig over zich heen heeft gekregen, is dat zijn boeken als het ware kopieën van elkaar zijn. Daar valt op zich weinig tegen in te brengen, want iemand die meer van zijn werk gelezen heeft, herkent enkele elementen die in de eerdere delen ook voorkomen. Bezwaarlijk is dit geenszins, want oude wijn in nieuwe zakken hoeft per definitie niet slecht te zijn. De auteur bewijst dit andermaal. Het uitgangspunt van het verhaal – het menselijke bewustzijn en de hieraan gerelateerde hersenen – is immers heel anders en derhalve origineel en soms zelfs intrigerend. De Praagse setting is goed gekozen en biedt talloze boeiende scènes waardoor je een globale indruk krijgt van de geheimen die deze stad blijkt te herbergen.

De verschillende verhaallijnen die het boek heeft, komen na allerlei ontwikkelingen, onverwachte wendingen en een enkele verrassing, uiteindelijk mooi samen, waarna het avontuur dat Langdon en Solomon deze keer hebben beleefd goed afgerond wordt. De lezer kan dan niets anders dan concluderen dat Het ultieme geheim een van de betere boeken is die Brown geschreven heeft.  

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Dan Brown
Titel: Het ultieme geheim
ISBN: 9789021056531
Pagina’s: 766

Eerste uitgave: 2025

Vergeten reus – Kazuo Ishiguro

Flaptekst
Een oud echtpaar onderneemt een tocht door een woest landschap van mist en regen, op zoek naar een zoon die ze in geen jaren hebben gezien. Steeds opnieuw wordt hun reis onderbroken en steeds opnieuw worden ze op de proef gesteld. Het enige wat ze overeind houdt is tegelijk het enige waarvan ze – nagenoeg – zeker van zijn: hun ware, nooit aflatende liefde voor elkaar.

Recensie
Als prijswinnend auteur en tevens Nobelprijswinnaar Kazuo Ishiguro aan het schrijven is, vermijdt hij alles waar hij op dat moment nog meer mee bezig is. Hierdoor voorkomt hij dat hij beïnvloed wordt door externe factoren die ervoor zorgen dat hij moet strijden om een fictieve wereld intact te houden. In zijn in 2015 verschenen roman Vergeten reus ligt die wereld in een Engeland niet lang na het tijdperk van Koning Arthur, een mythisch figuur uit de Keltische legenden, terwijl hij ook Bosnië en heel kort Rwanda heeft overwogen.

Het bejaarde echtpaar Axl en Beatrice leeft in een woning in een wijdvertakt gangenstelsel van rotsige heuvels in Engeland. Ze hebben er lang over nagedacht, maar ze besluiten te vertrekken om hun zoon, die ze al vele jaren niet meer gezien hebben, op te zoeken. Hiertoe ondernemen ze een lange tocht die hen door een ruig landschap van mist en regen leidt. Tijdens hun reis krijgen ze regelmatig met de nodige vertraging te maken en worden ze tevens diverse keren op de proef gesteld. Hun onderlinge liefde zorgt er echter voor dat ze niet van opgeven willen weten.  

Door de setting, de namen van de personages, de sfeer en het taalgebruik heeft de lezer meteen al in de gaten dat het verhaal zich in een vooralsnog onbekend verleden afspeelt. Later blijkt het om een tijdperk niet lang na het overlijden van Koning Arthur te gaan en kun je al snel concluderen dat het om de riddertijd van de middeleeuwen gaat. Hoewel de plot grotendeels draait om het bejaarde echtpaar Axl en Beatrice, en je hen derhalve afdoende leert kennen, worden de gebeurtenissen eveneens vanuit andere perspectieven verteld. De belangrijkste daarvan zijn de krijger Wistan, de twaalfjarige Edwin en ridder Gawain. Ook over hen krijg je genoeg informatie om hen te kunnen plaatsen, zonder dat er overigens al te diepgaand op alle vijf als persoon wordt ingegaan. In feite is dit helemaal niet nodig, want aan wat over hen verteld wordt heb je ruim voldoende.

Meteen in het begin wordt de lezer al nieuwsgierig gemaakt naar het vervolg en zo nu en dan is er zelfs sprake van een lichte spanning. Het is in ieder geval zo dat je meeleeft met het echtpaar en hoopt dat ze hun zoon snel kunnen bezoeken. Dit is echter gemakkelijker gedacht dan gedaan, want onderweg gebeurt het een en ander, dus de auteur slaat diverse zijwegen in die ervoor zorgen dat het verhaal regelmatig anders verloopt dan je vooraf voor ogen hebt. Hierdoor is er voldoende variatie en blijf je de verschillende voorvallen met belangstelling volgen. Er loopt echter wel een rode draad doorheen, want de onenigheid (en strijd) tussen de Britten en de Saksen – een waargebeurd historisch gegeven – staat regelmatig centraal.

De schrijfstijl wijkt behoorlijk af van wat de lezer over het algemeen gewend is, want de auteur heeft deze afgestemd op de periode waarin alles plaatsvindt. Dit is hoofdzakelijk te merken aan de woordkeus en omgangstaal van de personages, zo nu en dan lijken die enigszins Shakespeareaans. Daarnaast is Ishaguro’s manier van schrijven erg beeldend en levendig. De omstandigheden waarin de personages terechtkomen kun je je zonder problemen voor de geest halen. Veel daarvan zijn erg onwerkelijk, maar dat komt omdat de auteur het verhaal van de nodige fantasy-elementen heeft voorzien, waarbij bijgeloof en mythe tevens fundamentele factoren zijn, zie hoe dan ook een sfeerverhogend effect hebben.

Behalve de al genoemde componenten, gaat Vergeten reus eveneens over herinneringen, onbetrouwbaarheid van het geheugen en in enige mate ook over vergankelijkheid. Een en ander is verpakt in een mythisch en fantasierijk jasje, waaruit onomwonden naar voren komt dat de auteur een uitstekend verhalenverteller is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Kazuo Ishiguro
Titel: Vergeten reus

ISBN: 9789025444846
Pagina’s: 368

Eerste uitgave: 2015

De bibliotheek van Parijs – Janet Skeslien Charles

Flaptekst
Parijs 1939: De ambitieuze Odile Souchet is net begonnen aan haar droombaan bij de Amerikaanse bibliotheek in Parijs wanneer de nazi’s de lichtstad bezetten. Van de ene dag op de andere verandert alles.

De bibliotheek blijft open, maar de Joodse bezoekers zijn niet meer welkom. Odile en haar collega’s riskeren hun leven door hun Joodse abonnees zelf de boeken te brengen. Maar wanneer Odile ontdekt dat haar vader, een politieman, nauw betrokken is bij het handhaven van het naziregime, raakt zij in een groot persoonlijk conflict. Heeft zij de moed om de juiste keuzes maken?

Recensie
Janet Skeslien Charles werkte als programmamanager is de American Library in Parijs toen ze van een van haar collega’s een verhaal te horen kreeg over medewerkers van de ALP die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog met hart en ziel inzetten om de bibliotheek open te houden. Dit inspireerde haar tot het schrijven van haar tweede roman De bibliotheek van Parijs dat in 2020 is uitgebracht, meteen een bestseller werd en een jaar later in het Nederlands is vertaald.

Het is begin februari 1939 en Odile Souchet heeft maar één wens: werken als bibliothecaresse in de American Library in haar woonplaats Parijs. Het lukt haar om er een baan te krijgen, die ze met veel plezier uitvoert. Als de oorlog uitbreekt en de Duitsers Frankrijk, en dus ook Parijs, binnenvallen, verandert er veel. Directrice Dorothy Reeder besluit de bibliotheek niet te sluiten, maar de nazi’s verbieden joden de toegang. Het personeel start, hoewel dit gevaarlijk is, een eigen bezorgdienst zodat Joodse abonnees toch van hun diensten gebruik kunnen maken.

In ’Het woord van de schrijfster’, dat als nawoord kan worden beschouwd en achter in het boek is opgenomen, vertelt de auteur hoe ze tot het schrijven van haar tweede roman is gekomen. Dit is een interessante en waardevolle toevoeging aan het verhaal en doet je – misschien opnieuw – beseffen dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog voldoende mensen waren die zich tegen het naziregime hebben verzet en dat de liefde voor boeken van alle tijden is. Hoewel de gebeurtenissen die worden beschreven en een aantal personages die daar deel van uitmaken voor een groot deel fictief zijn, voelt dit niet als zodanig aan. Dit komt vanzelfsprekend omdat diverse personen die zich voor de ALP hebben ingezet, daadwerkelijk leefden, maar ook omdat veel voorvallen zich effectief hebben voorgedaan. Hierdoor komt zo goed als alles wat zich voordoet realistisch en waarheidsgetrouw over.

Het verhaal wordt voor het grootste deel verteld vanuit het perspectief van Odile, en voornamelijk vlak voor en tijdens de bezetting. Toch is ze ruim na de oorlog – we bevinden ons dan in de jaren tachtig én in een ander continent – niet uit beeld, want in de verhaallijn waarin de Amerikaanse tiener Lily de belangrijkste rol heeft, zien we de Française regelmatig terug. Door deze opzet komt de lezer behoorlijk wat over hen beiden te weten en merk je tevens dat hun levens tot op zekere hoogte redelijk parallel lopen en dat ze een tamelijk identiek karakter hebben. Aan de overige personages besteedt Skeslien Charles eveneens voldoende aandacht, waardoor je van hen ook een goede indruk krijgt.

De auteur geeft de sfeer van de verschillende perioden erg goed weer. De omstandigheden tijdens de oorlogsjaren komen, overigens zonder dat er heel uitvoerig op ingegaan wordt, prima over. Dit geldt eveneens voor de teneur van veertig jaar later, met name die in het kleine plattelandsplaatsje Froid in de Noord-Amerikaanse staat Montana, waar zowel Lily als Odile woonachtig zijn. Voor een boekenliefhebber zijn de vele scènes die zich in de Parijse bibliotheek afspelen wellicht het meest aansprekend. Iedere medewerker ventileert haar of zijn liefde voor het boek en daardoor kun je deze roman in zekere zin wel beschouwen als een ode aan het boek, hoewel er natuurlijk veel meer thema’s naar voren worden gebracht. Denk hierbij aan de al genoemde oorlog, maar ook aan een gezonde – en gedoseerde – portie romantiek.

Een zwarte periode in de geschiedenis levert over het algemeen geen vrolijk verhaal op, maar de schrijfstijl van de auteur is zodanig dat haar roman geen zwaarmoedige vertelling is geworden. Skeslien Charles heeft een vlotte pen en haar taalgebruik is regelmatig erg mooi. De overwegend onbekende feiten die ze in het verhaal heeft verwerkt, zijn interessant en laten zien dat er nog veel uit die tijd resteert wat niet verteld is. De aandacht die de auteur daar in De bibliotheek van Parijs daaraan geeft, is derhalve goed en niet meer dan terecht.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Janet Skeslien Charles
Titel: De bibliotheek van Parijs

ISBN: 9789024587094
Pagina’s: 432

Eerste uitgave: 2021

Een soort eelt – Rinske Bouwman

Flaptekst
De Nederlandse Sarlag is grotendeels in Mongolië opgegroeid en keert als studente terug naar Utrecht. Ze draagt een groot verdriet met zich mee, maar heeft veel talent om dat uit de weg te gaan. Tijdens de lange dagen die ze maakt op haar werk op de koel-vriesafdeling van de supermarkt, boetseert ze half gesmolten vriesproducten tot vleesbeeldjes en kalmeert ze zichzelf door haar favoriete feiten op te noemen.

Gaandeweg wordt duidelijk wat er gebeurd is in haar gezin, maar ondertussen heeft het onverwerkte verdriet zich al vastgezet in Sarlags lichaam en vindt er een absurde metamorfose plaats.

Recensie
Begin januari 2024 verscheen Een soort eelt, de debuutroman van theatermaker en schrijver Rinske Bouwman. Het boek werd meteen overladen met lovende kritieken en stond in dat jaar tevens op de shortlist voor de Anton Wachterprijs, een tweejaarlijkse prijs voor het beste schrijversdebuut. In haar werk, en dat gaat ook op voor het boek, is rouw over het algemeen het hoofdthema.

Sarlag is een jonge zesentwintig jarige vrouw die in Nederland geboren is, maar in Mongolië opgegroeid. Na een dramatisch voorval in haar familie besluit ze op een dag om voor haar studie naar Utrecht te vertrekken. Ze komt echter in een supermarkt terecht waar ze op de koel-vriesafdeling gaat werken. Om de tijd daar te verdrijven, maar ook om haar gedachten te ordenen, creëert ze van half-ontdooide diepvriesproducten allerlei figuurtjes.

Door het ongewone perspectief in de proloog vraagt de lezer zich af in welke richting de rest van het verhaal zich zal bewegen. Hij wordt in deze inleiding dus enigszins nieuwsgierig gemaakt. In de rest van de plot is dit eigenlijk niet anders, want protagonist Sarlag – een naam die bijzonder toepasselijk gekozen is – zorgt voor vraagtekens, maar is tegelijkertijd dermate intrigerend dat je wilt weten hoe ze in elkaar steekt, waarom ze zich gedraagt zoals ze doet en wat zich in haar verleden allemaal heeft afgespeeld. De auteur licht hierover stukje bij beetje steeds meer op, met name door de diverse flashbacks die meer inzicht geven in haar leven in Mongolië. Hierdoor kom je niet alleen te weten hoe ze daar opgroeide en wat ze er deed, maar ook hoe haar verstandhouding met haar familie en haar favoriete jak was.

Vanaf het allereerste moment heb je de indruk dat Sarlag niet weet wat ze met haar tijd aan moet. Ze verliest zichzelf in haar – soms filosofische – gedachten, doet allerlei dingen die een ‘normaal’ mens niet zou doen en lijkt regelmatig in haar eigen (fantasie)wereld te leven. De buitenwereld merkt hier echter niet zo heel erg veel van, want voor hen vertoont ze over het algemeen het gangbaar gewenste gedrag. Lange tijd is niet duidelijk waarom ze zich zo in zichzelf keert, maar ongeveer halverwege de plot vindt een voorval plaats wat daar de oorzaak van is en de impact die dit op Sarlag en haar familie heeft, is behoorlijk groot en ieder van hen gaat daar op zijn of haar eigen manier mee om. Je krijgt de indruk dat een verwijdering plaatsvindt, iets dat in soortgelijke omstandigheden in werkelijk ook geregeld voorkomt.

Bouwman heeft een ingetogen, maar zeer beeldende en invoelende schrijfstijl en dikwijls maakt ze gebruik van mooie zinnen en vergelijkingen. Een goed voorbeeld daarvan kondigt zich al erg snel aan: ‘Ze zullen wel altijd dorst hebben van het zoute traanvocht waarin ze wonen. Ze zijn drenkeling op zee en zijn irissen zijn zinkgaten waar waarschijnlijk zeemonsters wonen.’ Opvallend is dat het aantal dialogen erg beperkt is en als ze er zijn, zijn ze kort en bondig. Een hoog tempo heeft het verhaal niet, maar omdat het continu fascineert, is dit ook helemaal niet nodig. De bizarre wending die het bestaan van Sarlag op een bepaald ogenblik aanneemt, is zowel een merkwaardige als boeiende.

Een soort eelt – een titel die voor meerderlei uitleg vatbaar is – houdt de lezer van begin tot eind bezig en laat zien dat iedereen anders met verdriet omgaat. Eén ding wordt aan het eind wel helder: het is goed om erover te praten, maar ook dat stilzwijgen uit schuldgevoel niet de juiste uiting van emotie is.

Waardering: 4/5

Boekinformatie
Auteur: Rinske Bouwman
Titel: Een soort eelt

ISBN: 9789083335711
Pagina’s: 192

Eerste uitgave: 2024

Het genootschap van onkenbare objecten – Gareth Brown

Flaptekst
Magda Sparks is lid van een geheim genootschap dat onkenbare objecten – alledaagse voorwerpen met magische krachten – vindt en beschermt. Wanneer Frank Simpson, het langstzittende lid, hoort dat er een nieuw artefact in Hong Kong is gevonden, stuurt hij Magda om dit te onderzoeken. Binnen enkele uren nadat ze aankomt in Hong Kong wordt Magda geconfronteerd met een professionele moordenaar die alles lijkt te weten over onkenbare objecten. Magda wordt gedwongen te vluchten en gebruikt daarbij een object dat zelfs de rest van het genootschap niet kent.

Terug in Londen ontdekt Magda dat haar geheim niet het enige is dat verborgen wordt gehouden voor de andere twee leden. Het meest verderfelijke geheim gaat over de aard van de missie van het genootschap. Haar ontdekkingen leiden haar op een gevaarlijke reis, in achtervolging van de professionele moordenaar die ze voor het eerst ontmoette in Hong Kong. Langzaamaan ontdekt Magda dat er nog meer mensen in de wereld zijn die achter deze magische voorwerpen aanzitten, en dat de erfenis van haar eigen familie verbonden is met het verborgen houden van al deze geheimen.

Recensie
In februari 2024 debuteerde de Schotse auteur Gareth Brown met Het boek der deuren en boekte daarmee meteen al behoorlijk wat succes. Meer dan twintig landen besloten namelijk het boek uit te brengen. Anderhalf jaar later verscheen Het genootschap van onkenbare objecten (2025), waarvan de auteur aangeeft dat het schrijven daarvan hem meer moeite heeft gekost – hij heeft er drie keer zo lang over gedaan – dan zijn eerste roman, ondanks dat het verhaal zelf veel eenvoudiger is.

Lang geleden werd Het Genootschap van Onkenbare Objecten opgericht, dat bestaat uit een gezelschap van vier leden. Na het overlijden van haar moeder is Magda Sparks een van hen. Het doel van de club is om alledaagse voorwerpen met magische krachten op te sporen en te beschermen. Als Frank Simpson, het oudste lid, hoort dat in Hongkong een nieuw voorwerp is gevonden, biedt Magda aan dit op te halen. Waar ze niet op rekent, is dat een huurmoordenaar eveneens op zoek is naar dit artefact. Dan blijkt dat zij en de andere leden gevaar lopen én dat er diverse verborgen geheimen zijn.

Het begin van het verhaal – een proloog waarin de sfeer en de paar voorvallen enigszins mysterieus en onheilspellend zijn – maakt de lezer in geringe mate nieuwsgierig naar wat nog komen gaat. Deze inleiding, waar de auteur in de rest van de plot zo goed als geen aandacht meer aan besteedt, is bepalend voor de gebeurtenissen die tien jaar later plaatsvinden. Het geheime genootschap en allerlei magische voorwerpen hebben daarin een behoorlijk bepalende rol. Met name in het begin vraag je je af wat het nut van het vergaren van al die artefacten is, en ook waarom ze eigenlijk zo bijzonder zijn. Na verloop van tijd komt daar uiteraard duidelijkheid over en begrijp je de beweegredenen van Simpson om al die objecten te verzamelen.

De vier leden van het genootschap (Frank Simpson, Magda Sparks, Will Pinn en Henrietta (Henry) Wiseman) kunnen beschouwd worden als de protagonisten. Ondanks dat Magda het meest in de schijnwerpers staat, leert de lezer dit kwartet tamelijk goed kennen Tevens merk je dat op ieder van hen wel een en ander aan te merken valt en dat enkelen van hen zo nu en dan ergernis oproepen. Het is lastig om je in te leven in de magie van de verschillende artefacten, want – zo redeneer je met je nuchtere en gezonde verstand – hoe kunnen al die doodse dingen ervoor zorgen dat zich allerlei bizarre, onwerkelijke en soms surrealistische taferelen voordoen. Soms gaat dit zelfs zover dat je je realiseert dat diverse scènes in een Suske & Wiske-strip niet zouden misstaan.

Brown heeft een toegankelijke en vlotte schrijfstijl en de vele situaties geeft hij erg beeldend weer. Desondanks zijn er ook momenten dat het verhaal nogal kinderlijk overkomt. Dit komt door de manier van schrijven, sommige dialogen en het bij vlagen onvolwassen gedrag van Magda. Je kunt je dan niet aan de indruk onttrekken een Young Adult te lezen. Daarentegen zorgt de auteur voor meer dan voldoende afwisseling. Het aantal plotwendingen is aanzienlijk en een enkele keer levert dit bovendien een beetje spanning en spektakel op, maar helaas niet zodanig dat de lezer erdoor overdonderd wordt.

Aan het eind van de plot, in een korte epiloog, lijkt de auteur naar een vervolg te hinten, want sommige personages – ook iemand uit zijn voorgaande boek – lijken daarin terug te keren. Wellicht is dit niet iets om naar uit te kijken, want Het genootschap van onkenbare objecten, keurig vertaald door Arnout Brokking, is geen boek dat een onuitwisbare indruk achterlaat. Sterker nog, het is eerder onwezenlijk en bevreemdend.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 2/5

Boekinformatie
Auteur: Gareth Brown
Titel: Het genootschap van onkenbare objecten

ISBN: 9789021055176
Pagina’s: 448

Eerste uitgave: 2025

Los jij de moord op? – Antony Johnston

Flaptekst
Nadat zakenman Howard Kennedy dood wordt aangetroffen in een exclusief kuuroord, zijn er meer vragen dan zekerheden. Hij wordt gevonden op het gazon met een handvork in zijn borst en een rode roos in zijn mond. Alles wijst erop dat hij van het balkon erboven moet zijn gevallen. De kamer die uitkomt op het balkon is echter alleen toegankelijk voor het personeel en zat op slot. De sleutel is onvindbaar, dus iedereen kan de dader zijn.

Hoe is Howard in de kamer gekomen? Wie was er bij hem? Waarom werd hij neergestoken en van het balkon geduwd? Verzamel zo veel mogelijk aanwijzingen en ondervraag alle mogelijke verdachten. Heb jij het in je om deze mysterieuze moord op te lossen?

Recensie
Wie altijd al een keer in de schoenen van een rechercheur heeft willen staan, krijgt nu een kans. Want in Los jij de moord op?, het in 2025 verschenen Nederlandstalige debuut van de Brit Antony Johnston, is het de lezer degene die – de titel zegt het al – een moord mag oplossen. Het idee voor deze interactieve politiethriller ontstond meer dan tien jaar geleden, maar toen wist de auteur nog niet hoe hij een en ander vorm kon geven. Hij is hier over gaan nadenken en begin 2023 had hij zijn eureka-moment en begon hij aan zijn project.

Hierin ben jij de hoofdinspecteur en samen met je nieuwe partner, brigadier McAdam, moet je in het exclusieve kuuroord Elysium de dood van aannemer Howard Kennedy onderzoeken. Aanvankelijk wordt gedacht aan zelfmoord, maar omdat je in zijn borst een handvork aantreft en hij ook nog eens een roos in zijn mond heeft, concludeer je meteen dat het om moord gaat. Eén ding weet je zeker: de man is van een balkon gevallen van een afgesloten kamer die alleen voor personeel toegankelijk is. Omdat de sleutel van deze ruimte zoek blijkt te zijn, kan in feite iedereen de dader zijn.

Voordat het verhaal daadwerkelijk begint, geeft de auteur je – de lezer – een instructie hoe je met het boek moet omgaan om zo de moord op te lossen. De bloemen van Elysium, want deze naam heeft de zaak gekregen, is, zo waarschuwt hij, geen doorsnee zaak, en het boek is geen doorsnee boek. Tijdens en na het lezen van de uitleg merk je dit ook, want om tot een goede verhaallijn te komen, swipe je als het ware van het ene willekeurige hoofdstuk naar het andere. Het heeft dus geen enkele zin om de plot op een normale manier, dus van begin tot eind, te lezen. Als je dit, tegen beter weten in, wel doet, merk je snel dat er geen touw aan vast te knopen is en dat iedere logische volgorde ontbreekt. Met andere woorden, neem deze instructies ter harte en volg ze op. Pas dan heb je de interactieve beleving en zie je dat het verhaal een degelijke opbouw heeft.

De moord zelf, de ondervraging van diverse verdachten, de setting en ook nog eens de bijkomstige weersomstandigheden zijn eigenlijk niet eens zo heel erg bijzonder en doen qua sfeer enigszins denken aan de televisieserie Midsomer Murders en de karakters van de rechercheurs (jijzelf en je partner McAdam) hebben in de verte iets weg van die van inspecteur Thomas Lynley en zijn assistent Barbara Havers, beiden uit de boeken van Elizabeth George. Ongeacht de beslissingen die je neemt – aan het eind van ieder hoofdstuk kun je één of meer keuzes maken – bevat de plot allerlei wendingen waarmee de auteur niet alleen probeert je op het verkeerde been te zetten, maar je ook laat nadenken over de volgende te nemen stap.

Net als in ieder ander politieonderzoek krijg je tijdens de ondervragingen te maken met verdachten die liegen of bepaalde feiten verzwijgen. Dit is behoorlijk cliché, maar wel conform de werkelijkheid. Hierdoor loopt je speurwerk natuurlijk vertraging op, maar door deductie en het trekken van de juiste conclusies zal het uiteindelijk lukken de moordenaar te ontmaskeren. Veel spanning moet je echter niet verwachten. Dit is niet erg, want je nieuwsgierigheid naar de gevolgen van de keuzes die je maakt vergoeden veel. Je wilt per slot van rekening toch weten of er een goede rechercheur in je schuilt.

Hoewel Los jij de moord op?, dat vertaald is door Marike Groot en Sander Brink, dat als verhaal niet zo heel veel om het lijf heeft en evenmin uniek is, is het concept wel degelijk uitzonderlijk. De rol van de lezer is actief en daarom is deze politiethriller een onderhoudende en afwijkende leesbelevenis.

(Dit boek heb ik voor Hebban gerecenseerd.)

Waardering: 3/5

Boekinformatie
Auteur: Antony Johnston
Titel: Los jij de moord op?

ISBN: 9789402324587
Pagina’s: 320

Eerste uitgave: 2025