Categorie archief: Schrijfsels 2015

Is het lezen van strips slecht?

Nederlandse kinderen lezen steeds minder. En als ze wel lezen, zijn het de ‘eenvoudige’ boeken. Dat zijn boeken die vrij makkelijk leesbaar zijn. Overigens zijn het niet alleen kinderen die minder zijn gaan lezen. Voor volwassenen geldt in feite hetzelfde. Minder boeken, minder kranten en waarschijnlijk ook minder tijdschriften.

De oorzaak van dat mindere lezen zit hem vooral in de televisie en de computer. De tijd die voor de buis wordt doorgebracht, is de laatste jaren toegenomen en ook besteedt een groot deel van de Nederlanders meer tijd aan zijn online activiteiten. Terwijl de extra vrije tijd eigenlijk net zo goed besteed kan worden aan lezen. Maar het gebeurt niet.

Ook het stripverhaal schrijnt minder gelezen te worden. Niet iedereen zal dat erg vinden, want sinds ik het me kan herinneren is het lezen van een strip altijd al een punt van discussie geweest. Het zou niet goed zijn voor je taalontwikkeling. En pedagogisch niet verantwoord. Ook de tekeningen kregen kritiek te verduren. Gewelddadige afbeeldingen, vechtpartijen en naakte figuren waren (en zijn misschien nog wel) uit den boze bij vele zogenaamd deskundigen.

Maar is het lezen van strips echt wel zo slecht? Ik lees ze al van jongs af aan. Uiteraard boeken, maar zeker ook strips. Tegenwoordig zijn het de Donald Duck en Suske en Wiske, maar ook de korte strips in de krant sla ik niet over. En toen ik jong was, las ik met grote regelmaat ook nog andere stripverhalen. Ik vind zelf dat ik er niet minder van geworden ben. Dus dat strips slecht zijn, gaat er bij mij niet in.

Neem bijvoorbeeld de Donald Duck. Sommige verhalen kun je met gemak maatschappelijk betrokken noemen. En van de regelmatig in het blad voorkomende wijze lessen van Goofy kun je ook nog wel wat opsteken. Hoe zit het dan met Suske en Wiske? Nou, veel verhalen van hen zijn zelfs gebaseerd op historische feiten. Ook dat is onmogelijk niet leerzaam te noemen.

kareltje

Goed, het gebruik van taal is in strips anders dan in boeken. Logisch, want een stripverhaal wordt in minder bladzijden verteld dan een verhaal in een boek. En dat het taalgebruik in de strip anders is, vind ik helemaal niet erg. Taal leeft en is aan verandering onderhevig. Daarnaast houd ik wel van het spelen met taal. Dat laatste is aan stripverhaalschrijvers wel toevertrouwd.

Kritiek of geen kritiek, de strips die ik nu lees, zal ik blijven lezen ook. Want behalve dat je er wat van op kunt steken, is het ook nog eens erg leuk!

Wat vind jij van het lezen van strips?

Dromen over schrijven

schrijven

Nog niet zo heel erg lang geleden hoorde ik het. Ongeveer een miljoen Nederlanders droomt ervan een boek te schrijven. Dat bericht is niet zo heel erg nieuw. Want in 2007 stak die droom de kop al op. Blijkbaar wordt het ieder jaar om en nabij de boekenweek even wakker en maakt het ons deelgenoot van die diepgekoesterde wens van al die collega-landgenoten.

Natuurlijk heb ik, en dan vooral tijdens het lezen van een boek, ook wel eens gedacht dat het wel leuk zou zijn om een boek te kunnen schrijven. Daarbij realiseerde ik me dan wel direct dat het schrijven van een roman of thriller niet voor mij is weggelegd. Omdat er volgens mij best nog wel wat bij komt kijken om een goed boek af te kunnen leveren.

Je moet tijd hebben, of er in ieder geval voldoende tijd voor nemen. Want met alleen een idee en een dosis fantasie kom je er in mijn ogen niet. Je zult research moeten doen, je gaan verdiepen in de personages die je in je boek wilt laten voorkomen, misschien zelfs, maar dat hangt van het soort boek af, veel observeren. En dan zijn er vast nog wel meer zaken waar je rekening mee moet houden.

Ooit, maar dat is dan alweer écht ooit, heb ik een boekje gekocht. Schrijven over reizen heet het. Het boekje heb ik nog steeds, ik heb het voor ongeveer de helft uitgelezen. Maar doe er verder niets meer mee. Destijds heb ik het aangeschaft omdat ik mijn reisdagboeken wat minder oppervlakkig wilde laten zijn. Het moest voor mij wat boeiender en beeldender zijn.

Want, en dat merkte ik al gauw, zelfs het schrijven van een relatief kort reisdagboek kan al lastig zijn. Laat staan het op papier zetten van een reisverhaal of ander kort verhaal. Dat gaat nog een stapje verder. Mijn schrijfaspiraties, voorzover die al aanwezig waren, heb ik ver, maar dan ook heel ver weggestopt. Voor mij geen korte reis- of andere verhalen. En zeker geen roman of ander boek. Ik houd het daarom maar alleen bij het schrijven van een enkel blogartikel of recensie. En dat is vaak al lastig genoeg.

En jij? Wat zijn jouw -eventuele- schrijfdromen?

 

Handtekeningenjacht

De boekenweek van dit jaar ligt inmiddels een tijdje achter ons. Ter promotie van hun boek waren diverse schrijvers in, ook weer diverse, boekhandels aanwezig. Begrijpelijk, want ze willen uiteindelijk dat hun boek, waar ze vaak lange tijd aan geploeterd hebben, verkoopt. En wat is nu beter voor de verkoop van je boek dan lijfelijk aanwezig zijn.

Ook geven schrijvers wel eens lezingen. Dit doen ze vooral in bibliotheken. Waarover die lezingen precies gaan weet ik niet. Ik kan het wel raden, maar ben zelf nooit bij een lezing van een auteur aanwezig geweest. Misschien toch eens doen als ik in de gelegenheid ben.

Na afloop van die lezingen en ook tijdens de promotiemomenten in boekwinkels kunnen bezoekers een van huis meegenomen of in de winkel gekocht boek door de schrijver laten signeren. De bezoeker staat dan in de rij om een handtekening van de auteur te bemachtigen. Al dan niet hun favoriete.

Eenmaal thuis belandt het boek in de boekenkast. Een nieuw boek wordt misschien eerst nog gelezen, maar wordt uiteindelijk toch tussen al die andere boeken geplaatst. Om er vervolgens zo goed als nooit meer naar om te kijken.

Aan die handtekeningmomenten doe ik ook niet mee. Voor mij heeft een handtekening in een boek niet zo heel erg veel toegevoegde waarde. Ten eerste heb ik niet de behoefte om daarvoor in een rij te gaan staan en ten tweede zal ik zo’n handtekening ook nooit meer gaan bekijken.
handtekening2

Dat wil overigens niet zeggen dat ik geen enkel boek heb waar een handtekening van een schrijver in staat. Dat heb ik wel, en bij mijn weten maar één. Ik heb niet actief achter die handtekening aangejaagd. Verre van zelfs. Want het boek is een door mij gewonnen exemplaar waar de handtekening in was gezet. Dat laatste is dan leuk, maar meer ook niet.

Wat doe jij als het om een handtekening van een schrijver gaat?

Muziek en literatuur

Naast lezen houd ik ook van muziek. Tijdens dat lezen, maar ik luister het ook tijdens andere bezigheden. Er gaat dan ook geen dag voorbij die ik muziekloos doorbreng. Dat zou ik niet kunnen. Ten eerste is het me dan te stil, maar ik luister het ook om te ontdekken. Nieuwe artiesten, nieuwe albums, nieuwe stijlen. En zo is er nog wel wat meer te bedenken. Het is eigenlijk niet veel anders dan het lezen van het debuut van een nieuwe schrijver. Ook dat is in feite een ontdekkingstocht.

Omdat ik van beide houd, bedacht ik een tijdje geleden dat er vast muziek moet zijn die verwijst naar de literatuur. Of dat een nummer op een andere manier boekgerelateerd is. Het eerste nummer waar ik aan dacht is ‘The book of love’ van Gavin James. Dit nummer gaat niet zozeer over een fysiek boek, het is eerder overdrachtelijk bedoeld. Maar toch…

muziek en literatuur1

Daarna ben ik verder gaan denken. Want er zijn ook artiesten die titels van boeken in hun nummers of albums hebben verwerkt. Een goed voorbeeld van een nummer is ‘Wuthering heights’ van Kate Bush. Dit is gebaseerd op het gelijknamige boek van Emily Brontë. Kate heeft het nummer, dat grotendeels bestaat uit citaten van de hoofdpersoon Catherine Earnshaw, geschreven nadat ze de verfilming van het boek had gezien.

Ook Lou Reed heeft zich laten inspireren door een schrijver. En ook niet de eerste de beste: Edgar Allen Poe. Op zijn conceptalbum ‘The Raven’ beschrijft Reed de korte verhalen en gedichten van Poe. Zowel in woord als muziek. Lou Reed is overigens niet de enige artiest die zich door Poe heeft laten inspireren.

De Haagse rockband Golden Earring heeft zich met het nummer ‘Twilight zone’ laten inspireren door Robert Ludlum’s ‘The Bourne Identity’. Het nummer is tot geschreven nadat George Kooymans het boek gelezen had.

Behalve bovenstaande voorbeelden zijn er nog veel meer artiesten die een boek als inspiratiebron hadden. Een aantal daarvan heb ik hieronder vermeld:

  • Nirvana – Scentless Apprentice (Das Parfum – Patrick Süskind)
  • Bruce Springsteen – The Ghost of Tom Joad (The grapes of wrath – John Steinbeck)
  • Muse – Resistance (1984 – George Orwell)
  • The Nits – Nescio (de naam van de schrijver)

Hieruit blijkt meer weer eens dat veel artiesten de literatuur als inspiratiebron aanwenden om zelf een of meer nummers te kunnen schrijven.

Laat jij je inspireren en zo ja, waardoor?

Dagelijkse rituelen

DEN HAAG-WERELDMOEDERS-PETITIEDagelijkse rituelen. Iedereen heeft ze. Valt te lezen in het Volkskrant Magazine van 28 februari 2015. In het artikel worden de rituelen van onder andere een aantal schrijvers uitgelicht. Zo kon Simon Vestdijk uitsluiten schrijven als de stofzuiger aan stond. En we komen ook te weten dat Ernest Hemingway altijd staand schreef. Agatha Christie had, tot wanhoop van de journalisten, geen bureau waaraan ze schreef. Nee, ze had genoeg aan een stevige tafel met daarop haar typemachine.

Na het lezen van dit artikel dacht ik aan mijn eigen situatie. Heb ik die rituelen wel. Of heb ik ze, in tegenstelling tot wat wordt beweerd, toch niet? Ik ging mijn gangen na en kwam tot de conclusie dat ik wel degelijk rituelen heb. Misschien niet de meest extravagante of meest opzienbarende, maar ik heb ze wél. Rituelen! Die overigens op werkdagen anders zijn dan tijdens het weekend.

Een werkdag en ik zal me beperken tot de ochtenden. De wekker loopt tussen kwart en tien voor zes af, maar ik ben altijd eerder wakker. Soms veel eerder. Mijn eerste ritueel is dan dat ik mijn telefoon aanzet, mijn e-mail check, langs Twitter scroll en Wordfeud speel. En soms komt daar ook nog een spelletje Candy Crush Saga bij. Dan is het zo langzamerhand tijd om uit bed te stappen. Maar niet eerder dan dat ik mijn bril op heb gezet.

Ik ga vervolgens naar de keuken. Radio aan, drie plakken brood uit de vriezer, één voor het ontbijt en twee voor in een zakje mee naar het werk. Waterkoker aan voor de ontbijtthee, halvarine, kaas en een bakje yoghurt met muesli uit de koelkast en een glaasje sinaasappelsap twintig seconden in de magnetron. Waarna ik naar de badkamer ga om me op te frissen en aan te kleden.

Na het ontbijt tanden poetsen en scheren. Om me daarna ook zelf weg te scheren. Want ik moet op tijd op het station zijn. Eerst nog de radio uit. Mijn MP3-speler aan en de oortjes in. Een kwartiertje fietsen, inchecken, hopen dat de trein geen vertraging heeft en als de trein er is de stiltecoupé in. Daar pak ik mijn boek en begin te lezen. Tot ik het station van bestemming bereik. Uitchecken en aan de dagelijkse sleur (want mijn werk wil ik geen ritueel noemen) beginnen.

Als ik dit zo opsom, lijkt het erop dat ik voor mijn gewoontehandelingen nogal wat tijd nodig heb. In werkelijkheid én voor mijn gevoel valt dat best wel mee. Omdat het zich allemaal in een tijdsbestek van zo’n kleine twee uur afspeelt. Behalve dit ochtendritueel heb ik uiteraard ook een avond- en weekendritueel. Maar daarover zal ik niet verder uitweiden.

Wat is jouw ritueel?

Het afgelopen leesjaar

Het nieuwe jaar is inmiddels een paar dagen oud. Voor mij een mooi moment om het afgelopen leesjaar in kaart te brengen. Een leesjaar waarin ik zevenenvijftig boeken heb gelezen. Dat komt neer op iets meer dan één boek per week. Van deze boeken vielen er eenenvijftig onder het thrillergenre en zes dus niet. Vier boeken hebben van mij vijf sterren gekregen en acht kwamen niet verder dan twee. De overige boeken kregen drie en vier sterren. De gemiddelde waardering voor al deze boeken was een 3.4.

2014-year-in-review
De vier boeken die van mij vijf sterren gekregen hebben zijn:

Broeinest – Loes den Hollander
Een van de eerste boeken die ik in 2014 las. Het verhaal is weliswaar fictief, maar kan zomaar in het ‘echte leven’ gebeurd zijn. Broeinest boeit van begin tot eind, is daardoor moeilijk weg te leggen en heeft en bijzonder verrassend plot.

Zonder gezicht – Stefan Ahnhem
Dit boek heb ik via Dizzie ontvangen om voor hen te mogen recenseren. Het is het debuut van de Zweed Stefan Ahnhem, die al bekendheid geniet als scenarioschrijver van onder andere Wallander. Ahnhem weet in dit boek de lezer regelmatig op het verkeerde been te zetten en is vanaf het begin al spannend.

Ik haal je op, ik neem je mee – Niccolo Ammaniti
De enige roman die vijf sterren gekregen heeft. En terecht vind ik, want het boek zit vol afwisselingen, diverse verhaallijnen die niet verwarrend zijn en heeft bovendien een interessant plot. Het boek blijft van begin tot eind boeien.

Hypnose – Lars Kepler
Het laatste boek dat vijf sterren heeft gekregen, is tevens het laatste boek dat ik in 2014 las. Het debuut van het echtpaar Ahndoril had me al direct in de greep en eigenlijk is dat tijdens het lezen zo gebleven. De prettige manier van schrijven en de vele wendingen zorgen ervoor dat het blijft boeien.

Zoals ik al aangegeven heb, waren er ook wat boeken die ik minder geslaagd vond. Dat zijn de volgende acht, die ik overigens niet uitgebreider beschrijf:
1. Zoete waanzin – Paulus Hochgatterer
2. De schim – Petra Hammesfahr
3. Adams engel – John R. Maxim
4. Verborgen gebreken – Sophie Hannah
5. Bureau MaRiT 1 – ED Vermeulen
6. Bureau MaRiT 2 – ED Vermeulen
7. Bureau MaRiT 3 – ED Vermeulen
8. De nachtelijke invallen van ambtenaar Varamo – César Aira

Het aantal door mij gelezen boeken is per jaar toegenomen. Dat wil echter niet zeggen dat ik er een wedstrijd van maak om ieder jaar meer boeken te lezen dan het voorgaande. Het komt gewoon zo uit. En wat het in 2015 gaat worden? Ik zal wel zien. Het enige dat voor mij telt, is dat ik plezier in lezen heb. Ongeacht de hoeveelheid boeken die ik lees.